GffllTEE^imOMSimSIlL
DE
I lilEUWS- El INMfflHMI ÏMIi
w
lil
J
5
ff
u
1
pl
r.
11 I
c’
i-
i
I1
e
I-
1891
No. 88
Z E S-E N-V EERTIOSTE J A A R O A X (7.
1.
CAUSAAL VERBAND.
11 I
n 1
n I
Z A T E K D A G
7
i.
Wij menschen gevoelen ons aangetrokken
Ziedaar drie oordeelvellingen, waaitusschen
UIT DE PERS.
if
S
J
e
t
a
De oplossing der ministerieele crisis en het
werkprogram der nieuwe regeering vormen het
h
i.
e
AWERTER T1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7 */2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
i
„dat
na’ De heer Tak immers was voor ieder de aange-
I wezen premier, behalve voor de kroon en haar I
ook, die u op hun gemoedelijken raadgevers. Welk „lamwuvM»..
menschen schrijver, maakte het optreden
t,
u
n
k j
.e I
d I
b- I
t,
i- 1
De oplossing der ministerieele crisis
onderwerp eener beschouwing van den heer J.
A. van Gilse in de Vragen des TijdeDe titel heer Van Gilse.
luidtIn Nevelen, want naar de meening van
den schrijver verkeeren wij omtrent beide zaken
nog in nevelen.
Met spanning werden na de langdurige crisis
de plannen der nieuwe regeering tegemoet gezien,
doch die nieuwsgierigheid is niet bevredigd. In
de eerste plaats is niet opgehelderd waarom,
zooals de heer Van Houten het uitdrukte, „van
de Kroon naar den heer Tak de weg heeft ge-
loopen langs of door den heer Van Tienhoven."
woa vnnn inrlor rlo aontro- 1
De schrijver acht de regeling van ’t kiesrecht
de dringenste van alle noodzakelijke hervor
mingen en hij verwacht weinig heil van po
gingen om eerst andere „belangrijke oogsten
binnen te halen," zooals de heer VanderKaay
het uitdrukte. Hij toont vervolgens met eenige
cijfers aan hoe onbillijk de tegenwoordige kies
regeling werkt en hoe slecht en gebrekkig de
grondslag van ons kiesrecht is. In Alkmaar bv.
kiest 10,66 pet. der bevolking, in Rotterdam
slechts 3,46 pet. En hen, die de tegenwoordige
Kamer „zedelijk als de vertegenwoordiging des
volks" meenen te kunnen beschouwen, geeft de
heer Van Gilse ten slotte de volgende cijfers
de gedruktheid slecht en nietswaardig zijn, tot niets goals in
st tat.
En er zijn er, die meenen, dat niemand ab-
een plaatsje heeft
Deze CO ERANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
Van Tienhoven als kabinetsformeerder noodza
kelijk? In het belang der liberale partij was
het zeker niet. Zij is nu mede verautwoordelijk
voor de eervolle retraite, die de burgemeester
van Amsterdam uit een moeilijke positie heeft
gevonden; doch hooge staatsambten mogen niet
misbruikt worden voor partijgenooten in pij n
en banden," De bespreking van de oplossing
der crisis in de Kamer heeft geen licht gebracht.
En toch is het van belang of de heer Tak als
premier’ optreedt dan eenvoudig als minister, zij
het ook als minister van binnenlandsche zaken,
dus als de politieke minister. Immers het zou
kunnen blijken, zegt de heer Van Gilse, dat het
optreden van den heer Tak weinig meer is ge
weest dan een uithangbord, met de beste bedoe
lingen uitgestoken, maar beloften voorspiegelen
de, waaraan het hoofd der firma onder zekere
omstandigheden misschien niet zou kunnen vol
doen.
Ook omtrent het regeeringsprogram verkeeren
wij in nevelen, zegt de schrijver. Er is geen
vast plan van richting, de troonrede is vol te
genstrijdigheden doordat de liberale partij zelf
verdeeld is omtrent de quaestie of kiesrechther-
vorming den voorrang moet hebben. En ook
de Kamer liet de vraag in nevelen gehuld. Het
ontwerp-adres van antwoord scheen duidelijk
en stelde zeer beslist de regeling van het kies
recht vooraan als „noodzakelijke voorwaarde
van blijvende verbetering/ De heer Vermeu
len deed dit zeer juist uitkomen en als tegen
stander van uitbreiding van kiesrecht bestreed
hij op dezen grond de algemeene strekking van
het adres van antwoord. Mr. De Beaufort
echter, lid der commissie, bestreed deze opvat
ting. De commissie had alleen aan willen
duiden, dat zij den grondslag, waarop de ver
tegenwoordiging is gebouwd, niet zoo slecht,
zoo vermolmd acht, dat de vertegenwoordiging
nog wel wettelijk, maar niet meer zedelijk als
de vertegenwoordiging van het volk beschouwd
kan worden. De quaestie van voorrang van
kiesrechtregeling was dan ook h. i. niet een
eisch van politieke noodzakelijkheid, maar een
vraag van opportuniteit. Geen wonder, zegt
de heer Van Gilse, dat de heer Veegens, deze
verklaring hoorende, dacht aan ’t woord
de spraak den mensch gegeven is om zijn ge-
Een beslissing der
en de
Welk „landsbelang" nu, vraagt de
i van den heer
dachten te verbergen."
