CEMEEHE HIIE1IIMKIKT SHIS.
Kimis- B Wim™ Wffll HE
EEK.
P I
ui
iteuW
.ed -V
vinfl
laar®
1892.
No. 1
Z E V E N-E N-V E k R T I G 8 T E J A
(892
SILVÉSTER-AVOND.
HET NIEUWE JAAR,
I
p*l
d.|
ïsl
bil
4eJ
en
t I
HB HHHISHl
SHEERER GURU
‘V.
Zoo zij het
o
136$
II
11 ll
SI
hopen,
A
BINNENLAND.
■t
h
in
jen.
was
van
van
inde
leeft
aar-
igen
een
»t om
een
wanL
Jt8,
ij»
n
a
1
?1
n
L
1
3
t
e
o
,n
!C
ht
in
en
jen
as-
lit-
an
en
[an
*18-
ie-
Jat
ste
ra-
’elk
ten
■era
■en.
,ver
mi-
n
’8 middags
’s namiddags
f
hom
te I
,-hd.ll
Ivin I
Al I
ik a l I
etsv
Naar de Haagsche correspondent aan de Zutf.
Ct. meldt, worden tegen Februari de eerste
belastingsvoorstellen verwacht, zoodat die door
i de Kamer bij haar terugkomst in de afdeelin-
1 gen kunnen worden onderzocht. Men zegt, dat
geen algemeene inkomstenbelasting zal worden
loet
de
ara
en
ia
de
staathuishoudkundig weekblad
van Eyk, komt weder
voor van algemeen
ons
lot moeten deelen, maar toch voelen wij
altijd meer
«ogenblik van
wonder trouwens.
kort, en tusschen dezen en den vooraf geganen
mijlpaal tintelde vaak de heerlijkste zonnestraal,
die ooit op ons levenspad viel, of zweefde de
somberste wolk, die het kon benevelen; tus-
sohen die beide mijlpalen kan de zaligste
zelfvoldoening liggen van een welbesteed le
vensjaar en ook de meest vlijmende zelfbe
schuldiging van een onherstelbaar deficit voor
hoofd en hart beide. In elk geval levert aan
den zijn roeping en plicht zich be wasten mensch,
het daartusschen liggend tijdvak, ook alleen
maar met zijn gewoon afwisselend lief en leed,
zijn denken, werken en strevsn, stof genoeg
op, om als onwill. keurig een blik achter zich te
werpen en althans eenige oogenblikkén stil te
staan bij ’t verleden. En bij dien terugblik zal
hij vindengeboren illusies en gestorven ide
alen; vervulde en onvervulde wcnschen; zelf
voldoening of zelfverwijt over welbesteede of
verbeuzelde uren. Als hij doordrongen is van
de waarheid
„Ernst is het leven o zalig, die ’t weten,
„Arbeid en roeping en edele strijd,dan
zal hij zich daarbij de ernstige vraag stellen
of hij in eigen en ruimeren kring, voor de zij
nen en voor de maatschappij, steeds met zijn
beste krachten in dien geest werkzaam was, en,
waar hij zich bij dat vluchtig maar eerlijk zelf
onderzoek zijne tekortkomingen bewust wordt,
zich oprichten en gesterkt voelen door het hei
lige voornemen, in de toekomst meer en beter
aan roeping en plicht te willen beantwoorden.
Wèl hem, die, met een terugblik op het ver
leden en zijne tekortkomingen, de toekomst met
zulke ernstige voornemens tegemoet gaat, door
drongen van het besef, dat wij gedurende de
korte spanne tijds waarin het ons gegeven is
te leven en te werken, geroepen zijn niet maar
alleen voor ons zelven, maar ook en vooral ten
nutte van anderen werkzaam te zijn.
Eu al zal dan ook het volgende-, even als
het nu ten einde spoedend jaar zeker wel weer
rijk zijn aan ervaringen, die ons geleerd heb
ben, dat het rijk van liefde en vrede nog geens-
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 ‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtient te vernemen bij
den uitgever.
niiSH
h>M|
r, W|
Dat
nin- I
sor, 1
’oet 1
eid I
em
ggwaaMamai mMMllwl|i im a—■y
Bjj deze Courant behoort ale bijblad Feuil
leton-nummer 107.
i iidpoix bouwen
i lukwie naar vermogen dien geest van hooger
orde heeft aangekweekt bij zich-zelven, in zijn
1 huisgezin en in de maatschappij, kan met
gerust hart dat jaar vaarwel zeggen.
dit stuk inensehenleven is dan vóór hem noch I
voor de wereld onvruchtbaar geweest. j daan
Moge „des drijvers geweldige roede ons dan
en mogen wij
dan ook op ons levenspad vaak meer somber
heid dan zonneschijn, meer doornen dan rozen,
meer strijd dan zegepraal, meer miskenning dan
waardeering vinden het zaligend zelfbewust
zijn, zijn plicht te hebben gedaan naar zijn beste
krachten, kan niemand ons ontnemen en die over
tuiging brengt haar eigene bekroning meê ook bij
den laatsten terugblik op ons streven en werken.
