rm
«■HR R Illi IWffllSSÏBT SUffi.
llfflis- EU IIIIEIITWIE Mill ïllllll IIE
I
F
1891
No. 97
4
DE PROSTITUTIE-QUAESTIE.
B
I
F
9 D I. C E 3I B E R.
k
WOENSDAU
1
iets HR
OEEKER (Oil! 15
I
.ELS
'.emit
•ting
I
BINNENLAND.
*4
IT
1
t
i
I
t
r
i
Alle brieven
in te zenden.
i en
Sen
ism* J
i/rr-
41
5
52
SI
16
LG
a
:o
.5
15
15
0
6
l
12
'5
Deze CO UR A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post t 1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
f
9
De samenkomst der Roomsch Katholieke Ka
merleden heeft niet tot het vormen van éen be
paald politieke groep geleid. Wel is besloten
dat allen eendrachtig zullen samenwerking waar
het geldt de katholieke belangen in verband met
hun werkkring, maar het recht der leden om
tot andere vereenigingen, met name tot de be
staande Centrumclub toe te treden of te belmo
ren, is ten volle erkend.
De Spectator heeft een plebisciet uitgeschre
ven hij vraagt van allen, die daarin belang
stellen, voor 20 Dec. een opgave van hoogstens
10 werken van Holl. schrijvers of dichters der
Het hoofdbestuur der Ned. Maatschappij van
geneeskunde heeft zich andermaal tot de regee-
ring gewend met verzoek om wijziging van art.
23 der gemeentewet in dien zin, dat in het ver
volg niet langer geneeskundigen onbevoegd wor
den verklaard in gemeenteraden zitting te ne
men omdat zij met de armenpraktijk, vaccinatie
en doodschouw, of met het leveren van genees
middelen ten behoeve der armenpraktijk zijn
belast.
De Boodschapper deelt mede, dat het belas-
tingontwerp, hetwelk dezer dagen het departe
ment van financiën heeft verlaten, vergezeld
gaat van een toelichting, waarin de regeering
haar geheele financieele plan uiteen zet.
evin-
■rd er
rt-en.
zoo liefdadig; reeds onze voorvaderen stonden
daarvoor bekend.
En wij hebben instellingen in de groote
steden althans die er voor waken zullen,
dat de door de moeder-aarde gegeven zuivere
j voedingsstoffen niet eerst door hare kinderen
at-
i
ter
len
hts I
om I
ge-
nig
hij
ido I
dat I
lite I
Hij
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgevef.
iteld
i’en-
1,65.
•wee I
■root
vermoogt,
ware en schoone zal met vrucht tegen het ma
terialisme een dam kunnen opwerpen, wanneer
het door uwe verbittering minder wordt gehe
keld, wanneer gij aan dat geloof uwe taak over
draagt.
Onze tijd is materialistischen gelijk bij alles,
komt bij het bestrijden der maatschappelijke
kwalen steeds meer onze halfheid aan den dag.
Voor al die kwalen hebben wij halve genees
middelen; en wanneer gij staat tegenover hen,
die onze bedorven maatschappij op eens in een
ideaal-staat willen verkeeren, zijt ge niet te
vreden met op het onmogelijke daarvan te wij
zen. Gij volstaat niet met de alleszins gegron
de bewering, dat onze onontwikkelde maatschap
pij in den socialistischen heilstaat zich niet thuis
kan gevoelen en naar alle berekening ook in
het jaar 2000 zich niet thuis zal gevoelen. Gij
treedt repressief, met geweld op, tegen de ver
kondigers dier leer, en hierin toont gij u zelf
zuchtig, oumenschelijk en dwaas. Zonder toch
de leer der soc.-democraten te willen omhelzen,
moogt gij hun vrij de eer geven, dat zij althans
eene oplossing gaven van het vraagstuk en dat
op hunne aanwijzing menschenvrienden, ja zelfs
de regeering, middelen aanwenden, die het
kwaad zullen verzachten.
Ook de prostitutie-quaestie zal meer en meer
blijken met de brood-quaestie in verband te
staan- Hoe er ook wordt gestreden en gewre
ven over de gedachte: of de regeering moet
reglementeeren, het zal alles als kaf voor den
wind vervliegen. Eerst wanneer de maatschap
pij het huwelijk minder tegenwerkt; niet voor
dat aan de ongehuwde vrouw uit de lagere- en
middelklasse door werk een eerlijk bestaan ver
zekerd wordt; niet alvorens onze samenleving
uit hare zenuwachtige overprikkeling weer tot
de kalmte is teruggekeerd; niet eer zal deze
koorts uit onze gemeenschap verdwijnen. Aux
grands maux les grands remèdes. Eu dat groote
geneesmiddel is de oplossing der brood-quaestie.
en er zijn er meer vereischen voor hare onzen donkeren, steeds donkerder wordenden
i tijd, waarin de dag-
zelfverloochening. En wijl nu de
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke
januari 1892 hun 19de jaar zijn
’s voórmiddags 9 uur.
