rm
IIKWS- II ffllffllTIHLII) IMH 1)1
1
V
J
No 48
j a a r a a n a,
1891
-E N-V E E R T I <4 T H
.Al
4
I
W O E5S DA G
‘24 J U 5
post Alto hens i
IL
U I T
De heer Van Houten heeft zijn tienden staat-
A
Maasb.
4
I
over de liberale partij uitvaren met haar Eerste
Kamer; het is een loos alarm, wanneer daarbij
de aangenomen schoolwet niet genoemd wordt.
En het is niet dan een verki zingsmanoeuvre,
zij Keuchenius uitwierp; wel neen daarmee
handelde zij in volkomen overeenstemming
Diet hem, ook al vroeg zij niet zijn advies. Hij
mag haar dood teel wenschen, omdat zij hare koetsier op den bok geplaatst worden Wij
goedkeuring hechtte aan de nieuwe bedeeling,
waarin de jongste schoolwet ons bracht, omdat
wanneer hij in deze dagen zijne getrouwen
nog eens doet opschrikken met zijn
op Gij braven De christelijke school is in
gevaar.Een verkiezingsleus, die er enkel
Arme christen-institutenIs het dan zoover
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken régel meer 7‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
De katholieken gaan zelfstandig optreden; ook
Kuyper treedt thans zelfstandig op. Nog on
langs mocht men het fiere woord in de Stan
daard lezen, dat, nu op de katholieken niet
viel te rekenen, geen saamwerking meer mo
gelijk is. Vraag nu niet waarom de vergade
ring van Deputaten aanraadt om bij de her
stemmingen de katholieken te steunen. De
deputaten, zoo lezen we in de Standaard, waren
in een opgervekte stemming. Juist in die stem
ming heeft men het meest te tobben met een
royale buien dan komt de herinnering nog
eens boven aan die ouderwetsche feestvreugde,
en aan de feestgenooten, welke toen meedan
sten om den vrijheidsboom en zongen van
patertje! patertje! langs den kant. \En daarbij
komt dan het gevoel van hoe meer zieltjes,
hoe meer vreugde. En dan die christelijke
scholenO wee, wanneer de liberale partij
de baas wordt. Dan geeft zij die stumperts
in een royale bui zooveel soep, dat de zwakke
maag het niet verteren kan of zij naar de' wet
der traagheid in den staat wenschen te blijven
waarin zij zijn en niet de noodige lichaamsbe
weging nemen tot ontwikkeling der spieren en
vertering der krachtige spijs.
De Staatskoets is intusschen op een pleister
plaats aangeland in afwachting der dingen die
komen zullen. De twee mannen op den bok
zijn afgestapt om een verpoozing te nemen, en
gelukkig ook De een met de zweep, de an
der met de teugels belast, scheen het een oogen-
blik, in den aanvang, dat we gingen hollen.
Maar de mannen kregen ruzie! ruzie ja in den
volsten zin van het woord, zoodat de passagiers
met augstigen blik en kloppend hart het ©ogen
blik verbeidden, dat de paarden gevoederd moes-
Het waren benauwde oogenblik-
aan de teugels van links naar
Rakelings ging het langs
er de splinters soms afvlo-
Goddank, dat we zoover zijn Maar hoe
Zal er nu een meer vertrouwde
moeten meeer valt niet aan te veranderen.
En dan achter zoo’n paar vechtersbazen te moe-
zij daarmee de levensdraden afknipte van het ten zitten. Te grondeNeen, dat gelooven
christelijk onderwijs. Hij moge thans nog eens we nietAls de twee stuurlui met hun vech-
I ten en plukken aan het roer het scheepje op
de klippen zetten, dan zal het scheepsvolk wel
bij de hand genoeg zijn om aan zulk een toe-
stand, waar zooveel van afhangt, een eind te
in zijn oog onjuiste opvattingen over het socialisme
in omloop gebracht met het oog op de verkie
zingen, o. a. de meening dat het socialisme af
schaffing van alle privaatbezit verlangt. Hier
tegen kwam de heer A. Rot, voorzitter van den
centralen raad van den soeiaal-demoeratischen
bond, op. Hij beweerde dat die afschaffing juist
de grondslag is van het beginsel der partij. Daar
het debat te scherp werd, sloot de voorzitter
het onmiddellijk.
In het nummer van Recht voor Allen, ’t welk
Maandag verscheen, kwam Rot op de zaak te
rug en richtte tot den heer Van der Goes het
verwijt dat hij in „zijn aanval alle pijlen van
brutale verdachtmaking te buiten ging" en dat
„hij (v. d. G.) schippert om maar met allen
goede vrienden te blijven/ Hierover was v. d.
Goes nu op zijn beurt verontwaardigd. Hij
schrijft als antwoord
„Het brutale laat ik daar, maar de verdacht
making is onzin. Desnoods kunt gij zeggen
dat ik u voor een ezel of een „stommerik/
zooals gij dan ook werkelijk zijt, heb uitge
scholden, maar ik heb u niet verdacht gemaakt.
