EEN VEL PAPIER.
goed ah onnoodig, de
houden.
de
4
i. 19 en staande aan het Klein- 1 samenwerking.
F
Met een aanhaling der
FEUILLETON.
aldus eindigde de 4 j
14.)
u
De houding der liberale partij in de Tweede
Kamer wordt in Nederland, het nieuwe week
blad van mr. J. I’. Sprengen van Eyk, niet bij-
’tAmen- 1
I van
Historische novelle van GREGOR SAMAROW.
nomen wat de hoofdzaak de kiesrechtquaes-
-j betreft. Niettegenstaande de jongste Depu-
verklaarde voor een meer Christelijke democra
tische ontwikkeling, is door geen der leden van
een echo gegeven op de-
en
Mijne moeder, mijne moeder
en 7 der Wet van
no. 95), tot regeling
het toezicht bij het oprichten
van oorlog zal moeten vol
geroepen. Maar van
waren zij uitdrukkelijk vrijgesteld.
„Alle
minister Berg msius en
VI.
(Vervolg en slot.)
Luitenant Meuron stond middenin ’t rijke en
gezelliggemeubeleerdemetden geur van frissche
bloemen bezwangerde vertrek; hij zag erg bleek,
zijn gelaat trok zenuwachtig en zijne oogen
waren met eene onbeschrijfelijk treurige uit
drukking op Gabrielle gevestigd, die zijn hand
in de hare hield en hem met betraande oogen
aankeek.
De gravin bleef getroffen op den drempel
staan zij had zeker een ander, een vroolijker
tooneel verwacht.
Gabrielle vloog haar tegemoet en riep uit,
zonder hare tranen te bedwingen: „O, tante,
zeg gij hem toch, dat hij blijven mag dat
hij blijven moet dat hij het recht niet heeft,
mij door zijn trotsche eigenzinnigheid het hart
te breken.Zeg hem, dat gij onze liefde goed
keurt! Want hij bemint mij," riep zij uit,
onder hare tranen lachende, „en toch wil hij
weggaan, toch mij verlaten
„Ja," zei Meuron, de gravin naderende,
„ik bemin Gabrielle, ik beken het u en
ik zal die liefde getrouw blijven gedurende mijn
geheele leven ik zal haar met mij in het
genheid zal zijn, om
zwanen in te brengen
zoeker, als zij, die bezwaren hebben in te bren- tatenvergadering met algemeene geestdrift zich
tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de ge
wone I
schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, den 8 Januari 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BEKEND M A K I N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op de artikelen 6
2 Juni 1875, (Staatsblad
van het toezicht bij het oprichten van inrich
tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken
Brengen ter openbare kennis, dat ter Secre
tarie der gemeente ter visie is gelegd, een ver
zoek met bijlagen van de firma Johs. Halbert-
sma, alhier, om vergunning tot het oprichten j
van eene Kuiperij, in het gebouw, kadastraal over een groot bezwaar heen te stappen
bekend gemeente Sneek, Sectie B no. 3100, juist daarin moet voor anderen een nietr
gelegen achter het pakhuis plaatselijk gekwo- sterke prikkel liggen tot ouderling overleg
tOCrd Wijk 2 DO. fClpj-H- I oomanwiirViiirr
zand alhier.
Dat op Vrijdag den 22 Januari 1892, des
er iets van I Ook toen was men
reeds allerlei waarschuwingen wer- beelden niet gereed.
Zonder overleg geen verbetering. Wil de
linkerzijde iets tot stand brengen, dan dient zij
zich te doordringen van de juistheid dezer woor
den. Op de hulp der tegenpartij mag niet wor
den gerekend.
De opmerkingen, dienaangaande door den heer
Sp. v. E. gegeven, verdienen ongetwijfeld over
weging.
„Als er door samenwerking in de linkerzijde
reeds een meerderheid is, zullen misschien leden
der tegenpartij medewerken, wetende dat zon
der hunne medewerking er toch iets tot stand
I zou komen. Zij wenschen dan, door medewer
king, op den inhoud eener wet eenigen invloed
uit te oefenen. Doch als hunne stem noodig is
om de regeering te doen slagen in hare pogin
gen, en als dus zonder die stem de regeering
niet slaagt, dan is het al te gewaagd op de te
genpartij of een harer leden te rekenen.
