1
GkHIIAH II IIEI IBliOMIISSUli:\T SIM.
L
1 I
d I
1891
No. 92
Z E S-E N-V EERTIGSTE
N G.
CONGRESSEN,
21 IN O V E >1 13 E n.
i.
1 -
if
n
k
»f J
u 4
f- I
n I
En i
h
OEEKER OI R t VI
tK!
evenwel niet
reeds den zetel te her-
Kuyper, op onbepaalde in-
Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post t 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
s
t,
n
n
k
,e
d
jut
>9
a
1.
d:
><l-
‘11
e
n
;s
S
\ii:i ms ii ommiiBUD w iie
en
ordentelijk,
maar voor
baan breken of gidsendienst niet in de wieg is
van onzen tijd, die velen
naar een andere, be-
■- I
it I
a I
,t I
een engelof
ook een zeer alledaagsch, prozaïsch mensch
een schepping, die gewoonlijk zeer
zeer ordelijk, zeer nuttig zelfs is,
De verkiezing te Gouda heeft al onder zeer
zonderlinge omstandigheden plaats. Ziethier op
welke gronden de Tijd den anti-revolutionairen
eandidaat want als zoodanig fungeert de heer
Havelaar aanbeveelt.
„Wij gelooven dat deze keuze een gelukkige
is; niet omdat de heer Havelaar anti-revolutio-
>0,
>2.
bezweren en
achtendie den oorlog een noodzakelijk kwaad
"1 tot tijd van
wat er in de wereld te veel is die achteruit
gang toeschrijven aan eigen schuld en den
van zelfmoord door
te hooge levenseischen, te hooge loonen, te
hooge hypotheken.
de kranke,
genees-
gelijkend op het ellendigelaisser faire, laissez
aller.
Leest ge dat de nieuwe wereld onze goede
„oude** weer verrast heeft met iets, dat in het
industrieel leven groote vereenvoudiging brengen
zal, dan slaat u de schrik om ’t hart bij de
gedachte aan die nijvere werkbijen, die met de
aankomst van het ding buiten de muren der
fabriek worden gezet, met de spottende, bittere
opmerkingdat wie niet werkt, ook niet eten
zal.
Wanneer men dan in godsdienstigen kring
Da Costa hoort nazingen, dat met den Heer der
Heeren een vast verbond gesloten is, dan ge
voelen we voor een oogenblik onzen afgunst
oprijzen dan benijden we die vromen, maar
bij eenig nadenken vermeestert ons weer het
medelijden en wij vragen hoe het deze Gide
onsbende vergaan zal te midden eener wereld,
die door toenemende ellende, door steeds mach-
tiger om zich grijpende onzedelijkheid, den Heer
der Heeren steeds ineer onteert.
Wanneer men leest van de vergaderingen in
het oude Rome, de woonplaats van den vrede
vorst hoe weinig sympathie zij wekken bij de
wereld, den vrede-apostel incluis, met hare
vredelievende en vrodezoekende pogingen, rijst
dan niet in uw hart de twijfel aan de zedelijke
en redelijke vermogens dezer menschenwereld
en hare apostelen
In al die twijfelingen toch is niets meer
„shocking** dan de kennismaking met mede
schepselen, die niet twijfelen en
men 1
ver-
yt
„Straks komt een
wijzer, die ’t wegrede
neert.
Wie verwondert er zich dan over, dat in
onzen bij uitstek wetenschappelijken tijd de twij
fel meer en meer post gaat vatten in de men-
schelijke gemoederen Dat er algemeen wordt
r^etwijfeld aan de alleen-zaligmakendc kerk en onze borst zich een gevoel aanmeldt, eenigszins
vorst is de hoogste wet. I
Wanneer alle wetten niet in staat zijn onzen
twijfel te bezweren wanneer hier en
aan de alleen-zaligmakende kerk en
1 hare paradoxen dat men zich meer en meer
gaat afvragen of onze tijd de beschaafde mag
heeten, waarin de mensch zich nog niet ver
heven acht boven de vraagwat zullen wij
eten en drinken of: erger nog zullen wij
wel te eten en te drinken hebben?; dat aller-
wege de ontwikkeling wordt in twijfel getrok
ken, die met buskruit en kanon het recht van
den sterkste huldigt?
-N» Ge wetenschap heeft ons met veel uitvindin-
gen verrijkt; maar de gevolgen dier uitvindin
gen stellen ons niet gerust omtrent de basis
onzer maatschappij.
