■MI IRROlMfflSffll 1 ADVERTENTIE BLAD WR DE e <5 E No. 74 1891 Z E S-E N-V E R R T I Q S T E J J A R GF A N (1. I DE TROONREDE. Z ATE R I> V 19 S K PTl^M B E JR. J I Bij deze Courant behoort als bijblad Feuil- leton-nummer 99. worden voortgebouwd. Met vertrouwen zien we de desbetreffende ontwerpen tegemoet. r i' i op op in of kiesrecht- dan wel belastinghervorming bo venaan op het program van werkzaamheden staat, loopt eenigszins uiteen. De N. R. Ct. laat dit punt in ’t midden, zij is ingenomen met de in de troonrede voorge stelde maatregelen en vindt het vooral van be- I wone phrasen over buitenlandsche betrekkin gen, enz. De Tijd noemt het vraagstuk een surd's, als men in aanmerking neemt hoeveel verschillende elementen in het ministerie zoowel als in dB COEEECTE, De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gelet op eeue circulaire van heeren Gede- j lecte in deze provincie, ten behoeve der nood lijdenden door den hagelslag in de provincie Limburg Overwegende, dat de ramp, door den bedoel den hagelslag te weeg gebracht, zeer groot is en honderden en honderden gezinnen, die uit sluitend van den landbouw moeten leven, ten- .'"’olge van de verwoestingen, die hun have en goed hebben ondergaan, geheel tot den be delstaf zijn gebracht Brengt ter openbare kennis dat in deze ge meente op MAANDAG 21 September e.k., ten behoeve dier noodlijdenden eene algemoene COLLECTE zal worden gehouden en doet hier bij een beroep op den weldadigheidszin der in gezetenen, opdat deze gemeente het hare ook moge bijdragen tot leniging van bedoelden nood. Sneek, 15 September 1891. De Burgemeester voornoemd, ALMA. Deze CO GRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. ADVERTED TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 */2 Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. f SCS-meeren Mackay geweest zijn in het scheppen van den toestand van land en volk; zij Dinsdag namiddag te een uur is de nieuwe zit ting der Staten-Generaal geopend. Die taak werd thans voor de eerste maal door de Koningin-Regentes vervuld, op het gewichti ge tijdstip dat de moderne begrippen van staats bestuur zich baan breken en aan een nieuwe vertegenwoordiging met een nieuw kabinet het aanzijn geschonken hebben. Deze derde Dinsdag in September vormt voor ons vaderland als het ware een keerpunt in zijn geschiedenis. Moge het der regeering vergund worden haar plannen tot uitvoering te brengen. Aan al de voorspellingen, die omtrent de be doelingen van het nieuwe kabinet gemaakt zijn, is thans een eind gekomen. Bij monde van de Koningin-Regentes is het den volke verkondigd, dat uitbreiding van kiesrecht en invoering van leerplicht voorbereid worden, dat te gemoct ge komen zal worden aan de financieele moeilijk heden der te zwaar gedrukte gemeenten; voorts dat het rijksbelastingstelsel verbeterd en het lot van den ouden of verminkten werkman zoo veel mogelijk verzekerd zal worden. Omtrent de landsverdediging spreekt de troon rede het minst duidelijk. Wij vernamen slechts dat een voordracht tot versterking der militie in aantocht is, maar overigens moeten wij ee n •a-.Kre ontvouwing van de plannen des ministers afpachten, zoo ook van de wijze waarop onze marine uit haar verval zal worden opgebeurd. Met voldoening zullen misschien velen lezen dat de regeering afkeerig schijnt van die wei felmoedigheid, welke op Atjeh het verzet tegen ons gezag maar al te lang heeft bevorderd. Opmerkelijk is de zinsnede betreffende Suri name: van „eendrachtige samenwerking met de koloniale staten" worden voor de welvaart en den vooruitgang dier kolonie goede vruchten verwacht. Terecht wordt aan het slot gezegd dat de taak waarvoor H. M. de medewerking der Sta ten-Generaal inroept, veelomvattend en ernstig is. Enkele bladen geven reeds hun meening te kennen over de troonrede. De liberale organen hebben, zooals te ver wachten was, een gunstigen indruk van het staatsstuk ontvangen. Hun oordeel over de vraag i i komen en voor ’t overige bevat de rede de ge- Een troonrede was het in den volstcn zin des woords; sinds eenigen tijd waren wij er aan ■ontwend zulk een rede van koninklijke lippen te zien vloeien. Op breedvoerige wijze heeft •"S. II. Majesteit de nieuwe