It
L
MEïns- h w he
‘WT W
A
1R9I
No. 90
Z E S-E N-V EERTIQSTE
ter
ONS ONDERWIJS.
t»- I
il
R Q A N C4.
11 N O V E M B E 13.
Ook dit is weer een gevolg van
BINNENLAND.
aan
was.
En dan
moet,
>0.
1
Bij deze Courant behoort ale bijblad Feuil
leton-nummer 103.
ts
Hf
tike
ide-
1F,
I
1
te
K,
ht
111
at j
m I
id I
of I
>n I
e- I
ïn
acht
m J
1 1
o
le-'
Mi'
ts
JS I
i'i
311 I
k,
ie I
3d
•t,
In -1
!'1
n- I
a- I
>s,
e- 1
ili
n.
ti
le
n- I
p,
en ZATERDAGS,
voor 3 maanden f 1.franco per post 1 1.25.
stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
k s
k
o
3
0
5
5
5
i)
^zekere kans te hebben eenmaal „zelfstandig'
5t<
a I
a
d:
ia-
en
n
schoolwet-Maekay de deur zoo
gezet, j
na gebleken bekwaamheid niet de invloed van
een
Deze CO ERANT verschijnt WOENSDAGS
Abonnementsprijs
Alle brieven en
in te zenden.
N.
f
eur
“llr iV
O. I
ADVER TENTIÉN van 1 tot 4 regels, gewone’letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Met belangstelling zullen ongetwijfeld allen
die bij den veehandel betrekking hebben verne
men, dat er weder wijziging is gekomen in de
voorschriften, te volgen bij den invoer van vee
uit Nederland in Engeland. De quarantaine van
10 dagen, welke vee uit ons land tot dusver
moest ondergaan, is teruggebracht tot een obser-
vatie-quarantaine van 12 uur.
Het gerechtshof heeft vrijgesproken den door
bet hof in Den Bosch wegens beweerde vergif
tiging zijner vrouw veroordeelden provisor te
Waalwijk, wiens zaak door den Hoogen Raad
naar het Haagsche hof was verwezen.
M,-
jr
n I
ts I
n
ig
le
it
Als een klein bewijs, welke ontzettende som
men ook bij onze marine door de artillerie wor
den verslonden, diene het volgende. Dezer da
gen zijn bij de directie der marine te Willems
oord een aantal kanonnen van 23 cM., die voor
eeuige jaren, ongerekend de daarbij behoorende
kostbare affuiten, ongeveer 25,000 gulden ge
kost hebben, thans in het publiek verkocht
voor f 26.
Deze stukken brachten dus slechts ongeveer
het duizendste-deel op van hetgeen zij gekost
hebben.
sten op de lijst.
Daardoor verviel op eens de dwaze redenee-
ring, waarop de huidige verhooging gebaseerd
is, dat een onderwijzer, die hier voor zijn taak
geschikt wordt bevonden, in een andere ge
meente, waar men een hooger salaris uitlooft
en dus keus heeft uit tal van liefhebbers, wordt
teruggewezen. Ook het bezwaar, tegen de af
schaffing der vergelijkende examens ingebracht,
dat daardoor vele onderwijzers de studie vaar
wel zeggen, zou bij het instellen van een acte-
examen voor eiken rang ongegrond blijken.
Daartegenover zou het onbetwistbaar voordeel
staan, dat de onderwijzer wordt geplaatst op
één lijn met iedere andere maatschappelijke be
trekking, waarbij na afgelegd examen de op
klimming geschiedt naar anciënniteit. Waarom
toch wordt van den onderwijzer gevergd, dat
hij, om verhoogd te worden, met oudere en
jongere collega’s zich telkens komt presentee-
ren om gewogen te worden door een schoolop
ziener, wiens methode van wegen niet zelden
alles behalve betrouwbaar heeten mag. Waar
om moet een onderwijzer, die naar betere con
ditie uitziet, telkens de vernederende bedelstaf
opnemen om zich te presenteeren bij raadsle
den, wier ontwikkeling of maatschappelijke po
sitie den bedelaar niet zelden een glimlach op
het gelaat tooveren
Er is veel begrip noodig om in te zien hoe
onbegrijpelijk anderen soms zijn. Dat deze
vernederende positie den onderwijzer onwaardig
is, wordt door sommige schoolopzieners althans
ingezien toch is, zooals uit het bovenstaande
blijkt, de afschaffing der examens veelal slechts
een verplaatsing van de kwaalvandaar dat de
onderwijzers zelf het niet eens zijn over de
vraag of het examen dient afgeschaftnatuur
lijk wordt echter ook bij de voorstanders der
examens het onbillijke, vernederende niet voor
bijgezien ook bij hen was de leus om uit twee
kwaden het beste te kiezen; om beide gebre
ken te ontloopen is bij de tegenwoordige in
richting ondoenlijk; alleen de onderwijzer als
staatsambtenaar is voor beide gevrijwaard.