's middags
’s namiddags
uit,
een
lijn
ik
die
eed
ïo-
srt,
len
sijn
ujn
cii-
pa-
><>S,
ge-
)ch
im.
im
ide
ou
de,
BEKENDMAKING.
Inschrijving voor de Nationale Militie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek,
Gelet op art 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Au
gustus 1861 (Staatsblad uo. 72) en op de Wet van 1 Mei 1863
Staatsblad no. 44).
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen, dat bij hoofd
stuk III dier wet, handelende over de inschrijving voor de
militie, onder anderen voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den Isten Januari van het jaar
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of
zijn beide oVêrleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verbluf
hield
8. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
is zijn voogd geen ingezeten, mits hy binnen het rijk verblijf
houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo-
rende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver-
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aange-
i nomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1 van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de
voogd woont,
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hy woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands geves
tigd is, in dè gemeente waar hij woont;
4. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land
woont^ in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst iu
Nederland gewoond heeft.
De Ned. R.-K. Volksbond, afdeeling Amster
dam, heeft, volgens de Tyd, een adres aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden,
behelzende het verzoek om het daarheen te
leiden, dat aan de verklaring van den Minister
van Marine bij de beraadslagingen over de be
groeting van marine, dat het eerstvolgend voor
Indië te bouwen pantserschip niet zal worden
gebouwd op een der Nederlandsehe marine-wer-
ven, bij eventueelen bouw van bedoeld oorlogs
schip geen gevolg worde gegeven; maar, zij het
dan ook met behulp van buitenlandsche mo
dellen, of op een wijze, als het der Hooge Re
geering goeddunkt, in het belang der Neder-
landsche nijverheid, in het belang der Neder-
landsche bevolking, die daarbij betrokken is, de
bouw zal plaats hebben aan de Rijks-marinewerf
te Amsterdam.
Op den jongsten Protestantendag verklaarde
een der afgevaardigden, de heer van Loenen
Martinet van Santpoort, dat de sociale quaestie
niet enkel is een brood-quaestie.
In abstracte kunnen we hierin meegaan; naast de met zand of andere stoffen worden vermengd,
voor zij deft weg naar onze magen vinden.
En wij hebben tegenwoordig ook onze mid-
Typisch, niet waar? In
te
Ba
ng-,
po-
ar-
cht
len
dat
>en
un, M
eid H
pof
;en
ge-
;en
>st, brood-quaestie zijn er andere, welke onze aandacht
vragen, om slechts te noemen de drank- en
prostitutie-quaestie. Al die quaesties echter j dernachtzendehngen.'
>en I
jen I
n k, I
ph- I
len j
■rd J
ei
bo "I
de’ j
sen j
tits I
'eg J
•k. I
ui- I
in I
l,“ I
y<j
Eö,
118
fd
<le
de
lor
Id
ka- I
oh
jp
't I
pn I
1er ‘I
ird J
.en I
11-
au
Hl- I
ll'll
>1» l
nt I
II-
te 1
.ar
en nachtevening, het sche
meruurtje steeds meer wegvloeit, in onzen tijd
dagen zendelingen op, die te middernacht zul
len getuigen op straat gevaren trotseerend
van het goddelijke, het engelachtige in den
mensch.
Te middernacht worden de dierlijke harts
tochten ontketenddat is, voor hem die er aan
mocht twijfelen, het duidelijkst sprekend bewijs,
dat de mensch half dier, maar voor de andere
helft een engel is.
Dat is voor hem het bewijs, dat het half-
engel wel den strijd heeft moeten verliezen,
maar dezen toch niet opgeeft, ja zijn meerder
heid in kracht toont, door dat de winnende
zich schaamt over zijn zegepraal, en in het
verborgen zich deze ten nutte maakt. Toch
moet ons dit niet tot zorgeloosheid stemmen.
Waar het rijk der duisternis, waar de nacht
steeds meer zich uitbreidt, daar is de vraag
gewettigd en natuurlijkof dit kwaad zich zal
blijven verschuilen achter de middernacht-
duisternis. Gewettigd,als we zien, hoe in groote
steden het schaamtegevoel tegenover dezen maat-
schappelijken kanker steeds afneemt. Natuurlijk,
als we de oorzaken nagaan, die het dierlijke
steeds krachtiger steunen en ten troon zoeken
te verheffen.
