rm
L
WIS- EVIlllfflBÏIHLIl) lllllll III!
(EiiEBiE n het inmmn sin.
L@
I
1891
No. 15
Z E S»E N-V E E R T I Q T E J A A R <1 A N GL
1
1
Loting’ voor de Nationale Militie.
A
l-
I E B K LA R I,
31
Z A rl? E K D A (I
1-
a i 1.
die
I
Deze COIB A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
niet meer
autoriteiten
a-
d.
Liberalen en hoe al de schakeeringen dier
partij zich mogen heeten, maar ook de partij,
die zich de anti-revolutionaire noemt, gaan
allen eenzelfden weg op en het einde van
weg is het meest volkomen radicalisme.
Op al deze gronden meende spr., dat slechts
in eene volkomen zelfstandigheid der r.-katho-
lieke partij heil voor zijne geloofsgenooten is
te vinden, en dat die zelfstandigheid meer waard
zoo gaan? Zal Nabal het op despits drijven?
Of zal Abigail nog tijdig als reddende engel
optreden Wij hopen nog steeds, maar
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent,
voor eiken regel meer 7’/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den Uitgever.
De heer Vermeulen, lid der Tweede Kamer
voor Helmond, de woordvoerder der roomsch-
katholieke groep in onze Kamer, die in de
rechterzijde een eigen standpunt heeft aange
nomen, sprak dezer dagen voor zijn kiezers
over de bondgenooten der katholieken in Ne
derland gedurende de laatste honderd jaar.
Uit de geschiedenis trachtte hij aan te toonen,
dat elk bondgenootschap, aangegaan op gronden
die in strijd zijn met de r.-katholieke beginselen,
geen stand kan houden en ten slotte ook ten
schade der r.-katholieken zal uiteenspatten. Hij
gaf daarna zijn oordeel over de anti-revoluti
onaire partij onzer dagen te kennen, herinnerde
aan de zucht dier partij om zich door aristo
craten te laten vertegenwoordigen, maar toonde
aan, dat de stuwende kracht enkel komt van
de uiterste linkerzijke en hoe die adellijke heeren
slechts dansen naar de pijpen der „kleine
luyden.“ Hij wees er op hoe 'een samengaan
met de volkspartij de Tweede Kamer het voor
recht schonk een Okma in haar midden te
zien en hoe de anti-revolutionairen de verkie
zing van Domela Nieuwenhuis hebben mogelijk
gemaakt. Dat alles toonde z. i. duidelijk, dat
de anti-revolutionaire partij de weg der revolutie
opholt. Trouwens een partij van zuiver revo
lutionairen oorsprong en volgens dr. Ver
meulen was de revolutie der 16 eeuw de schan-
delijkste, die de geschiedenis kent moet tot
haren oorsprong terugkeeren.
Is het dweepen,
Wanneer ik wil, dat allen die als gij
En ik geschapen zijn, die zich als wij
Bewegen, aadmen, minnen, en, als wij,
Hun blikken richten op onsterflijkheid
Is het dweepen, wanneer ik wil dat zij
Niet lager staan dan ’t stomme dier des velds,
Dan ’t redelooze vee
Ia ’t kind van d’ arme minder dan ’n kalf
De moeder minder dan ’n koe? Mijn God,
Is dat haar stand Eischt dat uw maatschappij?
O, dan is alles leugen, wat men preekt
Vau zielenadel en beschaving
Ja waarlijk, dit zeggen wij Multatuli na
Uw preeken zijn leugen en bedrog, Uw Chris
tendom is huichelarij, uwe beschaving vergulde
barbaarschheid; gij zijt niets dan dieren, die kunst
jes geleerd hebt, wanneer gij, bevoorrechte
klasse, niet met alle kracht die in u is tracht
den socialen toestand te verbeteren en het le-
ven voor allen ruimer, rijker, grootscher, ede-
voor allen een lust
„O, Abigail! o, gevoel
van plicht! waar zijt gij die den mensch waar
deert in den mensch
Wanneer Nabal alleen aan het woord blijft,
I I
K E N N I S G E VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op art. 28 der Wet op de Nationale
Militie van den 19 Augustus 1861 {Staatsblad
no. 72) en artt. 20 en 21 van Z. M. besluit van
den 8en Mei 1862 {Staatsblad no. 46):
Brengen ter openbare kennis, dat de loting
voor de lichting der Nationale Militie van 1891
dezer gemeente, zal plaats hebben in de Con
certzaal alhier op VRIJDAG den 27 Februa
ri e. k.des voormiddags ten 9 '/2 ure
dat op Maandag den 2 Maart d. a, v. ter ge-
meente-secretarie door of van wege de lotelin-
gen aanvrage kan geschieden voor de getuig
schriften ter bekoming van vrijstelling van den
dienst wegens broederdienst of als eenig wettig
zoon
voorts dat om vrijstelling wegens eigen mili
taire dienst of dien van broeders te verkrijgen,
de paspoorten of andere bewijzen van ontslag,
uittreksels-stamboeken of bewijzen van werke-
lijken dienst, ten minste tien dagen vóór den
dag, waarop de eerste zitting van den Militie
raad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd
moeten worden ingeleverd.
