rm e ttUECXTE B B IMR Sffl ■MS- BIDÏERÏEVTIE BL ill IM HE 1 Oorlüösverklariuo aan dsn oorloj. 1 r 1891 No. 65 4 4 k 19 U <3- u S 'r u W O K AS 1 )A U UIT DE PERS. stammen, die door andere óf verdrongen of tot BINNENLAND. Deze COL It ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. En beiden, ze waapnen hun knechten En zetten hun alkohol voor. Die ezels, ze drinken zich dronken, En oopnen het ellenlang oor, En kiezen partij voor hun meester, Verminken, vermoorden elkaar En wal doen de dappre verov’raars - Die rooken van ver hun sigaar. De eerste afdeeling der staatscommissie van de arbeids-enquete zal weldra een onderzoek instellen naar de onderstandsfondsen, meer bij zonder wat de zieken- en begrafenisfondsen be- ADVERTEN T1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. 3* volk heeft door de vele lofredenen Wanneer zal deze onzalige toestand veranderen? Een mensch en Alexander, even als een volk en Rome, worden eerder alle soort van vermaak, dan het veroveren van landen, moe vraag het maar aan de aangapers van reuzenlanden. Aan dien onzaligen toestand moet een einde gemaakt worden door hen, die daarvan al de lasten dragen dat moeten de volkeren zelf, dat moeten de millioenen doendaartoe staat de gelegenheid open in den vredebond, die zich over gansch Europa uitstrekt, maar die, helaas nog slechts bij duizendtallen zijne leden telt. Sloten de millioenen, zoovelen als er in ons werelddeel zijn, zich er bij aan, zoo ware met één pennestreek een eind gemaakt aan dien gruwel, die terecht genoemd wordt „de schand vlek der natiën." Te schrijven tegen den oorlog? Maar r'wien kwam het ooit in den zin om in gedrukte boeken te razen erfzonde? Immers, tot nog toe heeft de ge schiedenis geen hoofdstuk geleverd of het op schrift luidde „Oorlog" de vrede voegde er hoogstens eenige kantteekeningen aan toe. Gelijk een bloeiende voorstad met buitenplaat sen en tuinen, grenst de vrede aan de vesting des oorlogsbij de minste vrees voor aanval wordt zij van uit de vesting plat geschoten. Waar echter de bloem van alle volkeren onder den strijdwagen van den oorlogsminister gestrooid moet worden, is het, ja, vruchteloos een woord daartegen te doen hooren, maar verderfelijk ook een woord te spreken voor den oorlog. En dat heeft het redeneerende, dichtende, geschiedschrijvende volk gedaan dat en krijgs zangen veel schuld aan het voortzetten der oorlogen in een veelkleurig tafereel schilderde het ons een slagveld en de dappere daden der krijgers. Waarom Het goede neemt, even als de hemel, slechts weinig kleuren aanen er behoort meer kennis toe om eenen vredevorst dan om een oorlogsverst af te beelden. Tot nog toe bestond het ongeluk der aarde hierin, dat twee tot den oorlog besloten, en millioenen hem uitvoerden vrij wat beter zou het geweest zijn, wanneer millioenen besloten en twee gevochten hadden. Van eiken oorlog moet het volk bijna alleen de gansche vracht op zijne wouden en lidteekens dragenuit den overvloedshoorn des vredes krijgt het een luttel deel; de lauwerkransen van den krijg koopt het met pekkransen in en bij de moordloterij zet het lijf en goed in, om bij de laatste trek king die des vredes zelf getrokken te worden of als „niet" uit te komen. Indien dan ook de zaken aldus keerdenindien millioenen besloten wat twee moesten uitvoeren, dan zou veel zeldzamer tot zoo bloedige en langdurige opofferingen het besluit gevormd worden. De verheffing der Staten, door aanwinst van nieuwe landen, is voor het volk meestal slechts een kruisverheffinghet maakt des vorsten arm en hand langer, het oog daarentegen kortzich- tiger, en de roofzucht neemt toe met de grootte der adelaarsklauwen en die des buits. Het volk moest daarom begrijpen dat elke vergroo- ting van het rijk niets meer is dan de ver lenging der krijgstrompet, on der genoeg heeft, dan die te veel bezit. En -■* waarover toch wordt niet dikwerf oorlog ge voerd waarvoor worden landen aan geboorteweeën onderworpen, om een afgemar- telden vrede voort te brengen Hoevele oor logen in de geschiedenis door grenadiersmutsen om