«■ffl BBIIMIIHIW SUH
a
rz
Diagnase en geneesmiddel.
1891
No. 66
Z ID S E N-V EERTIQSTE J A A R GF A N GF.
4 -
A
U S T U S.
zvii: k i >k
-<
nog het oordeel weer te ge-
M
4'
.4
r
in.
Bekendmaking.
ARBEIDSWET.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
Bij deze Osurant behoort alg bijblad Feuil
leton nummer 97.
ADVERTEKT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
W aarom
1 vragen
van het
de I
vergadering den zegen te geven, bid ik God den I
„Zij is toegerust met de kenteekenen haar
door God geschonken, opdat zij voor de ge-
heele wereld te erkennen valt. Daarom kun
nen de poorten der hel haar niet overweldigen,
daarom groeit zij in weerwil van allen tegen
stand over de aarde als een boom,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
*4
ven van
b
Thans rest ons
den derden geneesheer; het zijn de
woorden van den aartsbisschop Philippas uit
Keulen, die we hier te citeeren hebben:
„Terwijl ik deze plaats betreed, om aan
takken uitspreidt, opdat de vogelen des hemels schildering
daaronder bescherming vinden en daarin wonen. wordt afgewogen
Daarom heeft Hij Ijaar onderscheiden door won
en martelaren en door
de menschheid brengt, j
ons nauw aan deze heilige
voor haar reen twij
en vrij-
wordt opgesloten en beheerscht?
1 wordt tevreden gesteld met een spreuk als
Er is een God in den hemel, die liefde heet?
Of, wanneer ook dat met voldoende is, wordt
die zijn0 opgewekt met een zelfzuchtigen prikkel door de i
van dat eeuwige geluk, dat dubbel
voor hem, die op deze aarde
dubbel lijdt en uitgezogen wordt
Naar onze meening heeft de aartsbisschop
eerlijk, maar niet politiek gesproken. Voor
iedeij die hierover gaat nadenken, moet het
duidelijk worden, dat de kerk, naarmate het
i volk de oogen opengaan, zal worden een bol-
werk van den adel. Op die wijze worden de
woorden van den grooten man uit Nazareth
bespotte]ijk gemaakt en loopt de wereldorde
gevaar. Gouverner c'est prévoir. Wil de kerk
heerschen, dan moet zij voorziendan moet
zij de maatschappij mee hervormen en niet
zich verzetten tegen den tijdgeest, die bepaald
democratisch wordt. De geneeskruiden zijn in
de maatschappij te vinden; een verdoovend
middel, zooals de kerk wil aanbrengen, stilt
oogenblikkelijk de pijn maar vraagt het aan
de gebruikers van opium en salisyl die mid
delen sloopen het lichaam. Maar ook dat ge
vaar is maar fictief, sinds het gebleken is dat
bet monnikenwerk is, zich tegen den geest des
tijds te verzetten, dien geest, welke steeds meer
doordringt in onze maatschappij dat de God
van liefde deze schoone aarde gegeven heeft
aan alle schepselen en dat het in de oogen van
dien God een schande is, dat er van die schep
selen een uiterst klein deel is, dat van die
schoone en vruchtbare aarde geniet, en een
verbazend groot deel dat slaaft èn lijdt èn ont
beert! We weten wel dat de kerk dat noemt
revolutietaal, maar die wetenschap, zoo treurig,
waar het betreft de kerk van Jezus, den man
der kleenen, maakt deze instelling tot een on
mogelijkheid. Een waarlijk christelijke instel
ling, die zich op de been moet houden door
te werken op de ondeugden in den mensch,
noemt iedereen onzinnig; een christelijke kerk,
die hare geloovigen zoekt te binden door aller
lei schoone voorspiegelingen on toezeggingen
omtrent de toekomst, vloekt met de schoone
leer van JezusGod lief te hebben boven alles
en onzen naaste als ons zelve.
Wij wenschen ons van een bond, die op der
gelijke overwegingen gegrond werd, geen illusie
te maken; een tijdlang moge hij een macht
vormen tegenover de revolutiemannen; de stroom
van den vooruitgang moge voor eenigen tijd
door dat groote kerkgebouw worden in bedwang
gehouden die stroom knaagt en knabbelt aan
de fundamenten der Heilige Kerk, tot
de massa omver tuimelt en door den vloed ver
zwolgen wordt. Een kerk, die hare roeping
begrijpt, drijft met den stroom meein de drij
vende ark wordt overboord geworpen wat ver
ouderde ballast is, maar de manschap zorgt voor
nieuwen voorraad. Als de kerk aldus hare
roeping begrjpt en de jongste encycliek van
den paus doet dit min of meer hopen dan is
de toekomst aan de kerk zoo niet, dan gaat zij
te gronde, om, evenals in de vorige eeuw, plaats
te maken voor den tempel der rede.
deren, door de heiligen
den zegen, dien zij aan
Daarom sluiten wij
Kerk aartwj strijden
verlangen voor haar onafhankelijkheid
heid in haren arbeid en in de verkondiging ba
rer leer. Deze vrijheid en onafhankelijkheid
laten wij ons door al het goud en zilver der
wereld niet afkoopen. Daarom willen wij ons
aansluiten aan deze bruid van Christus, aan de
ze zuil en grondvest der waarheid.