Sneek den 14en Februari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
Maar wij moeten u
-*
r- 1
V.
a-
en uw gezichtskring verruimen, die de natuur
kunt bewonderen in hare grootsche openbaring,
die vrouw en kinderen alle genietingen kunt
I verschaffen die het leven kan aanbieden die
I anderen kunt helpen als gij dit wilt en een
kring van vrienden en vriendinnen om u komt
verzamelen, die dankbaarheid en roem en eer
kunt oogsten in dit rijke leven en die na uwen
dood dit alles nog aan uwe geliefden kunt
waarborgen. Wij misgunnen u dat leven niet;
dat gij het schooner maakt achten wij goed i Algemeen ^Stemrecht invoert,
en heilzaam. Maar wij moeten u aanklagen, worden gedwongen. Zal het in ons land ook
ten zich afscheiden van hunnen heer en Nabal helaas, dat gij doet, alsof de wereld alleen voor
gemis I u bestond dat gij, op weinige uitzonderingen
na, weigert te erkennen, dat die armen, die gij
als een drukkende last beschouwt en door af
gedwongen bedeeling of door brood en soep in
het leven houdt, menschen zijn met denzelfden
aanleg, dezelfde behoeften, dezelfde bestemming
als gij; dat gij niet erkent onbillijk bevoorrecht
te zijn en zij in hunne rechten zijn benadeeld
dat gij naar een fatsoenlijken dominé ter kerk
gaat en niets begrijpt van den geest die den
grooten Meester bezielde, den geest van vrij
heid, gelijkheid en broederschap. Gij leeft voor
het meerendeel voor uw eigen genot of hoog
stens voor uw gezin. Gij wilt niets lezen, niets
hooren, niets weten van maatschappelijke her
vorming, die uwen armen broeder kan opheffen
en scheldt eerlijke menschen, die daarop aan
dringen, voor opruiers. En dat komt voorna
melijk omdat het u ontbreekt aan hart en ge
moed, want anders kondet gij geen vrede heb
ben met een toestand, waarvan Multatuli eens
naar waarheid zeide
„Het volk is laag gezonkenZiel en hart
Gaan onder bij aanhoudend stoflijk lijden.
De gloed van hooger geestdrift wordt gedoofd,
Als ’t leven slechts één kamp is met het lage,
Als niet te sterven ’s levens eenig doel is
En uitstel van bezwijken hoogste prijs
Wat is den arme ’t schoon der lente? Niets!
Een sterrenhemel NietsWat is hem kunst
Wat zijn hem tonen, tinten, geuren Niets
Wat is hem poëzie? Wat liefde? Niets
Dat alles mag hem niets zijn. Alle vlucht
Is hem verboden door de werklijkheid,
Die met ’n ijzren vuist hem perst in ’t sbjk
En elke poging tot verzet, bestraft
Met honger
„En er was een man te Maon“, zoo luidt de
aanhef van een verhaal in het boek van Samuël,
„en zijn bedrijf was te Karmel“. De man heette
Nabal en was hard en boos van daden; zijne
„•jiiuisvrouw Abigail was goed van verstand en
schoon van gedaante. Deze Nabal was rijk
hij beschikte over drie duizend schapen en dui
zend geiten. Wanneer de tijd van het scheren
der schapen was aangebroken, reisde hij met
zijne kudden naar Karmel. Bij gelegenheid
dat hij daar eens vertoeft is David met zijne
aanhangers juist in den omtrek van Karmel,
iets wat Nabal zeer te stade komt, daar deze
mannen hem eene uitstekende bescherming aan-
X‘xiiieden voor zijne kudde. Dankbaar zich hier
voor te betoenen komt echter niet bij Nabal op
en als David op zekeren dag eenige mannen
naar hem toezendt om hem na behoorlijk eer
betoon te vragen, om iets van zijnen rijkdom
aan David mee te geven, vraagt hijWie is
David? Wie is de zoon van Isaï? Er zijn
heden veel knechten die zich afscheiden, elk
van zijnen heer. - Deze boodschap wekt den
«Toorn op van David en zijne gezellen en er
Ttirdt besloten het zwaard aan te gorden tot
den strijd. Vooraf echter wordt de zaak aan
Abigail meegedeeld, die onmiddellijk toebereid
selen maakt om David te voldoen. Een rijke
gift zendt zij hem, maar ook zij zelf gaat mede
naar Davids verblijf; als zij dezen ontmoet
stijgt zij van haren ezel, buigt zich ter aarde
en bewijst hem alle hulde. Hare woorden ge
tuigen van erkentenis en eerbied; zij bewijst
den mensch te waardeeren in den mensch.
