De heks van Pera. Roman van Johannes Emmer. k J <1 „Gij man om op te „11 BUITENLAND. den. Eerst sensatie te Van de f150,000 zal f 100,000 aan wijze begunstigde ondernemingen. het stuk. FEUILLETON. leven goed willen zijn, mij i om uw en i te 1> buit seer Bra en j andi van milii ding U praa alge als voor van van ge: tre de Tt dai eet ges dat gel tbc kk lid: j eed we toe vo< wo kat ge\ Go tro laai voc dut der luie Sm stoi her De om ges wai zou ind die plai zag ver: VOO I min en „plai hee Gla viei en zak sten ver! wel I han der m ,-jnam noodigde bedrag terwijl voor t oU.OUlJ kunst voorwerpen worden gekocht. Onze beste ar- tisten hebben daartoe bereidvaardig hun mede werking verleend. De verloting heeft plaats 1 Maart a. s. Uit den Haag wordt aan ’t U. D. geschreven Het bericht van het Vaderland, dat de gou- nu ook overhoop ligt met mr. Kalff, is wel geschikt om maken. Toen de heer Lohman bij het uitbreken van het conflict met de koloniale Staten besloten had, den heer Kalff op te dragen naar Neder land te gaan en bij den Minister van Koloniën zijne verdediging voor te dragen, schreef een hooggeplaatst ambtenaar in de kolonie, dat de Heden avond werd door de kerkeraad en het kiescollege der Herv. Gem. alhier, het na volgende alphabetisch gesteld zestal opgemaakt Beekhuis te Uitgeest, Bommezijn te den Hel der, Hoekstra te Hoogezand, Huizinga te Dron- Emin-pacha den 1 ik daarbij uw werktuig zijn „Gij hebt immers gezegd dat uw leven nu slechts één doel had mij het geluk te schenken, wat ik verlang. Ik heb u dat thans voor oogen gehouden." „Zoudt gij nog niet zoo te zeggen, hoe ik het moet aanleggen wensch te vervullen „Gij zult dat vernemen zoodra het tijd is." „Ha Ik zal dus niets anders te doen heb ben, aks blindelings te gehoorzamen en uwe bevelen ten uitvoer te brengen Gij zult een- „ik wil dit of dat. Voorwaarts!" En ik moet op dat commando vooruitgaan en, als ’t wezen moet, den strijd aanvaarden tegen Niet waar P“ Hij begon hartelijk te lachen het was hem onmogelijk, de uitdrukkingen van het jonge meisje ernstig op te vatten. Dergelijke over kreeg zijn humor de overhand en I spannen dwaasheden moest men niet door tegen- goedhartig lachje antwoordde hij: spraak versterken, vond hijzooiets vervliegt en Drommels, Ellen, gij hebt grootsche plannen! verdwijnt, zoodra het meisje vrouw geworden m .1, u eell koninkrijk j8en hij zou er wel voor zorgen, dat zij als zijne vrouw verstandig worden zou. Zij scheen zijn lachen volstrekt niet kwalijk te nemen, maar zeer ernstig klonk haar vraag „Dus gij zult het doen „Natuurlijk, lieve Ik verheug er mij reeds Ons streven zei de rijkskanselier is het gebied, dat wij bezitten, van de kust af tA> j ontginnen. Er worden nog pogingen aangewendl I om den handel van Zanzibar te verplaatsen.! Betreffende den slavenhandel moeten de bewo-| ners rijp, Mulder te Zierikzee, vd. Scheer te Rauwerd. behandeld. Blijkens achterstaande annonce zal de heer Jos. van Kinsbergen hier Vrijdag avond in de Concertzaal eene voorstelling geven in de goochelkunst enz., waarop wij gaarne de aandacht vestigen. De heer Kinsbergen is hier trouwens geen onbekende zijn optreden werd steeds met bijval begroet. Hij bezit de gave zijn publiek door zijne kunstverrichtingen aller prettigst te amuseeren en door een afwisselend programma oud en jong „elk wat wils” te ge ven en een genoegelijken avond te verschaffen. Wij twijfelen dan ook niet, of dit zal Vrijdag avond e.k. op nieuw ’t