ra. Een urtiwscli toraw WM. T MELÏÏSI 1DMTM1D ÏOOR Dl d d L 'i g No. 28 I8V2. N-V EER TI <3 «TE J A A R Q A N O. 4 A i. .92 Jl i 6 c4 Be- j U 1 0 E' 5 M T 'Still? cnm h hit miomff ml or »r- st Ü3 IKgsw heid om te ervaren dat ook in Nederland de* yolk etsei ■>V i Ier i ie ;st Maartsche van eigen ”1 ui ie er Sneek, den 5 April 1892. De Burgemeester voornoemd, ALMA. io- 61 m- ad in li es moet en de ha ra .tsoeu It na- In da ■ih ge il den linden sip pij den en to apl tidj^^ oea t I hij| tien I KENNISGE VING. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge.^eettte Sneek, voldoende aan art. 87 der wet op de Natio nale Militie van den 19den Augustus 1861 {Staatsblad no. 72), brengen ter openbare ken nis, dat de tweede zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden in het Gemeentehuis van Schoterland te Heeren- veen op Woensdag den 20 April e. k., des voormiddag» ten 11 */4 ure. Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger of nummerverwisselaar verlangen op te treden. Sneek, den 25 Maart 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. BENNEWITZ, Secretaris. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 '/2 Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. relde 1 de I - stem I rilde uii'Vl eteifyd iedew vin-1 laa J I als herder en leeraar van de schare en J om, evenals zijn ongelukkige Vorst, heul muren van Naarden» kerk ge- tuigen waar het goed niet zonder bloed werd zon- 11 te 1 'ond- ihina- bied niet vrij- >dig, aat- met fat- rer- eid, loe ft hl. zoi iet I ir I en 1 m- il- ert I nd I er- J iet I enj >ok BEKENDMA KING. De BURGEMEESTER van Sneek brengt ter openbare kennis, dat op heden 5 April zijn ge sloten, de herziene Lijsten, aan wijzende de per sonen, die in deze gemeente bevoegd zijn tot het kiezen van Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, en dat de bedoelde lijsten zijn aangeplakt en van af den 6en dezer maand ter Secretarie der Gemeente voor een ieder ter .ijim ,’rk- i er- 1 och I va» op hem c td (chil-l heul i hij lok a, it, als j Met de nederlaag van dezen Vorst was Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post 1 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. van deze drie studenten moet deze dag zeer kritieke geweest zijn. In den vreemde, gekweld met - buien, verbitterd over het interdict regeering, onder den indruk van de voorspel ling van hun landgenoot Falb, met het besef van wat de groote Comenius had moeten lijden om der wille van zijne verheven levensopvat ting; wie zich aldus geplaagd gevoelt, van bui ten en van binnen wie zoo in zijn vrijheids gevoel wordt gekwetst waar het betreft de ver breiding van het goede, edele en schoone; bij hem leeft de gewaarwording met alle kracht weer op, dat de geboorte van het grootsche en edele niet zonder barensweeën afloopt. Voor hen is deze kritieke dag een herinnering tevens aan de wordingsgeschiedenis van zoo velerlei, van alles wat de wereld later gelukkig zal ma- Dat nog zoo velen in Comenius’ tijd en in den onzen hun vrijheid missen; dat nog zooveel da den van dwang en geweld te constateeren zijn; het is een gevolg van des Nederlanders lijd zaamheid, die toelaat dat er met hem gesold wordt, gelijk de kinderen sollen met Eidel. Eerst wanneer het pijn begint te doen rijst hij bedaard en statig omhoog, om niet weer zich neer te vlijen voor de pijniger is geweken. Zijn bloed is iets lager van temperatuur als dat der Czechen. Wij zouden ons verbazen wanneer een Nederlander op een officiciëele receptie in Oostenrijk uit edele verontwaardiging alleen jegens Fransche overheersching geen Fransch verkoos te spreken, en bij onbekendheid met het Duitsch in gebroken Engelsch zijn hart ontlastte. Dat kan een Nederlander niet, ten minste niet in korten tijd; zoo iets verwacht men van een Czech. En een der drie jonge mannen, die zeker goed Duitsch sprak, verkoos de voor hem meer lastige Fransche taal om de regeering van Oostenrijk iets onaangenaams te zeggen op onaangenamen toon. Wij hopen dat de vreemdelingen, die ons op een kritiek oogenblik bezochten, de overtuiging meedragen dat de Nederlanders niet in naam vrijheidslievend, maar inderdaad slaven zijn, terwijl zij, onze bezoekers in naam slaven en in de werkelijkheid zich vrije mannen gevoelen. Hopen wij dat hun sympathie