Men zegge niet: er zijn bij de tegenpartij
toch zeker leden te weldenkend om hunne stem
te weigeren aan iets dat goed is, enkel omdat
het van een niet bevriende regeering uitgaat.
Zulk een weldenkende weet ook, dat op dit
gebied geen enkele regeling absoluut goed is en
dat er daarom altijd transactie noodig is.
Transactie in samenwerking met de tegenpartij,
als deze in kracht kan winnen door de mach
teloosheid van anderen reken daar nu toch
niet te veel op
Dat het mislukken van een poging de kracht
van de tegenpartij verhoogt, is voor deze een
reden om in geen geval meer dan een minimum
van denkbeelden ten offer te brengen en nooit
- en
nieuwe,
en
met den oefeningstijd.
5 minister Bengansius c
recht tegenover elkander. De eerste eischte ten
en minste 12 mtanden, de andere meende dat Ga
den weg af te bakenen, dien twee jaan, voldoende
- - van oorlog zal moeten vol- -
gen om tot oplossing van het vraagstuk te komen. I behandeling.
Hij wijst daartoe de geschilpunten aan tus-
schen den vorigen minister en de commissie van
rapporteurs. Het eerste en wel het meest toon
gevende lag in de wijze van i
gedachte van art. 180 der Grondwet:
uitvoering der grond- behandeling zullen worden genomen. Zjnenzijds
- - C„Alle zal, naar hij hoopt, daarbij kunnen worden c
Nederlanders, daartoe in staat, zijn verplicht wogen, of tiet noodig is dat de zoogenaamde
8 maanden, met herhalingsoefeningen om
was. Het amendement
der commissie, in dezen ingedien I, bleef buiten
Na deze herinnering wijst mr. v. II. er op,
dat de beginselen, in de aangehaalde amende
menten neergelegd, ongetwijfeld op nieuw in
gen der Grondwet:
Noodigt de mannelijke inwoners dezer Ge
in ente uit
1°. die in eene andere gemeente over het
laatstverloopen dienstjaar in de personeele be
lasting naar eene hoogere huurwaarde, dan die
welke volgens art. 1, litt. A en B, van de wet
van 24 April 1843 (Staatsblad no. 15) aan
spraak geeft op vermindering tot een derde of
twee derde gedeelten dier belasting naar de
drie eerste grondslagen, of in de grondbelasting,
tot een een bedrag van ten minste tien gulden,
zijn aangeslagen, daarvan door overlegging der
voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór
den 15 Februari e. k. aan hem te doen blijken;
2°. die op grond van art. 1, sub C, of krach
tens het 4de lid van art. 7 der Kieswet, aan
spraak meenen te kunnen maken om geplaatst
te worden op de kiezerslijsten, daarvan mede
vóór den 15 Februari e. k. aangifte te doen,
volgens het daarvoor vastgesteld, ter Secretarie
verkrijgbaar, model, met overlegging der be
wijsstukken, waartoe in het geval van het 4de
lid van bovengenoemd artikel 7 moeten belmo
ren het aanslagbiljet of authentiek afschrift
daarvan, eene opgaaf van het bedrag van het
aandeel in den aanslag en de bescheiden be
trekkelijk het gemeenschappelijk bezit.
Sneek den 8 Januari 1892.
De Voorzitter voornoemd,
ALM A.
graf nemen! Geen ander beeld zal ooit een
plaats vinden in mijn hart. Als Gabrielle arm
was en met mij gelijk stond, dan zou ik nooit
afstand van haar doen, ook al plaatste de ge
heele wereld zich tusschen ons; maar zooals
’t nu is, worden wij gescheiden door de slsg-
boomen dezer wereld. Vrees niet, gravin, dat
ik trachteu zou, mij in uwe familie te dringen
laat mij gaan, God moge geven, dat Ga
brielle mij vergeet; ik wil niets anders meêne-
nemen als hare achting/
Hij maakte eene beweging om heen te gaan,
zonder dat hij het wagen durfde, Gabrielle nog
maals aan te zien.