geval zijn. zulk eene taak te vinden was. In den Haag aangekomen, kweet de heer Kalff zich van zijne taak, en waarschijnlijk is het alleen op zijne inlichtingen, dat het ministerie-Mackay bij de verdediging van den gouverneur is afge gaan. Wanneer nu ook de heer Kalff het niet meer met den gouverneur vinden kan, dan zal Uit verschillende mededeclingen blijkt dat ook de Lero, die 24 Januari op de Maasvlakte is gestrand, door vrijwillige „bergers” van veel zaken van waarde is ontlast, niettegen staande de kapitein, vergezeld van een rijks- veldwachter, hun gebood op te houden. Te Amsterdam is dezer dagen een kassiers knecht van de Kasverecniging in de gang, lei- verneur van Suriname dende naar het kantoor der heeren Gebr. Bois- sevain, Keizersgracht, aangerand door een man die zich daar had opgesteld. De kassiersknecht had geen kwaad vermoeden opgevat en groette zelfs even bij het passeeren. Nauwelijks was hij hem echter voorbij, of hij kreeg een hevi- gen slag op het hoofd, vermoedelijk met een ploertendooder toegebracht. De schurk, zijn verwachting dat de kassiersknecht bewusteloos zou neerstorten verijdeld ziende, ging aan den haal en trok de deur van de benedengang ach ter zich dicht, waardoor het hem mogelijk was zich uit de voeten te maken. De kassiers knecht is aan de eene zijde van het hoofd ern stig gewond, doch gelukkig, voor zoover zich nu de toestand laat aanzien, zijn geen noodlot tige gevolgen van Te Dinxperlo is thans een raadsvergadering gehouden die, niettegenstaande er maar éen lid tegenwoordig was, de heer Ovink, kon doorgaan, daar de termijn, in art. 49 der gemeentewet voorgeschreven, in acht was genomen. Met algemeene stemmen (éen) werden een paar voorstellen van den heer Ovink aangenomen. Voorts las genoemde heer een stuk voor, waar in hij ook namens zijn medeleden, verklaart, dat de raad niet langer kan samenwerken met den burgemeester, maar desniettegenstaande toch wel middelen zal weten te vinden om den burgemeester bij de regeering aan te kla gen, welk stuk door den voorzitter werd be antwoord met de opmerking, dat het verdacht making en onwaarheid inhield. Met algemeene stemmen slotte, op voorstel van den heer Ovink, beslo ten, de overige punten van behandeling aan te houden. tentoongesteld verschillende producten der Ko ninklijke Deventer tapijtfabriek. Eenige groote tapijten en verschillende stalen van diverse tee- kening en kleur zijn langs de muren opgehan gen, terwijl de verzameling wordt aangevuld door een menigte teekeningen en tapijtpatronen die op genoemde fabriek worden uitgevoerd. Het geheel geeft ons een overzicht van wat deze merkwaardige fabriek kan tot stand bren gen, welke onder de bekwame leiding van haar ijverigen directeur, den heer Kronenberg, thans in zoo bloeienden toestand verkeert. In de rotonde van het museum zijn tevens de werken der leerlingen van de aan het mu seum verbonden teekenschool tentoongesteld. In de maand Januari jl. werd het museum door 517 bezocht. in, s ginn D 'élagi zijn ooge ren onze wij i ken genii L ZÜ '►-zijne heen, I het 1 verzi dat 2 genia r M ZJ huge Eenige jongelui, die zich veelal ’s middags op het Molenwater te Middelburg met voetbal spelen amuseeren, hadden de gewoonte hun bovenkleederen in de koffiekamer van den schouwburg neder te leggen. Wijl Woensdag die zaal gebruikt werd voor het bespreken van plaatsen voor de avondvoorstelling van ’t ge zelschap van den heer Alex Faassen, konden zij er geen gebruik