1 IH. I 1 Lmn f832 1‘ Kd- I on a nd I er- i. I iet f- I en, i I >ok i- I I I II J u rf. n, eu I I f239. SO. or >r- mare- BUITENLAND. h>j r d, riep hij. V (Slot volgt.) I I 1 t Idem Idem relde de stem I neu uaar ijn.- ie? id, ed r* et 4 s le T :r ir g 11. f 117.09s. ,764.77s. „154.-. UII’ ’,\1 eteltyd iedk-id vinl r- m 3’ k te let I I ar‘ I eu 11 >u- I i ap- 1 I nd. r I oeg IJ er leL. is* op r ad 1 is •n- et- >i‘- 1,8 j‘l i m e- il- Een zonderlinge historie heeft Zaterdag nacht op het kerkhof te Brongerga plaats gehad, in de onmiddellijke nabijheid van Oranjewoud. Daar waren 100 dieven aanwezig om de klok zon te pnd- |na- Imd liet rij- l'g» ai- iet it- dak gebleven?14 „Hei daar!44 riep hij. Geen antwoord. Maar was nog altijd hoorbaar, touw aan de rechterzijde van Te Rotterdam is overleden de heer Fop Smit jr., een der rijkste ingezetenen van die stad. Het vermogen dat hij nalaat wordt op 8 mdlioen geschat. Zijn schilderijen, ter waarde van an derhalf millioen, zullen te Parijs verkocht worden. Gerritsen van Amsterdam meteen weldoordachte rede over „Scheiding van Staat en Kerk14. Na de liberale kamerleden eerst eens geducht de les te hebben gelezen over hun schoone belof ten, zette spreker uiteen, dat zij, de synodalen, die meenden recht te hebben op de bezittingen der Ned. Herv. kerk, daar evenmin aanspraak op konden maken als doleerenden en afgeschei denen, omdat de eersten zich evengoed hadden afgescheiden als de laatsten. Zal de Staat aan zijn roeping beantwoorden, oordeelde de heer G.dan moet elke handeling van dien Staat op algemeen belang gegrond zijn. ’t Bevoorrechten van ’t eene kerkgenootschap boven ’t ander achtte spreker met die roeping volkomen in strijd en daarom was het z. i. hoog noodig, dat de Staat zich van de Kerk ging los maken. Dat dat losmaken moeielijk direct gaat, betwistte de redenaar niet. Daarom wees ZEd. op Ierland, waar de Staat zijn finantiëelen steun aan de Kerk gaandeweg inkrimpt, tot in 1932 die kerk op haar eigen wieken moeten drijven. t'ents, In bij jen moet kien do |i bare •fatsoen r h ua- I In de Ich ge- al den paden I laPPjj den en te en wel op Vrijdag 8 April, geheel overeenkom stig die van het vorige jaar, alleen met deze afwijking, dat het wolvee ditmaal niet ter me dedinging zal worden gevraagd. Uit het bestek en de voorwaarden voor den bouw van den nieuwen Stadsschouwburg blijkt, dat het hoofdgebouw van den schouwburg een gevellengte van 45 nieter heeft, zoowel voor als achter, en dat de beide zijgevels een lengte heb ben van 48.60 M. Voor den voorgevel komt een avant-corps, dat 11.40 M. lang en 26.10 M. breed is. Het werk moet op 1 Dec. 1893 volledig ge reed zijn en op 1 Mei 1894 in goed onderhou den toestand finaal worden opgeleverd. De aannemer is verplicht alle onderbazen, op zichters en werklieden niemand uitgezon derd tegen ongelukken te verzekeren. Hij moet vóór den aanvang van het werk de polis der verzekering aan de directie overleggen en bij het verschijnen van eiken belastingstermijn het bewijs toonen, dat de tot dat tijdstip ver schuldigde premien aan de verzekeringsmaat schappij zijn betaald. vei' i och val op heiu c Behil- heid hij jok a. i>t, als wal ptsei ld» ie- - Het hoofdbestuur van den Bond van Neder- landsche onderwijzers heeft een adres gericht aan den minister van binnenlandsche zaken, in welk stuk, naar aanleiding van ’t koninklijk besluit van 31 Dec. 1891, waarbij ’t aantal arron dissementen voor het lager onderwijs uitgebreid wordt, de aandacht wordt gevestigd op het feit, dat in de