1891.
4 No. 69
Z K S<E N-V E E R FG 8TE
VADERLANDSLIEFDE.
J A A R O A N (1.
I der
I
is.
W O E IX I J A
KWlfcliÈlM!'
I
daarover, het heet
crtwLj-in
gedaan.
II.
„Wanneer wij
I
r
voor
BINNENLAND.
IN.
eur
En daartoe zijn uniformjassen, schiet- en zijd-
geweren immers niet noodig
idee-
9 en
f ad.
den
ver-
itore
i
d
ia
ën
S'J
a
a
ADVERTED TIEN
voor eiken regel meer
belangrijk lager,
den uitgever.
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
7 ‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
„uw geloofsgenoot heeft hei
ons bij elkaar aansluiten”, zoo
te staan of op de vervulling hunner wenschen I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
aan te dringen. Hij is de devotie zelve voor
zijn collega’s en zegt op alles ja en amen.
Het gevolg is dat er verder geen notitie van
ons wordt genomen. En bleef het nog hierbij
Maar neen, dikwijls wordt die katholiek in het
Kabinet te werk gesteld om maatregelen te ne
men en wetten door te drijven, die voor de
katholieken hoogst grievend zijn. Klagen deze
Ware vaderlandsliefde heeft niets gemeen met
nationale trots, is geheel vreemd aan nationali
teitsgevoel maar het is verbonden, het hecht
zich aan den geboortegrond, en zoekt dien te
maken tot een dierbaar plekje voor allen, die
er op wonen.
schoon ook, vindt ons oog belemmerend de 1
l Zwitsersche landschappen met hare grootsche
I tafereelen zijn voor onzen voet op den duur te
steil; de met uien en kümmcl bedorven spijzen
vertellen ons, dat we niet thuis zijn, en wij
haken naar onze penaten. Zoo verlangt de
ijsbeer in Artis” terug naar de l’oolzee zoo
een gevangen baars naar ’t slootwater waaruit
hij werd opgehaald.
Liefde voor het vaderland valt niet weg te
Jp r^deneeren, omdat het eeu zaak is niet van
verstand, maar van gevoel.
Wat wij afkeuren is die ziekelijke voor
ingenomenheid met den geboortegrond, die
meent dat er geen beter land is, dan het vader
land die zich teweer stelt, wanneer de vreem
deling het waagt op de waarde van dien grond
af te djngen ja, die zich openbaart zelfs in de
veeten tusschen
plaatsen.
Wat wij laken is het vooroordeel, dat in
alles partij trekt voor den landgenoot tegen den
De Stand, steekt een weinig den draak met
de organen der Roomsch-conseiwatieven, die zich
aanstellen of ze bijster in hun schik zijn met
het ministerie-Tienhoven.
Haast konden ze niet beter hun zin krijgen,
zegt het blad. Of wat ontbreekt nog aan hun
wenschen?
Niet een roomsche in het kabinet, is in hun
oog juist het ideaal, gaat de Stand, voort.
Voor justitie een man, die krasser dan eenig
liberaal voor scheiding van kerk en staat ge
pleit heeft, komt hun opperbest in het gevlei.
Voor binnenlandsche zaken een man als Tak,
die de scherpe resolutie in 1878 hielp doorzet
ten, is hun een meevallertje.
Voor de kieswet de schrijver van den brief
aan Burgerplicht is weinig minder dan de be
lichaming van hun electoraal Dorado.
Als formateur van het kabinet Tienhoven,
tegen wien de roomschen te Amsterdam sinds
jareu in oppositie staan, geeft hun gegronde
hoop, dat de missie bij den paus er nu komt.
En, last not least, zoo eindigt het anti-rev.
orgaan zijn lijstje, voor financiën een man van
den vrijhandel, en voor oorlog een dweper met
persoonlijken dienstplicht, is het overgaan in de
werkelijkheid van den schoonsten droom, dien
deze heeren ooit gedroomd hadden.
Drijft de Stand, alzoo een weinig den spot
met de ingenomenheid van sommige R. K. met
dit Kabinet en doet het daarbij ook uitkomen,
dat er geen Roomsch Katholiek in het minis
terie zitting heeft, het Venl. Weekbl. bespreekt
dit punt eveneens en vraagt„zijn wij daarom
boos
Integendeel, blij als de engelen, antwoordt
het blad, ’t Is een van de voornaamste redenen,
waarom ons de oplossing der crisis zoo goed
bevalt. Vooral in een liberaal ministerie mag
in het belang der katholieken geen katholiek
j zitting hebben. De ondervinding heeft geleerd
I dat zulks allernoodlottigst is.