van maken en werden de kleedingstukken in de vestibule nedergelegd, terwijl een viertal horloges in het kleine kamer tje van den bureaulist werden geborgen. Toen het spel geëindigd was en de jongelui weder bezit wilden nemen van hun eigendom, vermisten zij hun horloges, die vermoedelijk ontvreemd waren. Bij een ingesteld onderzoek zijn de horloges I bij den souffleur van het gezelschap gevonden. Ofschoon hij ontkent iets van den diefstal af te weten en verklaart niet te begrijpen, hoe de uurwerken in zijn bezit gekomen zijn, heeft men hem toch in verzekerde bewaring gehou- Zaterdag avond is een gedeelte van het bad huis, dat bij Amsterdam midden in den Amstel ligt, door de vlammen vernield. In het houten I gebouw dat des nachts onbewoond is was (éen) werd ten dien dag gewerkt. Te vijf uren waren de werklieden vertrokken, ongeveer half negen sloegen de vlammen uit dat gedeelte (vooraan), i waarin de koffiekamer is. In een oogwenk i stond dat geheele gedeelte (grootendeels uit j hout en glas bestaande) in lichtelaaie. Het was of er een mooi vuurwerk werd afgestoken. Aan blusschen viel niet te denken, maar een i met de pont overgehaalde brandspuit van Nieu- wer-Amstel hield het nog niet aangetaste ove- Tciu»auu«, nuii ftvuwvi ,v rige viervijfde gedeelte vochtig, zoodat (ook toen er meer politie kwam, verdwenen de „red- vooral omdat de wind naar den kant van de ders.” 1 stad was) het vuur beperkt bleef tot het café. Dit is dus het tweede staaltje van zeeroof op Dat is echter tot op het water toe afgebrand, onze kusten gepleegd! den slag te vreezen. I de Minister toch wel eindelijk tot de overtuiging Ten behoeve van het Burgerziekenhuis te moeten komen, dat de heer Lohman zich voor Amsterdam is een collectie kunstwerken bij- i iedereen ónmogelijk maakt, behalve voor die eengebracht, welke eerlang zal worden verloot. enkelen, welke belang hebben bij zekere door Er worden 15,000 loten uitgegeven voor f 10 den gouverneur op eene in het oog loopende van Zanzibar te verplaatsen.! der kust met groote voorzichtigheid worden!r -- De heer Von Soden, die derwaarts is gezonden, is wel niet als optimist terugge komen, maar toch is hij van meening, dat van de kolonie wel wat te maken is. „Er is beweerd dat Bismarck, indien hij aan de regeering ware gebleven, nooit in den afstand van Vitu-land zou hebben bewilligd. Ik zou zeide Caprivi mijn plicht verzuimd heb-V" ben, indien ik niet eerst in dit opzicht hetl^ oordeel van mijn voorganger had ingewonnen. I Bismarck schreef in het voorjaar van 1889 1 „Het is voor ons meer waard dat de Engel- I schen Zanzibar, dan dat wij Vitu bezitten." Zoowel majoor Wissmann als Emin-pacha kunnen in Oost-Afrika een nuttigen werkkring vinden, maar beiden moeten zich schikken naar den civielen gouverneur Boden. De rijkskan selier hoopt daarom dat het Duitsche volk zalv behouden wat het heeft en dit gebied verder zal ontginnen. Richter verklaarde zijn instemming met het tractaat met Engeland, maar was overigens niet voldaan met de perken, welke de rijkskanselier I voor de koloniale staatkunde heeft gesteld, zoo dat hij niet voor het crediet kan stemmen. Hij gaf toe dat de tijd nog niet gekomen is om hetgeen tusschen Wissmann en F voorviel te bespreken. Aan majoor Wissmann heeft Duitsch-Afrika veel te danken en daarom betreurde hij het zeer, dat de houding van rijkscommissaris zoo ongunstig werd beoordeeld. Windthorst begon in de zitting van Vrijdag met, ook namens