Kamer werd in dezen niet uitgelokt
nevelen bleven hangen. Eén lichtstraal schoot
er doorheen, zegt de schrijver, toen de minis
ter van binnenlandsche zaken op een vraag
van den heer Hartogh verklaarde, „dat het ’t
stellige voornemen der regeering was om de
wetsvoordracht tot regeling van het kiesrecht,
zoodra zij behoorlijk zal zijn voorbereid en uit
gewerkt, het departement van binnenlandsche
zaken te doen verlaten en den weg te doen
volgen, die naar deze Kamer leidt."
Wie zal nog zeggen, dat het een onverschillige
zaak is of wij een ministerie-Van Tienhoven,
dan wel een ministerie-Tak hebben, vraagt de
n I
P i
11
S
zou te veel eer zijn, zulke beweringen onzin
te noemenwij willen een andere bewering
daar tegenover stellen en wel deze dat sinds
het toenemen der christelijke scholen, waar
men toch van maatschappelijke deugden niet
weten wil, het getal gevangenen merkbaar
is toegenomen de conclussie blijve voor den
lezer.
Wij zoeken het causaal verband en willen
geen blaam werpen op onze „christelijke” broe
ders en dan vragen we verder of het „christe
lijk” onderwijs den mensch genoeg kracht geeft
voor den strijd om ’t bestaan
Zie, de toekomst is niet helder voor ons oog
donkere schaduwen verrijzen aan den horizon,
en daarom mag men zich niet verwonderen,
wanneer menschen in allen ernst de vraag gaan
stellen: wat er van den nacht is? Vanwaar
al die nevelen komen
Onverklaarbaar is het pessimisme niet, dat
in de wereld steeds meer om zich grijpt. Het
is de maatschappij, die voortdurend om belang
stelling vraagt, de maatschappij met hare over
bevolking naast overproductie de maatschappij,
die steeds meer menschen krankzinnig opsluit
of als misdadig in de gevangenis brengt. Zoo
eindigt, in huizen van bewaring, het droeve lot
van velen, die vroegen om brood wijl zij hon
ger haddendaar wordt de deur gesloten voor
het levensgeluk van velen onzer medeschepse
len, die niet mochten produceeren omdat er
meer dan voldoende geproduceerd was, schoon
niet voor hen. O bittere ironieDaar brengt
de dood verlossing aan medebroeders, die hunne
edele gaven ongebruikt moesten laten, wijl zij
toch een plaatsje in ’t gelid moesten veroveren,
om in hun eerste nooddruft te kunnen voor
zien en daartoe was schier bovenmenschelijke
inspanning noolig.
Maar ook slechte menschen, ja meestal slech
ten vinden daar hun woonplaats
Ongetwijfeld vindt men in de gevangenis
slechte menschen de vraag is echter, wat onder
die benaming verstaan moet worden. Er zijn
er, en hun getal is niet gering, die ons bij deze
vraag wantrouwend aanzien die ten stelligste
kunnen verzekeren dat deze vraag reeds lang
is opgelost. Door wie? Wel, door de open
bare meening natuurlijk. Dat is nu eenmaal
de groote keurmeester, die algemeen vertrou
wen geniet. En de rechtbank ook wijst u het
schepsel aan, dat dierlijk, boosaardig, verdorven
isdat als gevaarlijk voor anderen, en niet
waardig om in de gemeenschap te leven, achter
slot en grendel over zijn slechtheid kan
denken.
Er zijn er
toon weten mee te deelen, dat alle
I een middel, dat
1 bukken, kruipen en gelooven, te verkrijgen is. op don Jacobsladder, de een hoog, de ander
door hetgeen typisch, maar ook envooral door
‘"hetgeen logisch is. Toch is een logisch mensch 1
in onze maatschappij nog bijzonder typisch er
zijn in de logica consequenties, die hij, om welke i
reden dan ook, niet aan durft en niet aan wil
nemen. Ja, men vindt het dwaas altijd conse-
quent te zijn en noemt het een stokpaardje van i
bekrompen geestenonze grootsche ziel heeft
met consequentie niets te maken, evenmin als
de mensch niet zijn schaduw, die gisteren op
den muur viel. Dat bewees nog onlangs een
'"baron, die in onze landszaal sprak over water
staat. Die baron was inconsequent ter wille
der logicadie logica leerde hem, dat het over
stag gaan alleen de wind in ’t zeil kon houden, i
Die baron wist, dat hij door deze inconsequen
tie de harten won van veel kiezers die eerlang
te wegen hebben of zijn Hoog-welgeboren nog
geschikt is om lid van de Staten-provinciaal te
zijn. Alzoo uit zucht tot levensbehoud. Die
zucht is den mensch ingeschapendaarvoor
heeft hij alles, tot zelfs zijn vrijheid, veil; daar
voor laat hij zich opsluiten in de werkinrichting
van het Rijk of maakt hij uit eigen beweging
kennis met de gevangenis. De strijd om het
bestaan vordert bij de meeste menschen de in
spanning van al hunne krachten, zoodat zij met
veronachtzaming hunner edele vermogens, zoe
ken een positie te veroveren en daartoe wordt
bij zoovelen helaas beslag gelegd op het gan-
sche leven.
