h
■B hi imi iiTrnii III.IH iwii be
(UTE EI IIE1 UilffllllSSBIffl SUB.
I
1 M I
LoliüD voor fle Nationale Militie.
L
T
1(892
r
i
hi| Ui
i *1
non I
^laar I
Fijne I
I jrk- J
I
No, 12
1892
EERTIQSTE
Z E V E N-E N-
R GF A N GF.
I
"f I n
■J
9
i,
ij’
(ok J I
or
F IC IS 14 v 14 I.
IO
iets te verdienen, ligt in schrijven,
een
i
tijd tot tijd
En zoo vindt dus de schreeuwende ongelijk-
K -
1
t
5
Alle brieven
in te zenden.
als de verschroeiende vitriool op het kostbaar
gewaad. Malthus was de veorlooper van Dar-
>n
id
le-
\iii-B
laar-*l
M
rf.
n,
em
ah
r»
ei
4
Deze CO I RANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
ZOU*
j te
bnd-
Bia-
ned
pet
Dï-
ig,
Bt-
iet
it-
-
SNEEkER COURANT.
en
slechts de woningen der armoede, om
verklaard; en elke beschuldiging, tegen eenige
regeering ingebracht wegens het zich uitbrei
dend pauperisme, is daarmee te niet gedaan;
den bezitter vindt in de
uitermate natuurlijke
Be-
■u
o.
i-
huishoudkunde de spil geworden waar
t'ents,
I PGi»
1“ bij
en elk voorrecht van
leer van Malthus
iet
Br
ie»
In
s
ert
■nd
er- I. I
•ïiet I
en,
jok 1-
i I
ap- B
nd. r I
fen moet
kien de
h bare
(fatsoen
rdt na-
ln de
ich ga
al den
an den
lappij
den
«en te
JML A. I-j T? IJL U **i. de onmogelijkheid
De sociale quaestie op te lossen is een be
hoefte des harten, die voor den ernstige» mensch
gestadig meer aandringt. Als Robinson Crusoë
op zijn eiland, zien de mannen van naam en
talent uit naar den horizon, of niet een uitred-
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7’;2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
te 'V
(H'll I E
v.ui i E
hern H
h.'Ui I S
ets'‘>
relde
Xr">
ding van hun benarde positie in zicht is. De
hoop op succes wordt bij het bespeuren van
ieder lapje zeil verlevendigd, en zoo is het niet I schutsmuur tegen de aanvallen van de niet-be-
onverklaarbaar, dat velen in onzen tijd zich
blind turen op de ark, aan wier schut Malthus
zijne uitvinding heeft toevertrouwd.
Malthus heeft ontdekt dat de bevolking van
een land b.v. iedere vijfentwintig jaar verdub
belt.
Een land dus, dat thans 10 millioen inwo-
^t-/\)ners telt, kan over 25 jaar op 20 millioen, over
50 jaar op 40 millioen, over 75 jaar op 80
millioen en over 100 jaar op 160 millioen bur
gers rekenen.
Wie dus terug telt van het heden tot 100
jaar in het verleden, en aanneemt dat ons land
thans 4.800.000 inwoners telt, hij kan op zijn
vingers natellen dat er in 1792 ongeveer 300.000
♦Hollanders leefden op de wereldbol.
r I
om t -
de mededinging van een steeds grooter wordend
aantal handen.
De steeds toenemende armoede is daarmee Malthus een voortreffelijk
Maar Malthus heeft meer ontdekt. Na ern
stige studie is hem gebleken dat de opbrengst
van den bodem om de 25 jaar toeneemt in
rekenkunstige verhouding van de getallen 1,
2, 3, 4 enz. Zoodat ons dierbaar plekje gronds
over 100 jaar viermaal zooveel zal opleveren
als nu, terwijl het getal zijner inwoners zestien-
wnaal grooter is geworden. Stellig geen prettig
vooruitzicht voor onze nanevenen het zou
daarom overweging verdienen, uit liefde voor
het toekomstig geslacht, een deel van onze
overproductie af te zonderen, gelijk Jozef, de
verstandige, brave Jozef zich tot sparen aan
gordde in den vetten tijd, om de magere jaren
met heel het volk van Egypteland te kunnen
.doorworstelen.
Wanneer we echter de door Malthus voor
spelde en becijferde cijfers zijn altijd zoo
sprekend in een redeneering toekomst nader
bezien, dan bespeuren we dat hier geen sprake
is van 7 magere jaren, maar dat het een tijd
-.^van ellende is, waaraan geen einde komt, en
(lie steeds ellendiger wordt. Een toestand dus,
die op allen droefgeestig moet werken, die niet
van nature een pessimistische stemming zijn
deelachtig geworden. Hen, de pessimisten, moet
deze toestand tot vreugde stemmen, wijl zij er
mee 1
vreugde bestaan kan, noch bestaat.
