J HP
«EXEESTE El KI IBUIISSISHT SJEES
IIEfflS- El IIIIEHTWIE Bill) 19911 1)1
4
1891
No. 64
Z K S-E N-V E E R T I <1 S T E
J A A IZ GJ A N G
Diagnose en geneesmiddel.
n.
I
van
poene van
worden gesignaleerd.
■I
met
Op den voorgrond sta, dat wij gelooven aan
maar
den mensch van grooter nut dan duizend pre- een groote bedenking moeten wij maken tegen
dikaties over het nietswaardige van het schep- z,Jne geneeswijze.
Wij gelooven met den heer Weisz, dat de
wereld ontevreden is en al meer en meer wordt
de dat hiertegen geen ander middel bestaat, dan
het aankweeken van tevredenheid ja, desnoods
sel, dat mensch heet.
Een tweede dokter, dien we aan den lezer
voorstellen is de heer Weisz, professor aan
katholieke universiteit te Freiburg in Zwitser-
de eerste stap in die richting, maar met een
Deze COTRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, f ranco
in te zenden.
ADVERTED TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
gehoorzaamheid.
Maar wij vragen in gemoede Wanneer de
menschheid ontevreden wordt over de maat
schappelijke instellingen, wanneer de kerk daar
bij optreedt als verdediger dier instellingen,
hoe zal het dan ooit mogelijk zijn de mensch
heid, anders dan door geweld te drijven naar
die kerk, om genezen te worden van haar on
behagelijkheid en ontevredenheid 1 Men ver
geet van die zijde te veel, dat een gezonde ziel
woont in een gezond lichaam, met andere woor
den: dat de zielverzorgers eerst moeten mee
werken aan betere verzorging van het lichaam
dat zij de maatschappij in hare stoffelijke be
langen moeten meehelpen hervormen, opdat zij
gezond van lichaam worde. Slechts op den goed
toebereiden, gemesten bodem gedijt het zaai-
koren. O die zaaier moet zijn gelijkenis nog
thans na bijna 1900 jaren aan professors tot
leering strekken?
- -
In ’t persoverzicht van de Stand, wordt gewag
gemaakt van hetgeen dr. Bronsveld in het jong
ste nummer der Stemmen schreef over de ge
makkelijkheid waaamedè anti-revolutionairen
zich overal bij aansluiten. Hij had hier het oog
op de gemeenteraadsverkiezingen en de samen
werking van anti-revolutionairen, katholieken
en voorstanders der volkspartij. „Een anti-re-
volutionair is tegenwoordig een kleefstof welke
zich hechten kan aan alles/ zeide hij.
Gewoonlijk wordt dr. B. in een of andere
asterisk door den hoofdredacteur ter loops d faire
genomen. Thans heeft de schrijver van het
persoverzicht hem meer direct aangevat. Hij
doet dat op de volgende manier:
„En dat nu schrijft de man ter neer, die over-
geloopen is, met pak en zak, naar het libera
lisme, dat allen man in zijn gelederen opneemt.
Den ongeloovige zoowel als den wit gedaste;
den voorstander der Malthusleer zoowel als den
kerkbezoeker, die voor „vroom14 wordt gehouden.
Met dat liberarisine gaat dr. Broüsveld mee, waar
het de verkiezingen voor de Staten-Generaal
geldt, om het Christelijk ministerie omver te
werpen. De macht van dat liberalisme, uit de
Revolutie voortgevloeid, wil dr. B. versterken;
zijn invloed op de bestiering van ’s lands aan
gelegenheden vergrooten. Zulks gebiedt hem,
zoo zegt hij, de Schrift en zijn consciëntie. Maar
als nu aan de anti-revolutionairen een knak kan
gegeven worden, dan heet zeker samengaan
verderfelijk. Dan is het uit den booze. Men
hoorde dat op vele tonen uitschreeuwen bij
vroegere Kamerverkiezingen, waar het de samen
werking met de roomschen betrof; en nu, zon
der te kunnen onderscheiden, legt de Kroniek
schrijver denzelfden maatstaf aan bij de gemeen
teraadsverkiezingen. Hij weet wel, dat deze
met de politiek en de „wettenmakerij44 niets j
uitstaande hebben; dat het er daar niets toe doet I
of een candidaat voor landnationalisatie is, of
er tegenmaar hij moet de anti-revolutionairen
wonden, en daartoe is elk pijltje hem goed ge
noeg. Edoch, zoo stelt dr. B. zichzelven aan
de kaak. Hij mag in ’t meerdere wel doen,
wat anderen in ’t mindere hebben te laten, op 1
als oneerlijken en trouweloozen te i
Het Vaderland schrijft het volgende over
de crisis:
Is er ook heden'nog geen oplossing
waakt het gevoel van de waarde van den mensch
daaruit komt de ware godsdienstzin, die slechts
Daartoe is het erkennen van de waarde van de goede bedoelingen van dezen dokter,
een
UIT DE PERS.
land. Natuurlijk verwacht deze niet de gene
zing der maatschappij langs den weg der soci-
aal-democraten. Toch komt er een dankbetui
ging aan hun adres, dat deze aangetoond heb
ben, wat van katholieke zijde reeds vroeger
beweerd werd, dat de sociale quaestie niet al
leen de maag betrof, maar ook de zedelijke en
godsdienstige beginselen der menschelijke maat
schappij daarin waren opgenomen. En ten be-
1 u..i:„u
onze verhoudingen zijn in gisting en oplossing.
