rm
■ITEIHEHRROlISSEfflTSiEL
J
I
1891
No. 86
Z E S-E N-V EERTIQSTE J A
R O A N G.
HIT CHRISTELIJKE BRON?
r
O C T H E It
31
a
ons
aange-
ver-
inr.
j
j
-4
ADVERTED TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
-
B E K£E NDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de tweede
kalvermarkt
dit jaar invalt op Maandag 2 November e. k.
Sneek den 20 October 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Deze CO TRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post fl.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
anee Israëlite en
i gewerkt worde in den geest van het anti-semi-
i zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet
te voldoen.
Sneek, 28 October 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
Tusschen de vereeniging het Nederl. Rund- niet zoo boven alle bedenking
I
De jodenvervolging, gelijk die in dit jaar plaats
vindt in Rusland, heeft allerwege de verontwaar
diging gewekt der beschaafde volkeren en, gelijk
onze lezers weten, in ons land, ook in onze
gemeente, heeft men een beroep gedaan op het
menschelijkheidsgevoel, ten einde die ongeluk-
kigen eenige ondersteuning te doen geworden.
Dat die Joden-verjagerij ook buiten Rusland’s
grenzen zich vertoont, getuigt het optreden van
den Berlijnschen, gewezen hofprediker Stöcken
en het zou niet zijn .aan te geven, welke uitbreiding
die anti-semitische beweging kon hebben verkre
gen, had zij niet een gepaste deuk ontvangen,
doordat de Duitsche Keizer, Stöcker van zijn
hoog maatschappelijk voetstuk heeft geschoven.
Dat die joden-opjagerij ook in ons land schijnt
wortel te willen schieten, getuigt het onlangs
in Limburg gebeurde, met den uitgever van
„de Talmudjood®, in welk geschrift van de
joden niet veel goeds werd verkondigd.
Nog wijzen wij op een
TjMholieke zijde uitgegeven geschrift
vangen
„Maar nog eens wat moet er tegen de over-
heersching der Joden gedaan worden De
schrijver wil geen gewelddadige Jodenvervolging
(hoe lief!); daarvan gruwt de rechtvaardigheid.
Maar hij smeekt om Christenbeseherming met
woord en daadHij verlangt aansluiting bij de mee-
ning van den gewezen hofprediker Stöcker, die
in 1884 openlijk zeide „de houding der Joden
is voor alle beschaafde volken een gevaar
een algemeene bond tegen de Joden, om dezen
invloed te vernietigen is een onbetwistbare plicht
voor de christelijke wereld. „Hij vraagt dat er
-- 7"
tisch verbond en van de anti-Vrijmetselaarscli-
I que, en wil dat de man van naam en gezag
opsta, die de regeling van dit werk moedig in
j handen neemt. Hij wil dat de Christenen zich
1 niet langer met Joden inlaten, dan zullen dezen
van zelf machteloos worden. Geen Joden in
kunnen, zij mogen geen Christenen vertegen-
vingerwijzingen.
„Wat is er,® vraagt hij, „bij de laatste
kiezing der kamerleden, ten opzichte van
woordigen, en dan besluit hij als volgt:
„Houden wij ons overtuigd, dat wij de ont-
christclijking van Nederland, waarop de Jood
het van nature gemunt heeft, niet in de handen
mogen werkendat zij tot vernietiging van
bloei en welvaart zal leidendat het kwaad in
de kiem moet gesmoord worden, en dat indien
wij den Jood niet weren van onzen haard en
altaar, hem in laten dringen in onze zaken, in
ons onderwijs, in ons Staat- en Stads-èestwur,
en daaronder praktisch in de regeling van den
Christelijken godsdienst dat dan het woord
ook bij ons in vervulling zal gaan, dat met al
zijn verschrikking zes en dertig millioen Fran-
schen dreigt, het woord van den Jood Stern
„Ik weet niet, hoe over eenige jaren een
Christen zal kunnen leven,®
„leven dat is bestaan, leven, dat is de
plichten van zijn godsdienst vervullen/
De Katholieken in Limburg hebben blijkbaar
niet veel op met de „Joden® de humani
teit echter teekent protest aan tegen zooveel
christelijke(?) liefdeloosheid, die den eenen
mensch tegen den andere ophitst en door schan
delijke verdachtmaking ook in ons vrijzinnig
Nederland de „Judenhetze® tracht uit te lok
ken. Maar, gelukkig „aan de vruchten kent
men den boom,® en de Limburgsche boom,
welks vergiftigde vruchten van liefdeloosheid,
haat en ver volging szucht tegen onze mede-men-
schen onder den glimp van een „christelijk
zonnetje® wordt aangekweekt, zal daar mis
schien op zijn plaats zijn, maar, naar wij
vertrouwen verder in ons land geen wortel
schieten. De nasmaak zijner vruchten zou dan
ook wel zoo wrang zijn, dat men ze zich niet
graag weer uit zoo'n „christelijke® schaal zou
laten aanbieden.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken aan de ingezetenen be
kend, dat het door hen vastgesteld Suppletoir-
Kohier van Belasting op de binnen deze ge
meente gehouden wordende Honden, dienst 1891,
aan den Gemeente-Ontvanger ter invordering
is ingezonden en alzoo een ieder verplicht is
zelf machteloos worden. Geen Joden in
i Gemeenteraad meer of Kamer, roept hij uit, zij
beschouwing treden, maar geeft toch enkele kunnen, zij mug'
vinrrorwiirrnii Vt
dat o. a.