Waarvan? Van onbekendheid met het socia
lisme Daarvan heb ik u niet verdacht ge
maakt, daarvan heb ik u ronduit beschuldigd.11
Eu daarop komt v. d. Goes nog met kracht op
tegen de beschuldiging van schipperen, hem
toegeworpen. Zijn politiek verleden is daar om
het tegendeel te bewijzen.
Als deze persoonlijke quacstie eerst uit de
wereld is, wil v. d. Goes gaarne overgaan tot
de theoretische quacstie van het privaat-bezit.
Voorloopig licht hij zijn opvatting als volgt toe
„De onsehadelijke dingen kannen best voor pri
vaat bezit blijven, maar de productie-middelen
moeten gemeenschappelijk bezit worden, omdat
de pioductie gemeenschappelijk dient te zijn.
De verbruiksartikelen moeten persoonlijk blij
ven, omdat het verbruik persoonlijk is."
In een kort antwoord, door Rot gegeven,
blijkt dat hij geen twistgesprek wil. De posi
tie, die v. d. Goes tegenover hem, Rot, heeft
ingenomen, verbiedt dit. De grief van Rot is,
blijkens dit nadere stuk, voornamelijk dat v. d.
Goes een te hoogen toon aansloeg. Dat hij
niet schippert wil Rot aannemen, maar dat door
de speech den indruk van schipperen werd ge
geven, houdt hij vol.
De persoonlijke ruzie kunnen wij daar laten.
Maar dat iemand als v. d. Goes, die reeksen
van brochures, ja halve boekdoelen over het
socialisme heeft geschreven, van den voorzitter
van den centralen raad van den sociaal-demo-
cratischcn bond het verwijt moet hooien dat
hij er niets van weet, terwijl v. d. Goes om
gekeerd den voorzitter uitmaakt voor een stom
merik en beweert dat de heele centrale raad
het socialisme niet verstaat, is te vermakelijk
om niet even de aandacht op deze polemiek te
festigen.
makenMatrozen op uw
Waak aan dek dus
Een verkiezingsleus, die
berekend is, om den katholieken nog eens V;U1 1Iouton heeftzljn tienden staat-
kortstondigen feestzwij- j-unifigen brief het licht doen zien. Hij neemt
hiermede voorloopig afscheid van zijn lezers.
Het komend kabinet is thans het onderwerp
er van. In de eerste plaats verdedigt hij zijn
onderstelling van een ministerie Mackay-Roëll,
dat trouwens niet meer was dan een „ballon-
d’essay."
„Door op de combinatie Mackay-Roëll te wij
zen als een mogelijke oplossing der door dele-
gerwet veroorzaakte verwarring, hield ik, zegt
de heer Van Houten, aan Roëll c. s. het eind
punt voor oogen, waar zij door den drang der
omstandigheden zouden moeten komen, als zij in
hun tot dusver gevolgde gedragslijn wilden vol
harden.
„Ik wees op dat eindpunt bij wijze van „bal-
lon-d’essay" ik wilde weten of men in dien
kring wel zag waarheen men dreef en of men
het wenschte. Ik vermoedde even goed als de
schrijver van het pers-overzicht in de Haarl. Ct.,
dat deze combinatie onwaarschijnlijk was, al wa
re het alleen omdat dr. Kuyper er geen ver
lof fipe zou geven/
Vólgens den heer Van Houten is een liberaal
kabinet het waarschijnlijkst.
De dcroon zal, zegt hij, na weinige dagen te
overwegen hebben of een kabinet, dat in de
Kamer geen twintig miuisterieele leden telt, kan
blijven, terwijl een andere groep er ongeveer
de helft heeft. Op een enkele stem boven of
beneden de meerderheid komt het niet aan, nu
een katholieke groep van een vijftiental leden
stellig weigert met Mackay c. s. samen te wer
ken. Ook indien de liberale partij een enkele
stem beneden de meerderheid bleef, is zij ge
houden de regeering te aanvaarden, zelfs zonder
dat z. i. nog het feit in aanmerking komt, dat
ook de meerderheid der Eerste Kamer liberaal
is.
Doch de liberale partij moet zich dan ook
bijtijds voorbereiden om met waardigheid en
kracht het beleid der landszaak in handen te
nemen. Een eerste voorzorgsmaatregel is z. i.
de herkiezing van de als ministers optredende
kamerleden. Hot komt voor de kracht der even-
tueele liberale regeering niet enkel aan op het
stemmental der liberale partij, maar ook en voor
al op haar organisatie en de verhouding tus-
schen kabinet, kamer en kroon.
„Vormt men een koninklijk-liberaal ministe
rie, dan is het eind van het gesukkel nog niet
te zien. Wij moeten parlementaire ministers
krijgen naar Engelsch en Belgisch voorbeeld,
geen tusschen hemel en aarde hangende beamb
ten, zooals wij hier gewoon zijn te hebben ten
gevolge van den invloed van Duitsche theorieën.
