I.HilHIi: El lliïllillllilHSSIHElI SMUL
1
ras.
1
No, 14
1892.
EERTIQSTE JAARGANG.
Z E V E N-E N-
f892
I 1 t0J
Schil- I
he urn
1 h'l|
Jok
-
17
1
MALTHUS.
-4
i,
ml
i
-
1
i
I r1 I’*)
MM
4.
Mws- ei hui iin.\i ir bi.iii wil de
II.
Onze aarde bestaat thans duizenden jaren,
ets<‘i
KENNISGEVING.
kinderen eveneens vier grootouders.
ij voort- I
'n
j»
or
u
A
n,
ei)
jh
r»
ai
4
zon-
I to
imd-
pia-
ped
liet
rij’
lig,
at-
iet
tt-
ADVERTENT1ËN
voor eiken regel meer
belangrijk lager,
den uitgever.
I l'ents,
prijs
iet
ar- I
on I
>n-
id- 11
ei r j I
nd
er- 1 I
iet
en,
luk I-
ap- jt 1
nd. r I
jog t I
hu I
Deze CO l'RANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
neu
b»4aai'
Fjjne
I* Jrk‘
vend
I och I
val I
op
hem
'I-
t
MMn«;wnBittii«
«Kg»
fcn moet
kien do
i hare
fatsoen
rdt na-
In do
ich go
al den
tanden
lappjj
den
en to
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
7*/2 Cents. Bij abonnement is -de prijs
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
SAEEKER COIR AWT.
leefd, dan velt dit voorbeeld een streng vonnis
over het Malthusiaansche stelsel.)
Een andere bewijsgrond voor de leer van
Malthus wordt gezocht in de zoogenaamde over-
bevolking van enkele landen, als in China,
waar men periodiek
Zoolang echter de rajah in Indië zijn olifanten
volop versiert met de kostbaarste voorwerpen
van goud en juweelenzoolang hij zijn paraplu
het teeken zijner waardigheid als met
diamanten bedekt en overdekt; zoolang de da
mes uit zijn harem zich hullen in het fijnste
neteldoekzoolang zal het toch klinken als
ironie, wanneer men, bij het zien der ellendige
werktuigen van den boer, of het totaal gemis
aan gereedschap bij den werkman, spreekt van
overbevolking; en als bittere spotternij klinkt
het zeker, bij de veelvuldig voorkomende hon
gerziekte in de zoo rijke en vruchtbare vlakte
van Ilindostan, de verklaring, dat in Hindostan
de vermenigvuldiging der bevolking de grens
der productiviteit van den bodem heeft over
schreden.
En wordt het niet een oorzaak van ergernis,
wanneer men deze millioenen van schepselen
haveloos en ellendig ziet, terwijl de spreekwoor-
delijk geworden Nabob in dat zelfde land zijne
enorme fortuinen opstapelt, een ergernis, die
vooral niet inkrimpt wanneer men die armoede
hoort toeschrijven aan overbevolking? „De
draagstoel van den Engelschen reiziger, zegt
Macaulay werd dikwijls gedragen door
doodsohe en eenzame dorpen en steden, die
verlaten waren op het gerucht van de nadering
van den Engelschman."
Wel is door den invloed van Engeland aan
deze roofziekte een eind gemaakt; wel heeft
Engeland Indië tot een goed geordenden Staat
gemaakt, en al het mogelijke in ’t werk gesteld
om den bloei van het land te bevorderen, maar
de enorm hooge belastingen door Engeland ge
heven, zijn thans oorzaak van den herhaalde
lijk voorkomenden hongersnood. Jaarlijks wordt
deze belasting geheven tot een bedrag van
240 millioen, van een bevolking, waarvan de
arbeiders blij zijn in gunstige tijden van 1
tot 4 stuivers per dag te kunnen verdienen.
