fflltffll ElIIET IRIKIfflSSEH'f STEER.
MEEH'S- ES HI'EltTESTIE 1)1111 M BE
B
Is-
J
a
DE VERDEELING VAN HET het kapitalisme eigen is.
I
J
1891
Loting Schutterij.
1
Nationale Militie.
1
1
W O E IN S D
u
is; wat hij
-
conducteur in zijn
‘3
i
Alle brieven
in te zenden.
,4
Deze CO UR A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post f 1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
In het Sociaal Weekblad verscheen onder
bovenstaanden titel een bijdrage van mr. L. van
den Bergh, waarin hij betoogt dat de tegen-
- -- ----
de diensten, zulks toe- liet geneesmiddel niet, dat kan geen reden zijn tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan
aan den verlofganger
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents»
voor eiken regel meer 71/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
moet beginnen met de diagnose: de volmaakt
heid vindt niemand; voldoende is, dat de soci
ale beteekenis van het kwaad verdwijne. Onze
instellingen kunnen veranderd wordenhet
erfrecht kan beperkt; een staats-erfrecht kan
ingevoerd worden. De strafwet kan bepaalde
misbruiken met straf bedreigen; de burgerlijke
wet kan, beter dan thans, herstel verleenen te
gen het verkrijgen door onzedelijke middelen.
Zou het zelfs niet waarschijnlijk zijn dat ons
staatswezen moet gezuiverd worden van den
al te grooten invloed van het bezit?
Water zij van al deze middelen, andere zijn
mogelijk en worden gevondenvolksovertuiging
echter moet worden, dat de tegenwoordige ver-
deeling van ’t maatschappelijk inkomen een zede-
lijken grondslag mist. Dan zal de bezittende klas
se begrijpen, dat de strijd van den vierden stand
niet slechts een strijd is om macht, maar ook
een strijd om recht. Dan zullen nieuwe wegen
worden bewandeld. En al volgt men de oude,
ook daar zal de invloed van het veranderde
inzicht bij elke schrede zich doen gelden. Zoo
zal b.v., aldus besluit Schr., een successie-be-
lasting alsdan met andere oogen worden aan
gezien dan thans. Een octrooiwet, die in de
meeste landen bestaat, zal dan den uitvinder
niet slechts beperkte rechten geven indien men
de rol van het toeval bij uitvindingen kent,
en als men bovendien inziet, dat elke uitvin
ding slechts is een toepassen van of voortbou
wen op de wetenschap, ons aller bezit. Kort
om, men zal leeren inzien het groote kwaad,
hetwelk voortspruit uit de leemte in onze
staathuishoudkunde.
om het kwaad te bemantelenelke geneeswijze
K E N N I S G E V I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen ter kennis van de
belanghebbenden, dat de alphabetise!te naamlijst
van de personen, die in dit jaar aan de loting
voor de Schutterij moeten deelnemen, ter visie
zal liggen ter Secretarie dezer gemeente van
Woensdag den 10 tot Woensdag den 17 Juni
a»s., des voormiddags van 9 tot 12 uur.
Dat de loting zal plaats hebben ten Raad»
huize op Woensdag den 24 Juni daaraanvol
gende, des voormiddags elf uur, voor hen die
geboren zijn in het jaar 1886, terwijl daarna
dadelijk zal worden overgegaan tot de naloting
der overeenkomstig art. 4 van het Koninklijk
Besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6),
ingeschrevenen van de jaren 1857 tot en met
1865.
Wordende ieder ingeschrevene opgeroepen,
om bij de loting tegenwoordig te zijn, en, rede
nen van vrijstelling hebbende, die alsdan op
te geven.
Sneek, den 9 Juni 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
Is deze beweerde onrechtvaardigheid geble-
i vraag of dan de Staat door
naasten of bijpassen herstel moet verleenen of,
naar één enkel beginsel, dat van „loon naar
I werken, de verdeeling moet regelen
Q, a Voor deze consequentie geplaatst vraagt de
woordtge Staat op allerlei wijze bewust of l r
,o schr. echter, of de Staat niet andere middelen
onbewust? zien mengt in de verdeeling van - - - -
den rijkdom; dat de tegenwoordige Staat zich het j
recht toekent te beslissen, hoe men wél en hoe
men niet verkrijgen mag, en daarbij zich aan- naar werken
«luit aan de geldende begrippen van r-
lijkheid en dat het verschil tusschen recht en
vang en het nut der diensten, heeft dan ook wenscht de schrijver niet te beantwoorden,
evenmin plaats bij de kapitalisten onderling Hoofdzaak is dat men allereerst het kwaad in
als bij de arbeiders tegenover den kapitalist. al zijn omvang leere kennen, opdat het genees-
fl Niet te ontkennen valt, dat, als ooit winst en middel worde gevonden. En al hebben wij 1
H loon evenredig zijn aan f
Tal is en niet de uitwerking van een wet, die
Over den uitslag der verkiezingen sprekende,
constateert de Tijd de nederlaag door de regee-
ringspartij geleden. Verrast is ’t blad daardoor
intusschen niet. Bij de geringe meerderheid in
1888 verkregen, kon de positie alleen door bui
tengewone krachtsinspanning, het gevolg van
buitengewone geestdrift, worden gehandhaafd.