bewindsmannen voor- 'gcsteld aan de volksvertegenwoordigers. Blijk baar voldaan over den ministerruil sprak de regentes hare dankbanrheid uit dat zij zich te midden der Staten-Generaal bevond. Met dankbaarheid sprak Hare Majesteit van ■den algemeenen toestand van land en volk. Heuchelijk was ook de tijding dat onze regce- ring op zeer vriendschappelijkcn voet staat met het buitenlandwat te heuchehjker uitkomt ■door hetgeen er onmiddellijk op volgtDe geld- ^Yniddelen des Rijks eischen, wegens reeds vroe ger bevolen uitgaven versterking. Versterking Is leenen ook versterkend Of zal een nieuwe belasting worden voorgestcld Op deze vragen geeft de troonrede wel is waar geen antwoordwij kunnen hier dus slechts onze verwachting uitspreken en die is, dat we ons een nieuwe leening van dezen mi nister van financiën niet kunnen voorstellen. Erg rooskleurig is het tafereel dus niet, en de c. s., mogen al bevorderlijk i „gunsti gen" toestand van land en volk; zij mogen er voor gezorgd hebben goede vrienden te blijven met den Keizer van Duitschland, den Koning van Belgie, met de Fransche Republiek, ja zelfs met den Czaar aller Russen, de schatkist is slecht voorzien de uitgaven, vroeger bevo len, kunnen er niet uit bestreden worden. Al- zoo, de huishouding is in de war geen eere- saluut voor Godin de Beaufort. Jammer dat Mozes den Jordaan niet weer over mocht trek ken. Toch moet hij zich omkeeren in zijn verborgen grafspelonk bij het hooren van hot volgende „Duidelijk is bij de laatste verkiezingen nieuw de wenschelijkheid gebleken, dat ordelijke wijze, zonder langere vertraging, wetgeving en staatsbestuur de hervormingen worden tot stand gebracht, waarvan de nood- zakelijkheid is erkend en waartoe de grondwets herziening den weg heeft geopend." Ons dunkt, wij hooren Mozes roepen„Ver vloekt zij, die zijn naaste in ’t verborgene verslaat „Dat zijn „liberale" fijnheden." Een snerpend verwijt aan de heeren, die zoo tuk op bet Bestuur waren en zoolang er voor ge vochten hebben. Niet goed hadden ze de zaak aangevatvooruitwas ook hunne leus, en gezondheid in fabrieken" en „tot verzeke ring van het lot van oude of verminkte werk lieden" maatregelen genomen zullen worden. Twee dingen hebben haar bijzonder getroffen. Het een is, dat verbetering van het rijksbelas tingstelsel „een dringende eisch der rechtvaar digheid" wordt genoemd. Het andere wat haar in de troonrede weldadig aandoet, is de para graaf die een zoo hoopvol uitzicht opent voor de koloniën. Het Hbl. meent, dat de regeering aan belas tinghervorming den voorrang toekent en- acht dit in overeenstemming met den wensch van de ovorgroote meerderheid der natie. Verder wijst het blad met ingenomenheid op de toezegging van leerplicht. De tijdelijke versterking der na tionale militie zal volgens haar geschieden door eenige lichtingen langer onder de wapenen te houden, zooals de laatste jaren feitelijk reeds gebeurde. Een „buitengewone toestand" zal dus slechts tot een gewonen gemaakt worden. Den indruk sanienvattend, zegt het Hbl.: van dit ministerie kan verwacht worden:, harder stoken èn in Nederland èn in Indie." Ook het Vad. ziet niet in, dat verbetering van het belastingstelsel op hervorming van het kiesrecht zou moeten wachten, al wordt dit laatste in de rede het eerst genoemd. Omtrent den minister van oorlog vleit zij zich met de hoop dat, als hij zich ten taak stelt een regeling tot stand te brengen, die „zonder te groote per soonlijke en geldelijke offers, de weerbaarheid van ons volk kali verzekeren," hem langzamer hand zal blijken, dat het wotsontwerp-Bergan- sius, zij ’t dan op onderdeelen ^enigermate ge wijzigd, nog het best aan dat ideaal beantwoordt. Haar oordeel over het geheel luidt als volgt „De troonrede heeft de verdienste, dat, moge zij stylistisch al geen meesterstuk zijn, zij kort en bondig, zonder te veel détails en vooral zon der slagen om den arm, zegt, wat de Regee ring wil. Het is een Hink, beslist en veel be lovend woord". Het blad betreurt het echter eenigszins dat de gewone rooskleurige mededeelingon niet ont breken, terwijl er toch waarlijk genoeg donke re puntjes zijn, die niet behoorden weggerede neerd te worden. De Er. Gr. Crt. acht het kiesrecht no 1 van het