IHIIÏÏI' EI HIT IttMRSflMT STB.
VEEL
Waardoor wMoosMi in FrisÈii
1
1892.
MAAR rJ?.
12
Z A. rJ? IC K O A.
I
‘I
L
1 bij
«Al
A
or
-sins- h niïiiiTmiE iiuii itn de
?r-
•Sc
er
l»-
Bij deze Courant behoort als bijblad Feuil
leton- nummer 112.
Deze CO VB AN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS*
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
afgedwongen wat hij kan en vermag voort te
brengen.
Er behoeven geen meren te worden droog
gemaakt, heidevelden te worden ontgonnen of
dagen vanaf den 12den dezer maand ter Secre
tarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage
zijn nedergelegd en aan het Gemeentehuis aan
geplakt
Dat bij die herziening
zijn geschrapt
'ents,
prijs
r
F
KENNISUE VI N G.
AANGIFTE VOOR DE ZEEMILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
ide
Ue-
eu
;e-
or,
iet
id
i-1
<11
1 I
•a
f/
®-
11
t
ap*l
ndJ
oea
hij
n moet
:ien de
1 hare
Fatsoen
rdt ua-
In de
ich go
al den
landen
happij
den
eu te
De Afdeeling spreekt als hare overtuiging uit
dat er veel te verbeteren valt in den toestand
der wegen, alsook aan de bouw- en
door slatten, gieppelen en draineeren.
ADV ER TEN TIÉN
voor eiken regel meer
belangrijk lager,
den uitgever.
waarvan aan
toenemende
een einde
Gemeente Sneek, gevolg gevende aan art. 150
SI.' ZO li
ft1 te
Iroud-
Kana-
ftbied
niet
vrij-
j'Odig,
aat-
niet
fat-
rer-
iid,
!oe-
Wanneer we
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
7’;2 Cents. Bij abonnement is de prijs
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
telde j
s de l
^•?stein I
rdde
eteh|W
iedeiü
vinl
laall
van genoemde lijsten
Jenzen H. Baanstra, Jacob Bajema, Tjalling
Bakker, Johannes Basstra, Nicolaas van Ber
gen, Tjitte Bloksma, Frans D. de Boer, Jelle
J. de Boer, Siemen Boetje, Jan Boomsma, Jan
R. Brouwer, Jan T. Brouwer, Samuel Druif,
Sietze Dijkstra, Willem A. Eisma, Ulbe A. Fa
ber, Pieter B. Feenstra, Gele Fokkema, Wijtze
Fortuin, Adrianus Göbel, Johan Godthelp, Gijs-
bertus J. van Gortel, Herre Groeneveld, Jan
neu
4uar
;ijne
,?rk-
vei' T
och I
va» 1
op
hem
t tl
£ehil|
heul
4 hij
tok ad
it, all
wat’
etsei
We wachten, om daarop te antwoorden, maar
eerst weer geduldig den tijd af dat minister
Pierson zijn voorpostgevecht of schermutseling
staakt.
KENNISGE F ING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet
op de Nationale Militie van den 19den Augus
tus 1881 (Staatsblad no. 72), brengen ter open
bare kennis dit de eerste zitting van den Mili
tieraad voor deze gemeente zal worden gehou
den in het Gemeentehuis te BOLS WARD, op
Woensdag den 23 Maart e. k.des namiddags
ten 121/, ure, in welke zitting uitspraak zal
worden gedaan omtrent
1. De verschenen vrijwilligers voor de militie;
2. de lotelingen, die redenen van vrijstelling
hebben ingediend
3. de lotelingen, in de artt. 55 en 56 bedoeld;
4. alle overige lotelingen.
Zullende voor dien Raad alleen behoeven to
verschijnen
1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mi
litie hebben aangeboden
2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte.
Sneek den 26 Februari 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek,
Gelet op de wet van den 4den Juli 1850
(Staatsblad no. 37,) zooals die is gewijzigd bij
het Vilde Additioneele artikel der Grondwet.
Brengen ter openbare kennis, dat de lijsten
aanwijzende de personen, die in deze Gemeente
tot het kiezen van Leden van de Tweede Ka-
van Friesland en van den Raad dezer gemeente
der wet op de Nationale Militie van den 19den
Augustus 1861 (Staatsblad no. 72,) noodigen
bij deze de lotelingen der Nationale Militie van
deze gemeente uit, om, wanneer die verlangen
bij de Zeemilitie te dienen, zich daartoe vóór den
I 1 en April ter geineente-secretarie aan femelden.
Sneek, den 4 Maart 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BÉNNEWITZ, Secretaris.
iet
Ur
en
lu
id
er t
<nd
er-
•tietl
en,
)ok|
De Friesche Maatschappij van Landbouw en
Veeteelt heeft onder bovenstaanden titel een
belangrijke en leerzame brochure in ’t licht ge
geven, waarin op heldere wijze wordt uiteenge
zet, welke oorzaken er zijn aan te geven voor
den staat van werkeloosheid, die door deze pro
vincie heerscht.