jegens ons land, als de wijkplaats van den gejaagden Comenius, zich verder uitstrekke tot ons volk omdat het met hen, op het punt van vrijheidszin, van eenerlei geaardheid zich betoont. steun te gaan zoeken in het klassieke land der geofferd aan vreemde dwingelandij. Wanneer inzage zijn nedergelegd. vrijheid. Wel hadden deze mannen gelegen»"het gevaar dreigt, ontwaakt de vrije zin van ons N "«’k en slaat langzamerhand uit tot een vlam lits, rijs bij voor zoover we weten geen groote onheilen. Voor ons vaderland bepaalde deze dag zich tot het aanvoeren van een frissche noorderbries, die wel kneep in oor en wangen, en ons met een vlucht van sneeuwvlokken bestoof, maar ons overigens ongemoeid liet. Gedoken in de winterjas, die kil om de beenen sloeg, verscholen onder een regenscherm, trok een schaar van mannen en vrouwen in feestelijke stemming door Naarden’s straten, om te hebben, in het huis des Heeren de nagedachtenis te vieren van een Czech, die in den jare 1670 in deze kerk zijn laatste rustplaats vinden mocht. Johan Comenius, den godgeleerde en den pae- dagoog gold deze eer, en daarvoor waren zelfs 3 czechen uit Praag' overgekomen, die zeker niet dikwijls onder zulke ongelukkige omstan digheden feest zullen gevierd hebben. Behalve den ongunst der elementen, was er ook in hun hart een storm opgestokeu tengevolge van het verbod der Oostenrijksche regeering, om van deze herinnering een nationalen Boheemschen feestdag te maken. Ver in den vreemde moes ten ze hun voorzaat plechtig herdenken, gelijk ook die voorzaat zelf zijn grootsche taak als paedagogisch hervormer niet binnen de grenzen zijn vaderland had mogen vervullen. Voor stellig een -- de o |iei I n ft I UIT DE PERS. In het jongste Girfsnommer komt een be schouwing voor van prof. Greven over Pierson's staathuishoudkunde, een beschouwing die wel in hoofdzaak gewijd is aan de verdiensten van den geleerde, maar waarbij het optreden van den minister en zijn belasting-ontwerpen mede ter sprake worden gebracht. Op dit laatste gedeelte wenschen wij de aandacht te vestigen. Dat een belasting op de inkomsten uit ver mogen van de thans ingediende ontwerpen het hoofdbestanddeel vormt, zal, naar de schrijver doet opmerken, niemand hebben verwonderd, die met de geschriften van den heer Pierson bekend is. De splitsing der inkomstenbelasting in twee zelfstandige deelen, een belasting op de inkomsten uit beroepen en bedrijven en een op inkomsten uit vermogen, is in de werken van den staathuishoudkundige, in zijn Leerboek, op talrijke gronden verdedigd. En dit geschied de niet omdat aan dezen vorm van heffing geen bezwaren zouden kleven. Veel van hetgeen dezer dagen met zooveel klem is aangevoerd tegen het plan, kan men in de brochure van Pierson zelf lezen: „In normale gevallen", zoo vernemen wij uit het „Leerboek", „kan de jaarlijksche ver mogensbelasting zonder groote onnauwkeurig heid" als een partieele inkomstenbelasting wor den beschouwd. Echter zijn daarbij „hardhe den" nooit te vermijden. „Iemand heeft in de eene rubriek verlies, in de andere een batenu komt het verlies niet in mindering van de ba te, maar deze wordt ten volle belast. Gij hebt een deel van uw vermogen in effecten belegd, met het andere drijft gij een zaak. In een ge geven jaar lijdt gij door die zaak een verlies, dat ongeveer even groot is als uw inkomen uit effecten in dat jaar. Bij een ongedeelde belas ting zoudt gij niets betalen; bij een gesplitste betaalt gij over uw coupons." Ook is het re kening houden met schulden minder eenvoudig bij de gesplitste dan bij de ongedeelde inkom stenbelasting èn tegen het niet, èn tegen het dubbel in rekening brengen der schulden moet worden gewaakt; en hoewel dit mogelijk is, met moeilijkheden gaat het gepaard. „Dat de vermogensbelasting, hoe goed ook geregeld, toch altijd tot bedriegelijke opgaven aanleiding zal geven, is aan geen twijfel onderhevig." Er moeten dus wel gewichtige redenen be staan om een ontwerp, waarvan de minister de schaduwzijde zoo helder inziet, als eerste proe ve aan de scherpe en niet altijd welwillende critiek, waaraan zulke voorstellen gewoonlijk blootstaan, te onderwerpen. En daarna ver meldt prof. Greven kortelijk de gronden, die bij de keuze tusschen de beide vormen van heffing den doorslag hebben gegeven. Daarbij