£Let gevolg blijft niet uit, want na de ontvangst
der geschenken en na het vernemen van deze
openlijke hulde aan Davids verdiensten, is deze
Voldaan en is de storm afgewend.
Er wordt tegenwoordig veel geklaagd over
gemis aan eerbied en ontzag bij onze lagere
volksklassen; het kwaad dringt overal door;
ja de dienstboden, de kinderen zelfs, zijn met
deze kwaal behept. Er is geen vrees meer
l voor den predikant, voorheen als halfgod aan-
gebeden er is geen eerbied meer voor den
vroeger zoo heiligen landheer. Het is de klacht
van Nabal. Zelfs het leger wordt met dien
geest bezield. Zie slechts hoe het dezer dagen
in Belgie is. De officieren, die overtuigd schij
nen dat er eiken dag een uitbarsting kan plaats
hebben, staan steeds ter beschikking, de politie
houdt op de soldaten een wakend oog maar,
Srfjkt deze geest niet, dan, men gevoelt het, zal
dit alles niet baten. En België kan een goed
politieleger niet missen om de vele onlusten
in de nijverheids-districten. Hoe nu te rekenen
op manschappen, die thans zelf bewaakt moe
ten worden, wanneer de ure des gevaars gesla
gen heeft? Ja waarlijk, vroeg of laat zal eene
regeering, die doof en blind is voor de eischen
van den tijd, aan het land slechts wrange vruch
ten te plukken geven. Of heeft ook niet En
geland in het afgeloopen jaar ons iets dergelijks
te aanschouwen gegeven Waar zooveel knech-
U I T I) E P E R S.
zoo luide zijne klaagtonen aanheft over
aan eerbied en ontzag; waar Nabal de ver
taling van dit woord is „dwaas” als een
echte dwaas aan den vrager zijn billijken eisch
ontzegt en hem ruw van zich wijst, daar is een
Abigail onmisbaar om jammer en bloedstorting
te voorkomen.
Voorzeker bestaat bij ons volk
die kruipende onderdanigheid voor
als waarvan het verleden getuigt. Toch zijn
er ook in dat verleden periodes aan te wijzen
waarin dat ontzag, naar Nabals zienswijze, wel
te wenschen overliet. We behoeven slechts
te wijzen op de tijden der Maccabeën in de
geschiedenis van Israël, of op den boerenop
stand in Luther’s dagenmaar geen feit in de
geschiedenis bewijst dit duidelijker dan de
Fransche revolutie. Ontevredenheid met de toe
standen, door Nabals hand geschapen, was hier
de oorzaak van het ontbreken van alle eerbied
voor regeering en vorsten; en wij, die den
afloop kennen, van wat er uit dat gemis aan
ontzag voortgevloeid is, wij hooren weer de
klaagtonen van Nabal luider en luider en
moeten soms mismoedig vragen of die bloedige
revolutie Nabal dan niet wijzer heeft gemaakt.
Want, laten wij er rond voor uitkomen, niet
de eenige, maar toch de voornaamste oorzaak
van dat „afscheiden der knechten” is gelegen
in de handelingen van Nabal, waardoor de
strijd om het bestaan voor velen zoo zwaar, te
zwaar wordt. Onbeschrijfelijke armoede wordt
er geledon door menschen, die jaloersch moe
ten zijn op de dieren in Nabals stal, omdat
de stem van Abigail nog door Nabals geklaag
onhoorbaar wordt gemaakt.
Eerbied en ontzag raken de wereld uit, het
is waar; het volk begint zich meer vrij en on
afhankelijk te gevoelen; maar hoe ook Nabal
hierover klage, de grootste fout is aan zijn kant.
Nabal, de dwaze rijke gelukkig zijn er ook
verstandige, welgezinde rijken moge niet de
oorzaak der sociale ellende zijn, hij wenscht
daarin geen verandering te brengen en daarin
ligt Nabals fout.
Wij moeten u aanklagen, o NabalGij, die
kunt genieten van alles wat rijkdom en bescha
ving u aanbieden om het leven te veraange
namen en te veredelen die uw smaak kunt
bevredigen door eene goed ingeriehte woning)
sierlijke meubelen, fraaie kleederendie goede j
boeken kunt lezen en begrijpen, heerlijke schil- 1
derijen kunt zien en waardeeren, schoone mu-
ziek kunt hooren en genietendie kunt reizen
I Ier te maken, zoodat het
i zal zijn om te leven.
OEEKER COl'RAY
g
I
r
i
L
I
L
r
vv auiieur rinuai nueen ttau wuuru uiyn,
dan zijn de gevolgen reeds nu te voorzien.
Een muitend leger naast een mokkende arbei
dersklasse De Belgische regeering is zelve
schuld in dezen, omdat zij niet naar de eischen
van den tijd verbeteringen in de Grondwet en
Nu zal zij er toe
■r,
re
„Er zijn heden veel knechten, die zich afscheiden,
elk van zijnen heer,-