h. Hoofddoel is om langs eerlijken weg een
plaatsje te verwerven aan de haverkist; zoo niet,
dan aan de kist waarin het gesneden stroo ge
vonden wordt. Is het gedrang ook daar te
groot, dan is het hulp vragen bij zijn mede-
inenschen aan de beurt, en zoo stelt hij zijn
eischen steeds lager, tot hij ten slotte ook den
eisch der eerlijkheid over boord werpt en zich
vergrijpt aan de wet van Mozeshij moet toch
leven, zoo redeneert hij, en wat deed Jozef, de
brave Jozef? Toen hij den hongersnood voor
zag, ontnam hij den landbouwer het koren, ja
erger nog, Jozef ontnam hun ook het geld toen
de nood was aangebroken, en voor koren, dat
hij genomen had, nam hij in ruil van het volk
al wat het bezat zijn vee, zijn huis, zijn vrij
heid. Of alle dieven redeneeren, durven we
niet gelooven, maar degenen die uit nood stelen,
zeker en stellig. Zij moeten hun geweten toch
sussen.
En zoo redeneert reeds menigeenzoo zal
■mA.
het bij steeds meerderen worden gevonden.
De uitbreiding en vermeerdering van het getal
krankzinnigengestichten is het treurig, maar wel
sprekend bewijs van de steeds grootere inspan
ning in den levensstrijd, welke de maatschappij
van de massa vordert. Ook de godsdienst le
vert aan die huizen zijn contingent, zal men
zeggenvoorzeker, maar, zonder de scherpte
van dit verwijt in ’t minst te willen afstompen
voor zoover het gericht is tegen de boodschap
pers van vrede en liefde op aarde, is toch de
5 4
'R-
I
maatschappij mede schuld aan
i en Ij lelijkheid vun velen, die hiervoor herstel
j zoeken in het genademiddel der orthodoxe leer,
zoo eenvoudig: door een weinig -soluut slecht is dat ieder
Ook het aantal gevangenissen neemt gestadig laag,
toe, Ms om het bewijs te leveren, dat alles in y;*
de wereld toch niet is pour le mieux dans le aj wat menBeh heet, verdeeld is.
meilleur des mondes. Wordt het volk dan zoo- i Bijzoo groote verdeelheid, waar het den
veel slechter van de openbare school Het j mensch zelf betreft, komen we tot de overtui
ging dat onze onwetendheid nog groot is, die
geen eenvoudig, duidelijk antwoord weet te
geven op een eenvoudige vraag als bovenstaande.
Zoo blijft de mensch een raadselachtig wezen,
dat voortdurend onze nieuwsgierigheid prikkelt
en wie zou niet eens den lust gevoelen een
electrische vonk los te wrijven om een blik te
kunnen werpen in den mensch en zijn slecht
heid.
Wij gaan de wereldmarkt op met onze drie
monsters om eens een slecht mensch te zoeken,
maar aldra bespeuren we, dat zoo’n schepsel
zich niet gemakkelijk laat vinden. Het is alles
zoo voorkomend, zoo goed, dat we één der drie
monsters, dat der erfzonde, laten varen. Het
wil er ook bij ons niet in, dat een mensch de
zonden zou erven van zijne vaderen, en hunne
deugden niet. Lichamelijke gebreken, nu ja,
dat laat zich begrijpen en daaronder behoort
ook de gemakzucht, die alles langs den eenvou-
digen weg tot klaarheid wenscht te brengen
die de zonden zwakheid des vleesches noemt,
alsof niet vele en groote zondige daden op groote
inspanning van den geest wijzen. O zeker, de
geest is gewillig, ook tot het verkeerde niet
zelden toch dat groote geesten het in het beest
achtige het verst brengen.
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneer,
op Zaterdag den 7 November e. k.
des avonds ten zeven uur.
punten van behandeling:
1. Resumtie der Notulen.
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
3. Benoeming van een leeraar aan het Gym
nasium.
4. Alsvoren van een onderwijzer aan School
no. 2.
5. Alsvoren aan School no. 3.
e
s
:h courant
I
4
s
it
a
.t
h
n
1-
luupuil ui UUVX XXVVX
8
1
I
i
;r
■d
■g
■V