staat voorop, dat bij splitsing de hef- fing deugdelijk wordt verzekerd. De rijksad- ministratie beschikt over tal van gegevens en opgaven om het vermogen te controleeren, maar dezelfde ambtenaren kunnen wegens den aard van hun werkkring niet met het heffen eener belasting op inkomsten uit beroepen en bedrij ven worden belast. Ten tweede kan bij afzon derlijke belasting der inkomsten uit vermogen niet het genoten inkomen, maar de waarde van het vermogen zelf tot maatstaf worden geno men. Voor de berekening daarvan kunnen zeer eenvoudige regels worden gesteld. Tea derde ea dit is een groote aanbeve- Maandag, de kritiekste dag in ons fin desiè- vrij heideplant wel kommerlijk stond te kwijnen.k die njet te blusschen valt, cle, zooals prof. Falb het voorspelde, bracht ea te treuren, maar zij mochten het geluk sma ken van die stiefmoederlijk uitgedeelde vrij herI j althans iets mee te krijgen. De faam die vertrouwbare gids had hun gewezen naar dat kleine land aan de Noordzee, waar de bur gers vrij en blij leefden. En al moge de er varing hun later wel anders geleerd hebben, zij konden zich gelukkig rekenen hier rust en vrede, en wat Comenius betreft tijd en gelegenheid voor ongestoorden arbeid gevonden Wat hij hier werkte tot heil van het nageslacht moeten we aan den kroniek schrijver overlatenwie nader van Comenius’ werken en denken wenscht ingelicht te worden, neme het boek ter hand van Comenius zelf, dat dezer dagen door den heer de Raaf ver taald en door den heer Mijs te Tiel werd uit gegeven. Als theoloog schaarde hij zich aan de zijde der behoudende partijals paedagoog was hij een man van zeer milde denkbeelden, die geloofde aan de hooge zedelijke waarde van den mensch, en aan een eindelijke wereld orde van zedelijkheid. Den mensch te ontwik kelen en te veredelen was dus zijn hervormings plan, en als leiddraad nam hij daarbij de natuur. In de kweeking en veredeling van planten en dieren vond hij een vingerwijzing voor de rich ting die moest worden ingeslagen om den mensch vooruit te brengen. Zijn paedagogie baseerde zich op dit natuurlijk proces, zooals hij het waarnam in het leven van boom en bloem; gelijk de tuinman zijn bloemen steeds weet te veredelen, zoo moest ook de paedagoog de heer lijke gaven bij den mensch doen ontluiken tot fraaie en welriekende bloemen. En daartoe is de vrijheid een onmisbare voor waarde. Waar deze gemist wordt, komt de bloemknop niet tot ontluikingwaar de vrijheid ontbreekt moet de lust om op Comenius’ voor beeld te ontwikkelen noodzakelijk kwijnen en wegzinken, en dat Comenius in ons land juist zoo veel aanhangers gevonden heeft is daarom een stellig bewijs voor de vrijheidsliefde van ons volk. Dat Comenius met dezelfde vrijheids liefde bezield was, bewijst dat ook gestrenge kerkleer ruimte laat voor de zucht naar vrijheid en liefde er voor. Dat Comenius in ons land zoo op den voor grond is gebracht en met zooveel plechtigheid is herdacht in lied en toast vindt daarin dan in j ook zijn verklaring, dat hij de vrijheid huldig- nne- de boven alles, in de ontwikkeling van het ver- l stand. Niet als theoloog is hij daarom voor j het voetlicht gebracht, maar als den vriend en den dertigjarigen oorlog bevorderaar van de vrije ontplooiing van den toen de menschelijken geest. Daarmee heeft hij de bekende en ongelukkige winterkoning regeerde, sympathie der Nederlanders verworven, wier i 22was ook vrijheidszin tot een spreekwoord is geworden I Comenius’ vonnis gelezen. Hij moest zijn taak in weerwil van sommiger beweren, dat het ei- als herder en leeraar van de sehare opgeven, genlijk maar een sprookje is. Neen, de Neder- 'zag zijn geschriften aan de vlammen geofferd lander heeft de vrijheid lief; daarvan kunnen werd gedwongen zijn vaderland te verlaten, de kogels in de en kende natuur in den mensch verzet er zich tegen dat het werk der verlichting en verbete ring van ons geslacht zou geschieden zonder weerstand. De predikers der christelijke leer verkondigen het in deze weken der passie; 1 Naardens kerk werd het Maandag in herinne- ïf ring gebracht door leekenmond bij het graf van I den paedagoog naar het natuurlijk systeem. In de dagen van leefde Comenius in Bohemen, waar ’r> ids 1 Ue- 0ii I te- •[1 I k it le’ 911

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1