program. Zij kan uit de troonrede niet anders opmaken dan dat de nieuwe kieswet in aantocht is. Het Haagsche Dagblad is van een geheel andere opinie en spreekt van verdaging der kies- rechthervorming ’t geen zij een verlooche ning van het liberaal stembus-program acht. Op ’t punt van defensie zal, meent zij, de toekomst geen rozen baren. De heele troonrede, meent zij, beloof: veel bijzonder veel wat haar bedenkelijk voorkomt. „Zij zal weerspraak uitlokken, ook bij de eer lijke vrienden van het kabinet, en vrees ver wekken bij zijn tegenstanders. Zij bevat, al dus luidt haar slottirade, liberale paradijsbelof ten, waarbij moet worden herinnerd dat ook het liberaal paradijs reeds als een verloren pa radijs moet worden beschouwd. Dat leert de onverbiddelijke historie." De radicale Amsterd. is over de troonrede volstrekt niet voldaan. Zij zal, meent het blad, de spraakverwarring, die ten aanzien der orde van werkzaamheden heerscht, niet opheffen. Niemand kan zeggen wanneer de kieswet zal n e UIT DE PERS. dienst doen, en, naar auccès. «Een nieuwe kieswet wordt voorbereid." Flink -zoo! „Te zwaar belaste gemeenten zullen onder steund worden in afwachting van een herziening der provinciale gemeentewetten." Zeer goed „Verbetering van het rijks-belastingstelsel is een dringende eisch der rechtvaardigheid wetsvoorstellen om hieraan te voldoen zullen u spoedig bereiken." Vooral in het dringende van den eisch, waar van de regeering gewaagt, ligt de reden van vertrouwen om van onzen minister van finan ciën iets goeds te zullen krijgen, ook al zal het zijn voor liet volk, zonder het volk. Elke belasting-hervorming, die voorgesteld wordt in afwachting van de nieuwe kieswet, en die uitgaat van het rechtvaardigheidsbeginsel, moeten wij dankbaar aanvaarden als een ver ademing op den weg naar „blijvende verbete ring", welke de nieuwe kieswet ons banen zal. „Voorstellen worden in gereedheid gebracht tot een organisatie der landmacht en tot vorming der levende strijdkrachten, welke de weerbaar heid van ons volk kunnen verzekeren, zonder te groote persoonlijke en geldelijke offers." Het laatste inzonderheid maakt de zaak aantrekke lijk. „Inmiddels zal u een voordracht worden gedaan tot tijdelijke versterking der nationale militie." Wij hadden gewenscht, dat de minister ons niet voor zoo ongeduldig had aangezien en daarom willen we hem alsnog in overweging geven, het laatste achterwege te laten om des te meer tijd te hebben voor het ontwerp „zon der te groote persoonlijke en geldelijke offers," waarin wellicht algemeene dienstplicht naast korten oefeningstijd de hoofdsom zullen aangeven. Van de verdere toezeggingen noemen we nog Een wetsvoorstel omtrent den dienstplicht een ontwerp-wetboek van militair strafrecht; steun aan het vakonderwijs de aandacht der regeering op verbetering van onze maatschap pelijke toestanden ontwerp-maatregelen in het belang van veiligheid en gezondheid in fabrie ken en tot verzekering van het lot van oude en verminkte werkliedeneen ernstig streven naar verbetering in het bestuur in N. Indië, om door onbekrompen aanleg van daartoe noo- dige werken de ontwikkeling te bevorderen en door toenemende welvaart aan de Indische financiën een vasten grondslag te geven. Zoo staat de karos dan ingespannen en is het reisplan vastgesteld. Het einddoel zullen we in deze vier jaren zeker niet bereiken veel i wordt beloofd, dat zeker in deze periode niet vervuld zal worden. Toch zal het voornaamste i zeker een beurt krijgen en dat is voldoende. De volksvertegenwoordiging, uit het nieuwe kiesreglement voortgekomen, vinde dan in het hervormd belastingstelsel een basis waarop kan de tang waartusschen zij de wetgevende macht wilden knijpen was niet het geschikte werktuig I thans, nu het ding niet meer knijpen wil, nu een der armengebroken is, nu een nieuwe keukenmeester is opgetreden, zal de leiband we meenen, met meer 1 puteerde Staten dezer provincie, dd. 3 Septem ber 1.1. no. 62, 3e afdeeling (Prov. blad no. 72), l betreffende het houdende eener algemeene col- teekenis dat °in het belang van de veiligheid OEEKER (OIKAX rm I i f wnnn f» nviii' hiiifnnlnnnanhn ImMi/.lr 1»-1 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1891 | | pagina 1