Gabrielle wilde hem naijlen, maar de
gravin riep op een onbeschrijfelijk teederen
toon: „HennyHenry!
De luitenant voelde een schok door zijn le
den gaan en keek om. „Mijn God," zei hij
diep bewogen, „hoe komt gij aan dien naam,
dien ik zoo zelden gehoord heb in de buiten
wereld?"
„Hij heet Henry?" riep Gabrielle uit. „Nu
weet ik, hoe ik hem roepen moet, opdat hij
mij hooren zal."
Henry," zei de gravin nogmaals, terwijl zij
den jongen man haastig volgde en zijn hand
greep. „Gij hebt het recht niet, heen te gaan,
er bestaat een wil, waaraau gij moet ge
hoorzamen!"
„Ik ben gewoon, mijn eer te gehoorzamen,
en deze gebiedt mij, te gaan
„Aan één wil moét gij gehoorzamen," zei de
gravin, „en dat is de wil uwer moeder."
te halen; zij drukte de handen tegen haar hart
en fluisterde gedurig weer: „welk een geluk
welk een geluk!"
„Gij zult u kunnen overtuigen, dat alles, wat
- a -
„Mijner moeder? Ik heb haar nooit gekend,
en wie zou het recht hebben in hé-ar naam te
spreken
„Gij hebt haar nooit
riep de gravin uit,
kennen zij staat voor u
armen voor u!“
„Mijne moeder, gij, gravin?" riep Meuron
uit. „Wat beteekent dat alles?"
Hij maakte zijn hand los uit die der gravin
en deinsde van schrik achteruit. Jj
hem in hare armen, zij drukte hem vurig
haar borst, zij kuste hem op voorhoofd, i
en lippen en riep snikkende en lachende tege
lijk: „Mijn zoon mijn zoonmijn Henry
„Zijne moeder," fluisterde Gabrielle, met
hare groote oogen strak het zeldzame tooneel
aanstarende dat zich daar zoo plotseling
voor haar vertoonde; „welk een raadsel?
Maar één ding is zeker alles zal in orde
komen nu kan hij niet meer weg."
„Het is de waarheid, mijn jonge vriend," zei
de hertog, Henry naderende en hem de hand
drukkende, nadat de gravin hem uit hare armen
had losgelaten. „Het is zoo, en bij God, gij
zijt waardig de zoon van zulk eeno moeder
te zijn."
En hij vertelde kort en haastig de geschie
denis, welke hij zoo pas had vernomen.
De gravin sloeg de armen weer om haar
zoon heen, als vreesde zij, dat hij haar op
nieuw zou kunnen ontnomen worden en keek
hem met verrukte blikken aan.
Gabrielle stond te luisteren zonder bijna adem
Maar zij sloot j
-a;in
oogen der, schenk mij uw zegen!"
trok hem vervolgens naar zich toe
„Ik geef u den rijksten zegen des Hemels, mijn
zoon, met de hand van dit kind, dat u het
eerst bij mij in huis gebracht heeft."
Gabrielle vloog naar hem toe. Meuron sloot
haar in zijne armen, en de gravin spreidde
nogmaals zegenend hare handen uit over de
beide door den glans der jeugd en het
geluk omstraalde hoofden, die zich eerbiedig
voor haar bogen.
De kamerdienaar sloeg de vleugeldeuren open
en riep: „Hare Majesteit de koningin van Hol
land
Hortense trad binnen. Zij spoedde zich naar
de gravin, hield haar reeds van verre een vel
papier toe en riep: „Hier, mijn vriendin, hier
is de noodlottige brief. Gij ziet nu wel, dat ik -
gelijk had, toen ik u een wonder beloofde."
Allen maakten eene diepe buiging.
De gravin nam het velletje papier uit de
gekend, arm kind,"
maar gij zult haar loeren j ik u gezegd heb, wa ir is,
zij opent de hertog. „Alle papieren, welke uw afkomst be
vestigen, liggen voor u ter inzage."