Het ligt ook in den aard der zaak en de heer
Haffmans toont dit nader als volgt aan. Met
een katholiek in het Kabinet op te nemen, doet
men allen katholieken in den lande een genoe
gen. Dit verbeeldt men zich althans en pre
tendeert nu, dat de katholieken zich met dit
blijk van welwillendheid tevreden zullen stellen,
’t Is eene manier om zjch van de katholieken
af te maken. Zouden deze het hart hebben iets
te vragen, men zou hen te gemoet voeren „Gij
zijt ook nooit voldaan. Een geloofsgenoot in
het Kabinet te hebben moest u genoeg zijn.*4
En die geloofsgenoot in het Kabinet is natuur
lijk met zijn benoeming hoog vereerd en geen verzameld worden in verband met
haar op zijn hoofd dat er om denkt, in den genomen T
ministerraad de belangen der katholieken voor
Volgens het Hbl. zou de minister van bin
nenlandsche zaken van plan zijn om in de
Uit ’s Gravenhage wordt aan de Amsterdam-
nier geschreven, dat aan de departementen van
binnenlandsche zaken en justitie reeds voorbe
reidende werkzaamheden verricht en gegevens
t eene voor*
wijziging van het kiesrecht.
„Emmen, Hoorn, Am-
zegt Von Bismarck, „zullen wij den duivel uit
de hel kunnen verslaan.”
Zou Von Bismarck met dien helschen duivel
soms bedoelen het nationaliteitsgevoel? Maar
wat hij er op laat volgen is voldoende om ons
uit onzen twijfel te wekken. „Gij moet er u
aan gewennen, in iederen Duitscher eerst den
landgenoot te zien dit zeg ik tot u, de dragers
der nationale gedachte bij de Duitsche hooge-
acholen.”
Dus wel nationaliteitsgevoel, zegt Von Bis
marck, maai1 geen fractiewezenhet laatste
vloeit voort zoo zegt hij uit de werkzame
eerzucht der leidslieden. Nu is er naar onze
meaning geen groot verschil tusschen die twee
zaken wanneer we nu de woorden van von
Bismarck over het fractiewezen toepassen op
het nationaliteitsgevoel, dan beginnen we eerst
te begrijpen, dat de man, bij hetgeen hij sprak,
aan zich zelf dacht. „De „groote” man, wiens
zucht het was Duitschland machtig en
zich zelf groot te maken, heeft in zijn tijd juist
gezien, dat hij zijn doel niet kon bereiken zon
der de snaar van de nationaliteit te tokkelen.
Geen beter volgelingen en geen vuriger strij
ders dan zij, die geleerd hadden, van kindsbeen
af, dat het moest zijn:
Deutschland, Deutschland fiber alles.
Vaderlandsche liederen als Die Wacht am
Rheinj vaderlandsche leuzen als Jemaintiendrai,
en dat alles nog versierd met een leeuw of een
arend, om bij de natie het denkbeeld aan vech
ten of verdedigen op te wekken, zijn slechts
van den
i van de
uittartende woorden aan ’t adres
buurman. Het zijn de uitvloeisels
zucht naar fractie- en partijwezen.
Meen nu niet, dat wij de liefde voor het
vaderland minachten Wie in den vreemde
verkeerd heeft, weet het, dat vaderlandsliefde
geen ijdele klank is. De Duitsche bergen, hoe
Onder het opschrift
sterdam” zegt de Standaard
Bij de Kabinetsformatie heeft men er voor
gewaakt, dat geen „hachlijk” district open kwam.
In Emmen is de liberalistische groep zeker
van haar zaak. In Hoorn staat het 12 tegen
8. En ook te Amsterdam is bij Kamerverkie
zingen nog alle kans aan .onze tegenpartij ge
boden.
De Stedenwet bestendigt hier het onrecht.
Juist dit echter moet ons thans weerhouden,
om in deze drie districten een der aftredende
ministers te candideeren.
Een candidatuur van deze heeren op dit oogen-
blik zou de stembuspolemiek op ministerieel
terrein lokken en den strijd der beginselen doen
zwijgen.
Maar bovendien, men mag op dit oogenblik
deze mannen niet aan een échec blootstellen.
Alleen dan, wanneer men kans ziet er, met
inspanning van alle krachten, te komen, zou
men in Emmen aan een candidatuur-Havelaar
kunnen denken, in Hoorn Lobman kunnen
candideeren en in Amsterdam Mucktiy4,
Maar, gelijk gezegd, dit mag alleen, als men
zijn district zóó kent en zóó zijn maatregelen
neemt, dat het gevaar voor een échec zoo goed
als wegvalt.
Staat men er zoo niet aan toe, dan hebben
onze aftredende ministers het niet aan ons ver
diend, dat we hun naam noodeloos wagen.
Zelfs betwijfelen we ten zeerste of ze op djt
oogenblik een candidatuur aanvaarden zouden
in districten als thans open kwamen.