Onmeedoogend worden de landbewoners door
de tolgaarders uitgezogen; de grondbelasting,
door den Staat zelf geheven, is zoo hoog, dat
de boeren, in weerwil van hun sobere leefwijze,
bij de geldschieters te leen moeten. Op zout
b.v. bedraagt de accijns 1200 van de wer
kelijke waarde, zoodat een groot deel der be
volking van dit onmisbaar ingredient voor zich
om
in de lichamelijke behoeften te voorzien. Zoo
-i dan ook verschillende Engelsche
telde
i
eastern j
.tide J
WaI
uii; -1
etehjw
iedt-id
vin-1
laaij
nu de kinderen van Smit huwen met die van j en hun vee niet voldoende kunnen koopen,
de familie Meijer, en elk dezer huwelijken telde j - -- -
twee kinderen, dan zou elk der grootouders verklaren
I vier nakomelingen tellen, maar elk der klein- schrijvers de armoede in Indië als een "gevolg
Irïnzlnrmn nvnnnoTi« vior OTAniniidora Ir?i _i. ....n... i i n
Het eenige wat we kunnen vaststellen met stelsel als in het heden te kampen valt met te bebouwen,
eenige zekerheid, is de afneming van bevolking ziekte en dood, vóór dat het lichaam is
hier en toeneming elders. Maar tot deze eb- j
en vloedtheorie moeten we ons bepalenwaar
wij met de geschiedenis te rade gaan, verne-
mogen we de natuuronderzoekers gelooven, dan men we dat volkeren, die op avontuur uitgin-
zeggen we millioenen van jaren. C
zijn plaatsen waar eenmaal menschen zich be- i woonde streken,
vonden hebben, en die thans verlaten zijnop
die aarde worden plekken aangetroffen, waar
het riet welig tiert, dóch waar eens de men-
sehelijke hand met ploeg of spade den grond
vruchtdragend heeft gemaakt. En zoo was er
een tijdperk in de vorige eeuw, waarin men
algemeen zich overtuigd hield dat de bevolking
dezer aarde, sedert het begin onzer jaartelling,
sterk was afgenomen, een meening, door Mal
thus c. s. weliswaar weersproken, doch sedert
weer opgevat en verdedigd tegenover de twij
felaars, die hun oordeel baseerden op het ge
mis aan groothandel, aan ontwikkeling op kunst
gebied, en aan liet ontbreken van groote ste
den in de oudheid, alle saamgenomen de feiten,
die we heden ten dage waarnemen in dichtbe
volkte landen.
Zij die deze meening bestrijden, wijzen op
dichtbevolkte streken in Europa en China, waar
evenmin sprake is van groothandel, van kunst
en van groote steden. Europa telt ongetwijfeld
meer bewoners dan ooit te voren, hoewel de
lauden van het Zuiden in bevolking achteruit
zijn gegaan.
Amerika is in bewoners toegenomen, voor-
zoover ons de geschiedenis bekeud ismaar de
voorhanden zijnde de voorradige, zegt de
kruidenier gegevens zijn goeden grond voor
de onderstelling, dat de bevolking van Peru,
tijdens de ontdekking van dit land, even sterk
was als die van het geheele Zuid-Amerika in
onze dagen
en als we letten op de fragmenten van bouw
vallen uit een vroeger tijdperk nog aanwezig,
- dan is het evenmin gewaagd te onderstellen
dat in Centraal- en Noord-Amerika in de oud
heid een vrij hoogen trap van ontwikkeling en
beschaving was bereikt, vóór het verviel tot
dien staat van barbaarschheid, waarmee Cortez
en anderen kennis maakten.
De bevolking van het Nijldal was buiten kijf
eens oneindig veel dichter dan zij thans zich
vertoont, terwijl de streek ten zuiden der Sa
hara zeker sterk ontvolkt is door slavenjagers,
maar even zeker niet de minste sporen ver
toont, die wijzen op toeneming in het tijdperk
der historie.
En eindelijk, wat Azië betreft de groote
volksverhuizingen uit den aanvang der christe
lijke jaartelling geven grond te vermoeden, dat
het eenmaal dichter was bevolkt dan thans,
een vermoeden, dat uit verschillende gegevens
wordt bevestigd voor streken als Indië en Chi
na, en dat op overtuigende wijze wordt aan-
Op die aarde gen, niet onbelemmerd zich vestigden in onbe-
maar steeds zich door strijd Indië of Ierland; landen,
een weg hebben moeten banen. j hoort van emigratie en van hongersnood.
En hoewel we niet bijgeloovig genoeg zijn
om aan te nemen, dat al die millioenen, in
hun tegenwoordig aantal op eens uit den grond
zijn verrezen uit de door Cadmus gezaaide
drakentanden, toch geven ons de geschiedenis,
de overlevering en de overblijfselen uit de oud
heid genoegzameu grond, om aan te nemen,
dat er in het grijs verleden een talrijk mensch-
dom op deze aaide leefde, dat zich niet heeft
vermeerderd naar de berekening van Malthus,
zoodat dan ook in onzen tijd gezegd mag wor
den, dat de aarde nog uiterst spaarzaam be
volkt is, en er nog overvloedig ruimte is voor
nieuwe volksplanting.
En daarbij mogen we niet uit het oog ver
liezen, dat we hier gesproken hebben van vol
ken, die de vermenigvuldiging als hun heilige
plicht beschouwden; die in hun godsdienst het
„vermenigvuldig u“ geschreven vonden, zoodat
bij hen allerminst mag worden gedacht aan het
bestaan van een leer als die van Malthus.
Hiertegenover staat het uitsterven van gan-
sche geslachten, gelijk we dit bij adellijke fa-
miliën waarnemen, die toch niet verdwijnen
door de „natuurlijke belemmering" waarvan
Malthus spreekt, namelijk uit gebrek, en waar
bij het „vermenigvuldigen" door de zucht om
geslachtsboomen in stand te houden als inge
schapen is. Het Engelsch Hoogerhuis levert
hiervan talrijke voorbeelden.