UIT DE PERS.
gaande een uitvoerig schrijven van den alge-
meenen secretaris van eerstgenoemde vereeni
ging, den heer P. F. L. Waldeck.
Aan het verzoek om ’tgeheele stuk te plaat
sen kunnen wij met het oog op de beschikbare
ruimte niet voldoen. Gaarne doelen wij echter
den hoofdinhoud mede onze lezers weten dan
waarover de strijd loopt en kunnen zich verder
desbewust, elders op de hoogte stellen.
De verhouding van de beide vereenigingen
onderling blijkt het beste uit enkele data.
Den 3en Febr. 1875 had de eerste algemeene
vergadering van het „Nederl. Rundvee-stamb.®
plaats. Hoewel de vereeniging in alle provin
ciën werkte werd toch 13 Augustus 1879 de
vereeniging het „Friesche Rundvee-stamb.® op
gericht, met het gevolg dat na 1880 geen enkel
stuk vee uit Friesland meer in het Nederl.
stamb. werd ingeschreven. Op 27 April 1881»
besloot het „Nederl. Rundvee-stamb.® provinci
ale afdeelingen te stichten met meer zelfstan
digheid, wat ook in Friesland geschiedde.
Deze afd. deed de Friesche vereeniging veel
concurrentie aan, vooral daar het „Fr. Rund
vee-stamb.® besloten had na 1 Mei 1884 de
aanvragen tot keuring te beperken tot erkende
afstammelingen van reeds ingeschreven vee.
Dit besluit was echter niet vol te houden en
in 1884 werd dan ook een „hulp-stamboek®
aangelegd, omdat nog niet alle uitmuntende
exemplaren waren ingeschreven. Dit hulp-
stamboek in Oct. ’88 gesloten werd weer in
1890 geopend, omdat er niet genoeg materieel
was verzameld om met de afstammelingen voort
te fokken en ook om jonge boeren gelegenheid
te geven vee in te laten schrijven.
De vereeniging het „Ned. Rundv.-stamboek®
stelde daarentegen geen beperkingen en nam
op uitmuntend aan hare leden toebehoorend
en in Nederland gehouden rundvee van Neder-
landsche veeslagen.® Verder werd bij de in
schrijving een afschrift gegeven met duidelijke
aanwijzing van den dag waarop de inspecteur
het dier gekeurd heeft en den dag waarop het
officieel is ingeschreven. Overigens is de
eigenaar vrij om het ingeschreven dier te ver-
koopen, iets dat, volgens de heer W., ook bij
het Friesche Rundvee-stamboek toegestaan
wordt.
Zoo is de feitelijke stand van zaken. Hoe is
nu de onderlinge naijver tot openbaring gekomen?
Het schrijven van den heer Waldeck legt
aan de vereeniging het „Friesche rundv.-stamb.®
het volgende ten laste.
Ten eerste een brief van 28 Febr. ’91 waar
in aan het hoofdbestuur van het Ned. rundv.-
stamb. verweten wordt vee op te nemen, dat
bestemd is voor uitvoer naar Duitschland; ten
tweede een uitlating in een officieel stuk van
30 Mei ’91, als zou het Ned. rundv.-stamb. zich
schuldig maken „aan een onwaardige concur
rentie met vee buiten het stamboek,® kortom
met „knoeierijen;® en eindelijk een schrij
ven in het maandblad der Friesche vereeniging,
waarin het Ned. rundv.-stamb. verweten wordt
„niet uitsluitend uitmuntend vee® in te schrijven.
Een commissie, bestaande uit de heeren J.