laatste jaren in tal van on- derwijzersvergaderingen alsmede in vakbladen op verschillende gronden de wenschelijkheid is betoogd, om voor de betrekking van schoolop ziener bij voorkeur personen in aanmerking te doen komen, die werkelijk onderwijsmannen kunnen worden genoemd. Met het oog op de benoemingen, die ingevol ge voornoemd Kon. Besl. noodig zullen zijn, meent adressant den minister met dezen ernsti- gen en algemeenen wensch der onderwijzers te moeten bekend maken. OVERZICHT. De bladen houden zich bij gebrek aan beter druk bezig met de rede van den Engelse hen premier te Exeter. Haar belangrijkheid houdt volstrekt geen gelijken tred met haar lengte en schijnt ook geen gehoor van 10900 personen waard. Men had een ministerieel program ver wacht, dat toongevend voor de conservatieven bij de algemeene verkiezingen zijn kon. Hierin is men teleurgesteld. Want al verklaarde hij zich in ’t algemeen wel voor staatshulp ten be hoeve der arbeidende klasse, zoo komt het toch op een duidelijke omschrijving aan, indien men op een houvast wijzen wil, dat bij de verkiezin gen dienst kan doen. Sterk kwam dit gemis uit in de phrases, welke hij aan Chamberlain’s plan ten aanzien van ouderdomsverzekering wijdde. In beginsel keurt hij ’t goed, maar hij gelooft niet aan de uitvoerbaarheid. Klein grond bezit acht hij evenzeer in sommige opzichten nuttig, maar langs den weg der wet betwijfelt hij of men in dat pogen slagen zal. Het is misschien oprecht, dat hij zijn twijfe lingen niet verbergt, maar de klacht van een aantal zijner aanhangers is begrijpelijk, die nu vragen wat zij aan zulke verklaringen hebben. En omtrent Ierland brengt de minister zijn partij niet veel vej-der. Hij roerde hierbij de mogelijkheid aan, dat de Gladstoniauen in de meerderheid zouden komen en dus verplicht zouden wezen tot de vervulling van lerland’s wensehen. Maar volgens lord Salisbury zou dit alleen tengevolge hebben, dat het land spoedig opnieuw tot nieuwe keuzen zou worden opge roepen, daar het Hoogerhuis een dergelijke wet voor Ierland verwerpen zou, zonder zich te sto ren aan bedreigingen, dat door grondwettige veranderingen het bestaan van het Hoogerhuis zelf in gevaar kon komen. Met het oog op Ierland zou men in Europa aan Engeland’s le vensvatbaarheid gaan twijfelen. Wat toch zou men in Groot-Brittanuie zelf zeggen als Italië het bezit van Sicilië, of Frankrijk het bezit van Bretagne, of Duitsehland dat van Hannover op gaf? Of dat zulk een staat leed aan verval door ouderdom, öf wel zoodanig door partijschap pen was verscheurd, dat deze voor het gewin van enkele stemmen tot alles, zelfs tot het prijs geven van ’s lands zelfstandigheid in staat waren. Naar wij vernemen heeft het uitvoerend co mité van de „Intern. Sport-, Visscherij- en Paar- dententoonstelling,44 dit jaar van 1 Juni tot 30 September te Scheveningen te houden, de uit gave en exploitatie van den officieelen catalogus opgedragen aan de firma Nijgh en Van Ditmar te Rotterdam. vastklemmende, daarop veilig stond en dus niet verpletterd daar beneden op straat lag, slaakte hij een heeschen kreet van woede. Jocelyn keek omhoog. „Schurk!14 „Moordenaar!14 „Gij zult toch naar beneden siste Luke, en met een scherp mes in de hand deed Mur phy drie stappen langs den rand van het dak naar de plaats toe, waar het tweede touw was vastgemaakt, met het voornemen, dit eveneens door te zagen. Het moest namelijk volgens zijn rijpelijk overwogen plan den schijn heb ben, alsof het touw langs den scherpen kant van den rand van het dak