En nu deze kwam te bekoelen liep de pas ver
worven meerderheid gevaar.
Daar de herstemmingen in den regel den libe
ralen gunstiger zijn dan haar tegen partj, ver
wacht het blad een meerderheid van 4 of 5, wel
licht van 6 of 7 stemmen voor de liberalen, (sic.)
Hoe die meerderheid, bij het verschil van
j dat onder de liberalen bestaat, met
vrucht zal kunnen werkzaam zijn, begrijpt de
Tijd intusschen niet. Met alle waardeering
voor het talent en den ijver, door de liberale
partij bij de verkiezingen van 9 Juni aan den
dag gelegd, meent het blad toch in de door
haar aangewende en met gunstig gevolg aan
vankelijk bekroonde poging, om reeds nu we
der meerderheid in de Tweede Kamer te wor
den, een politieken misgreep te moeten zien.
Van daar dat het zich omtrent de door haar
behaalde overwinning niet al te zeer bekom
mert.
De overwinning zal blijken meer de liberale
1°. die, zonder geldige reden, niet bij het
onderzoek verschijnt
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder
geldige redenen, niet voorzien is van de hier-
voren vermelde voorwerpen
3fl. wiens klecding- en uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die bleeding- of uitrustingstukken, aan
een ander toebehoorende, als .de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd, dat de
strafbepalingen van art. 141 der aangehaalde
wet ten strengste zullen worden toegepast op
degenen, die zonder geldige reden niet verschij
nen.
Sneek, den 15 Mei 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
zedelijk- in het 00g vat?(?n,
practijk het bestaan bewijst van gansch een ge
bied van allerlei verkrijging, die noch met ons j
recht strookt, noch met onze opvatting der ze
delijkheid.
Uitgaande van Pierson’s erkentenis, dat de
ongelijkheid van welvaart het voornaamste is
in de critiek der maatschappelijke orde, komt
de schrijver tot de vraag is die ongelijkheid
„rechtvaardig of is zij een gevolg van slechte
maatschappelijke instellingen? Een vraag, die
men slechts ontgaan kan, als men van oordeel
is, dat ieder zijn welvaart uitsluitend dankt aan
zijn eigen werk. Gold in onze maatschappij
het beginsel„loon naar werken“, dan kon
men ieder, die zich over de ongelijkheid be
klaagt, antwoorden werk, of werk meer.
Daar die grondslag een rechtvaardige vol
gens schrijver niet bestaat, komt hij tot de
vraag Hoe is het met de rechtvaardigheid
van de ongelijkheid van welvaart Wat is recht;
wat onrecht? Welk criterium zal worden aan
genomen Hierop volgt als antwoordals
grond van onderscheiding zullen dienen, hier
als overal elders, de op elk tijdstip geldende
begrippen van zedelijkheid en recht. Zoo zal
ieder erkennen, dat het met de zedelijke begrip
pen van onzen tijd niet te rijmen valt
dat een grondeigenaar rijk wordt, doordat de
Staat of de gemeente een nieuwen weg aanlegt;
dat iemand rijk wordt door het overlijden
van een verren neef, die hij nauwelijks kende
dat een lid van het bestuur eener tram-maat-
schappij voor het bij wonen van eenige verga
deringen een salaris krijgt, hetwelk zoo groot
is per jaar, als hetgeen een
geheele leven verdient
dat de koopman, die iemand uitzendt naar
Sumatra om tabaksgrond uit te zoeken, als
deze bij geluk een goed stuk treft, millionair
wordtenz.
