i I o I I I I i J I [i ’t meeat door de 2. UIT DE PERS. BINNENLAND. FEUILLETON. vrou luidt J Zee aca 1 gro koc A de der doc 2°. vole dinj eisc Z andi geli inst afge zijn dat hoo| D daar gen. ning vooi J< exai ma. ken II jaar 0 won buiti acht derz P. De die n den g De teur i De Dordu met u '„Slaat Liet v bitspri je we Het b >ok zi Bgen akter: Kij ke «hoen p, ong. |ch. ok wi Die erustc eratel erwei „Vo< c iren elijk srwer itige n ala De nesch ^emci tereel. Van den directeur der Zeevaartschool te Gro ningen ontvangen we de bepalingen betreffende aanneming en opleiding van kweekelingen der Tt Hart 1835 inges van hij z Doop in U Jjn ten l verse schaj de h door hono) De den De doord 'om tt Bij bestelling echter van een brief van In ons vorig nummer maakten we melding van het Koninklijk besluit nopens de invoe ring van de Postwet. Met 1 April a.s., dus bij na een jaar na haar afkondiging in het Staats blad, treedt zij in werking. Het kan met het oog op dit lange tijdsver loop van nut zijn de voornaamste bepalingen nog even onder de oogen onzer lezers te brengen. Het port der brieven bedraagt, bij vooruitbe taling, voor eiken briefkaart 2'/j cent; voor ei ken anderen brief: van een gewicht van niet meer dan 15 gram 5 cent; boven 15 tot en met 200 gram 10 cent; boven 200 tot en met 500 gram 15 cent, en voorts voor elk meerder ge- de welvaart drukt. Ook de N. Ilott. Ct. geeft reeds een ding tot het nieuwe belastingplan. Daaruit spreekt mede ingenomenheid met de ontwerpen des ministers. Wie kennis neemt van het overzicht, waarin het belastingplan klaar en eenvoudig is uiteen gezet, weet terstond, zegt het blad, dat hij hier te doen heeft met een man, die weet wat hij wil. Geen greep in het wilde, geen sprong in het duister. Met vaste hand worden de vraag stukken van belastinghervorming gesteld en opgelost. Zelfs zij, die wellicht oplossing in 1 anderen zin zouden verkiezen, zullen erkennen ontheffing den lageren klassen verleend, voor namelijk weer bij deze lagere klassen zelf een wordt vrijwillig betaald en Reeds behelzen verscheiden onzer organen korte oordeelvellingen of eerste artikelen over de nieuwe belasting-ontwerpen van den minister Pierson. De liberale pers gaat vooraan. Het Vad. begroet ze o. a. met ingenomenheid. Onderden eersten indruk moet het blad verklaren dat het sympathie gevoelt voor de grondgedachte van het plan. Het geheele stel wetsontwerpen mo ge nog niet gereed zijn, hetgeen reeds gereed is, toont dat de minister met den beschikbaren tijd heeft weten te woekeren. Tegen de belangrijke verlaging der mutatie- en overschrijvingsrechten zullen zich weinig stemmen verheffendie buitengewoon zware be lasting op het ongeluk werkt oeconomisch zoo slecht, dat zij reeds lang was veroordeel en geen hervormingsplan denkbaar was, waarin een aan merkelijke vermindering daarvan niet was op genomen. Ook zal met algemeene voldoening zijn vernomen dat het binnenlandsch verkeer zooveel mogelijk wordt vrijgemaakt door afschaf fing van tollen op vaarten en wegen, ook al is het voorshands niet mogelijk die tollen, ook daar waar zij door anderen dan den staat geheven worden, af te schaffen. Meer verdeeldheid zal, naar ’t blad meent, rijzen over de vraag of, waar de verbruiksbelastingen onder handen werden genomen, nu juist de zeep- en zoutaccijns het eerst voor afschaffing en vermindering in aan merking moeten komen. Reeds zijn er stemmen opgegaan die aan afschaffing van den vleesch- l-v- - hier gaarne aan de zijde van den minister. De zeepaccijns is een zoo uitnemend slechte belas ting, omdat hij leidt tot het niet gebruiken van het object der belasting, onreinheid bevordert en de minder bemiddelden drijft tot het zich be dienen van minder goede surrogaten, die vaak hun schamele plunje nog spoediger doen slijten en verteren dan noodig is. En niet minder slecht is de zoutbelasting, althans op het hooge bedrag waarvoor zij tegenwoordig geheven wordt, omdat zij, als hoofdgeld werkende, den arme te,. eischen der rechtvaardigheid beantwoorden. Hij zwaar drukt, omdat zij belemmerend is voor het landbouwbedrijf en omdat zij den demora liseerenden smokkelhandel uitlokt. Staande voor de keuzeeffecten- of rente- of vermogen- of inkomstenbelasting wordt door den minister de voorkeur