In een reeks van rapporten, waarin de Be- i
sturen der onderscheiden Afdeelingen een ant-
woord geven, min of meer volledig, op de door
het Hoofdbestuur gestelde vragen, vernemen we
de vertroostende en blijde tijding dat het Ne-
dcrlandsche Ierland in zichzelf de kracht tot
1 weder-opleving bezit. „Aangevuld aldus
luidt het met de langs andere wegen ver-
I kregen inlichtingen, (is men in staat) eenig over
zicht te geven van hetgeen ter verkrijging eener
1 hoogere productiviteit van den bodem behoort
Me worden gedaan, bij toepassing
de in de laatste jaren ontstane en
werkeloosheid van den veldarbeider
zou worden gemaakt."
Zoo lezen we in verschillende rapporten dat
de Polderbesturen niet dan in uiterste noodza
kelijkheid de lasten verhoogen uit hoofde van
den slechten financiëelen toestand der landbou
wers; een gevolg hiervan is dat dikwijls hoog-
noodige verbeteringen achterwege blijven zoo
-wzijn het ook de vermeerderde kosten die belet
ten dat de verschillende polders zich vereenigen
tot waterschappen, wat zeker voor de producti
viteit van den grond zeer bevorderlijk zou zijn.
Naast gebrek aan geld bestaat de andere oor
zaak van verzuim hierin dat de eigenaars van
vele landerijen elders wonen, met den waren
stand van zaken niet op de hoogte en
•s sdaarom niet gemakkelijk tot het besef te bren
gen zijn, dat juist zij het zijn die uit de inpol
dering der laag gelegen hooilanden groot voor
deel zouden trekken omdat door meer intensieve
cultuur de hoogere pachten van weleer ook
thans te verkrijgen zouden zjn. Zoo bl.jft in-
v rpoldering en droogmaking veelal achterwege en
geldt de regel dat „ieder strijdt voor zijn eigen
opvaart." De Afdeeling Leeuwarden spreekt
1 aan het slot van haar rapport dan ook den
wensch uit, dat haar gegevens niet na lezing in j
de boekenkast gedeponeerd zullen worden, maar
dat men de handen aan den ploeg mocht slaan
j om een eind te maken aan een toestand waarin
-rfde een lijdt door den onwil van den ander.
Friesland zegt het rapport van de Afd.
Berlikum heeft niet te veel arbeidskracht, j
mits slechts de de grond worde afgedwongen,
g
f t,
■e.
wat hij, bij krachtige exploitatie, kan en behoort
te geven." De groote kwaal ook hier is on
voldoende finantiëeele kracht.
In Menadumadeel behoort tweederde van de i verricht en dientengevolge de grond niet wordt
-landerijen aan buiten de gemeente wonende
eigenaren. Voor het overige zijn de bezitters
voor het meerendeel gaardeniers en koemelkers,
allen min of meer met schulden bezwaard. I
weilanden
Het Bildt
klaagt over den Plechten afvoer van het boe- i
zemwater; wijst op den slechten toestand aer
slooten en het spaarzaam toepassen van drai-
neering; het laatste wijt deze afdeeling aan de
op eenige kunstmatige wijze werk te worden
gezocht. „Er is arbeid, productieven arbeid te
over, die onder alle omstandigheden voordeel
aanbrengt, niet het minst aan den eigenaar."
I En daarop geeft de Secretaris de middelen aan
waarmee het voorhanden zijnde te bereiken is.
1°. De Staat moet zorgen voor billijker lastver-
deeling en dient de ontvolking van het platte-
(Geen stelselmatige verscheping dus naar Ame
rika).
2°. De Staat moet op het platteland zelf
landbouwvak-onderwijs verstrekken.
3°. De Staat mag zich niet langer onttrek
ken aan de bevaarbaarmaking van de Linde.
4°. De Staat moet de rijkstollen afschaffen.
Verder verwaeht de Schr. veel van het Ge
westelijk Bestuur door toekenning van subsidiën,
en door wijziging van het grondreglement op de
waterschappen, wier oprichting eerst noodzake
lijk wordt geacht wanneer 2/a der oppervlak e
er zich voor verklaart.
Verder moet het op richten dier waterschap
pen door het Gewestelijk Bestuur worden be
vorderd en het werk zelf bespoedigd.
Ten slotte wordt de landbouwer op het hart
gedrukt om te doen wat in zijn vermogen is,
terwijl het Hoofdbestuur steeds voort moet
blijven gaan „de buiten wonende eigenaars te
wijzen op hetgeen tot meerder rentegevendheid
kan worden gedaan."
