MLDÏS 1IDBTE1ÏÏIHL1D W DE
■EfflENIIET1RR011SSEMT S1EK.
•J
I
No. 99
1891
E E R, T I O ST E J A
Z E S°E N-
R G A N G.
w o k i a a
HET VOORSTEL van M. L KORT.
I
fo
ur- j
cht
len
dat
icu
nn,
eiil
pof
ten
ge
ren
D 12 <D JE 31 13 E 13.
16
iH
i
i;
r
4»
s-J
I
OEEKER COIRAN
l
i
,N
f
210,—
„3330,—
72,-
n
BINNENLAND.
296,—
w
De minister van binnenlandsche zaken heeft
1
A
w
w
n
n
W
ft
Te samen
Waarschijnlijke opbrengst
Rest
bebouwen en zaaien
grond- en polder-
lasten
210,—
35,—
12-
Rest
ombouwen
•n
n
t>
30,—
25-
j
ets
self
Deze CO UB A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
n
1
t
1
J
l
t
i
i
ia-
ate
m-
len
AN
3
e
a
j-
e
30,—
30,—
12-
22,-
10,-
240,—
20,-
o-
2-
at-
nij
Totale uitgaaf
Bij publieken verkoop bedraagt
waarschijnlijk de opbrengst van
het gewas
150,—
193,—
2-
343,—
2,~
405,—
Te samen
Bij een matig gewas kan men
rekenen op 225 HL. aardap
pelen, welke voor de fabriek
waard zijn
De verslagen van de Inspecteurs van den
arbeid over 1890 zijn verschenen. Zij zijn sa
mengebracht in een stevig boekdeel van 392
bladzijden. Een aantal staten komen tusschen
den tekst voor.
Door ieder der inspecteurs wordt achtereen
volgens behandeldI. algemeen overzichtII. in
richting van fabrieken en werkplaatsenIII. be
veiliging tegen ongevallen; IV. instellingen in
het belang der werklieden.
ter
len
hts
om
ge-
nig
hij
ido
lat
fite
H>j
‘CS I
en I
jk f
ed
>id I
„3200,-
Te samen
Bij een gemiddelden hooiprijs zal
het land waarschijnlijk aan hooi kun
nen opbrengen aan eerste en tweede
snede (of naweide) 72,
333,—
to I
na- I
Te samen
Waarschijnbjke opbrengst der
haver
fiit,
êen
lijn
ik
ijk,
die
ued
io-
iijn
lijn
ch-
pa-
»os,
ge
le h
mi.
mi
lde
ou
de,
ien
en
lik,
til
len
?rd
e,
)o
de*
ien'
its
'eg i
■k.
ui- j
in
1/
yk
us
fd
le
de
er
ia,
d-
k-
ch
1- I
Ft j
pn I
ter j
jrd
De Standaard wijst er op dat de uitkomsten
der jongste of zevende volkstelling merkwaardig
zijn, in zooverre dat ze duidelijk een relatieven
achteruitgang van de Roomsehe bevolking aan-
toonen.
De bevolking van het gehecle land bleek in
ronde cijfers vier millioen vijfmaal honderddui
zend te zijn.
Naar de gewone raming, dat de Roomsehe
bevolking twee vijften van het geheel zou uit
maken, zou deze dus 2 x 900,000 zielen sterk
moeten zijn, of een millioen acht maal honderd
duizend. Feitelijk daarentegen bleek, dat zij
slechts een millioen vijf maal honderdduizend
zielen telt. Aan het twee vijfden komt alzoo
drie maal honderdduizend te kort.
Het cijfer 1,500,000 gaat juist drie maal op
de 4,500,000 van de landsbevolking. De Room-
schen zijn dus niet meer twee vijfden, maar
juist één derde van het geheel onzer natie.
En tegen dit één derde staan twee derden
over, die op 100,000 Joden en 82,000 kerkeloo-
zen na, alle tot de onderscheidene Protestant-
sche gezindheden behooren.
De heer Den Beer Poortegael heeft in de
Amst. te kennen gegeven, dat bij de benoeming
van een opperbevelhebber voor de opperste lei
ding der defensie in tijd van oorlog, op dit
oogenblik, d. w. z. in vredestijd, niet alleen niet
noodig maar ook niet wenschelijk acht. De
voorbereiding in tijd van vrede van al wat de
verdediging betreft, behoort geheel tot de taak
van den minister, bijgestaan door den chef van
den generalen staf. Is alles in orde, zijn alle
generaals behoorlijk ingewijd in de plannen,
dan kan een opperbevelhebber worden benoemd
tegelijk met het bevel tot oproeping der militie.
de en vruchtdragende krachten in de natuur,
dan aan eenig volk te eeniger tijd voorheen!