gegeven aan een vermo gensbelasting. Hij beweegt zich hier in de lijn van het Kamerbesluit, waarbij men zich ver klaarde voor een progressieve inkomstenbelas ting. Immers zoo hij bij het thans ingediende wetsontwerp treft de inkomsten uit vermogen, zooals hij het noemt, een nader in te dienen ontwerp zal, de patentbelasting hervormende, de inkomsten treffen uit beroepen en bedrijven. Bij de voorstanders eener algemeeue inkomsten belasting behoeft geen bezwaar te zijn tegen deze schikking en zij, die meenen, dat een ver schillende maatstaf en verschillende wijze van heffing noodig is bij de verschillende soorten van inkomsten, zullen het toejuichen, dat de minister dezen weg heeft ingeslagen. Daarbij geeft de toezegging, dat het personeel zal wor den herzien in den geest van ontheffing der minder bemiddelden, eenigen waarborg tegen het gevaar, dat de kleinere vaste inkomens, voor welke het personeel reeds als inkomsten belasting werkt, dubbel zullen worden getroffen. Dat de minister overigens bij zijn vermogens belasting een zij ’t ook matige progressie invoert, zal algemeen bijval vinden. De schaduwzijde van de voorstellen ligt bij het Vad. in de verhooging van den accijns op len van die witte vlokjes langs de vensters van de coupé wel een aardig gezicht. Na eenige oogenblikken echter werd de menigte neerval lende vlokken zoo groot, dat zij de lucht ver duisterden. Daarbij stak er een hevige wind op, die met onregelmatige stooten aan de gla zen schudde. „Het wordt erg onaangenaam in Gods lieve natuur," zei Schneidemühl, bedenkelijk naar buiten kijkende. „Dit weêr zd ons vertraging bezorgen, zoo niet iets ergers." „Waar zijt gij dan bang voor?" vroeg Cor dula ongerust. „Voor eene opeenhooping van sneeuw op de rails, waarin do locomotief zal blijven steken." „Spreekt gij in ernst „Bepaald. En wel uit ervaring. Deze wee- ke, zachte sneeuw, die, eenmaal saamgepakt, alle winden trotseert, is bijzonder geschikt om een trein vast te werken." Schneidemühl zei dat op zoo’n onbekommer- den toon, zoo geheel alsof de zaak hem per soonlijk niet aanging, dat Cordula boos werd. „Het is niet aardig van u, mij bang te ma ken," zeide zij. „O, er is overigens geen gevaar bij, juffrouw," antwoordde hij bedaard. „Eenige onaangenaam- Het Noord-Brabantsch Dagblad staaft, dat ten noorden van den Moerdijk de overgroote meerderheid der Katholieken zich afwendt van de Calvinisten. Volgens dat blad strookt dit dan ook met de eer en de waardigheid der Katholieken. Het zegt „Naar onze meening eischt de eer en de waar digheid der Katholieken, dat zij in de eerstvol gende tijden, wij zouden geneigd zijn te zeggen: zoolang een demagoog als de heer Kuyper het hoogste woord voert, niet de minste hulp ver- leenen om Calvinisten op het kussen te brengen of te handhaven, hetzij dan voor de Staten-Ge- neraal, of wel voor de Provinciale Staten, of wel voor de gemeenteraden." Verder zegt het blad in den loop zijner be schouwing: „Wij hopen dat de Katholieken niet zullen medewerken tot herkiezing der Calvinisten. Onze eer, onze waardigheid schrij ven ons gebie dend voor in de eerstvolgende tijden alle hulp aan de Calvinisten te weigeren. De Calvinisten moeten eerst tot het levendig besef komen, dat zij de Katholieken niet kunnen gebruiken gelijk de Egyptenaren de Joden bezigden, nl. om stee nen aan te dragen voor hunne monumenten. En als van Katholieke zijde weder mocht ge schermd worden met de bekende groote woor den „strijd tegen het ongeloof," dan mogen de Katholieken zich herinneren hoe onze voorou ders door die geloovige Calvinisten mishandeld zijn en daartoe een blik slaan in het nieuwe werk van den eerw. heer Mabets: „Het oude bisdom Roermond 1559—1801." Dan zullen de Katholieken begrijpen, dat het onzer onwaar dig is knechtendienst te verrichten voor de Cal vinisten, naar de stembus te draven om hen op het kussen te helpen of te houden, zoolang de geest van Calvijn in hen blijft voortleven." zaken ziedaar alles. Men moet zich slechts eenige uren langer spenen van uit wandelen gaan en van den gebruikelijken maaltijd. Ge lukkig hij, die, zooals ik, altijd eenige proviand bij zich heeft. U zal geen hongerlijden, juf frouw Trott, zoolang u bij mij is." De trein reed langzamer, de locomotief