Maar, zal men zeggen, bij de keuze voor den hoog-
sten rang is men afhankelijk van de inzichten der
schoolautoriteiten en daarop valt niet altijd te
vertrouwen.
Voorzeker zal er, als in alle zaken, iets
te wenschen overblijven; één zaak dient
echter toegegeven, welke dit euvel tot iets
meer dan een fictie maakt: de betrekking
van schoolopziener wordt zeer dikwijls bekleed
door mannen, die van een school en hare in
richting, van peadagogie en methode dikwijls
niet veel meer weten dan de klank. Het is
I treurig hoe het.toezicht, eenmaal in de wet als
i noodig erkend, wordt opgedragen aan advoca-
I ten, leeraren bij het Middelbaar Onderwijs, ja
en dan kan het niet anders of ook
het toezicht moet aan deskundigen worden toe
vertrouwd.
Daartoe kieze men uit de onderwijzers van
den hoogsten rang en die keuze kan veilig aan
den minister worden overgelaten. Daarmee
bespaart men aan sommigen de moeite, om,
wanneer zij het ambt van schoolopziener wor
den waardig gekeurd, in vergaderingen van de
onderwijzers zelf, of uit peadagogische werken
zich de noodige kennis van dat vak te verza
melen er over mee te kunnen opreken.
De lezer zal ons deze uitweiding vergeven,
al houdt ze niet rechtstreeks verband met ons
onderwerp, wanneer hij bedenkt, van hoeveel
belang het is, dat aan deskundigen het school
toezicht worde opgedragen, enkel met het oog
op de bevordering van den onderwijzer-staats-
ambtenaar naai- keuze van den staat.
Wezen we reeds hier en daar in ons opstel
op het groote voordeel voor het onderwijs ver
bonden aan eene regeling van staatswege, nog
moeten we even den nadruk er op leggen dat
waar de verhouding van den onderwijzer ten
opzichte der gemeentenaren vrijer wordt, ook
zijn taak daardoor wel wat aangenamer wordt.
De kleurschakeeringen in het leerplan van
verschillende scholen waar te nemen moge hier
als bewijs dienen, hoe dikwijls meester reke
ning moet houden met inzichten der autoritei
ten verder de gebouwen en hun onderhoud,
de meerdere of mindere genegenheid van de
raadsleden jegens den persoon des onderwijzers,
zich openbarend in vaststelling of vermeerdering
van salaris en in meer zaken, die zich hier en
elders voordoen. En de gemeente zou van veel
lasten ontheven worden vooral voor uitge
strekte plattelandsgemeenten, als in Friesland,
zou het een ware verademing zijn. Naar ver
houding der bevolking is het onderwijs ten
platten lande het kostbaarst, in de steden het
best. Die ongelijkmatigheid zou hiermee een
eind nemen, wanneer de staat voor alleu optrad.
Ook zou men dan niet en ook dit is een
argument voor vele gemeenten het gekibbel
hebben tusschen aangrenzende gemeenten over
schoolbouw, schoolgeld enz. voor scholen op of
in de nabijheid der grensscheiding gelegen. En
het schoolgeld zou gelijkmatig worden, wat voor
velen een uitkomst zou zijn. Terwille van die
gelijkmatigheid, zoowel van het onderwijs zelf,
als ook van den onderwijzersstand, kortom van
de geheele regeling, geven we dit stuifmeel aan
de elementen prijs, met de hoop dat het in
vele hoofden vrucht moge zetten in ’t belang
van land en volk.
De nieuwe Postwct zal, volgens de Haagsche
Ct.den laten December niet in werking tre
den.
De voorbereiding, die door de internationale
conferentie te Weenen werd vertraagd, eischt
zooveel bemoeiingen, een aantal voorschriften
enz.dat men ook nu weer teleurgesteld is in
de verwachting van nog tijdig, in deze maand,
gereed te komen.
Loopt alles meê, dan zal de invoering op 15
December geschieden.
Maar waarschijnlijk is ook dit niet.
natuurlijk, eerst de Nieuwjaarsdrukte
voorbijgaan, eer men de wet in werking kau
stellen.
Zeer vermoedelijk dus zal de datum der in
voering 15 Januari worden. Maar zooals
gezegd is beslist is ’tnog niet, of het 15
December dan wel 15 Januari zal zijn.
plaats op de ranglijst, met dien verstande dat
bij den hoogsten rang of rangen de bevordering
geschiede naar vrije keus uit de hoogst geplaat- t blijven, ook bij de keuze van het schooltoezicht,
j de belangen vamjiet onderwijs en van den on-
I derwijzer
JA
wijd heeft open- wat niet al.