De Arnh. Ct., mededeelende, dat de heer
Noordtzij op verzoek der Synode te Leeuwarden
besloten heeft, docent te blijven en voor het
lidmaatschap der Tweede Kamer te bedanken,
voegt er aan toe:
„Dat men hier met een ondergesfoken kaart
te doen heeft, lijdt bij ons geen twijfelde heer
Noordtzij ruimt de plaats voor de Savornin
Lohman of Mackay.
„Dat verzoek van de Synode zal wel uitge
lokt zijn door den heer Noordtzij zelven, om
zijn terugtreden te motiveeren. Anders zou
het niet te elfder ure zijn gekomen.
„Kloeker en oprechter ware het geweest, in
dien hij ruiterlijk voor zijne bedoeling ware uit
gekomen.
„Volgens de leer van het Centrum zouden
de kiezers in Kampen, gelijk dat blad verlangt,
dat zij te Almelo zouden doen, de verwisseling
van Noordtzij met Mackay of Lohman rustig
moeten aanzien, en zou het candidaat stellen
van een ander tegenover hen deloyaal wezen.”
De zee werd woedend, klotste en sloeg
Dat zelfs tot in de hemelkoren
Den Englen schrik in ’t harte joeg
Zoo sprak de brave dichter tot den landver
rader.
Maar, Bellamy Is de eer des lands iets anders
dan de eer van zijn volk Immers neen.
En is de eer van het volk niet verbonden
met, ja afhankelijk van zijne instellingen
Wie hier met ons instemt, beijvere zich die
instellingen aan een gestadig onderzoek en eeu
voortdurende verbetering te onderwerpen.
Hij kan niet de meening van onze brave
conservatieven deelen, die met Bismarck zeg
gen Quiete non movers of: verander niets dan
wat algemeen wordt afgekeurd.
Wie waarlijk vaderlandsliefde bezit, zorgt er
voor, dat niet hij alleen, maar dat al zijne
landgenooten roemen mogen in dat dierbaar
plekje gronds. Hij leeft niet alleen voor een
secte, een fractie, een partijmaar hij gevoelt
de diepe waarheid van Nathan’s vraag
Zijn christen en jood, eerder christen en jood
dan mensch
En met dienzelfden Nathan spreekt hij
„Ich weisz dasz alle Lander gute Menschen
tragen.44
Menschen, die zich onderscheiden ja, maar
slechts in kleur, in kleeding en gestalte.
En hij denkt met dien wijzen Nathan
„Verachtet mein Volk sosehr Ihr wollt, wir
haben beide uns unser Volk nicht auserlesen.
Sind wir etwa unser Volk Was heiszt denn
Volk
Nationale trots, die zich opblaast bij het ver
melden van de heldendaden der voorvaderen,
wel neen, dat is geen vaderlandsliefde het is
in onze maatschappij dat alledaagsch verschijnsel,
bewoners van verschillende hetwelk zich voordoet in het spreken over
J afkomst, rijkdom, stand dat de neus ophaalt
I over parvenu’s en deze, op echt socialistische
wijze rijkgeworden burgers, bourgeois noemt. I
UIT DE PERS.
3 Si i 1’ T Id AI B E JR.
vreemdeling en nu, ja het Nederlandsche
flegma wel ziet, maar door de vingers liefst, en
met de gedachte er bij, dat langzaam toch maar
het zekerst gaat.
Wat wij verfoeien is het chauvinisme, dat
minacht wat vreemd is. Wat wij dwaas en
gevaarlijk noemen is liet aankweeken van die
overdreven vaderlandsliefde, die overgroote in
genomenheid met den geboortegrond.
Wie met ons het Fransche chauvinisme af
keurt, het Duitsche patriotisme verfoeit en het
Russische pauslavisme verafschuwt, hij moet
zich verzetten tegen het stelselmatig aanwak
keren van die Nederlandsche liefde voor het
vaderland.
Hem moet het onderwijs der vaderlandsche
historie verderfelijk voorkomen, dat uitsluitend
geestdrift beoogt voor groote vaderlandsche
mannen.
Maar zal men zeggen de eer des lands
is er mee gemoeid, en de vloek van Bellamy
wordt reeds hoorbaar over ons hoogverraad.
’tWas nacht toen u uw moeder baarde
Een nacht, zoo zwart als immer was.
COIRANT
SNB
fflimn h n inmmn sirl
Old,
I
G
i
’•I
'mms- n iiimiffliHLiii iws w
t
eur
50,
ii
>2
II
6
2
5
3
I r» <-»■»-» bzv rlinnnnn 1 li> ia /In rl zv xrzvki o rralvro ’irnni’
eerste plaats de noodlijdende gemeenten finan
cieel te helpen. Hij zou hen willen ontheffen
van uitgaven, die in het gemeen behing worden
gedaan en verder herziening van het belasting
stelsel op andere grondslagen beoogen. In af
wachting van een en ander wenseht de minis
ter reeds dadelijk maatregelen te nemen, om