Niets, noch personen, noch instellingen voelen
vasten grond onder zich. Een gevoel van on
behagelijkheid, onzekerheid, ontevreden heid heeft
zich van alle kringen meester gemaakt, van
de lagere maar ook van de hoogere
de regeeringen gaan heen en weer als het riet
in den windde ontevredenheid richt
zich tegen den staat, tegen de maatschappij
zelfIn het maatschappelijk leven neemt
de strijd om het bestaan steeds grooter afme
En nu volgt er een verkettering van het li
beralisme uit hare gelederen zijn de sociaal
democraten voortgekomen, zegt de professor.
Zij heeft het recht onafhankelijk gemaakt van
rede en godsdienst. Zij is de oorzaak dat de
sociaal-democratie spot met allen godsdienst
dat zij rukt aan de pilaren der maatschappij,
gelijk een leeuw aan de tralies van zijn hok
Een kleine opmerking, heer professor! Gij
verzuimt te vertellen, dat het liberalisme slechts
een tusschending isdat het ontstaan is uit den
godsdienst, welke de kerk leeraartgij vergeet
te vertellen dat de kerk dat getraliede hok heeft
uitgevonden, waarin de menschenmaatschappij
moet bewaard worden. Maar verder
Het groote gevaar der sociaal-democratie, zegt
de heer Weisz, is, dat de christelijke wereld
orde, alias de kerk, moet worden neergewor
pen. De eenige redding is gehoorzaamheid aan
te kweeken jegens de geboden van den chris-
telijken godsdienst. De liberalen moeten, vol
gens hem, hunne denkbeelden prijsgeven. Zij
moeten er toe meewerken, dat de wetgeving
een innig verbond sluite met godsdienst en ze
delijkheid. Er moet komen een klassieke vor
ming, waaruit de wereld weder achting voor
de ouden en hunne daden, achting voor afkomst
I en wet en vooral achting voor God kan leeren.
te komen tot de volle W1J noS meer 1100,1hebben is de heer'
- 1 ^Konnij van den godsdienst, dat is geloof en
I vroomheid, dat is de erkentenis, dat God de
flinke wetgeving komt de tweededaarmee ont-
van 1
pij. Tot dusver de professor.
lust heeft in het leven voor zijne broederen.
crisis gekomen; met grond kan worden verzekerd,
dat de kansen voor een spoedige oplossing zeer
I gunstig staan. Wat het meest belemmerend heeft
gewerkt, is eenvoudig het feit, dat mot het zomer
seizoen vele personen, met wie moest gesproken
en geconfereerd worden, afwezig en soms moei
lijk te vinden waren. Van de zijde der Kroon
zijn niet, zooals van sommige zijden beweerd is,
belommerende voorwaarden gesteld, althans niet
van het oogenblik af, dat, aan den heer Van
Tieuhoven de opdracht der Kabinets-formatie is
gegeven en deze door hem is aanvaard, wat
later dan vrij algemeen werd aangenomen in
de laatste dagen van Juli is geschied. De op
dracht is niet verstrekt aan de heereu Van Tien-
hoven en Tak gezamenlijk, maar eerstgenoemde
heeft zich dadelijk tot den heer Tak gewend,
die natuurlijk alleen onder bepaalde voorwadr-
den er in kon toestemmen zich in een eventu-
eele combinatie te laten opnemen. Zijn toetre
ding kan niet anders beteokenen dan dat zijn
voorwaarden door den heer Van Tienhoven zijn
aanvaard en een program in den geest van dat
der Liberale Unie, met kiesrechthervorming op
den voorgrond, regeeringsprogram zal worden.
Deze mededeelingen zijn ongetwijfeld voor aan
vulling vatbaar. Wat is er gebeurd, zal men
vragen, van begin Juli, toon het ministerie zijn
ontslag in diende, tot de laatste dagen van Juli?
Welke belemmerende bepalingen hebben het
voorbereidend werk in dien tijd vertraagd enz.
enz. Maar laat ons hopen, dat het optreden van
een krachtig liberaal ministerie spoedig aan allo
geruchten en verhalen een eind make.