stukgeschuurd en op dio wijze gebroken was. Hij bukte zich met het mes in de hand en wilde zich onverwijld aan ’t werk zetten. Daar slingerde Jocelyn met de kracht van den wan hoop zijn zwaren, aan het benedenste gedeelte gloeiend heeten soldeerbout zijn doodsvijand naar ’t hoofd en trof hem in het rechteroog. Luke Murphy brulde het uit van pijn; hij liet het mes vallen en tastte met de handen naar zijn oog; door de vreeselijke pijn bijna van zijn zinnen beroofd, wankelde hij op den rand van het dak heen en weer, deed een misstap en stortte naar beneden op een hoop keisteenen. spoedig in staat te zijn, mijne schuldeischers te Londen op voldoende wijze tevreden te stel- - len.“ Toen Defoe thuis kwam, wilde hij nog met den tinnegieter de zaak bespreken. Maar deze was uitgegaan. En zoo verschoof hij het tot den volgenden morgen. te stelen, die in het klokhuis op het kerkhof is opgehangen. Deze klok is Woensdag uit het dorp Oudehorne, waar men twee klokken had, vervoerd en naar Brongerga gebrachtmaar dit stond den bewoners van Oudehorne zoo slecht aan, dat zij besloten in alle stilte de klok weg te halen uit B. en weer te O. op te han gen. Zaterdag nacht zou het plan ten uitvoer gelegd worden; te 10 uur trok men uit O. in het bezit van een boerenwagen, takels enz., noodig voor het vervoer enz. Ruim 100 man vormden den stoet, die de aandacht trok van den veldwachter Ten Cate te Nijehorne, welke direct zoo snel mogelijk naar den veldwachter v. d. Burg te Knijpeliep, die op zijne beurt naar Heerenveen ijlde om den burgemeester in kennis te stellen met de bedoeling van de 100 Oudehornsters. Te Heerenveen was een detachement chaussee aanwezig, onder bevel van brigadier Landman; dadelijk werd opgezadeld en in vlie genden draf ging het naar Brongerga. De burgemeester, de heer Engelman, nog on gesteld, zag er echter niet tegen op dadelijk per rijtuig de reis naar Brongerga te aanvaarden. Aller oogen richtten zich natuurlijk naar het klokhuis; de klok bleek er nog in te hangen, de marechaussees hadden zeker de dieven in hun bedrijf gestoord, want geen persoon werd op het kerkhof aangetroffen. Wel zaten er twee in het klokhuis, die op last van den bur gemeester onder politiegeleide naar het hotel „de Tent44 gebracht werden, waar de burge meester hen in verhoor nam. Uit de antwoor den bleek duidelijk dat het doel der Oudehor- ners geweest was, de klok te bemachtigen, doch dat zij daarin verstoord waren geworden door de komst der marechaussees, die met getrokken sabel het kerkhof schoonveegden en de Oude- horners naar huis dreven, hun aanradende niet op dergelijke wijze te pogen de klok terug te krijgen. Het verhoor dat de burgemeester hield, duurde tot ruim twee uur ’s nachts. Het was een nachtelijke historie; het mooiste van alles is dat de inwoners van B., in zoeten slaap, niets gemerkt hebben van het plan der Oudehorners, noch van de beweging in hun dorp door „de nieuwe klok14 veroorzaakt. irjiet m 11 Ontvangsten: Saldo bij kas op 1 Januari 1891 Contributie van de gewone leden Idem van donateurleden Vrijwillige bijdragen en giften voor ééns van heeren Apothekers en verdere ingezetenen Intrest van tijdelijk belegde gelden Bij de meeting, Zondag te Heerenveen ter zake van de „bloedwet44 is het zeer rustig toe gegaan. ’t Woord werd gevoerd door Tj. de Jong en Van der Zwaag in het volksgebouw Aurora en door Schaper en Stienstra in het Posthuis. Er is een krasse motie aangenomen ter veroordeeling der militiewet. De gemoederen waren iets verontrust door den nachtelijken