■ffl El 1111 IMBISfflMT SHL
IIIEWS- IIIblfflElTO lilll) IMS lil!
I
ISfil
I
No. 56 z F S E N-V E
I 4-
LC
Het programma der Chartisten.
JAARMARKT of KERMIS
I? f? A. N Cl.
18 JULI.
Z A-T L K D IjU
PERS.
de pachters blijven pachters van den
van vertrou-
r
o
BEKENDMAKING.
BRANDGEVAAR DOOR HOOIBROEIEN.
De BURGEMEESTER van Sneek herinnert j crisis,
belanghebbenden aan i
ADVERTED TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 Va Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Deze COVRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
U I T DE
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Snoek,
Overwegende, dat wegens vertrek van den
heer G. Houwink eene plaats als lid der Kamer
van Koophandel in deze gemeente is openge
vallen
Gelet op de Koninklijke besluiten van 9 No
vember 1851 (Staatsblad no. 142) en 11 Au
gustus 1859 (Staatsblad no. 80), dit laatste ge
wijzigd bij dat van 12 Juli 1873 (Staatsblad
no. 108)
Maken bekend
dat op Maandag den 3 Augustus e. k. des
voormiddags van 11 tot ’s namiddags 1 uur ten
gemeentehuize eene vergadering van kiesgerech
tigden voor leden dier Kamer zal worden ge
houden, ter verkiezing van een nieuw lid.
Sneek, 30 Juni 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
Twee stellige berichten over de ministerieels
crisis zijn te vermelden. Vooreerst het bezoek
van rar. J. Heemskerk op het Loo en ten ande
ren het bezoek van mr. G. van Tienhoven.
In afwachting dat omtrent de plannen der
Koningin-Regentes iets naders bekend wordt,
dient te worden vermeld welken indruk het be
zoek van den oud-minister heeft gemaakt. Er
worden er gevonden die meen en dat de grijze
staatsman allicht bereid zou zijn nogmaals de
teugels van het bewind in handen te nemen.
Maar de meeste bladen zijn van oordeel dat er
in de gegeven omstandigheden en na den uit
slag der verkiezingen geen plaats is voor een
kabinet-Heemskerk.
De Haagsche briefschrijver van de Zaanl. Ct.
wijst er o. a. op, dat het optrelen van Heems
kerk in strijd zou zijn met elke constitutioneele
regeling, in strijd met de eischon eener verstan
dige staatkunde. „Nu de liberale partij in de
beide Kamers over een besliste meerderheid
beschikt aldus vervolgt de schrijver vor
dert een gezonde politiek dat een ministerie op
trede, dat met die meerderheid kan samenwer
ken. Dat zou een kabinet-Heemskerk niet ver
mogen. Misschien is er in den kundigen staats
man nog genoeg buigzaamheid overgebleven om
zich eenigermate naar den geest der parlemen
taire meerderheid te schikken doch iedereen
gevoelt dat zulk een samenwerking nooit zou
kunnen steunen op eenheid vau beginsel, op
zucht tot het doen zegevieren van de eischen
van het hervormingsgezind liberale programma/
De Arnh. Ct. betoogt in een hoofdartikel
hetzelfde en zij begrijpt niet dat de aftredende
ministers ooit de Regentes zouden hebben kun
nen raden om den heer Heemskerk te raad
plegen. Zij konden haar geen anderen raad
hebben gegeven dan het advies van een der
invloedrijkste leden der liberale partij in te roe
pen, en tot dezulken behoort de heer Heems
kerk niet, tot dezulken heeft hij nooit voor een
enkel oogenblik behoord.
Het hoofd van den staat is natuurlijk aller
minst beperkt in de keuze dergenen, wier raad
zij verlangt in te winnen in een oogenblik van
Tusschen een vorst of vorstin, die lang
art. 114 der Algemeene 1 heeft geregeerd, en staatslieden, die hem meer-
- Koning Politie-Verordening dezer gemeente, waarbij is malen in het bestuur des lands hebben gediend,
de groote bepaald, dat wanneer hooi begint te broeien, ontstaat noodwendig zekere band
de eigenaar daarvan terstond kennis moet geven
aan de Politie en de door deze te bevelen maat
regelen van veiligheid onverwijld moet opvol
gen, en dat overtreding dezer bepaling wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes da
gen of geldboete van ten hoogste vijfentwintig
gulden.