Het is bekend hoe in China de nakomelingen
van Confusius het bevoorrechte deel der natie
zijn; die dus door de zorgen van het Rijk nim
mer van gebrek zullen omkomen, en. daarom
ook niet in onthouding a la Malthus hun be
houd behoeven te zoeken. Bedroeg nu het aan
tal afstammelingen na 2150 jaren volgens opgaaf
22.000, naar Multhus’ theorie moest dit getal,
zooals een Amerikaansch schrijver berekende
bedragen850,559,193,106,709,670,198,710,528
zielen, een cijfer, waarmee niet te spotten valt.
Maar zal men zeggen het getal van
22.000 afstammelingen van een familie is vrij
respectabel. Men lette er evenwel op, zegt
George dat vermeerdering van afstamme
lingen niet in zich behoeft te sluiten vermeer-
I dering van bevolking. Smit en zijn vrouw
hebben twee kinderen, wat eveneens het geval
is bij het ouderpaar, dat Meijer heet. Wanneer
nu de kinderen van Smit huwen met die
I "’Be- I
ti jzet I
el I
Zij wordt naar de geldschieters gedreven, die
zich niet ontzien geld te leenen tegen 12, 24,
ja, tegen 60 °/0. De heer Hyndman verklaart
dan ook: „dat de Indische maatschappij ver
schrikkelijk verarmt onder het Engelsch bewind,
en dat deze achteruitgang steeds meer versnelt."
Slechts een zeer oppervlakkige beschouwing
van Indië, kan het daar heerschend gebrek
toeschrijven aan den druk eener aangroeiende
bevolking op het productie-vermogen van den
grond. Een veel grooter bevolking dan Indië
thans telt, zou zij in staat zijn te onderhouden,
indien de landbouwer zijn klein kapitaal kon
besparen, en, zoo hij zelf gespaard werd voor
het uitzuigingssysteem, dat wel Indische Nabobs
vormt, het is waar, maar hem, den arbeider en
voortbrenger, zelfs het allernoodigste niet dan
in zeer spaarzame hoeveelheid toedeelt. De
werkelijke oorzaak zegt George van het
gebrek in Indië is altijd geweest, en zij is het
nog heden ten dage, de roofzucht van menschen,
niet evenwel de schraalheid of schrielheid van
de natuur.
En wat van Indië gezegd werd, is ook op
China van toepassing. Kapitaalvorming is er
vrijwel onmogelijk, èn door de onzekerheid van
het bezit tengevolge van rooftochten op groote
schaal, of van den druk der regeering, èn door
de veelvuldige redenen die samen werken om
eiken ruilhandel te belemmeren.
China bezit een onmetelijk terrein, dat uog
ongebruikt ligthet bezit naar men zegt
rijker voorraad van steenkoollagen, dan ergens
ter wereld zijn aangetroffen. Zoolang dus van
een en ander nog geen gebruik wordt gemaakt,
is het niet overbevolking die de Chineezen het
land uitdrijft, maar wel de gebrekkige of slechte
maatschappelijke instellingen, die de natuurlij
ke ontwikkeling tegenhoudt; die aan den ar
beid niet zijn loon waarborgt, en millioenen
dringt op den rand van den afgroud, die hon
gerdood heet, en meermalen zoover gaat, dat
millioenen in dien afgrond belanden. En zoo
min het aan overbevolking te wijten is, dat er
Indianen zijn die leven van sprinkhanen, of
Australiërs, die de wormen uit het verrotte
hout oppeuzelen, even zoomin is het aan over
bevolking toe te schrijven, dat er Hindoes le
ven, die gelukkig zijn met een handvol rijst, of
Chineezen, die hun onderhoud vinden in ratten
of jonge honden. En zoo blijkt uit deze twee
voorbeelden, door de Malthusianen aangevoerd
als een bewijsgrond van hun stelling, dat de
misdaad en ellende in Indië en China niet aan
overbevolking te wijten is, maar wel aan ti
rannie, verdrukking en oorlog, die aan de ken
nis haar toepassing ontzeggen, en de veiligheid,
de onmisbare factor bij de productie, drijven,
gelijk de Czaar aller Russen zijne Joodsché
onderdanen op de vlucht slaat.
afge- I
Alexander op zijn tocht groote zetting van dit proces zou men aldus bonder- noodige voedsel ontnemen, omdat zij
waar
Perzië,
steden en talrijke bevolking aantrof, en waar
de reiziger van het heden slechts woestenijen
en armzalige dorpjes mag aanschouwen.
w **w»**^v T VMVUVlUVUj VL1AUWV ""ij II1 C t llut
den, duizenden nazaten tellen van één ouder- geld kan besparen, om het te koopende half
paar, zonder dat de bevolking is toegenomen, gevoede bevolking wordt meedoogenloos beroofd,
(Neemt men aan, dat ook in het tweekinder- zelfs
ni'l
hd