tocht, hiervoren vermeld, maar alles is kalm en rustig gebleven. Op verzoek van het bestuur, dat voor handhaving der orde instond, liet de burgemeester de gedetacheerde marechaussee in het geheel niet surveilleeren. SNEEK, 9 Februari. Het bestuur van het Onderlinge Zieken fonds alhier, opgericht in het jaar 1844, hield op 29 Januari jl. met de commissie uit de leden, de gewone jaarlijksche vergadering tot het opne men en vaststellen der rekening en verantwoor ding over het algeloopen jaar 1891, enz. Blijkens die rekening zijn de verschillende ontvangsten en uitgaven geweest als volgt: „255.-. „283.11. 81.94s. Totaal f859.855,- zoodat de rekening sloot met een voordeel ig saldo van f316.90 s. Gedurende dat jaar werd aan 93 leden ge nees- of heelkundige hulp en medicijnen ver strekt, waarvan 28 gedurende langer of korter tijd tevens geldelijke uitkeering genoten tot het hierboven vermelde bedrag. Het getal leden, op 1 Januari bedragende 142, vermeerderde met slechts 3, doch verminderde daarentegen tengevolge overlijden, bedanken, vertrek en schrapping met 18, zoodat het fonds bij het einde des jaars 127 leden telde. De aftredende mede-directeur, de heer A. Bren- ninkmeijer en het lid der commissie uit de le den E. van der Meer, werden beiden herkozen, terwijl voorts nog als lid der commissie werd benoemd Jentje Blauw, in de plaats van Jobs. F. Visser, die wegens verge vorderden leeftijd is afgetreden. De betere toestand der kas van het fonds, in vergelijking met het vorige jaar 1890, is hoofdzakelijk te danken aan den gunstigen uit slag, waarmede het bestuur de in 'den loop van 1891 aangewende pogingen tot het bekomen van donateurleden onder de gegoede burgerij alhier, bekroond heeft mogen zien. 110 per sonen toch zijn als zoodanig toegetreden met het hierboven gemelde bedrag van f154 aan contributie, terwijl voorts nog een 28tal van hunne belangstelling in de zaak deden blijken door giften in ééns, tot een gezamenlijk bedrag van f72. Terwijl het bestuur en de commissie uit de leden bij dezen aan allen hunnen dank betui gen voor den hierdoor verkregen steun, spreken zij daarbij de hoop uit dat die steun er mede toe moge leiden dat velen uit den werkenden stand inzonderheid de jongeren onder hen zich, in hun eigen belang, als leden bij het fonds zullen aansluiten. Voor hen die lid wensehen te worden en niet beneden de 18 en boven de 55 jaren oud zijn, bestaat daartoe eiken eersten Zondag der maand gelegenheid, nadat men vooraf een gc- zondheidsbewijs heeft iugediend bij den boek houder G. Elzer, bij wien tevens nadere inlich tingen te bekomen zijn. Zondagjl. werd door de kiesgerechtigde leden der Chr. Ger. Gem. alhier met bijna algemeene stemmen voor de tweede maal tot predikant be roepen de heer Landwehr, pred. te Monster. f Voor een klein publiek trad hier Zondag avond jl. in de Concertzaal op de heer C. V. i Hieronder zijn niet begrepen de vrouwen en kinderen van gehuwde mansleden voor zoover nl. de eersten zelf geen lid zyn en de kinderen van weduwnaars en weduwen, welke allen alléén geneeskund’ge hulp van wege het fonds genieten. specie een mixtuur van gesmolten lood, tin en bismuth. Even als alle dakwerkers en loodgieters was hij aan zoo’n gevaarlijk werkje op zulk een duizelingwekkende hoogte gewoon en maakte zich dan ook volstrekt niet onge rust. Welgemoed floot hij een vroolijk deuntje bij zijn werk, dat hem flink en vlot van de hand ging. Toen het twaalf uur sloeg en de werklieden wilden gaan schaften, boog een van hen zich over den rand van