Meuron was geweldig geschokt; zijn slanke,
krachtige gestalte sidderde. Hij boog de knie
voor de gravin, hij kuste hare handen en zei
zacht: „Mijne moeder, mijne moeder wat
trilt dat woord toch zoet door de zielMoe-
De gravin lei hare handen op zijn hoofd,’ 1
en zeide
niet alleen de 16009 man,
gansius noodig achtte, maar ook de nog be- mereieele
schikbaar blijvende 14000 valide jongelieden. tiging der stelling, door wijlen De Roo van Al-
u;at. oi-nrid derwerelt gehuldigd, dat algemeene oefening in
oefening vol- den wapenhandel iets anders is als algemeene
- en de heer dienstplicht; dat er verschil is tusschen militaire
Seyffardt verdedigde met klem dat der eommis- oeiening en dienst als soldaat.
JVlltJ 1ULIY Cll <lll~ l Met een aanhaling der „monumentale woor-
’t ontwerp-Ber- den" door genoemden De Roo, militair en staats
man beide, neergeschreven in de „Oiilergmg
het tweede keizerrijk," wordt het artikel
zonder geroemd. Dat de hh. Poelman en Pijt-
tersen geen krachtigen steun voor ’t ministerie
zouden vormen, was bekend, maar dat ook de
hh. Heldt en Kerdijk, e. a. van hun minder
stellig vertrouwen blijk gaven, dat de hh. Rut
gers en Hintzen los trokken op de toezegging
van maatregelen tot verzekering van het lot van
oude en verminkte werklieden, dat ten opzichte
der belastinghervorming nog voor
bekend was
den uitgedeeld, stemt tot nadenken.
een beschouwing voor van mr. S. van Houten
over het defensie-vraagstuk. De titel van het
stuk „Terugblik op de beraadslagingen van het
ontwerp-Bergansius," zou
de heer Van Houten aan het napleiten was.
Deze opvatting is echter onjuist. Uit de beraad
slagingen over dat ontwerp gevoerd en de hou
ding, door den heer Seyffardt als Kamerlid
lid der commissie van rapporteurs aangenomen,
tracht de schrijver
de nieuwe minister
den drempel der behandeling van hof ontwerp
een hoofdpunt in het onzekere: een punt J
gewichtig dat do verdere beslissingen over het
ontwerp eiken redelijken grondslag verloren en,
gelijk inderdaad het geval is gebleken te zijn,
eenvoudig een zaak werden van loven en bieden.
Op den bodem van het stelsel der commissi-
lag ook het beginsel van dienstregeling. Het
stelsel-Bergansius kende vrijstellingendat der
commissie slechts taakverdeeling. Van eigenlijke
plaatsvervanging kan daarbij geen sprake zijn,
maar wei kan bij on lerlinge schikking der taak,
den eeneu bij loting opgedragen, worden geruild
tegen die den ander toegevallen. Dit blijft
echter vast staan, dat allen geoefend moeten
worden en ieder zijn deel der verdediging draagt.
Mr. Van Houten wijst er op dat dit amer Jt
dement voor hem nog een an lore niet min Ier
gewichtige beteekenis hadhet zou ons nl. geen
leger maar een volkswapening gebracht hebben
en daarin ligt een waarborg vooi onze vrijheid.
Er behoort in Nederland geen macht te zijn
buiten het volk en het staat altijd te vreezen
al is het uitzicht daarop in Nederland gelukkig
zeer gering dat van een leger misbruik wordt
gemaakt tegenover het volk.
Een tweede hoofdpunt l ig in de oefening der
landweer. De minister Bergansius achtte ver--^
dere oefening zoo goed als onnoodig, de com
missie wilde, ook als beginsel, de oefening vol-
Zij zig daarin een der grondbeginse
len v.m de legerorg inisatie vooreen klein land
tegenover de organis itie welke voor een groote
is. Ter wille van het
beginsel werd het amendement verworpen.
De bepaling van het contingent hing samen
Op dit punt stonden de
de heer Seyffardt lijn-
De eerste eischte ten
UIT DE PERS.
In theorie week ’t ontwerp-
eisch stelde dat zij, die niet tot dienstplicht ver- en een subsidiair politiekorps z d
plicht waren, in oorlogstijd konden worden op- vormd.