De volksvertegenwoordiger-minister is het we
zenlijke en onmisbare orgaan der democratie in
den constitutioneelen staatsvorm het zichtbaar
bewijs van het overwicht van den volksinvloed.
Hij alleen heeft de noodige kracht, zoowel te
genover de kroon, als tegenover vijandige ele
menten in de Kamer/
De heer Van Houten gelooft dat daardoor
krachtiger parlementaire partijen met meer sta
biele leiding gevormd zullen kunnen worden
dan wij in ons land gewoon zijn.
Een polemiek wordt in de laatste nommers
van Recht voor Allen gevoerd tusschen de soci-
aal-democraten, de hh. F. v. d. Goes en A. Rot.
Eerstgenoemde sprak dezer dagen in Maison
I Stroucken te Amsterdam en weerlegde toen eenige
i op
j te herinneren aan den
mei, dien zij samen doorleefden, waarin zij
droomden van den cocagnemast, en waarbij mr.
Haffmans ook met zoo’n zalig genot tegen
woordig was. Het wekt nog eens die innige
sympathie, waarvan vooral in verkiezingstijden
zooveel profijt is te trekken. Maar of dat leven
mag heeten Love nursed among pleasures is
as they. Ja waarlijkGeen trouwe-
Deze COERANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of" redactie betreffende, franco
in te zenden.
De Stand, heeft het bericht tegengesproken,
dat de heer Van de Velde iets verklaard had
omtrent de missie bij den Paus. Naar aanlei
ding daarvan merkt de Maasbode op: „De
Delfsche heeren hebben dus te Berkel iets ver
haald, dat volgens de Stand, niet waar is.
Mondelinge boodschappen, mondeling overbren
gen, is altijd gevaarlijk, maar hier is het wel
wat heel zonderling, dat precies het tegenover
gestelde is overgebracht van hetgeen de heer
Van de Velde belijdt. Of heeft de heer Van
de Velde iets anders gezegd aan die heeren,
en iets anders aan de Stand.?
Wie helpt ons uit dit geknoei? vraagt de
met u gekomen, dat ge gaat leven op kosten
van den Staat? Dat ge uit gebrek aan de
noodige fondsen n moest aanmelden aan de
Staatskeuken om wat krachtige soep in uwe
verslapte magen te krijgen Neen, het was
uw recht, zult ge beweren, om die versterking
van den Staat te eischen. Maar welk recht- i
-> geaard mensch is er, die zich niet tweemaal
bedenkt, die niet liever honger lijdt, dan op ge-
zag van zijn goed recht zich aan te melden bij loozer liefde dan die in den feestroes ontstond,
een soepcommissie Bedelen is in de oogen
van ons volk eenmaal een schande, en wie zich j
eenmaal daarover heen gezet heeft, hij verliest
zijn schaamte, zijn lust tot werken, en welhaast
gevoelt hij, dat er voor hem geen plaats meer
is aan de werkplaats onzer gemeenschap. Hij
gaat vagabondeeren en zijn brood bedelen van
plaats tot plaats, maar hoe ontaardend deze le
venswijze ook zij, in de weinige oogenblikken,
waarin hij het verleden nog eens herdenkt, ko
men er gedachten van berouw in zijn hart op,
en gevoelt hij het dat werken alleen leven is,
en een leven zonder werken voor den mensch
doodend is. Maar ook leeren is leven, en het
is een treurig feit dat er nog zooveel dwazen
afijn, wier eenige leermeesteres de ervaring is.
Die ervaring leert den bedelaar dat zijn leven
geen leven meer is, maar uitloopt op den dood.
Jammer daarom, dat onze maatschappelijke
toestanden er niet op berekend zijn om den
wintertijd door te komen zonder soepcommis
sies. Jammer ook voor de „christelijke" scho
len, die ach in het nu welhaast afgesloten par
lementair ijs-tijdperk terecht of ten onrechte bij
de Staatskeuken kwamen aanmelden, en nu,
zoo God het niet verhoede, hierop gaan reke
nen, en teren gaan aan de StaatsruifKrach
tige soep, ja, maar verderfelijke soep was het
voor haar, omdat zij nu niet meer in staat zul
len zijn in eigen levensonderhoud te voorzien.
Wat moet er van zoo’n leven groeien Dat
alarm van al die soepketels, die ketelmuziek,
zal de treurmuziek worden op de „christelijke"
scholen.
De liberalen, die voor die bedeeling hun stem
gaven, hebben zeer veel op hnn geweten. Zij
zijn de moordenaars der christelijke opvoedings
gestichten. Kuyper heeft dan ook gelijk met
onze Eerste Kamer den dood te zweren
I ten worden.
niet, ken, dat trekken
omdat zij de Stedenwet afstemdeniet, omdat rechts en omgekeerd,
de boomen, zoodat
I gen.
nu verder?
DE PERS.
l(OIRAÏ
OEEK
5
j
i
ISjSSSESES
_k