Het is door onze schuld, dat uitgeteerde man
nen om werk bedelen, dat zwoegende vrouwen
iu haar bloeitijd wegkwijnen in gebrek en el
lende, dat onschuldige kinderen om brood schrei
en en langzaam verhongeren.
In Opsterland is de helft der bevolking zóó
arm, dat zij minder dan f 250 per jaar en per
gezin inkomen heeft en de armverzorging van
gemeentewege kost in die gemeente met 15.000
inwoners 39.000 gulden.
En waarin bestaat die armenzorg, wat
wordt er in Friesland door de gemeente (een
aantal burgers, die zich tot een gemeenschap
hebben vereenigd met het doel elkanders rech
ten te verdedigen, de rust te bewaren en de
welvaart te vergrooten) gedaan voor de broe
ders en zusters, die zich-zelven niet helpen kun
nen?
Rauwerda geeft er ons een staaltje van in de
Amsterdammer van 29 September 1891.
En die ellendige „armenzorg“ kost nog zoo
veel geld, dat de gemeenteraad van Opsterland
heeft besloten een commissie naar den Haag
af te vaardigen, om aan den Minister te vra
gen, de gemeente met een rijkssubsidie te hulp
te komen, omdat er door het stijgen der armen
lasten een tekort is van 15.000 gulden.
Schande over een maatschappij, die zulke gru
welen toelaat!
Schande over hen, die dat onverschillig kun
nen aanzien!
voor 5 HL. (mud) zaai haver
voor zaaien en onder-eggen
voor maalgeld eu grondbel.
4e jaar. Uitgaaf voor
eggen
haver en zaaien
klaverzaad
grond- en polder-
lasten
368,-
Op de jaarvergadering te Drachten, 15 Au
gustus ’91, diende de heer Kort te Tijnje (bij
Gorredijk) het volgende voorstel in.
De Bond voor Landnationalisatie dringe bij
de Regeering aan, om een wet in het leven te
roepen, die aan Gemeentebesturen de macht
geeft ongecultiveerde gronden, in hunne ge
meenten gelegen, te onteigenen en in bezit te
nemen.
De onteigenings-prijs te bepalen door drie
deskundigen, één van wege den eigenaar, één
van wege de gemeente en één te benoemen door
den kantonrechter, in wiens kanton de gemeen
te ligt.
De wet bepale tevens dat de gemeenten voor
iedere hectare grond, die zij op die wijze ont
eigent en in cultuur brengt, voor den tijd van
6 jaren een renteloos voorschot van den Staat
kunnen ontvangen van 300 gulden, terwijl zij
verplicht zijn, na afloop van dien termijn, ieder
volgend jaar 100 gulden per hectare van die
.schuld af te lossen.
De onteigende grond blijft in het bezit der
gemeente en mag nimmer verkocht en niet lan
ger dan voor 10 jaren verpacht worden met de
bepaling, dat na afloop van den pachttermijn
de waarde-vermeerdering van den grond
dia een gevolg is van den arbeid en van de
kapitaals-aanwending van den pachter hem
A volgens taxatie zal worden uitgekeerd.
De heer Kort geeft bij dit voorstel de volgen-
,de toelichting
Ti
en
De schrijver neemt deze gelegenheid te baat
om den vorigen minister van oorlog, den heer
Bergansius, te verwijten dat deze voorbereiding
onder zijn bestuur zeer veel te weuschen over
liet tengevolge van onkunde, voorbeeldeloos op
timisme, routinegang en een heilloos stelsel van
geheimhouding. Wat deze uitval met diet be
toog zelf te maken heeft, is niet recht duidelijk.
Is de benoeming van een opperbevelhebber
dus niet noodig te achten, zij is volgens den
heer d. B. P. niet wenschelijk, omdat in vre
destijd allerlei intriges vrij spel hebben en al
licht de goede vriendjes vóórgaan. Karakter
hebben is in een tijd van vrede soms een grooto
sta-inden-weg, zegt de schrijver. Allerlei intri
ges hebben vrij spel en boven geschiktheid en
verdiensten gaan allicht anciënniteit of andere
oorzaken. Dreigt er daarentegen gevaar, ge
voelt ieder dat het ’m spant, dan werkt de
drang tot zelfbehoud overwegend en er bestaat
veel meer kans dat dan een goede keuze wordt
gedaan.