Onze tijd is materialistisch. Er wordt gespot,
veel en openlijk, met het heiligste; een soort
schaamtegevoel tintelt de wang als het woord
God over de lippen komt. Waaraan is dit toe
te schrijven? Ach en wee over u, die bij Zon
dag aan Zondag, steeds dezelfde holle frazen,
dezelfde ceremoniën debiteert, die het hart steeds
meer gevoelloos maken; treurig is uw bedrijf,
oneerlijk uwe klacht over materialisme. O
Kerk, die uwe heele, of halve, maar althans
overbekende waarheden week aan week aan
de goê gemeente te slikken geeft, als de gere
gelde lepel levertraan, die op den duur de maag
bederft en ongeschikt maakt voor de spijsver
tering, of als de kaaskorst, waaraan men zich
de tanden stuk bijt. Wij gevoelen dan ook
meer eerbied voor die zendelingen te midder
nacht, dan voor u, verkondigers van holle, ver
ouderde, bombastische theoriën, van wier onbe
duidendheid het gedrag der menigte steeds dui
delijker getuigenis aflegt. Gij, die niet meeleeft
met uw’ tijd, deedt beter nog eens ter schole te
gaan, dan wel u op te werpen als rechters over
de maatschappij en hare kwalen. Zeker hebt
gij voor een goed deel schuld aan die kwalen,
en uwe verblindheid kwam nooit helderder aan
den dag, dan in uwe klacht, dat de menigte u
steeds meer afvallig wordt, waartegen gij niets
ille
non
en
7
c.—
Jor-
ida-
en-
i ie
Ou- I
.au
ide
té
uil
en
oplossing een en hetzelfde beginsel: het groote
beginsel van
brood-quaestie het meest onze zelfzucht op de
proef stelt, ja, wijl de verschillende vragen on
zer maatschappij verwant zijn aan of voort
vloeien uit deze brood-quaestie, valt er aan
geen zuivere oplossing van één dezer vragen te
denken, voor we met dit laatste vraagstuk klaar
zijn gekomen. Onze tijd is een moeilijke tijd;
de grond waarop wij bouwen blijkt van vulka-
nischen aard te zijn. Een krater stiet een tijd
lang zijne rookwolken uit, maar in onze on
verstoorbare kalmte zijn we er aan gewoon
geraakt. Er wordt geklaagd over gebrek aan
_werk, over armoede, en wij hebben onze beurs
geopend om langs den weg van liefdadigheid
voor deze kwaal een pijnstillend middel aan te
wenden. Wij gevoelen het wel dat er iets
hapertwij erkennen dat de maatschappij niet
volmaakt is, ja wij spreken er wel eens over
wat toch wel de reden mag zijn van het feit,
dat zoovelen, die werkkracht en werklust be
zitten en dus tot nut der gemeenschap konden
werkzaam zijn, non-actief worden gesteld en
zich moeten behelpen met het schamele brood
’dat de liefdadige hand hen aanbiedt. Wij heb
ben daarbij het feit te constateeren dat de
levensbehoeften betrekkelijk goedkoop zijn, het
geen toch zeggen wil dat er overvloed is. En
wij raken de kluts kwijt om onze aandacht te
wijden aan een nieuwen krater, en nog een.
Wij zien de onverschilligheid jegens den gods
dienst toenemen; wij lezen hoe alle levensmid
delen worden vervalschthoe het aantal mis
daden toeneemt; het aantal krankzinnigen
•vermeerdert; de onzedelijkheid steeds meer om
zich heen grijpt. Wij zien den invloed van
het gezag beklaagd; en wij vernemen hoe in
ons vrije Nederland, die spreekwoordelijk ge
worden bakermat der vrijheid, de vrije gedachte
steeds meer wordt onderdrukt en door werk
gevers de hongerstraf wordt toegepast, voor
wier gestrengheid de gevangenisstraf eerbiedig
ter zijde gaat.
Wij gevoelen het, dat er iets gedaan moet
worden aan deze pestziekte, wier zweren op
verschillende plaatsen van het lichaam tegelijk
zich vertoonen, en met meer of minder ijver, ja
zelfs gedwongen, dragen wij des apothekers zalf
aan, om de verschillende pestbuilen te dichten
en te genezen.
Zoo hebben wij comité’s gevormd, om in den
wintertijd geld te bedelen en soep uit te dee-
|j len, en er komen aanzienlijke giften in, die
C ons in staat stellen, den soeppot aan ’t koken
L,a te houden. Och ja, het Nederlandsehe volk is
4 iogetreden, en die alzoo geboren zijn in 1873, en wel voor
en 4
en 8 10
v, ju, ii en 12 r H
13, 14, 15 en 16 ’s middags 12
17, 18, 19 en 20 ’s namiddags 1
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen
te kan geschieden van ’smorgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Sneek den 8 December 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEW1TZ, Secretaris.
Slechts het geloof aan het goede en
gezeten, die geen Nederlander is
en, tn uie uia
Wijk 1, 2, 3
5, 6, 7
9, 10, 11
17, 18, 19
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in-
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die, "ter zake van ’sLands
dienst in ’s Rijks Overzeesche bezittingen of Koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort re worden inge
schreven is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet
houders aan te geven tussehen den isten en 31sten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vade r,
of is deze ovérlede’i, zijne moeder, of zyn beiden overleden,
zjjn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede van
art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waar
toe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den
6en JANUARI 1892, ten Gemeentehuize alhier eene bijzondere zit
ting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in
gezetenen, die op den