grenadiersmutsen De oorlog ontwikkelt en maakt groote vol ken en groote menschen kenbaar, zegt men, (V evenals bij regenachtig weer gebergten aan eene vreemde kust zichtbaar worden. Volgens dezen regel moesten wij nieta dan groote volkenhebben, want alle onbeschaafde Het Vaderland beantwoordt de Tijd naar aanleiding van hetgeen ’t laatstgenoemde blad schreef over de onthullingen ter zake van den loop der ministerieels crisis. In de eerste plaats handhaaft het Vad. de juistheid van haar mededeeling, dat de heer Van j Tienhoven eerst 28 of 29 Juli de opdracht tot I het vormen van een kabinet ontving en dat dus de liberale partij iu ’t minst geen schuld heeft i aan de vertraging tot dien termijn. De Tijd mag er zich vroolijk over makende liberale partij staat er buiten. Daarna vervolgt het Vad. „Meer dan eens hebben wjj vroeger gewaar schuwd tegen den bedenkelijken loop, dien de crisis dreigde te nemenbetreurden wij het, dat haar constitutioneele oplossing, schoon voor de hand liggende, niet scheen te worden gevonden stelden wij in ’t ticht, dat de raadslieden der volken oorloogden tot in de beschaving toe edoch wat leert de geschiedenis van het krijgs haftige Romeinsche volk En wat verhaalt zij ons van de Spartanen Dat groote volken zich op harde winters of op de ontwikkelen door groote menschen dat één groot denkbeeld, ééne wetgeving de volken meer verhief, dan tien jaren in voorspoedigen oorlog. Ja zelfs de oorlogen voor de vrijheid, hoezeer ook soms noodzakelijk, hebben in vele gevallen dien buit niet veroverd of wel de vrijheid van anderen daarbij in boeien geslagen, terwijl daarentegen de groote wetgever zijn eigen volk vrij maakt zonder een ander in ketens te klinken. Er wordt beweerd dat een langdurigen vrede een volk verwijfd maakt. Wanneer deze bewe ring waarheid bevatte, dan zou toch zeker het geneesmiddel erger zijn dan de kwaal. De oorlog versterkt een volk niethet is enkel een verhardingsproces, en verharding staat verre beneden kracht of sterkte. Wat den enkelen mensch, wat een geheel volk verwijfd kan ma ken, het is de genotzucht in hare heerschappij over het plichtsbesef. Dit .te genezen vermag de vrede evenzeer als de krijg. Het altijd door- gloeiende oorlogsvuur brandde de Romeinen niet harder uit, maar smolt hen slechts vloeibaarder samen door het verbinden met het goud der wereld. En de verwijfdheid van het Nederland- sche volk in het tijdperk dat de geschiedenis bestempelt met den naam van Verval der Re publiek, waaraan was zij te danken anders dan aan de schatten, die ons door de veroveringen en oorlogen in Indië bezorgd werden Wat de weldaden van den vrede steeds verdunt of vervalscht, het is juist dat wat de oorlog bracht oude oorlogswonden moeten gesloten, nieuwe weer geopend worden. Een machtige staat, die de helft van zijn oorlogsbrandhout wilde ver bruiken tot timmerhout van den vrede die maar de helft wilde ten koste leggen om menschen te vormen, van wat hij gebruikt om onmenschen te maken half zooveel om zich te ontwikkelen, als om zich in de neteligste omstandigheden, te wikkelenzulk een staat behoefde niet be vreesd te zijn voor verwijfdheid, hij zou een krachtig volk herbergen. Er staan oorlogen in de geschiedenis vermeld, die als zaai- en dorschwerktuigen waren voor de wetenschappen. Tegenwoordig legt de oor log de strijdbijl aan den boom der kennis, van welken de vrede zoo gaarne het ooft zou willen inzamelen, zonder dien om te hakken. Het ge- 1 loof aan de geneeskracht van het oorlogsgift, dat niemand min- voor zoover dit geloof nog bestaat, is alleen ge- I grond op de geschiedenis van verwelkte volken; stammen, die door andere óf verdrongen óf tot jarenlange nieuw leven gewekt werden. I De moed, die zich op het slagveld openbaart, is niet de ware. Het is niet zoo gemakkelijk om op eene vlakte, waar duizende oogen fon kelen, lafhartig te zijn. De ware moed is geenszins de Ai/vj/smoed, de trotseering van wonden, aan slechte en goede menschen ingeblazen maar de moed in vrede, te huis en in langdurig ongeluk. Men spreekt verder van het