Een ander gevaar ziet de heer Den Beer
Poortugael in de mogelijkheid, dat de opper
bevelhebber misbruik van zijn hooge positie
maakt, daar hij feitelijk alles is. Zulk een
groote macht kan een dreigend gevaar worden
voor den staat.
De schrijver besluit zijn beschouwing als
volgt
„Vóór wij hebben een behoorlijk leger, eeni-
germate berekend voor zijn laak, d. w. z. een
leger niet overmatig sterk in getal, maar in elk
geval sterker dan het onze, een leger, dus geen
benden soldaten zonder een genoegzaam aantal
deugdelijk geoefend kader, zullen er nog eeni-
ge jaren verstreken zijn.
„Wij hebben het nu 12 jaar gedaan zonder
een opperbevelvoerend generaal, wij kunnen
het nog wel die jaren ook en dan over zes
jaar is onze geliefde kleine Koninginne in haar
18e jaar, een leeftijd, waarin reeds menige
prinses hare hand heeft geschonken. Dan is er
weder krachtens de grondwet een Prins van
Oranje, een aangewezen opperbevelhebber. Hoe
meer die moge wezen aan Nederland verwant,
hetgeen mogelijk zou kunnen wezen door ge
boorte uit een prins der Nederlanden, hoe meer
waarborg zou worden verkregen van eigen
schappen, die zoodanig de sympathie des volks
wegdragen, dat daarin gelegen is een hechter
waarborg voor den troon, dan alliantiëu met
vreemde vorsten kunnen schenken.
„Als er dan oorlog uitbreekt, hebben wij dus
waarschijnlijk van zelf weder „een persoon in
vredestijd aangewezen om in oorlogstijd belast
te worden met de opperste leiding onzer defen-
sie“ een prins van Oranje aan het hoofd en
als deze dan terzijde gestaan wordt door een
chef van den generalen staf, een Von Moltke
in kennis, in zwijgen, stategisch beleid, dan is
dat verreweg beter dan nu reeds vóór wij een
behoorlijk leger hebben, te haasten met de be
noeming van een bevelvoerend generaal.
Rest
Wanneer de Gemeente nu in ’t be
zit is van 10 H. A. zoodanig bewerk
ten grond
kan zij hierop laten bouwen een
huis met schuur en stalling voor
Te samen ƒ6530,
De huur- of pachtwaarde per jaar van zulk
een plaats raam ik op 450 gulden. Neemt nu
in aanmerking hoeveel de Gemeente heeft ge
wonen door de toename der innerlijke waarde
van den grond. Mijns inziens mag men de in
nerlijke waarde der boerderij stellen op f8000.
Alles is berekend naar de tegenwoordige waarde
der producten en der vaste goederen. Ik heb
land zien verkoopen, dat minder was bewerkt
en bemest, voor f2000 per H. A. En nu vraag
ik of het te verantwoorden is, dat nog zooveel
land onaangeroerd blijft liggen, terwijl de werk
man bedelt om werk en terwijl ook wederom
uit het vorenstaande blijkt, hoe mild de natuur
de hand des vlijtigen loont.
Opsterland is 22.442 Hectaren grootduizen
den bunders grond, waarop de zon schijnt en
de regen valt, die toebereid kunnen worden om
duizenden arme menschen werk en brood te
geven, liggen waardeloos, nutteloos, tot schande
van ons, bewoners der aarde in de laatste ja
ren der 19e eeuw; van ons, aan wie God groo-
tere macht heeft gegeven over de levenwekken-
2-
555,—
150,-
405,—
225,-
297,—
cn I
u- I
an I
m-'l
idf'W
te
.ar
.de toelichting
Toelichting bij het voorstel, om ongecultiveer
de gronden in de gemeente Opsterland pro
ductief te maken, en van de voordeelen
daaraan verbonden.
De gemeente onteigent grond tegen eene
waarde, getaxeerd volgens den tegenwoordigen
on
som
f 100,—
Rest
5e jaar. Uitgaaf voor aankoop van mest
en arbeidsloon
grond- en polder-
lasten
Transport 405,
3e jaar. Uitgaaf voor omspitten aan ar
beidsloon
pootaardappelen
poten en schoon
houden
rooien en schiften
grond- en polder-
lasten
2,—
52“
UIT DE PERS.
Rest
2e jaar. Uitgaaf voor aankoop van mest
en arbeidsloon
Uitgaaf voor 5 HL. (mud) rogge
bebouwen en zaaien
gang van zaken. Zij zal voor een hectare
gecultiveerde!! grond moeten betalen eene
van één honderd gulden.
Verder betaalt men
a le jaar. Aan werkloon (egaliseeren)
n
n
n
ADVEBTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7‘/1 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.