zeer velen zijner staatkundige vrienden, zijn ingenomenheid te betuigen met het tractaat, met Engeland betreffende Oost- Afrika gesloten, en uitte den wensch, dat ma joor Von Wissmann en Emin-pacha bereid zou den zijn zich te schikken naar de nieuwe rege ling van het bestuur der kolonie. Het conservatieve lid Von Helldorff meende, dat de Rijksdag verplicht is de middelen toe te staan, welke noodig zijn tot voortzetting van de koloniale staatkunde. De rijkskanselier Von Caprivi verklaarde, dat de regeering voornemens is de bepalingen der Congo-akte ook te doen toepissen in die stre ken, waar deze tot dusver nog niet van kracht zijn verklaard. Wat betreft de expeditie van dr. Peters, dat de regeering die niet gesteund heeft, kan men haar niet verwijten, want reeds door Bismarck is de verklaring afgelegd, dat de rijksregeering niets met deze expeditie te maken had. Ten slotte werd het crediet, dat de regeering voor Oost-Afrika aanvroeg, goedgekeurd. Ver zending naar de commissie werd niet noodig geacht, zoodat de Rijksdag terstond tot de tweede lezing zal kunnen overgaan. De Keizer heeft graaf Schieffen tot Walder- see’s opvolger als chef van den generalen staf benoemd. Hij is 58 jaar oud en heeft een zeer eervolle loopbaan achter zich. Sedert 1872 was hij aan den generalen staf verbonden en sedert Waldersee’s benoeming volgde hij in rang onmiddellijk op dezen generaal. De verwerping door het EngelscheLager huis van het voorstel van den heer Gladstone betreffende de benoembaarheid van katholieken tot Gouverneur van Ierland en lord-kanselier is reeds gemeld. ZEVENDE HOOFDSTUK. Hoe gelukkig ben ik, EllenSturenson zat aan de voeten zijner geliefde, hield hare handen in de zijne en keek haar zoo in de oogen, die schitterden met zachten gloed. „Ik was waarlijk bevreesd dat gij een spel met mij speeldet, en dat de zalige droom, waaraan ik I mij had overgegeven, op eens een treurig einde zou nemen. O, waarom hebt gij mij zoo lang oj> dat zoete woordje laten wachten „Zoo lang?" Zij begon te lachen en een zweem van spotternij klonk uit die woorden vervolgens vloog er een wolkje over haar gelaat. „Hoe lang heb ik wel moeten wachten!" Hij bedekte hare handen met kussen, maakt mij trotseh, Ellen. Moest ik, de i zonder thuis, dan uit den vreemde komen, uw hart uit zijn Doornroosje-slaap OVERZICHT. Voor dat de Fransche Kamer tot aanstaan den Donderdag uiteenging, om de vastenavond feesten te vieren, heeft de monarchale afgevaar digde Fresneau de regeering Vrijdag nog ge ïnterpelleerd over de aanmatiging van den Pa- rijschen gemeenteraad. Hij noemde dezen raad machtiger dan het Elysée en dan de Kamer en meende dat het zaak was daarin verandering te brengen. De minister van binnenlandsche zaken antwoordde, dat de gemeenteraad zijn bevoegdheid volstrekt niet te buiten ging Pa rijs verkeert in een tijdperk van grooten bloei, zooals het vreemdelingenverkeer duidelijk be wijst de minister achtte het veel beter om op goeden voet met den gemeenteraad te zijn, dan daarmede twist te zoeken. Na nog eenige op merkingen van dien aard werd het debat ge sloten en de eenvoudige orde van den dag aan genomen. De budgetcommissie heeft besloten aan de Kamer voor te stellen het regeeringsontwerp betreffende de suikerquaestie en de andere daar omtrent gedane voorstellen in hun geheel te verwerpen. De rapporteur der commissie heeft dientengevolge zijn ontslag genomen. De com missie stelt aan de Kamer voor het status