De wetenschap heeft de vernielings-werktui-
i gen volmaakt tot een hoogte, die ons duizelen
doet bij de gedachte: hoe het de wereld ver
gaan zal, wanneer op het commandovuur 1
die duizenden affuiten zullen losbranden in onze
maatschappij en het al in dood en niet zul-
-jen herscheppen.
slechts als een zeer bekwaam, doch bovendien
als een hoogst gematigd, voor de leden van alle
r„..v„a zeer welwillend man heeft doen kennen,
terwijl ook op goede gronden mag worden aan-
genomen, dat het militaristisch streven van ve
len zijner geestverwanten, evenmin als het steile
Calvinisme van dr. Kuyper, op onbepaalde in-
I stemming bij hem kan rekenen. Onder veel op- i
ken wordt met het noodlottig gevolg dat de katholieken een heel wat aannemelijker candi-
v w Qnti-ravnlntinnniro lid
1 Uoran hals-over-kon eraan. is onze twiifel uit. I -ir
Twijfel is de kwaal
reikhalzend doet uitzien
tere eeuw.
En wanneer men heden ten dage meent, niet
te kunnen volstaan met de schouders op te
halen, dan krullen zich de lippen tot een „/in
de siècle.*
Vraag aan don man van kennis en ervaring
of hij den wereldvrede bedreigd acht, en hij zal
u met een schouderophaling afschepen.
Verzoek hem een antwoord op de vraag, of
hij de maatschappij bij voortduring bestaanbaar
acht op de dienstdoende grondstellingen, en
wanneer hij een ernstig man is wat
van een wetenschappelijk mensch mag
wachten is een schouderophaling al wat ge
verneemt.
Week aan week, het gansche j aar door, som
tijds van twee kanten te gelijk, brengt de tele
graaf een
teoowel van vorsten als van ministers, die
over
UIT DE PERS.
candidatuur en de Goudsche anti-revolutionairen
bij het stellen van de candidatuur-Havelaar in
derdaad getracht hebben, den katholieken het
samengaan mogelijk te maken, dan verdienen
zij voor dit streven geprezen te wordente meer
daar in de Stand, den laatsten tijd een geheel
andere leer werd verkondigd. Stemmen wij
derhalve in met de candidatuur van den heer
Havelaar voor Gouda, wij wensehen aan die
instemming allerminst de beteekenis te hechten,
dat de katholieken in de districten, waarin zij
minderheid zijn, voortaan wél zullen handelen
met steeds den anti-revolutionairen eandidaat,
zonder hem omtrent eenige voorname punten
gepolst te hebben, voetstoots over te nemen.
Wij gelooven integendeel dat in den regel een
onderzoek naar de denkbeelden van den candi-
daat moet voorafgaan.**
Nog krasser luidt het oordeel van de Maasbode:
„De heer Havelaar schijft het blad
vertegenwoordigde in het kabinet-Mackay het
gematigde liberale element en heeft zich een
naam gemaakt door de schitterende wijze, waarop
hij het departement van waterstaat bestuurd
heeft. Dat hij den leerplicht niet wil, is
waarschijnlijk, en dat hij den persoonlijken
dienstplicht niet begeert, is zeker, althans vol
gens de vertrouwbare geruchten, die geloopen
hebben hij behoorde tot de minderheid in het
ministerie, die tegen de legerwet was.
„Vraagt men, hoe de anti-revolutionairen er
toe gekomen zijn een liberaal te camlideeren,
een man dus, die ’t anti-revolutionaire program
wel niet onderschrijven zal, dan blijven wij het
antwoord schuldig; trouwens dat is hun zaak.
Voor de katholieken is Havelaar verre te ver
kiezen boven Van der Breggen, en daarom
hebben zij hem genomen, en zij hadden vol
komen gelijk.
Overigens hebben de anti-revolutionairen zich
te Gouda zeer meegaande getoond. Aanvanke
lijk hadden zij den heer Fabius uit Amsterdam
gesteld, maar dit deed voor de katholieken de
vraag geboren worden, of Fabius wel beter can-
didaat voor hen was dan Van der Breggen.
Aanstonds bedankte de heer Fabius, en er werd
door de anti-revolutionairen een eandidaat ge
kozen, die voor de katholieken aannemelijk
was.
Hiermede hebben wij, naar wij meenen, de
voorbereiding der Goudsche verkiezing naar
waarheid beschreven; de katholieken hebben
alle aanleiding om tevreden te zijn.**
En naast deze aanbeveling staat die van de
Standaard:
„Gelijk uit de candidatuur-Havelaar blijkt,
bedoelen onze mannen in Gouda ditmaal meenens
te vechten.
Het is geen vertoonen van de vlag, maar een
ernstige poging om nu reeds den zetel te her
winnen.
Nu is zeker de keuze van den eandidaat ge
lukkig.
Gelijk bij gelegenheid van het congres werd
I opgemerkt, is Havelaar een dier mannen, die
ons als een trouvaille in den schoot zijn ge
worpen, en die het veni vidi vici tot lijfspreuk
zouden kiezen.