„Terwijl ik u nu mijnen zegen geef, bid ik
God, dat hij u allen versterken moge in dit hei
lige katholieke geloof, dat hij u beware als
trouwe, levende leden van onze heilige kerk,
die katholiek leven en katholiek sterven willen,
opdat zij in haar het hemelrijk beërven; in de
triomfeerende kerk, zooals God aan zijne trou
we kinderen heeft beloofd/
Aldus de aartsbisschop. De diagnose heeft
hem doen zien, dat de kwaal enkel schuilt in
het niet-gelooven. De kwaal behoeft daarom
geen ander geneesmiddel, dan hetgeen de kerk
aanbiedtwordt allen geloovig, keert terug tot
die heilige instelling en gij zijt genezen
neen, de maatschappij is genezen.
Maar die dnivelsche woelwaters, die het zaad
der ontevredenheid zaaien, hebben heel wat op
hun gewetenImmers, zij komen geheel in
verzet met den heiligen wil Gods, dat er zijn
armen en rijken, voornamen en geringen
Een andere sociale quaestie kent de aarts
bisschop niet’t is alles ontevredenheid en zelf
zucht. Nu is het onbetwistbaar dat deze twee
lingzusters ware kwelduivels in onze maat
schappij, voortwoekeren als uitvloeisel der wel
haast verouderde theorie, dat er geen betere
wereld denkbaar is dan die waarin men leert
van elk voor zich. Maar, goede aartsbisschop
het is toch vreemd dat het socialisme zich al
dus keert tegen de kerk en omgekeerd. Het
socialisme, dat leertalles voor allen, eischt
dat de maatschappij afstand zal doen van den
ouden zelfzuchtigen stelregel. Staat de kerk
dan op de bres voor de zelfzucht
I van de kerk
Zou het niet zijn tengevolge
partij kiezen dier kerk voor de oude, kranke
maatschappij met hare vele onrechtvaardige
instellingen
We vragen het, maar we meenen voor die
vragen alleszins grond te hebben, wanneer we
de werking dier kerk, en het heulen van ba-
I ronnen met die kerk nagaan. Wordt de kerk
van Christus niet verlaagd tot een vesting der
aristocratie Heeft de kerk niet alles gedaan
I om het levende woord van den grooten wereld-
I 1,A.vr.r,„np I-a onl mef (Jje Sf,0611011 j
1 vestingen te bouwen ’waarin het arme volk
Waarin het
Heer, dat hij de volheid zijner gaven en gena
de op ons neerzenden moge, dat hij ons echter
in ’t bijzonder de gave zende, die, zou ik zeggen,
alleen geschikt is om in waarheid de sociale
qjiaestie op te lossen, en den socialen vrede te
herstellen: De gave van het christelijk geloof.
„Het geloof is des menschen grootste schat en
wel uit twee oorzaken. Het is de sleutel van
j het eeuwige geluk, want de Heer zegt: Wie
gelooft zal zalig wordenwie echter niet gelooft,
die is reeds geoordeeld. Ten tweede is het geloof
de sleutel van het aardsch geluk, omdat het
aardsche geluk juist in het innerlijke, in de
tevredenheid van het hart ligt, en wanneer dat
waar is voor iederen mensch, dan is het bij
uitstek waar voor den arme, voor den armen
werkman.