Voorts wordt in herinnering gebracht art.
158 van het Wetboek van Strafrecht, houden
de bepaling, dat hij, aan wiens schuld,
waaronder te verstaan is verzuim, nalatigheid,
onvoorzichtigheid, gebrek aan voorzorg, ach
teloosheid enz. brand te wijten is, wordt
gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van
ten hoogste drie maanden of geldboete van ten
hoogste driehonderd gulden, indien daardoor
gemeen gevaar voor goederen ontstaatmet ge
vangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes
maanden of geldboete van ten hoogste drie
honderd gulden, indien daardoor levensgevaar
voor een ander ontstaat, en met gevangenisstraf
of hechtenis van ten hoogste een jaar, indien
het feit iemands dood tengevolge heeft.
Sneek, 17 Juli 1891.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
„Hij, die het eerst een stuk grond om
perkend, op de gedachte kwam om tot
zijne broeders te zeggen „Dat laud be
hoort mij“ en lichtgeloovige menschon er
vau overtuigde, dat dit waarheid was, was
de ware stichter van onze maatschappij,
die op uitzuiging van den arbeider door
den kapitalist is gebaseerd. Hoeveel mis
daden, hoeveel oorlogen, hoeveel moorden,
hoeveel ellende en welke gruwelen zouden
aan het menschdom bespaard zijn, wan
neer er een man was opgestaan, die de
palen weer uit den grond had gerukt, en
de sloot had gedempt en zijn broeders had
toegeroepen: „Wacht u voor dien volks
verrader. Gij zijt verloren als gij vergeet
dat niemand recht heeft om grond tot zijn
eigendom te maken en dat ieder recht
heeft op de vruchten van zijn eigen arbeid/
Jean Jacques Rousseau.
De leden der volkspartij in Engeland, die
sieh Chartisten noemden, omdat zij een wet
eischten, teneinde het volk te beschermen tegen
de overmacht van de groot-grondbezitters en
de kapitalisten, hebben reeds in 1848 een volledig
programma ontworpen voor landnationalisatie,
aldus luidende
Deze vergadering, overwegende, dat land is
-Set o vervreemd baar erfgoed van alle menschen;
en daarom het in beslag nemen daarvan door
enkelen strijdig is met de wetten van God en'
de natuur
Besluit, teneinde dit doel te bereiken, dat
de navolgende maatregelen achtereenvolgens
onder de aandacht van de regeering en van het
volk zullen worden gebracht
1. De oprichting van een ministerie voor
.handbom/
2. Het teruggeven van al hot armenland,
het markenland, het land dat aan de kerk en
aan de kroon is toegewezen, aan het volk.
Zulk land, in passende stukken verdeeld,
moet worden verpacht tegen een billijken pacht
prijs en
staat.
3. Vergoeding voor verbeteiingcn, welke
•‘pachters, die een plaats verlaten op hunne kosten
hebben aangebracht.
De oude verordeningen, die pachters dwin
gen tot wijzen van bebouwing, die niet meer
passen in onzen tijd, moeten worden atgeschaft.
Het afschaffen van alle jachtwetten.
Alle pachten moeten tot koornpachten ge
maakt worden, zoodat de te betalen pacht ieder
^j-uir afhangt—van den koornprijs.
4. De staat moet worden gemachtigd om
land te koopen met het doel daarop boeren
te plaatsen, om het landbouwbedrijf voor zich
zelf of in gemeenschap met anderen uit te
oefenen tegen betaling van een jaarlijksche
pacht. Het geld voor den aankoop moet wor
den verkregen uit de pacht, die het kerk- en
kroonland benevens de markegrond oplevert,
'en uit andere bronnen, die later kunnen wor
den bepaald.
BEKEND MA KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de
alhier dit jaar begint op VRIJ DAG den 14
Augustus, des morgens acht uur, om te eindigen
op Vrijdag den 21 Augustus d. a. v. des mor
gens acht uur, en dat vóór den 23en dier maand
alle kramen, disschen, tenten enz. zullen moe
ten zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Al
gemeene Politie-Verordening, waarbij is bepaald:
dat niemahd eene tent, kraam, tafel of iets der
gelijks op den voor den openbaren dienst be
stemden grond mag opslaan of daarop uitstal
lingen van goederen hebben, dan overeenkom
stig de aanwijzing van den Marktmeester of,
bij ontstentenis van dezen, van de Politie en
na voldoening van het marktgeld.