floot. „Kijk toch eens, of het ongeluk reeds ge beurd is," verzocht Cordula. Schneidemühl verroerde zich niet. „Nieuws gierigheid is niet altijd onschadelijk," zei hij bedaard. „Wij zullen verstandig doen, onze coupé zooveel mogelijk gesloten te houden. Als wij eerst vastzitten, zal men niet langer stoken." Met een schok kwam de trein tot staan. „Daar hebben we de geschiedenis al," zei Schneidemühl. „Na verloop van eenige minuten zal de conducteur komen en ons ambts halve meedeelen, dat de natuur sterker is als de menschen. Hij zal ons de verzekering ge ven, dat het naastbij gelegen station al het mogelijke doen zal, om ons spoedig te verlos sen. Dat’s ook waar. Een trein met werklie den zal afrijden. Men zal de volgejaagde rails weer vrij maken. Alles met mathematische zekerheid. Wij behoeven slechts te wachten. Ik stel u voor, juffrouw, dat wij ’t geduldig berispelijke tanden zien. „Ik was erg in mijn schik," zeide hij, „den ouden heer in ’t bezit te zien van dat kleeding- stuk. Ik zei hem dadelijk, dat ik hem slechts daarin zou kunnen schilderen. Ongelukkiger wijze had hij de een of andere jubilé-orde, welke de toekomstige geslachten op zijn borst moesten zien. Dat beteekendezwarte rok met witte das. Natuurlijk onaannemelijk voor mij. Ten slotte troffen wij een vergelijk: de orde kwam, geheel volgens de natuur getrouw terug gegeven, als versiering beneden op de lijst. U zal haar daar wel bemerkt hebben, juffrouw." Het gesprek liep langen tijd over de quaestie van het costuum. Schneidemühl gaf allerlei grappige ondervindingen ten beste, welke hij bij dames had opgedaan, wier overtollige sie raden het hoofdvereischte schenen te zijn voor een welgelijkend portret. Mijnheer de schilder vertelde bijzonder amusant; maar zijn spotten de toon viel toch niet geheel in den smaak van Cordula. Allengs hield zij op aan het gesprek deel te nemen. Zij sloot de oogen en dacht aan andere dingen. Vervolgens stapte de dame uit en zij bleef met den spotter alleen. Het begon buiten te O N D I NE. Roman van Wilhelm Beboer. 4.) HL In een coupé eerste klasse reed Cordula met een heer van omstreeks dertig jaren door den donkeren winterdag. Sedert een uur waren beiden alleen. Tot dien tijd was eene bejaarde dame, die Cordula kende, de derde geweest. Zij had den heer voorgesteld, toen Cordula instapte, als: mijn heer Schneidemühl. Gedurende den loop van het gesprek vernam Cordula, dat de heer Schneidemühl portret schilder was. En toen herinnerde zij zich, eens een zijner portretten te hebben gezien: een oude heer in een pelsjas, dien zij niet kende. Men roemde de gelijkenis; zij verbaasde zich over het natuurlijke van het pelswerk. Het was ottervel geweest, zooals zij op ’t eerste ge zicht gezien had. Zij vertelde dat een en ander aan den schil- het gedistilleerd. Op deze wijze wordt aan de wicht van 500 gram of een gedeelte van 500 “- j gram 5 cent daarboven. - een equivalent geëischt. ’t Is waar, de belasting gewicht van niet meer dan 200 gram binnen 4 leid wordt vrijwillig betaald en ’t meest door de den kring van het post- of hulpkantoor, waar slechte elementen, maar ’t blijft een feit dat zij die ter post is bezorgd, bedraagt het port voor eiken brief: van oen gewicht van niet meer inlei- dan 15 gram 3 cent, boven 15 tot en met 200 gram 5 cent. Het port der gedrukte stukken bedraagt voor een gewicht van: niet meer dan 25 gram 1 cent; boven 25 tot en met 50 gram 2 cent; boven 50 tot en met 75 gram 3 cent; boven 75 tot en met 100 gram 4 cent; boven 100 tot en met 150 gram 5 cent; boven 150 tot en met 250 gram 7centboven 250 tot en met 500 gram 10 cent; boven 500 tot en met 750gram 12*/ï cent; boven 750 tot en met 1000 gram 15 cent, en voorts voor elk gewicht van 1000 gram of gedeelte van 1000 gram 2’/a cent daar boven. De berekening van het port geschiedt naar het gezamenlijk gewicht van elke verzending onder een afzonderlijk adres, de omslagen en alles wat verder dient tot beveiliging van den inhoud daaronder begrepen. Het port van nieuwsbladen, met of zonder bij voegsels, bedraagt per nommer of exemplaar voor een gewicht vanniet meer dan 40 gram Vi cent; boven 40 gram tot en met 150 gram 1 cent, en voorts voor eik meerder gewicht van 50 gram of van een gedeelte van 50 gram cent