het dak heen de afstand van daar tot aan den steiger bedroeg ongeveer veertien voet en vroeg: „Willen wij u eerst optrekken, Davis?14 „Neen,14 antwoordde deze. „Dat’s te veel omslag met het oog op het soldeersel. Ik blijf aan het werk totdat ik klaar ben, wat over een goed uur ’t geval zal zijn. Ik heb meester Watts al vooruit gezegd, dat ik later aan tafel zou komen, en hij vond het goed.44 De andere werklieden gingen daarop schaf ten, en Jocelyn bleef daar boven geheel alleen. Na een poosje wierp hij een blik in de diepte beneden zich. De aangrenzende straten waren, voor zoover hij ze kon overzien, zooals gewoon lijk tegen den middag geheel ledig en verlaten. Daarop ging hij weer vlijtig aan zijn werk. Met de rechterhand nam hij den soldeerbout uit de pan. Op het zelfde oogenblik hoorde hij van af het dak een zonderling raspend geluid, alsof er langzaam een voorwerp werd doorge zaagd. Was er dan toch nog iemand op het „132.-. 8.89: Totaal f 1176.76. Uitgaven Geldelijke uitkeeringen aan leden bij ziekte Kosten van genees- en heelkundige hulp van medicijnen administratie ,o I 3 S II. In dien tijd had er eene reparatie plaats aan de oude kathedraal te Bristol. Onder de hand- werksbazen, die met hunne gezellen daaraan werkzaam waren, bevond zich ook William Watts, aan wien de herstelling van het looden dak en der dakgoten was opgedragen. Op een plaats, waar op een zeer aanzienlijke j hoogte de defecte goot een zoogenaamde knie vormde, was deze van beneden af met saam- gebonden ladders niet te bereiken. Het zou echter te groote onkosten hebben veroorzaakt, om daarvoor een afzonderlijken steiger te maken. Men besloot dus, uit een opening van het dak over die plek een aan twee sterke touwen bevestigden hangsteiger neer te laten, waarop Jocelyn Davis staan kon om de schade te herstellen. Het was op den dag na de vroeger verhaalde gebeurtenissen tegen den middag. De gezel V Davis stond op den hangenden steiger, en naast Jiem zijn kleine draagbare soldeerpot met gloei- 'ende kolen, waarop een pan met vloeibare Naar wij in ’t Vad. lezen zijn voor eenige dagen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende steun te verleenen aan noodlijdende gemeenten, aan den minister van binnenl. zaken toegezonden. Thans is dus de minister in ’t bezit van de adviezen van al de colleges van Gedeputeerde Staten. „Wie is daar boven het raspend geluid En nu kreeg het den steiger een plotselinge knak het scheen te draaien. „Voor den duivel!14 schreeuwde Jocelyn, „wie is daarboven aan het touw? Pas toch op dat er geen ongeluk gebeurt!44 Hij kreeg op eens een voorgevoel van een vreeselijk ongeluk. Met de linkerhand greep hij instinctmatig het tweede touw en hield zich daaraan vast. En dat was zijn geluk en zijne redding. Want op hetzelfde oogenblik brak het andere stuk, en de soldeerpot en pan stortten krakend naar beneden. Aan het tweede touw, dat gelukkig sterk en stevig genoeg bleek te zijn, bleef de lichte steiger hangen en draaide met hem heen en weer. Met een stoute zwenking gelukte het Jocelyn er vasten voet op te krijgen. De sol deerbout hield hij nog altijd in de hand. Daar boog een bleek gelaat met vonkelende oogen loerend over den rand van het dak heen. Het was Luke Murphy, die zich overtuigen wilde, of zijn afgrijzelijk voornemen gelukt was. Toen hij bespeurde dat de steiger aan den linkerkant nog vasthing aan het tweede touw en zijn slachtoffer, zich aan het reddende touw ni l wil nit’ In llliU‘1 <W>n

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 3