Deze becijferde ellende, die, van alle men-
rschelijke aandoening losgemaakt, de leer van
een gereede verklaring in de wetten
der natuur of van den Schepper.
En zoo heeft dus de zelfzucht in de leer van win.
wapen om de aan
vallen van gerechtigheid en rechtvaardigheid
te pareeren, en vindt zij in de leer der onver
mijdelijke noodzakelijkheid een schild van on
schatbare waarde.
Zoo kan de rijke man feest vieren, en met
rustig, kalm geweten Lazarus aan zijn poort
zien staan; zoo kan de vermogende christen,
met vroom gemoed den Hemelschen Vader dan
ken voor den rijkdom Zijner gaven aan hem,
den dankbaren zoon, geschonken, zonder dat er
in zijn geweten een stem wordt vernomen, die
hem mede verantwoordelijk stelt voor den gru
wel der ellende in zijn naaste omgeving.
Armoede, gebrek, ja hongerdood zijn in deze
theorie de onvermijdelijke gevolgen van eeuwi
ge wetten, waartegen men evenmin vermag te
strijden als tegen de wet der zwaartekracht, en
waarvoor men dus geen sterveling aansprake
lijk mag stellen.
Wie dus rijkdom opstapelt, handelt enkel uit
welbegrepen eigenbelang; hij vormt, om zich
te vrijwaren voor het drijfzand in het rond, een
oase, waarin hij niet zal verzinken.
En zoo heeft de Malthusiaan ook vasten grond
onder de voet, wanneer hij de maatschappelijke
inrichting gaat beoordeelenal wat hij opmerkt,
wordt getrouw aan zijne leer getoetst, en le
vert een voor hem zeer bevredigende verklaring.
Een niet minder vast standpunt namen onze
voorvaderen in, die de aarde als stilstaande be
schouwden, terwijl alles daar omheen draaide.
Van die vaststaande aarde als basis uit, gaven
zij een zeer begrijpelijke verklaring van de he
melstreken.
Maar scherts ter zijde.
De leer van Malthus heeft groote vorderin
gen gemaakt; zij telt thans duizenden aanhan
gers onder alle klassen onzer maatschappijzij
heeft ingang gevonden bij geleerden en onont-
wikkeldenzij is de sleutel van het maatschap
pelijk raadsel geworden bij godsdienstige lieden
en bij materialisten; bij vastgevroren conserva
tieven en radicaal-liberalenja zij zelfs, die nooit
van Malthus hoorden, en van zijn leer dus ge
heel onkundig bleven, zij stamelen het Mal
thus na.
En zoo is het al weer niet onverklaarbaar,
hoewel van menschelijk standpunt beschouwd
ietwat ongevoelig, dat er menschen zijn, die het
bestaan van oorlogen verdedigen als een instel
ling Gods, om de maatschappij van
weer op haar nummer te zetten.
Wij weten niet of de verkondigers van deze
meening oprechtelijk en waarachtiglijk in haar
gelooven; evenmin kunnen wij er voor instaan
of Malthus zich bevredigd gevoelde, toen hij,
na de ontdekte onregelmatigheid in het gemeen
schapsleven, een breidel meende gevonden te
hebben in de toenemende sterfte, tengevolge
van kommer en gebrek.
Buiten kijf evenwel pleit dit alles niet voor
het godsbegrip dezer geloovigen, en heeft het
dezelfde uitwerking op het humaniteitsgevoel,
De strijd om het bestaan zegt Darwin
is de leer van Malthus, met veelvoudige kracht
toegepast op het ganache rijk van dieren en
planten.
Maar de leerling, die den strijd om het be
staan beschouwde als de eenige en onmisbare
voorwaarde voor den menschelijken vooruitgang,
kon geen genoegen nemen met den raad van
Malthus, die, ter voorkoming van maatschap
pelijk gebrek aandrong op onthouding.
Terwijl bij den econoom maatschappelijke
welstand boven alles ging, was bij den natuur
kenner de veredeling der geslachten hoofdzaak
geworden.
Van hetzelfde punt uitgegaan, sloegen de twee
geleerden al dadelijk geheel tegenovergestelde
paden in, al naar gelang hunner verschillende
idealen.
Voor Malthusia echter blijft deze troost, dat
Darwin zelf hun theorie heeft gewaarmerkt
ja, dat de Darwinist, wanneer zijn oog vochtig
wordt bij den aanblik van jammerlijke toonee-
len uit eigen omgeving, Malthusia om den hals
valt en meeroept, dat de wereld maat moet
houden.