Ons althans is geen minister bekend die, eer
tijds nimmer genoemd, zoo plotseling zijn positie
veroverde.
Ook op het sociaal congres werd dit erkend,
en blijkbaar gevoelden de vergaderden behoefte,
dit den oud-minister in een daverend applaudis-
j sement te zeggen.
Men zal moeten erkennen dat de eandidaat
Maar die twijfel werkt heilzaam. Gelijk elke
crisis, waarin God het menschelijk verstand
aandrijft, zal de twijfel een voorbode zijn van
moreele gezondheid, van geloof. En deze licht
zijde van het „fin de siècle* is een ware ver
ademing. Onder al het rumoer, door de wereld
gemaakt; bij al de onrust, die op onzen aard
bol heerscht; bij elke vraag of wij met pak en
zak, en heelhuids, in de nieuwe eeuw zullen
overstappen, is de vrucht van onzen twijfol een
steeds sappiger en zoeter verschijning, die ons
fin de siècle steeds meer omzet in een fin de
doute.
Voor immer? Waarschijnlijk niet. Maar
voor hoe lang, voor hoe kort zelfs, de twijfel on
ze maatschappij verlaten moge, de kuur zal
weldadig op ons gewerkt hebbende leven
wekkende kracht van het geloof, dat er een
betere wereld dan de onze mogelijk is, za 1 de
levensmoede wereld uit haren staat van ver-
zonkenheid doen opschrikken.
De ezel Marco zal de roos op Julia’s borst
weten machtig te worden, en met Julia aan
zijne zijde den ezelsstaal vaarwel zeggen.
Met vertrouwen begroeten we te dien opzich
te de congressen, waaraan onze tijd zoo over
vloedig wordt. Zij doen de hoop op evenwicht
herleven in het staatkundige, in het maatschap
pelijke, ja ook, dat Marco in het godsdienstige
van zijn ezelsvel ontdaan zal worden. Zij ver-
sterke ons in ’t geloof, dat de kunstenaar
zal worden gevonden, die voor het schijnbaar
overbodige radje de plaats zal weten ^e vinden,
waardoor de gang meer regelmatig wordt.
En in dat geloof glijden we voor het oogen-
Llik licht heen over de twijfelmoedige vraag:
of niet het uurwerk stil zal staan vóór de komst
van den meester-uurwerkmaker.
De wetenschap bracht ons cL
1 eeuwen geleden heeft de wijze Socrates 1
^J»eeds uitgesproken; van al zijn wetenschap wgs
deze de voornaamste: dat hij niets wist. En
andermaal zegt het de leekendichter in zijn twijfel te bezweren wanneer hier en elders
M at ons de wijzen als waarheid verkonden, j rusteloos gewerkt wordt om door nieuwe wet-
I ten meer geloof en vertrouwen in het menschen-
hart te storten; wanneer men deze makers en
voorstellers van nieuwe wetten zoekt te bekoe
len in hun ijver door stortbaden als verdacht
making, benadeeling, verguizing, dan bereikt
onze twijfel het hoogste punt, waarbij ook in
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71/» Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Hooger, steeds hooger trekt men de schouders nooit mismoedig zich gevoelt, is
j op in hooge en lage kringen en men vraagt
met beklemd gemoed, of er dan niemand is,
I die uit dezen chaos orde scheppen zal of er
de twijfel. Voor niet iemand is, die over de gansche wereld de una,uui>
i het woorden luide uitspreektDe wil van den gelegd.
gelooven ook.
Zij, die geen verbond sloten met den Heer
der Heeren, wijl zij in hun portemonnaie sterk
j genoeg zich wanen om elk gevaar er mee te
elk bondgenootschap overbodig „airj^ maar omda? hij 'zich Tls minister'niet
ais een i
partijen
boodschap van vrede en vriendschap noemen, tot opruiming van tijd
^_uK)owei van vorsten ais van ministers, die ons
een oogenblik verlegen doet staan over onzen
twijfel, tot weeindelijk weer in de twijfelvraag landbewoner beschuldigen
vervallen met den uitroepdat teveel bewijzen
eigenlijk geen bewijzen zijn.
En ons bekruipt het gevoel van
die, bij al de geruststellingen van den
Wanneer morgen de luns uit de as getrok- i zichten dan ook is de heer Havelaar voor
..,'1.1 i'lnrot onwnoTnnliilmr no
daat dan het vroegere anti-revolutionaire lid
gen een allerzonderlijkste figuur maakt.
>edanken voor de
.nijbereider en ten slotte, twijfelend en
Tiend, alle hoop op het torenhaantje vestigen
gaat.
b
r-
.0