quo te handhaven. Naar men te Parijs vertelt zal het verbod tot de opvoering van Sardou’s „Thermidor" al daar weldra worden ingetrokken. Bardon heeft zich bereid verklaard het stuk zóó te wijzigen, dat de radicalen daaraan geen aanstoot kunnen nemen. Bijna de geheele zitting van den Duitschen Rijksdag werd Donderdag gewijd aan de kolo niale politiek. Bij de behandeling van de be heer Kalff de eenige in Suriname was, die voor grooting voor buitenlandsche zaken kwam na melijk ook het crediet ter sprake, dat de re geering aanvraagt ten behoeve van de Duitsche bezittingen op Afrika’s Oostkust. De conservatieve afgevaardigde VonMerbach betoogde, dat het eiland Helgoland niet vol doende is om te kunnen op wegen tegen den afstand van Vitu en Zanzibar aan Engeland. De rijkskanselier Von Caprivi, antwoordde, dat, toen hij zijn ambt aanvaardde, het Duit sche gebied in staat van oorlog verkeerde. Later bepaalde de Keizer dat Vitu moest worden opge geven, terwijl de kuststreek met het koloniale leger onder onmiddellijk beheer van de rijks regeering zou gesteld worden. „De heer van Sturenson had niets aan te bieden, niets te verliezen, niets te hopen. Ach ter hem gaapte een afgrondhij moest voor waarts of te gronde gaan. Als een man in zoo’n positie koen en vastberaden is, dan baant hij zich met meer succes zijn weg, als iemand, die niet door den nood gedreven wordt. Zulk een man zocht ik, iemand die bereid was alles op het spel te zetten, om alles te winnen." Sturenson schudde het hoofd. „Neem mij niet kwalijk, Ellen, maar ik moet bekennen dat ik u niet goed begrijp." „Zoudt gij denken dat ik geen andere wensch I voudig zeggen had, als om hier een leven te leiden, zooals 1 anderen dat doen? Ik wil iets beteekengn in F de wereldvoor mijn wil zullen de menschen de geheele wereld, zich buigen en mijn hand moet hun lot in handen houden." In ’t eerst bevreemden die woorden hem, maar toen 1 met een ?r Dat klinkt waarlijk, alsof ik u een koninkrijk is zou moeten bezorgen I „Men kan heerschen zonder monarch te zijn; niet in den titel ligt de macht; hij, die deze begeert, kan ze zich veroveren." En wat wilt gij dan doen, Ellen En moet Sturenson bemerkte het niet, dat er een trekje van ongeduld op hare lippen kwam. Zij maakte hare handen los uit de zijne en greep den waaier, die naast haar op een tafeltje lag. „Weet gij waarom ik u gekozen heb?" Die vraag klonk verrassend, maar met zijn opgeruimd humeur antwoordde hij slechts „Spreek, mijn liefste Ik ben waarlijk nieuws gierig te vernemen, aan welke eigenschap ik het te danken heb, dat ik genade vond in de oogen mijner trotsche koningin." „Wat kon de heer van Sturenson mij aan bieden ging zij voort, als ’t ware meer tot zich zelf sprekende en alsof het een afwezige betrof en niet de man daar vóór haar. „Nog niet eens dat, wat anderen mij hebben aange- bodenrijkdom en rang. Maar die heb ik niet noodig; wat ik zelf bezit, behoef ik van geen ander aan te nemen." „Ellen, gij vergeet één ding." „O, ik weet wel, wat gij zeggen wilt. Welnu, ook anderen spraken van hunne harten en zwoeren dat zij hun leven en zaligheid voor mij wilden ten offer brengen. Maar wat moet ik met een hart beginnen zonder hootd en arm Hij keek haar verbaasd aan het was hem, alsof hem plotseling een ijskoude lucht tegen- het ziekenhuis worden gegeven het nog be- S N E E K, 10 Februari. Voor het oogenblik zijn in het trapportaal

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 2