Wel keerde Darwin niet uit eigen aandrift
tot zijn eerste liefde terug, maar vrees voor
ommekeer of voor verlies van genietingen, heeft
bij menigen Darwinist de klove tusschen Mal
thusia en haar tweelingbroeder overbrugd, liet
zou een vermetel pogen zijn, voor deze partij-
genooten de leer van Malthus als onjuist voor
te stellen. Voor hen echter, die de leer niet
ongenegen zijn, wenschen we enkele zaken te
berde te brengen, om hen, zoo mogelijk, van
de onjuistheid dezer theorie te overtuigen. Al
vorens dus in onthouding de alpha en omega
te zien van onze genezing; alvorens eiken wensch
of elk voorstel tot sociale hervorming met
onverschilligheid te bejegenen, hopen wij van
deze half-bekeerden, dat ze ons nog een oogen-
blik zullen aanhooren.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op het besluit van den heer Commis
saris der Koningin in Friesland van 8 Januari
11. Ie afd. MS no. 34 (Prov. blad no. 1) en
art. 28 der Wet op de Nationale Militie van
den 19 Augustus 1861 {Staatsblad no. 72) en
artt. 20 en 21 van Z. M. besluit van den 8en
Mei 1862 {Staatsblad no. 46);
Brengen ter openbare kennis, dat de LOTING
voor de lichting der Nationale Militie van 1892
dezer gemeente, zal plaats hebben in de Con
certzaal alhier op Woensdag, den 24en Febru
ari e. k., des voormiddags ten 10 ure;
dat op Vrijdag den 26 Februari d. a. v.
ter gemeente-Secretarie door of vanwege de
lotelingen aanvrage kan geschieden voor de ge
tuigschriften ter bekoming van vrijstelling van
den dienst wegens broederdienst of als eenig
wettig zoon;
voorts dat om vrijstelling wegens eigen mi-
zitters.
Zoo lost zich voor hen, die deze leer aan
vaarden, de sociale quaestie op in een bevol-
kingsvraag, om welke op te lossen niet anders
van noode is, dan dat ieder inwoner van het
land hetherzie u zelf, in zijn banier schrijve,
en elk voor zich er toe meewerke om de on-
geëvenredigdo vermeerdering in bevolking tegen
te gaan. (Voor den oningewijde sta hier dat
Malthusia onder geëvenredigde vermeerdering
verstaat het twee-kinderenstelsel.)
Aldus opgevat, is aan de toenemende armoede
een natuurlijke en afdoende verklaring gegeven,
en wat zou ons dan nopen mee te werken tot
verandering der landswetten, wijl deze toch
nimmer invloed vermogen uit te oefenen op de
vermenigvuldiging van de bevolking.
Nog eens: Voor Malthusia bestaat slechts
deze sociale quaestie, hoe men het aan moet
leggen om de snelle of liever ongeëvenredigde
vermeerdering van bevolking tegen te gaan?
Het antwoord op deze vraag kan ieder voor
zich gemakkelijk afleiden uit de werkzaamheid
van Malthusia, om propaganda te maken onder
alle klassen onzer samenleving, en arm en rijk
over te halen tot het bovengenoemde stelsel
vanéén en één maakt twee.
Niet de minste reden is er voor de Malthu-
sianen om een onderzoek mee in te stellen naar
de wijze, waarop het arbeids-produet verdeeld
wordt. Natuurlijk willen ze wel erkennen dat
hierbij veel onbillijkheid wordt bedreven, maar
de donkere stip aan den gezichteinder, die wijst
op een sprinkhanenplaag, heeft hun aandacht
te zeer in beslag genomen, om zich met beu
zelarijen als billijke of onbillijke verdeeling te
kunnen ophouden.
Van grooter belang voor hen is de taak om
de „mindere4 volksklasse beter in te lichten;
vroegtijdige huwelijken moeten worden ontra
den; de opmerkzaamheid moet worden getrok
ken uit het feit, dat in de arbeidersklasse de
spoeling veelal zoo verdund is, tengevolge van
bewijzen kunnen, dat in deze wereld geen de talrijkheid des gezins. En de waarschuwing
moet hier een plaats vinden voor de hachelijke
l toekomst der kinderen, wanneer hun getal groot
I is. Een groote grief toch en deze wordt
Malthus wordt genoemd, is in de leer dep staat- door de tegenstanders van Malthusia niet weer-
omheen sproken is deze, dat juist onder de categorie
alles wentelt, het vliegwiel dat alles in bewe- der bezitloozen de grootste gezinnen worden
ging brengt, tot zelfs de menschelijke talenten aangetroffen, of zooals een bijbelspreuk met
van hoofd en hart. variant zegt: Wie (niet) heeft, zal gegeven
Vermeerdering der bevolking zegt de he- worden.
dendaagsche economie leidt tot lagere loonen En zoo vindt dus de schreeuwende ongelijk-
tot verhooging der kapitaalrente. Men zie heid in onze samenleving, die wij nog maat-
overtuigd schappij blijven noemen, voor hen, die de ar-
worden dat de oorzaak der lagere loonen, ja moede niet aan verkeerde wetten willen toe-
_>t
wal
nie
In
r,
■i
i