Bj de bevordering of overplaatsing moet de inrichting die van het schoolopzienersschap
Na een zeer korte ongesteldheid overleed
Maandag nacht te Gorinchem onverwachts de
heer II. J. Dijckmeester, lid der Tweede Kamer
voor het hoofdkiesdistrict Tiel.
Zaterdag had de overledene nog deelgenomen
aan de vergadering der „Liberale Unie,“ wier
penningmeester hij was.
De heer Dijckmeester was een zeer verdien
stelijk lid der Kamer. Zijne uitgebreide en
degelijke kennis van praetische onderwerpen
werd door zijne medeleden hoog gewaardeerd.
Door het overlijden van genoemden heer
Dijckmeester en het bedanken van den heer
Bogaerdt zijn thans in de Tweede Kamer twee
vacatures, een te Tiel en een te Gouda. De
heer Oppedijk heeft bericht, dat zijn gezond
heidstoestand hem verhindert vooreerst de ver
gaderingen bij te wonen.
Bovendien is Kampen, gelijk men weet, nog
altijd niet vertegenwoordigd. De heer Noordtzy
heeft indertijd verklaard, dat hij zich aan de
theologische school zou blijven wijden.
De heer Schaepman heeft, naar men in de
N. R. Ct. leest, bij de behandeling van de
militaire noodwet in de afdeelingen der Kamer
een nota ingediend.
een eereambt of wel een goed bezoldigde be-
gemeentebestuur werkzaam zijn; elke pro- trekking maakt, zóo goed, dat mannen van
motie moet worden afhankelijk gesteld van de hoogeren stand het niet beneden zich rekeueu
er naar te dingenmet een kleine reorganisatie
was dit echter te verhelpen. Hoofdzaak moet
II.
De nieuwe wet op het lager onderwijs gaf
aan velen, die het opstel- en sommen-maken I
moede werden, de gelegenheid zich nogmaals
een proef te wagen, nu de mogelijkheid
van vrije keus geopend was. Men gaf zich
over aan de kansen der fortuin. „Ohfortune!
a ton caprice, Viens je livre mon destin“.
Maar ook dit redmiddel bleek niet afdoende,
1 ook al werkte het eenigszins nadeelig voor de
exajnenjagers. Nog altijd bleef de verhouding
1 dezelfde: van elk vijftal kon slechts één het
f brengen tot de betrekking van Hoofd met de
daaraan verbonden voordeelen van eigen wo
ning en tuin.
En zoo bleef de onderwijzer, wat hij was
het salaris werd niet verhoogd en, met enkele
gunstige uitzonderingen, was het verre van toe
reikend voor het onderhoud, zelfs van het klein
ste gezin. Voorwaar geen opwekkende gedach-
te voor hen, die hun leven wenschen te wijden
i aan hot onderwijs.
Alleen de Staat kan hierin verbetering bren
gen, door in de wet eene betere regeling te
treffen met betrekking tot de stoffelijke belan
gen des onderwijzers. Onze wet is in dat op
zicht nog geheel gebaseerd op den toestand van
50 jaar geleden, toen een onderwijzer stond
voor klassen van 100 a 200 kinderen en de
verhouding van vraag en aanbod zoo gunstig
-- waren, dat voor de meeste onderwijzers de ze-
kerheid bestond, dat zij de vrije woning een
maal zouden betrekken.
De ongunstige verhouding in dat opzicht
maakt het in onzen tijd in het belang van ou
derwijzer en onderwijs beide noodzakelijk, dat
de Staat meer beschermend optrede door het
verhoogen van het minimum-inkomen en door
de invoering van een klassensysteem, zich re
gelend naar bekwaamheid en anciënniteit.
Gewenscht zou het zijn om in navolging van
vroeger, op het voetspoor van wat te dien op
zichte in sommige staatsbetrekkingen geschiedt,
3 of 4 rangen b.v. vast te stellen, welke in-
deeling dan ook op de scholen diende toege
past te worden. De overgang van den eenen
rang tot de andere kon worden afhankelijk ge
maakt èn van de rapporten van het schooltoe
zicht èn van het afleggen vau een voldoend
examen. De prikkel, hierin gelegen, om door
inspanning èn op school èn door studie de vrij
.a
te zullen werken, of ten minste een bestaan te
veroveren, om zich de weelde van een eigen
gezin te kunnen veroorloven, zou stellig den
lust van den onderwijzer aanwakkeren, waarbij
het onderwijs niet weinig baat zou hebben.
Voor zulk een regeling nu dient het onder
wijs geheel staatszorg te worden. De onder
wijzer moet gevrijwaard worden tegen de be-
"krompen, dikwijls wisselende meeningen van
vele gemeentebesturen, voor welk euvel de
ara ei iin hrmnsseibt sm.
f
i
16
6
5
41
5
52
81
16
12
>5
.3
i-
m
Ml
k
fi
rn
rd J
0-
A1T.
,7
1
.i J-.
tis
- 'ï- iii~C
a
l
:e