Sneek, 7 Juli 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
I --
iedere 40 acres grond (d. i. circa 16 bunder)
minstens één woonhuis te bouwen.
De welvaart van een land, zeide de spreker,
hangt ten slotte af van de welvaart der land
bouwende bevolking.
De heer Oust was sterk voor de wet en hij
zeide dat zijne kiezers, die bijna geheel tot de
landbouwende bevolking behoorden, de regee
ring alleen steunden, met het oog op de quaes-
tie van het scheppen van kleine boerenplaat
sen en gemeente-pachtlanden. Hij toonde aan,
dat kleine boeren veel meer uit hun grond kun
nen halen dan de groote pachters en dat men
gerust de tegenwoordige waarde aan de eige
naars in Staats-pandbrieven kon uitbetalen,
want dat de kleine boeren zeer goed in staat
waren de rente der pandbrieven te betalen en
voor zich-zelf een goed bestaan te verwerven.
5. Wanneer de regeering op bovengenoemde grondeigenaars de verplichting oplegde, om op
wijze land koopt, mag zij het niet weer ver-
koopen, maar zij moet het land voor altijd als
nationaal eigendom behouden en het verhuren i
aan pachters, in zulke hoeveelheden en op
zulke voorwaarden als noodig zijn oin de vrij-
heid voor den pachter en de zekerheid voor den
Staat te waarborgen.
6. De Staat moet het recht van voorkoop
hebben tegen marktprijs.
7. Er moeten maatregelen genomen worden
om ten spoedigste al het land tot volkseigen
dom te maken de Staat moet den grondweer
aan zich trekken, door hare rechten te doen
gelden, waar grond wederrechtelijk in bezit
is genomen en overigens, met inachtneming
der belangen van de tegenwoordige bezitters,
door aankoop, bij erfopvolging of door eenig
ander middel, dat overeenkomt met de recht
vaardigheid en een edelmoedige handelwijze
tegenover alle klassen der maatschappij/
Dit volledig programma van landnationalisa
tie zoo lezen we in „De grond aan alien*
werd in Engeland reeds ontworpen 43 jaren
geleden en nog steeds duurt de strijd voort tus
schen de grondbezitters en het Engelsche volk,
die niet zal eindigen vóór dat het volk zijn
rechten op den grond zal hebben heroverd.
Toch zijn in die richting reeds gewichtige
stappen gedaan.
In 1886 werd een wet voorgesteld die de ge
meenten het recht gaf grond aan te koopen,
om die aan arbeiders te verpachtende afge
vaardigde Jesse Collings stelde een amendement
voor, dat de gemeenten, wanneer zij het noodig
vonden, grond voor dit doel mochten onteigenen.
De toenmalige conservatieve regeering verzette
zich tegen de gedwongen onteigening, maar in
1887, toen de conservatieven waren geslagen,
was een der eerste wetsvoorstellen der liberalen
om de onteigening door dwang aan te nemen.
Die onteigening was echter zóó moeielijk ge
maakt door allerlei bepalingen, en de prijsbe
paling voor den onteigenden grond was zóó
hoog gesteld, dat de wet toch in de meeste ge
vallen een doode letter bleef.
In Maart van dit jaar werd in het Engelsche
parlement in tweede lezing een wet behandeld,
die ten doel heeft het scheppen van een kleinen
boerenstand, door gronden aan te koopen en
die aan boeren te verkoopen tegen betaling van
*/4 van den koopprijs, met bepaling dat de ove
rige 3/4 voor altijd daarop gevestigd zullen blij
ven tegen betaling van een jaarlijksche rente
aan den Staat.
Jesse Collings verdedigde dit voorstel en
wees er op, dat de Engelsche boer bijna ge
heel verdwenen is, en dat de Staat moet in
grijpen om een nieuwen boerenstand te schep
pen; dat de betaling van een zekere nooit af te
koopen rente aan den Staat een noodzakelijk
heid is om het land buiten het bereik van den
kapitalist te houden, zoodat niemand er belang I
bij heeft. Hij wees op de ontvolking van het
platteland, die alleen op die wijze kan voorko
men worden en op een besluit van
Hendrik VII, die in zijn tijd aan
n
f
ICOURANT
9
9
1
5
J
s
a
2
8
2
9
3
0
SM! lik
ii
O- - --o -
i