„Werpen wij thans een vluchtigen blik op
den toestand van den ongeloovigen en op den
toestand van den geloovigen arbeider. Wij zien
den ongeloovigen, zooals hij zich aan ons open-
baart in zijne onverschilligheid omtrent Jezus
Christus, den verlosser; omtrent Zijne Heilige
Kerk, aau welke Hij alle waarheid en genade
heeft toevertrouwd; omtrent God, den schepper
van hemel en aardemaar ook zien wij hem
in zijn geloof aan het toe val, aan het noodlot,
aan den loop der natuur. Welk een treurige
toestandHoe kan er bij zulke beschouwingen
vrede en geluk in den mensch zijn In ieder
medisch ligt de behoefte aan geluk de ongeloo-
vige geeft het eeuwige geluk prijs, om slechts
aardsch geluk te hebben. Maar hij heeft dit
geluk niethij is arm, hij moet hard werken,
kruis en lijden treffen hem Hoe kan er in zijn
"binnenste vrede en rust komen Hij wordt ver
bitterd tegen het noodlot, dat hem verdoemt,
dat hem doemt tot ontbering, terwijl het aan
anderen overvloed en rozengeur geeft. Zijn
hart wordt vervit.1 met nijd jegens de meer
bevoorrechten hij luistert naar de drogredenen
van woelzieke geesten, die verkonden dat aard-
t mche vreugde in den socialistischen staat steeds
bloeien zal. Daarop hoopt hij. Maar vergeefs
is deze hoop, zij zal nooit worden vervuld. Zoo,
ontevreden met zijn toestand, vol nijd en ver
bittering jegens de omgeving on de hooger ge-
pl ratsten, te vergeefs Impend op de vervulling j
zijner wenschen hoe kan daar geluk bij hem
zijn En als wij nu bedenken, dat God, de
Verlichter, zich allorwege openbaart; dat God
de Heer in zijn geweten spreekt; dat hij geen
di innerlijke rust heeft, en dat hij de eeuwigheid
vreezet! moot, die hij loochent dan zult gij
met mij instemmen: waarlijk, hij kan op aarde
niet gelukkig zijn. En nu de eeuwigheid God
heeft zelf daarover gesproken.
„Thans werpen wij een blik op den armen
geloovigen arbeider. Hij verkeert, in nood, in
kommer, heeft moeilijke dagen en wordt door
kruis en lijden bezocht.
„Maar hij weet, dat er een God in den he
mel is, die hem uit liefde geschapen heeft; dat
God de Heer de aardsche kwalen niet verwekt
maar toegelaten heeft; dat zij door de zonde vau
het geschapene in de wereld zijn gekomen.
I Hij weet dat naar Gods heiligen wil het onder-
I scheid in standen moet bestaandat er zijn rij
ken en armen, voornamen en geringen
De geloovige arbeider weet: dat leed, kruis en
arbeid niets anders dan boetedoening is en ver
zoening voor de algemeene schuld van het
menschengeslaeht. Daarom draagt hij boetvaar
dig dit kruis, en hij weet door zijn geloof, dat
alles wat wij dulden en dragen uit liefde voor
God, wordt opgeschreven in het boek des levens.
Hij ziet zijn Heer en God afdalen uit den he
mel, het menschelijk lot kiezen, en in armoede,
nood en deemoed leven. Hij ziet Hem gebo
ren worden in den stal te Bethlehem, hij ziet
Hem in zwaren arbeid tot aan zijn dertigste
levensjaar, in moeilijken lichamelijken arbeid
en daarna als een arm zendeling in Palastina
rondtrekken.
„Eindelijk ziet hij Hem aan het Kruisde
krib zijn wieg en het kruis zijn sterfbed
Waarlijk, zoo verzoent de geloovige arbeider zich
met zijn lot, daar buigt hij zich onder de hand
van God. Hij herinnert zich de woorden van
den Hear Den armen wordt het evangelie ge
predikt en hun wordt het loon van God op
bijzondere wijze toegezegd. Hij weet door zijn
geloof, dat alles, wat hij doet en draagt, hem
boven aangerekend wordt en dat zijn loon te
hooger zijn zal, hoemeer hij ontbeerde, hoemeer
zorg en kommer hij gedragen heeft. Zoo komt
er tevredenheid in zijn, hart, hij buigt onder
Gods wil, hij is innerlijk gelukkig.
„Ik ben overtuigd, dat de arme Lazarus niet
met den rijke zou geruild hebben, als hij diens
gemoedstoestand had moeten overnemen. Door
het hart en in ons binnenste worden wij slechts
gelukkig. „Het rijk Gods is in u“ zoo heeft
de Heiland gesproken. Slechts het uitzicht op I is het socialisme vijand
het loon, dat eeuwig duurt, eeuwig bij God we. Zou het niet zijl
te zijn en honderd-, ja duizendvoudig schadeloos
gesteld te worden, geeft tevredenheid, vertrou
wen en een innerlijk geluk, dat door geen goud
of zilver betaald kan worden. Daarom wensch
ik van ganscher harte en ik smeek het van
God, dat hij in onze harten het heilige geloof
zenden moge. Het geloof zelf echter is aan de
levende verkondiging van onze heilige kerk ge-
bonden, die in opdracht heeft, het geloof te
I leeren, te bewaren en het aan anderen mee te
deelen. j hervormer te versteenen,
T
L
:it COURA1V
S A E E
■ns- ej dibibihb won he
I
j
a
A
f
XWM»