‘r oefeningen in vredestijd
",J. Decommis- punt iets te verwachten. C
sie van rapporteurs stelde voor, allen te oefenen, I Van Houten hopen op vergemakkelijking
..n„,i„ iö.vxi-de minjster gei-_ de dienstruiling, noodig-
ook de nog be-
Hier stond stelsel tegenover stelsel wettelijke
vrijstelling van vredesoefening en
geus nadere wettelijke regeling
zullen ook leden zijn, die aan de wenschen van
ons kiezersvolk vreemd zijn. En om nu in het
debat dit verschil van inzicht niet te laten uit
komen, zal men gezwegen hebben.
Toch is dit een tactiek, waarmee men geen
land bezeilt, en waardoor men nogmaals ver
vallen zal in dezelfde fout, die bij de Grond
wetsherziening is begaan.
Ook toen was men onzerzijds met zijn denk-
Er was geen wil, die iets
I wilde. Daarom wachtte men tot de voorstellen
inkwamen. En het einde was, dat men zijn
parlementairen invloed verspeelde.
Dit gevaar nu dreigt ook thans weer.
Men zwalkt maar voort en voort, tot einde
lijk de minister met zijn voorstellen komt, dan
zal men die voorstellen bezien; en, al naar ge
lang ze zijn, er mee medegaan of er wat op
afdiiigen.
Dit nu is de eenheid der club te hoog stellen.
En oneindig beter ware het dan ook o. i. ge
weest, zoo die leden der club, die ten deze den
ken zooals de Dopntatenvergadering dacht, hun
eigen denkbeelden geformuleerd hadden, en er
kordaat en beslist voor waren opgekomen.
Dan zou Tak nu reeds bij het opmaken van
zijn ontwerp rekening met hen houden. Het
kiezersvolk zou zich niet verloochend achten.
En de-algemeen verloren positie in het par
lement zou in een oogwenk herwonnen zijn."
I
In de Vragen des Tijds komt deze maand I
een beschouwing voor van mr. S. van If.niton m
I mogendheid de beste i
aausiagiiigcn van nei beeinsel werd het. a-nn.i
doen vermoeden dat
van
ztl, naar hij hoopt, daarbij kunnen worden over-
J cor-
mede te werken tot handhaving der onaf ban- i veeën, de huishoudelijke werkzaamhe leu in de
kelijkhei 1 van het rijk en tot verdediging van j kazernes, de politiedienst, enz. ook zullen behoo-
zijn grondgebied." In theorie week’t ontwerp- ren tot de werkzaamheden der dienstplichtigen,
Bergansius hiervan niet af, daar het ook als dan wel of een af leeling werkers en werksters
l worden ge-
Van iemand als Seyffardt, die vrij is
van voorliefde voor parade-vertoon, is op dat
Ook blyft de heer
j’ g van
voor een koloniale, com-
en zeevarende mogendheid, op behar-
llino* ilnnn Txrrilrin I la vr.-»»-» Al,
derwerelt gehuldigd, dat algemeene oefening in
de heer I dienstplicht; dat er verschil is tusschen militaire
sie. Zelfs de kolonel Sehimmelpenninck en au- i
dere stellige voorstanders van
gansius vielen hier de commissie bij.
dement werd verworpen en zoo bleef reeds op
Harerzijds is het hoofdorgaan der anti-revo-
middags te 12 uren, ten gemeentehuize gele- lutionaire partij niet iugenomen met de houding
tegen die oprichting be- i door haar mannen in de Tweede Kamer aange-
i en deze mondeling en l
sehriftelijk toe te lichten en dat zoowel de ver- J üe
gen, gedurende drie dagen vóór ovengenoemd
tiiilatir) ter Secretarie der gemeente, in de ge- UOUUc vum iwwung, i
bureau-uren, van de ter zake ingekomen de club in het debat
ze leuze.
„Dit nu toe te schrijven aan kwaad opzet of
aan onverschilligheid, gaat niet aan, vervolgt
de Standaard en de beste oplossing van dit
raadsel, en waarmee men aan de waarheid het
meest nabij komt, zal wel wezen, dat men ook
in onze club gedeeld staat, en nog niet tot het
forrauleeren van een eigen opinie als club geko
men is.
Er zullen er zijn, die de sympathieën van de
anti-revolutionaire kiezers steunen; maar er