Voorzeker is dit geschrift belangrijk voor hem
die belang stelt in Frieslands welvaart; het brengt
weer moed en hoop in de toekomst.
Of echter van den Staat in onzen tijd te ver
wachten valt wat de Schr. er van eischt, is
zeer twijfelachtig naar onze meening. Daarvoor
zijn andere toestanden noodig wij bedoelen
eene andere regeling van het zoogenaamde staat
kundig recht; we zien het in deze dagen hoe
de Staat achterwege blijft met steun te verlee-
nen waar het gansche dorp Beets verhongert
of verdrinkt. Wanneer we eindelijk het stem
recht hebben gegeven aan alle medeburgers,
kunnen we gerust aan den Staat een eisch stel
len, zonder bang te zijn dat onze vordering
doodgezwegen wordt. En dan waarom zou
den we het verzwijgen, ook al is het thans een
hors d’oeuvre dan vragen we aan den Staat
om geheel Friesland te onteigenen en te maken
tot Staats-eigendom. In die vraag alleen ligt
wordt zij toegestaan alles opgesloten wat
mer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten
thans door allerlei kunstmiddelen moet worden beyoegd ziJn> zijn herzien eu gedurende veertien
verkregen. Er is voedsel genoeg voor allen zegt, - -
het rapport; veler arm is echter te kort om de
hoog geplaatste schotel te kunnen bereiken.
Welnu wat zou natuurlijker zijn van u,
Staat of Regeering eischen we dan, dat ge dien
schotel aanvat en van de hooge plank af brengt
op den algemeenen dischaan hen, die er be-
lang bij hebben dat de schotel zoo hoog stond,
geeft ge eenvoudig rechtmatig vergoeding voor j
I hetgeen zij schade lijden bij uwe handelwijze, j
Dan houdt de verbittering op, die duizenden I
menschen ziet honderlijden of verhongeren,
terwijl Friesland voor allen een welbereiden
disch kon zijn. Hoe lang dit nog zal duren Haga Pz., Douwe Hansma, Marcus J. van Ha-
heerschende malaise in den landbouw en zij j land te temperen zooveel maar mogelijk is.
spreekt diensvolgens de wenschelijkheid uit dat I
verhuurders in den aankoop der buizen hun
pachters te hulp komen, wat voor beiden voor
deel zou opleveren.
Aldus gaat het voort in alle rapporten; sche
ring en inslag zijn daar bij: behoefte aan af
voerkanalen, noodzakelijkheid van inpoldering,
I verbetering van wegen, draineering, greppelen
enz. enz,, daarnaast de slechte finantieele toe-
standen der landbouwers en de omstandigheid
dat de grondbezitters voor het meerendeel el
ders wonen en uit onbekendheid met de toe
standen of uit een slecht begrepen eigenbelang
zich aan hun landerijen niet genoegzaam ge
legen laten liggen.
Wij noemden deze tijding vertroostend,
uit dit verdienstelijk werkje ver
nemen dat er in Friesland overvloed van werk
is te vinden, die zeer productief kan worden
aangewend, dan vervalt daarmee elke beweeg
reden om de arme landsbevolking over te bren
gen naar de Nieuwe Wereld. Danis het veel
eer in het belang der provincie dat zij in het
volle bezit harer werkkrachten blijve; dan is
het een blijde tijding voor de zwaarbeproefden
dat er voor hen in eigen vaderland werk en
brood te vinden is.
Gebrek aan geld is de eenige dissonant, die
door alle rapporten zich doet hooren. Gebrek
aan geld noodzaakt den pachter om de verbe
teringen tot het hoogst noodige te beperken;
gebrek aan geld drijft de belastingen omhoog en
daarmee de geldbezitters de gemeente uit, een feit
dat de gemeentebelasting voor deachterblijvenden
j welhaast tot een ondragelijkenlast maakt, en door
den onwil der verhuurders leidt tot verarming van
de „werkende" klasse en van den bodem.
In een aanhangsel geeft de Secretaris zijn
algemeene beschouwing over den toestand en
de middelen ter verbetering aan.
Het is een goed werk geweest van den Secre
taris om het publiek klaar en onomwonden mee
i te deelen, wat naar zijn meening hoofdoorzaak
is van den verwaarloosden toestand.
„De hoofdbedoeling zoo zegt hij van
het onderzoek, om in het licht te stellen, dat
in Friesland veel productieven arbeid achterwe
ge blijft en daarin de hoofdoorzaak der heer-
j schende werkeloosheid moet worden gezocht,
is bereikt. Het bewijs is geleverd, dat Fries-
land geenszins te veel arbeidskracht bezit
zooals dikwijls wordt beweerd maar dat er
overvloed van werk is, dat echter niet wordt
r
d
ii
-
3
w
wil
nii’
hc
r’i
B