De Tijd neemt intusschen reeds een loopje
de „glansheldere44 verklaringen van het
ter zake van de ministerieele crisis, voor
zoover het blad den langen duur toeschrijft aan
het „naar buiten44 zijn van de aspirant-minis
ters. ’t Is waar zegt het blad de corres
pondentie der treinen laat, gelijk bekend is, te
wenschen overtelegrafceren is wat duur
en schrijven, nu ja, dat gaat zoover dis
het voeten heeftBij zomerdag heeft het
politieke Nederland iets wat herinnert aan darkest
Afrika. Alen is er zoek
„Intusschen zijn wij het ook nu nog niet met
ons-zelven eens, zoo vervolgt de Tijd, of da
verklaring van het Vad. kan dienen alleen om
de tweede, of ook om de eerste periode van de
crisis voor het Nederlandsche publiek begrijpe
lijk te maken. Immers, van twee perioden
schijnt men te moeten spreken. De eerste loo-
pende van begin tot de laatste dagen van Juli,
de tweede loopende van dezelfde laatste dagen
tot het huidige oogenblik, dat ons nog niets van
een ministerie te zien geeft dan geruch
ten. Gesteld eens dat de hh. Van Tienhoven
en Tak want volgens het Vad. schijnen bei
den van den aanvang af het te zijn eens ge
weest de „belemmering44 door de Sommer-
frissche hunner aanstaande collega’s als veront
schuldiging voor den langen duur der onder-
handelingen kunnen doen gelden, mag vol-
geus het liberale blad die „belemmering44 ook
dienst doen, om de eerste 34 weken van de
crisis te verklaren Of zullen deze haar een
voudigste verklaring vinden in „belemmerende
voorwaarden van de zijde der Kroon En zoo
ja, gaat het dan wel aan, met het Vad. te zeg
gen„Wat het meest belemmerend heeft gewerkt
is eenvoudig het feit,44 enz.?
„Zelfs hebben we bezwaar om ons bij de
i verklaring van het Vad. ook voor de tweede
I periode der crisis in alle deelen neer te leggen,
i Aangenomen/ dat in de Juli-maAnd de als toe
komstige ministers gedoodverfde liberale staats
lieden, uit bescheidenheid of uit zucht naar een
de i verdiende ontspanning, „niet te vinden44 waren,
Welke geneesmiddelen beveelt Dr. Siben aan
ter genezing van dezen maatschappelijken kan
ker De wetgeving en daarnaast de terugkeer
der maatschappij op den bodem des christen
doms.
De wetgeving houde zich bezig met Zondags- W1jze yOigt dan een aanhaling uit Bebel
rust, bescherming en verheffing van den werk- I
mansstand door het bepalen van een maxima-
len arbeidsdag, met kinder- en vrouwenarbeid
en met de invoering van scheidsgerechten of
arbeidsraden.
Wij veroorloven ons hierbij te doen opmer-
ken, dat Zondagsrust de eereplaats inneemt op
het program. Van dr. Siben hadden we na zij
ne zakelijke behandeling iets anders verwacht.
Naar onze meening moet de wetgeving be
ginnen met verandering te brengen op maat
schappelijk terrein en zich allereerst bezig hou
den met een betere behartiging der stoffelijke
belangen van de lagere volksklassedaaruit
2^1 dan als vanzelf ontstaan wat dr. Siben door
^e.n afzonderlijke behandeling wenscht verkre-
gep te ziende herstelling van het christendom.
In een wereld als de onze, waarin nog alom
de Mauchester-leer wordt gehuldigd, dat een
egoïst nuttig is voor de gemeenschap, kan men
onmogelijk door godsdienstzin aan te kweeken
den mensch van het stoffelijke af brengen en als
gevolg daarvan zelf- en genotzucht verbannen.
Het lichaam lijdt zoolang de hartkwaal niet
genezen is.
Hoezeer wij dan ook waardeeren wat van
Katholieke zijde gedaan wordt om de aandacht
te vestigen op de waarheid dat onze maatschap
pij krank ismet hoeveel genoegen wij kennis
genomen hebben van den ernst waarmee de
Paus in zijn jongste encycliek deze zaak be
spreekt, wij kunnen onze teleurstelling niet ver
helen over het feit, dat het geneesmiddel moet
worden afgehaald aan de kerkdeur. Ook wij
zijn van meening dat zonder godsdienst geen
hervorming onzer maatschappij op den duur
bestaanbaar is. Zoolang niet de menschen tot
het besef komen dat leven voor de gemeenschap,
leven voor zijn medemensch aan dat leven zijn
hoogste waarde geeft, zoolang zal de maatschap
pij krank blijven. Toch zijn we op den goe
den wegbij veel wat de wereld ontsiert zien
we toch allerwege in den hof een bloempje
ontluiken dat eigen waardebesef heetwelnu, dat
moet het begin zijn om
I Wat wij nog
waardee ing van den medemensch. Wel is het schappij
eenige onbeperkte wetgever is op het gebied
van het recht, van den staat, van de maatschap-
oi
NVEUK
tingen aan. De strijd van allen tegen allen is
op geweldige wijze ontbrand en wordt onbarm
hartig, bijna zonder keus in de middelen, ge
voerd.”