Breebaart Kz. te Winkel, G. baron Sloet van
Marxveld te Vollenhoven en L. N. Tonkes te
Solwerd, onderzocht de zaak. Zij kwam tot de
conclussie, dat zoowel het bestuur als de in
specteur der afdeeling volkomen naar behooren
hadden gehandeld, doch dat juist de vereeniging
het Friesch rundveestamboek (men denkt on
willekeurig aan den pot en den ketel) dieren
inschreef, waarvan de gunstige hoedanigheid
j was.
het Friesche Rundvee-stamboek 1 De vereeniging het „Ned. rundveestamboek®
is verschil gerezen. Wij ontvangen dienaan- schrijft de onaangenaamheden dan ook alleen
dezer dagen van Ka-
„de Jood®,
hetwelk door den schrijver wordt genoemd
„Een waarschuwend woord aan den Christen.®
In dat geschrift hetwelk een aanbevelende
recensie geniet in het katholieke tijdschrift „het
Dompertje van den ouden Valentijri'wordt
o. a. niets minder dan het volgende verklaard
„Volgens de uitdrukkelijke voorschriften van
dien Talmud nu zijn de Joden verplicht door
alle middelen den Christenen afbreuk te doen,
-en die voorschriften brengen zij maar al te
ijverig in practijk. Vooral in den tegenwoordi-
gen tijd zijn zij er geheel op ingericht de
christelijke samenleving te exploiteeren, uit te
zuigen en onder hun juk te brengen. Daartoe
beschikken zij over de machtigste middelen renten, den kabeljauw
het geld, de pers, het Joden verbond, de Alli-
de vrijmetselarij, zooals in
brochuurtje door tal van feiten wordt
toond.®
Daarna tracht de schrijver aan te toonen,
Frankrijk geheel geregeerd wordt door
Joden, en zegt in zijn besluit: „Frankrijk heeft
ons de Joden met de sprekendste trekken ge
toond één woord van het geheel van feiten en
getuigenissen samen„Christenhaat.®
„Dat de Jood derhalve onze onverzoenlijke
vijand is, dat de Moderne Jood voor altijd is
te duchten, om de schrikbarende macht die hij
met de Vrijmetselarij uitoefent dit is zoo
•^klaar als de dag.
„De vraag is nu maarwat staat ons daar
tegen te doen Want wat we in Frankrijk ge
zien hebben, bedreigt evenzeer ook ons vader
land, waar het gevaar nog grooter is, omdat
de Joden er betrekkelijk veel talrijker zijn. De
schrijver wil daaromtrent in geen uitvoerige
Bij deze Courant behoort ale bijblad Feuil- i T,
ton-nummar 102 Levy te Amsterdam geschied Dezelfde heer
Levy was het toch, die in zijn geschrijf over
de studie van dr. Nolens met de christelijke
rechtschapenheid en zelfs met de Joodsche
rechtsgeleerdheid den draak had gestoken.
Welke dagbladen hebben invloed, dan Rotter
dammer en Handelsblad, wie kan beter dan
de heer Polak, in fraai geciseleerde volzinnen,
zeer onheusche, zeer onchristelijke sympathieën
luchten
„Wie oefent de groote pressie op kiezers en
verkiesbaren uit, zoo het ook bij ons niet de
Jood is, zij het dan de Jood-Vrijmetselaar,
of de door de Joden bestuurde Vrijmetselaars
of eenvoudig de jood? 1)
„Wie is de „groote kiezer van Nederland,11
volgens jhr. Tindall’s brochure, wie anders dan
een Joodsch Amsterdamsch bankier. 2)
„Voor jhr. Tindall’s rekening blijve de zon
derlinge bewering, dat die man een der beste
zonen des lands is laten wij deze zekerheid
liever aan den Kenner der hartenmaar
dat een Jood 9 zetels in de Kamer regeltdat
een Jood, feitelijk een vreemdeling ook onder
ons, „een natie op zich zelf,* den gemeenteraad
van Amsterdam in zijn hand heeft, dat is
een schande die niet op Nederland rusten
moest, al heet die Jood ook A. Wertheim
en Co.
„Dat Pincoffs zich heeft kunnen „verwijderen;®
„Dat onze grootste handelshuizen van de
Joden afhangen
„Dat de Hooge Raad der O.-Indiën eene
Joden-meerderheid telt
„Dat de West-Indiën hun speelbal zijn,
„Dat teekent hun macht reeds nagenoeg, en
dat is een schande voor het Christen-Neder-
land, dat is een ramp die geen Christen mag
willen dulden, al werpt dan ook een Joodsche
bankier soms eenige guldens in Christenhanden,
om met het spierinkje van het honderdste zijner
voor de „Natie"’ te
OEEKER OI RA\
;ta*
leton-nummer 102.
I
i
i
i
i
d
2) Het katholieke hoofdorgaan „de Tijd“ zij lof gebracht voor vee-stamboek en
den moed waarmee zij Tindall in deze steunde. (Tijd 21 Juli i
1891.) (Noot van het Dompertje.)
i
■ik- h iimmnHui took n
1) Vergaten wij wat de Jood Levy onlange te Roermond uit
zette (Noot van het Dompertje
MM»——B—»TWI