daarboven. Hetzelfde port in verhouding tot het gewicht is van toepassing op de bijvoegsels bij afzonder lijke verzending. De heffing van het bovenvermelde port kan, op te bepalen wijze, mede bij abonnement ge schieden. De frankeering van nieuwsbladen kan echter ook geschieden naar het tarief voor de gedrukte stukken bepaald. Het port der monsters bedraagt 2’/2 cent per 75 gram of gedeelte van 75 gram. Bij aanteekening is verschuldigd boven het gewone port: een vast recht van 10 cent; bij aangifte van geldswaarde een opklimmend recht niet hooger dan 2'l2 cent voor elke 100 gulden of gedeelte van 100 gulden. Bij postwissels zal niet meer mogen worden geheven dan 5 cent voor een bedrag van f 12.50 of gedeelte van f 12.50, met dien verstande ech ter dat voor bedragen tot f 5 geen hooger recht kan worden geheven dan van 2’/j cent. De indiening van een ontwerp ter tegemoet koming der noodlijdende gemeenten is, naar het Vad. verneemt, thans spoedig te wachten. De vereeniging tegen overdreven Zondags rust op ’t gebied van post- en telegraafverkeer, heeft onlangs den minister van waterstaat, han del en nijverheid gewezen op de bezwaren, voort vloeiend uit de opeenvolging van Zondagen b.j Kerst- of Pinksterfeesten. De minister heeft het hoofdbestuur bericht dat voor het vervolg op een tweeden christelijken feestdag, voor zooveel deze niet op een Zondag valt, de kantoren der posterijen mede zullen worden opengesteld voor het aannemen van pak ketten, het verzenden van postwissels en de be handeling van kwitantien. 10. Adres J. Pino, tot aankoop van ge meentegrond. 11. Adressen van J. Hesselink en J. Lamp- huis. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet op de Nationale Militie van den 19den Augus tus 1861 (Staatsblad no. 72), brengen ter open bare kennis dat de eerste zitting van den Mili tieraad voor deze gemeente zal worden gehou den in het Gemeentehuis te BOLSWARD, op Woensdag den 23 Maart e. k.des namiddags ten 12'/2 ure, in welke zitting uitspraak zal worden gedaan omtrent 1De verschenen vrijwilligers voor de militie; 2. de lotelingen, die redenen van vrijstelling hebben ingediend; 3. de lotelingen, in de artt. 55 en 56 bedoeld; 4. alle overige lotelingen. Zullende voor dien Raad alleen behoeven te verschijnen: 1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mi litie hebben aangeboden de lotelingen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte. Sneek den 26 Februari 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. dat het betoog aan helderheid niets to wenschen overlaat, en dat uit de toegelichte voorstellen in het algemeen een gloed van overtuiging spreekt, waarvan veel te verwachten is. Terecht heeft de regeering, naar ’t blad nog doet uitkomen, rekening gehouden met hetgeen op het gebied der belastingen eenmaal bestaat. „Wat geen aanleiding gaf dot practische be zwaren, al voldoet het wellicht niet aan theo retische eischen, worde met rust gelaten." Dat is juist gezien. Wat in den loop der tijden ge worden is en zich ontwikkeld heeft, dient be- accijns de voorkeur gaven, ’t Vad. schaart zich \yaard te blijven, zooveel noodig verbeterd en diet de eischen van onze dagen in overeenstem ming gebracht. Daarop volgt een beknopt overzicht van de plannen. In het Hand, wordt eveneens met waardee- ring over den inhoud der ontwerpen gesproken. De Haagsche briefschrijver van de Zaanland- sche Courant, spreekt reeds een definitief oor deel uit. Hij is van oordeel dat zij alleszins aan de “j zou echter liever hebben gezien, dat de minis ter het equivalent voor de verminderde in komsten op andere wijze dan door een verhoo ging van den jenever-aecijns had gevonden. Mis schien, zegt hij, is dit nóg mogelijk, door bijv, de progressie voort te zetten tot 7 of 8 ton vermogen of tot één millioen. Allicht wordt daardoor de noodige twee millioen meer ver kregen, die de minister uit die verhooging van den drank-accijns verwacht. Maar al gebeurde dit niet, dan nog zou hij van ganscher harte de voorstellen van den mi nister Pierson als een uitnemende verbetering toejuichen en dankbaar willen aanvaard zien als een kostbaar geschenk. Schneidemühl liet lachende twee reien on- veroor- sneeuwen. Di C Vi

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 2