Met hetExcelsior 1 op de lippen, zeggen wij
het oude- vaarwel en met nieuwen moed en
Wil dat niet zeggen, waarde lezer, dat Jan
ons uitgedaan heeft? We zullen dus
weer opleven als Jan Cordaat.
Met een hart onder den riem, gesteund door de
vaste en stellige beloften van ons Kabinet, gaan
u;;u cj' marsc’u.
Mogen we allen dien eindpaal bereiken, vol-
-1 over den afgelegden tocht en met het
zalig bewustzijn, dat de groote hervorming, die
we thans nog in ’t vooruitzicht hebben, einde
lijk verkregen is.
Dan kunnen we verklaren, wat ten op
zichte van het afgeloopen jaar niet zoo gemak
kelijk viel dat het jaar 1892 voor land en
volk een rijken zegen bracht; dat het ons een
grooten stap vooruitbracht in de goede richting,
op den weg, die leidt tot de democratie.
gen kunnen worden onderzocht. Men zegt, dat
- j
In het tweede nommer van Nederland, het ingediend, maar verschillende ontwerpen, waarbij
Deze CO UB AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
De golfslag van den tijd rolt rusteloos voort
dagen, jaren en eeuwen meesleepende in zijn
golving als zoovele druppels in den oceaan van
het verleden en monotoom het zelfde lied zin- i
--e, - 77- --e? e
gende van komen en gaan, dat hij reeds zong 00k aj rusteloos voortdrijven,
bij de wieg der mensehheid en zingen zal bij
haar graf. „De tijd is niets dan kruimelen der 1
eeuwigheid*4 en het kruimeltje 1891, dat wij I
nu nog slechts een oogenblik op den witbe-
pluimden top van de tijdgolf zien zweven, ver
dwijnt straks in denzelfden donkeren schoot van
het verleden, die Alles verzwelgt.
Wel weten wij het nu eenmaal, dat de door
gestelde mijlpalen, even als alles, in dat
ons
of minder ernstig gestemd als het hoop begroeten wij
scheiden gekomen is. Geen
Het menschelijk leven is
bij den aanvang waaraan wij den lezer onzen
hartelijken groet brengen.
We hopen ons te beijveren uit den rijken
stof, waarvan dit jaar zeker over vloeien zal, een
gepaste keus te doen, om uwe belangstelling
voor wat ons allen ter harte gaat het heil
van land en volk gaande te houden.
Een gewichtig jaar zijn we ingetreden. Niet
gewichtig wijl het een schrikkeljaar is, en al-
zoo een dag meer dan gewoon tellen zal, maar
gewichtig bovenal, omdat het ons, behalve een
toegezegde hervorming der belasting, zal bren
gen een nieuwe kieswet naar we
zoo algemeen als maar mogelijk is.
Ons volk staat in dit jaar mondig te worden,
en die gebeurtenis verdient bij den aanvang
van dezen tijdkring ons aller aandacht; niet al
leen de socialisten en radicalen, maar ook de
anti-revolutionairen en katholieken en niet te
vergeten de liberalen ook, zij allen stellen be
lang in deze mondigverklaring.
Hooggeroemde eenstemmigheid, niet genoeg
te waardeeren; het brengt ons nader bij elkaar
en tot de oplossing der maatschappelijke quaestie.
Zeker zal er worden getwist ook; de vraag
toch: hoevelen nog hun onmondig bestaan zul
len voort moeten slepen, zal bij de eensgezinde
vergadering en daarbuiten aanleiding geven tot
geschil.
Met een weinig inschikkelijkheid echter van
de zijde der vasthouders met een kalm, maar
waardig optreden der werkelijk vooruitstreven-
den, zal, hopen en verwachten we, de zaak ten
genoege van het nog steeds onmondige 7/( 0 deel
onzer mannelijke meerderjarigen afloopen.
En zouden we dan geen reden tot blijdschap
hebben, wanneer de afsluiting tusschen mondi-
gen en onmondigen wordt weggenomen?
Ligt niet daarin de hoopvolle verzekering
voor de toekomst, dat ons volk ook den stroom
van den vooruitgang volgt, die door ganseh Eu
ropa reeds sinds langeren of korteren tijd is
waargenomen
zins allen omvat, die geroepen zijn om mede te
aan het gemeenschappelijk ge- Salie bij
staatkundig en
van mr. J. P. Sprenger
een reeks van artikelen
belang.
Vooreerst wijdt de heer 8. v. E. ziin aandacht
aan de belangen der gemeenten en getit by uiting
aan de vrees dat, hangende de voorbereiding van
zoovele gewichtige zaken als dit ministerie ouder
handen moest nemen, de voorziening in den fi-
nancieelen toestand der gemeenten op den ach
tergrond zal geraken. En willen zij, de agen
ten van het staatsgezag, doen wat er te doen is
op ’t gebied van het onderwijs, de politie en de
armenzorg, dan moet er verbetering komen in
hun financieelen toestand.