goddelijk recht des veroveraarsmaar ook de struikroovers kroon een zware verantwoordelijkheid op zich laadden, zoo zij niet onomgewonden en met al len nadruk er do aandacht der kroon op vestig den, wat de eiseh was van het oogenblik. Er scheen in de omgeving der Regentes een nei ging te bestaan om overal aan te kloppen, be halve bij hen, die de door den loop der gebeur tenissen aangewezen mannen waren om de re- geeringstaak op zich te nemen, en een neiging, om aan de opdracht tot vorming van een kabi net voorwaarden te ver inden, die methet oog op den politioken toestand niet te vervullen waren. „Wat wij hebben willen te kennen geven is dit, dat de tegenwerkende invloeden overwonnen zijn, en dat, sinds de heer Van Tienhoven als Kabinetsformeerder is opgetreden, de crisis, zij het ook laat, tot een normale oplossing zal ko men. Wij beweren niet voldoende in de ge heimen ingewijd te zijn, om met nauwkeurig heid te kunnen zeggen, wat tot 28 of 29 Juli is geschied. Bekend is slechts dat de Regen tes van den aanvang af den heer Van Tienho ven heeft geraadpleegd. Niemand kon dit ver wonderen, daar de Regentes den heer v. Tienho ven bijzonder goed kent en hem met haar ver trouwen vereert, terwijl de gelegenheid haar nog had ontbroken met de leiders der liberale partij anders dan in vluchtige aanraking te ko men. Maar was het natuurlijk, dat de heer Van Tienhoven optrad als adviseur der Regentes, niemand zag in hem den aangewezen Kabinets- formeerder. En hij zelf ook wel niet, al werd hij in de buitenlandsche pers reeds vooi’ maanden als zoodanig gedoodverfd. „Waarom de heer Van Tienhoven niettemin ten slotte de opdracht heeft gemeend te moeten aanvaarden, zij in ’t midden gelaten; gonoeg zij het te weten, dat, zoodra hij haar had aan vaard, hij den weg heeft ingeslagen, die door den loop der gebeurtenissen was aangewezen, en hem bbjkbaar de vrije hand was gelaten om te doen, wat zijn constitutioneele plicht hem gebood. Al is en blijft de heer Van Tienhoven de kabi netsformeerder, wij krijgen een ministerie-Van Tienhoven-Tak, waarin de man, die men mo ge met zijn politiek ingenomen zijn of niet, men moge in zijn leiding onbepaald vertrouwen stel len of niet door alle liberalen als de man van het oogenblik werd aangewezen, de plaats erlangt die hem toekomt." Ten slotte wijst het blad de moeilijkheden die. nog overbleven, vooral xuet het oog op de militaire portefeuilles. Het Centrum zegt: „Met genoegzame zekerheid vernemen wij, dat de vorming van het nieuwe Ministerie reeds is geschied en dat daarin o. a. zullen zitting nemen twee Amsterdamsche afgevaardigden ter Tweede Kamer. „De openbaarmaking zal echter eerst in het eind van Augustus of begin van September ge schieden, teneinde de verkiezing van twee Ka merleden te Amsterdam te doen plaats hebben in een tijd, dat de kiezers weer van hun reis jes en uitstapjes terug kunnen zijn, wat met het oog op de machtige coalitie der minderhe den voor de liberale partij gewqnscht schijnt. „Om de aandacht van het publiek van deze erbarmelijke „truc" af te leiden is een geregel de dienst georganiseerd en worden de steeds afgewisselde crisis-berichten in de liberale bla den openbaar gemaakt." matigen zich dat recht aan. Men bidt het Opperwezen om de gunst der overwinning, en is zij bevochten, dan rijzen er dankliederen omhoog; „Nun danket alle Gott!" Eilievewie neemt het de spin kwalijk, dat zij aan eene Voorzienigheid gelooft, die de vlieg jes in haar web stuurt en wat moeten de ar me vliegjes er van denken Socrates zeide eens „Ik heb een denkbeeld in het hoofd, daarop zet ik het welzijn van mijn leven; ja, mijn leven; want dat vaneen ander komt mij niet toe." De veroveraar zegt„Ik heb een denkbeeld in mijn hoofd, en daaraan waag ik volken, dorpen en steden en vervul mijne landskinderen en die des vijands met bloeddorst en honger naar menschenvleesoh" En collega-veroveraar een evenals de ande re in uniform gestoken en gedecoreerden Schin- derhannes zegt en doet hetzelfde. En F SHEERER p f

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 1