Wanneer men onze loonregeling wegdenkt
I en zich voorstelt de mogelijkheid om in eiken I
tak van bedrijf de winstverdeeling te doen ininst er toe geëigend,
I vaststellen door een commissie van achrenswaar-
dige lieden, naar hunne begrippen van zedehjk-
I heid en recht, dan zou men een verdeeling
krijgen, niet veel gelijkende op de tegenwoor- verbetering bij voorkeur te zoeken is in het
dige. Een verdeeling, evenredig aan den om- burgerljjk recht of in eenig ander geneesmiddel
het nut der diensten, heeft dan ook wenscht de schrijver niet te beantwoorden.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op het besluit van den Commissaris des
Konings dezer Provincie van den Gen Mei 11.
Ie afd. M en S no. 484 (Prov. blad no. 50)
brengen ter openbare kennis, dat het onderzoek
van de verlofgangers der militie te land in deze
gemeente zal plaats hebben op ZATERDAG
den 20en JUNI e. k.des voormiddags ten
b’/i ure
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde
Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij vóór den
Isten April jl. in het genot van onbepaald ver
lof zijn gesteld, om het even tot welke lichting
zij behooren
dat tengevolge van het Koninklijk Besluit
van den 20 April 11. no. 45 tot schorsing der
afgifte van het bewijs van ontslag uit den dienst Hoe d
aan de iiigelijfden bij de militie te land der meening
lichtingen 1885 en 1886, de verlofgangers be-
hoorende tot deze lichtingen eveneens ver
plicht zijn om zich aan het voorgeschreven on
derzoek te onderwerpen
dat de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
de kleeding- cn uitrustingstukken, hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der
wet op de Nationale Militie een arrest van twee
I worden opgelegd
bezit, waardoor hij kan in werken, en dagelijks
inwerkt, op de ongelijkheid van welvaart Een
consequente doorvoering van het beginsel „loon
zou te uitsluitend het individu
en dus weder leiden tot een
individualisme, dat allerminst schrijver’s ideaal
iswat hij aan de tegenwoordige orde verwijt,
is juist, dat het individu te veel op den voor
grond treedt; wat hij van den Staat verlangt,
is juist, dat deze het individu doe wijken voor
de gemeenschap.
De fout der staathuishoudkunde is het, dat
zij verzuimt aan te toonen den invloed van den
Staat, speciaal van het burgerlijk recht, op de
verdeeling van den rijkdom. De waarheid toch
is, dat de Staat de verdeeling van den rijkdom
geheel beheerscht. De individueele eigendom
en de ruime inhoud van het eigendomsrecht is
schepping van den Staathet eigendomsrecht
als gegeven beschouwend, kan men in den ge-
ordenden Staat niets verkrijgen, dan krachtens
de sanctie van den Staatde wet verbiedt niet
slechts dat men zich toeeigent wat een ander
behoortweigert niet alleen rechtskracht aan
verbintenissen, die door bedrog zijn verkregen;
maar eischt zelfs, dat elke overeenkomst heb-
be een geoorloofde oorzaak, dat wil zeggen
een oorsprong, niet strijdig met de goede zeden
of de openbare orde. Voeg daar nu bij, dat
het erfrecht eveneens uitsluitend afhangt van
den Staat, en men behoeft waarlijk niet te vra
gen naar onderwijs, belastingwezen, de curateele
van den verkwister, Billiton- en bank-concessie,
suikerwet en dergelijke, om te beseffen, dat de
Staat een alles beheerschenden invloed uitoe
fent op de verdeeling van den rijkdom.
De taak die de Staat reeds thans zich stelt,
zou, zegt schr., indien slechts beter volbracht,
een groot deel van het kwaad opheffen. Waar
om dit thans niet geschiedt Omdat de over
winnaar in den strijd om het gezag in den
Staat de wetten voorschrijft. Die overwinnaar
is thans „het bezit* en daarom zijn de kansen
op welvaart van de niet-bezittende klasse zoo
slecht, juist door den invloed van den Staat op
de verdeeling van den rijkdom.
Het staatsgezag, eenzijdig uit het bezit ont-
ontstaan, zooals thans ja, dat gezag is aller-
naar billijkheid te be
schikken over de verdeeling van welvaart. En
daarom moet die eenzijdigheid hoe eer zoo
beter verdwijnen. Of daarom het middel tot
sar
r
k
a
I.’ Arr ZA lAniTTAnvi/ln /\-ni
MAATSCHAPPELIJK INKOMEN, ken, zoo de
it 1 i 1 .11 TZT/wrlzin AiirrolniYil /Ion tai'1 n-frro 11 rroi1
j
k -1
k
- 1
i».''
L -
k
-'it.