Geduld is een sohoone zaak en geduld oefenen
is hier noodig. Als het vorige ministerie en de
vorige Kamer niet aan het tegenwoordige had
den overgelaten: kiesrecht, belastingregeling van
het rijk, belastingregeling der gemeenten dan
zou veel spoediger de hand aan het werk kun
nen worden geslagen.
„Maar, aldus besluit de redacteur, als eenmaal
na de regeling van het kiesrecht de hand
aan het werk wordt geslagen en de regeering
daarbij aan haar plan vasthoudt, wordt er dan
niet al te veel gevergd van het geduld der ge
meenten en van hen, die beseffen wat al kwaad
voortvloeit en in steeds toenemende mate blijft
voorvloeien uit haren financieelen toestand
Voorts wordt in het blad ge wezen op den nog
altijd drukkenden accijns op de zeep. In 1863
zei minister Betz dat afschaffing noodzakelijk
was; omdat de belasting drukt op een artikel
van eerste behoefte voor alle standen, een be
hoefte waarvan het gemis of het te karig ge
bruik in de lagere klassen der maatschappij
hoogst nadeelig op de gezondheid en den licha-
melijkeu en zedelijken toestand werkt en ook
omdat elk verbruiker (zonder eenige fabriekma
tige bewerking) op de meest eenvoudige wijze
in staat is het artikel zelf te fabriceeren en den
accijns te ontduiken, waarvan op groote schaal
gebruik wordt gemaakt, zonder dat het mogelijk
is die fraude te voorkomen, terwijl de zeepzie-
derijen een onhoudbare concurrentie hebben
door te staan; maar heden 28 jaar later
bestaat de accijns nog, altijd door dezelfde wet
geregeld.
Eu nog oniangs heelt t Hot in Den Haag een
vordering der belasting-administratie tot veroor-
deeling wegens het onwettig vervaardigen van
zeep ontzegd, omdat niet kon worden nagegaan
dat zeepbereiding had plaats gehad.
Die accijns staat wel op losse schroeven, zal
men zeggen, na 't bovenstaande gelezen te heb
ben. En zoo is het ook.
Maar zoolang hij niet afgeschaft wordt, zal de
zonderlinge regeling, die ten gevolge heeft dat
de een betaalt en de ander niet, wel van kracht
blijven. Want het is een van de eigenaardighe
den van belastingen, die niemand gaarne verde
digt, dat de gebrekkigste bepalingen maar altijd
blijven bestaan. Wie niet tot afschaffing wil
overgaan, durft door het voorstellen eener ver
betering in de wet niet raken aan het wrakke
gebouwtje, en zoo blijft het, hoewel steeds wrak
ker, nog altijd in wezen tot schade en schande
van velen.
VC11 JALI UAXvI XO3Z., VCX1 WC LUVC11 LCll U1Z.C minciCCUC U1JZU11UU1C die
ting zul worden gehouden tot inschrijving der mannelijke in-
len Januari 1892 hun 19de jaar zijn
ingetreden, en die alzoo geboren zijn in 1873, en wel voor
’s voormiddags 9 uur.
10
11
- 12
lauüddags 1
ter Secretarie dezer gemeen-
U I T DE PERS.
I
keldc I
t de 1
stem I
lar
jne
rk-
len
en 4
en 8
en 12
en 1G
n xo, en 20 a i
Terwijl overigens de inschrijving
te kan geschieden van ’smorgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Smeek den 19 December 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BEKEND M A K I N G.
Inschrijving voor de Nationale Militie.
BLKUEMEESTER en WETHOÜPERS der gemeente Sueek,
Gelet op ari 19 der Wet op. de Nationale Militie van 19 Au
gustus 18ól (Staatsblad ao. 72) en op de vv-t van 1 Mei 186$
Staatsblad no. 44).
Brengen door deze ter -.©r ingezetenen, dat bij hoofd-
fltuk Ui dier wet, handexonde over de inschrijving voor de
militie, onder anderen voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den Isteu Januari van het jaar
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1. hij, wi©ns vader, of, ia deze overleden, wiens moeder, of
zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28steu Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2 hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf
hield
3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf
houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo-
rende tot eeueu Staat, waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aange
nomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de
voogd woont
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of Wiens voogd buiten ’s lands geves
tigd is, in de gemeente waar hij woont;
4. van den buiten’s lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst in een vreemd land
woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in
Nederland gewoond heeft.
?;t. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in
gezeten, die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lands
dienst in ’s Rijks Overzeesche bezittingen of Koloniën woont.
Alt. 18. tik, die volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wet
houders aan te geven tusschen den Isteu en Sisten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn valer,
of is deze overleden, zyne moeder, of zijn beiden overleden,
zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede van
art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waar
toe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend, dat op WOENSDAG den
6en JANUARI 1892, ten Gemeentehuize alhier, eene bijzondere zit-
t -
j gezetenen, die op den
Wijk 1, 2, 3
5. 0, 7
n 9, JO, 11
B 13. 14, 15
17, 18, 19