j rm
Mi l MX K IDITIIffiTIMLIll TOR DE
con H HET IIIIIIMISSDK SJEES.
1.
s.
ri
|>k a J
it,
I
"I
en,
>ok y
No. 31
1892
92
z a. rr
De Encycliek van den Paus.
4
1 I
>i Be- j
I n
1
J
B
I
b-
1
1 i IA. i
A P R I I^,
1G
I
'I
z,j" -d
-
i
-
'1
flli
I
COURAH
SNBBK
or
•r-
»on-
der
5
1
0
4
I
I
stelt voor zijn verbeteringen.
Gesteld, dat de bevolking toeneemt, dat
enkele
naam
ent
oc
'ii
j»
ide
he
en
;e-
w
I
4
Es,
'J8
•y
i
Ho
u-
ze
Ml
I'-
go
lving
zul-
,'ter,
net.
be-
bebouwt, opeischt, dan heeft zij daartoe volko
men het recht, wanneer zij hem schadeloos
een
stad ontstaat bij zijn stuk land en dit laatste
daardoor een drie- of vierdubbele waarde krijgt,
I zonder dat de eigenaar er iets toe heeft bijge*
u
1 I
Hij, die
van
g
811
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
gemeente Sneek,
voldoende aan art. 87 der wet op de Natio
nale Militie van den 19den Augustus 1861
{Staatsblad no. 72), brengen ter openbare ken
nis, dat de tweede zitting van den Militieraad
voor deze gemeente zal worden gehouden in
het Gemeentehuis van Schoterland te Heeren-
veen op Woensdag den 20 April e. k., des
voormiddags ten 11 ure.
Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan
omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane
zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger
of nummerverwisselaar verlangen op te treden.
Sneek, den 25 Maart 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
relde 1
A de I
^-1» stem I
:dde 1
Uli',',4
eteh|J
iedeid
vin-l
laaj
'zoi
ADVEBTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
■t
iet I
ir- I
en 1
in- I
il-
ert I
nd I
er- I
i
ap®
nd 9
oegl
11‘11
pen
^aar
ijne I
,jrk- J
freij j
:ocl I
va» I
op I
hem I
‘A
etsei W
nen en hebben plaats gemaakt voor liefde
„waarin de leeuw bij het lam zal liggen en een
kind hem zal leiden?
Evenmin is het wraak, wanneer men een
partij schuwt, die ons leed gedaan, ons op den
rand des verderfs gebracht heeft. Men behoeft
de leden dier partij niet te haten, mag dit zelfs
niet diten, maar daarom is een bondgenootschap
met hen nog niet noodzakelijk, ’t Staat als een
paal boven watereerstens dat de calvinisten
evenmin een geloovige partij zijn als de libera
len; ten tweede dat zij met den steun der ka
tholieken niets beoogen dan hunne beginselen
en wenschen te doen zegevieren, en ten laatste
dat zij den katholieken een onverwiulijken haat
toedragen. Tegen zulke lieden op zijn hoede zijn,
in geen nauwe lelatie met hen willen komen,
hun geen nieuwe gelegenheid willen geven, om
ons verachtelijk en verradelijk te behandelen,
neen, dat is geen wraak nemen; geen
roomsche catechismus zal daaraan dien
geven?
d
vl
<a
f.
k
>u
h
•t
Het gebeurde te Amersfoort en te Delft blijft
een groote grief. Wij laten hier nog een paar
aanhalingen uit katholieke bladen volgen. De
Eembode schrijft o. a.
„Door het vermetel spel, bij de jongste ver
kiezing te Amersfoort opgevoerd, zijn wij in een
richting gedreven, die over het geheele land voor
de anti-liberalen inzonderheid voor de anti
revolutionairen noodlottig kan worden. Een
stroom is los gelaten, die wellicht zeer spoedig
de anti-liberale meerderheid in de Staten van
Utrecht verzwelgen zal.
Als gevolg daarvan zullen de twee anti-libe
rale leden door de Staten ter Eerste Komer af
gevaardigd, hunne zetels verliezen en deze door
liberalen worden ingenomen. Wij voor ons heb
ben getracht dit te voorkomen door veel zaken,
deze verkiezing betreffende, die grievend voor
de katholieken waren, geheel onbesproken te
laten, daar het algemeen belang ons boven al
les gaat. Thans echter mocht ons protest niet
uitblijven, nu het blijkt dat de rechten der ka
tholieken zoo schromelijk worden geschonden.
Of nu dit verfoeilijk spel door de anti-revolutio-
nairen ook bij de aanstaande verkiezingen zal
worden voortgezet, is ons tot heden nog onbe
kend maar dit weten wij nu reeds met zeker
heid te voorspellen want het is zoo klaar
als de dag dat een gevoelige uitwerking ook
voor hen dan niet zal uitblijven?
En de Nieuwe Koerier schrijft, nadat hij er
op gewezen heeft dat de anti-revolutionairen
steeds schermen met den gezamenlijken strijd
tegen het ongeloof:
„En de partij, die zoo ijselijk schrap zich zet
tegenover de partij van het ongeloof, heeft er
geen bezwaar in te Delft den candidaat des on-
geloofs te steunen, formeel te steunen, tegen
den Katholiek, en ziet zonder ongenoegen te
Utrecht haar kiezers voor een groot gedeelte
stemmen op den liberaal, om den Katholiek
te weren.
Het Calvinisme, de haat tegen Rome zit er
te sterk in. Zij mogen er nog zoo erg op
pochen, een staatkundige partij te wezen, hun
godsdienstige gezindheid schijnt telkens door
de aap komt bij elke gelegenheid uit de mouw.
Is het de leuze van den Katholiek Catholique
avant tout, bij hen, hoe zij het ook met zooge
naamd anti-revolutionaire vlag willen dekken,
staat het Calvinist avant tout op den voor
grond?
Daartegen staan kalmeerende adviezen van do
Schaepman’s fractie. De Zuid-Hollander wenscht
dr. Kuyper te verdedigen en pleit verzachtende
omstandigheden door te wijzen op het felle anti
papisme van sommige „vlottende kiezers* onder
de anti-revolutionairen.
„Het geharrewar tusschen anti-revolutionai-
gedeelte van den grond zijn eigendom
zijn recht er op onaantastbaar blij ve?
Deze uitspraak nu is niet waar,
den grond verbetert, heeft alleen recht
eigendom op de verbeteringen, die hij aanbrengt,
en wanneer de gemeenschap het land, dat hij
i
dragen, dan zal niemand toch in ernst durven
beweren, dat deze meerwaarde, veroorzaakt door
een verandering der omgeving, rechtens toekomt
aan hem, die den grond in eigendom heeft.
Wie ook die meerwaarde heeft geschapen, de
grondeigenaar heeft het niet gedaan en hij heeft
er niet meer recht op dan eenig ander burger.
Lord Derby was eigenaar van de Bootle-Sands',
hij heeft er nooit iets aan ten koste gelegd,
maar toen de stad Liverpool deze vlakte noodig
had om er dokken aan te leggen en de stad
uit te breiden, vroeg hij er brutaalweg 2-10,000
gulden voor en men was gedwongen het hem
te betalen.
„De vruchten van den arbeid behooren aan
den arbeider,* zegt de Paus, maar als dit waar
is, dan heeft in elk geval de landheer als zoo
danig niets te pretendeeren. Wanneer de voort
brenger de vruchten van zijn eigen arbeid mag
hebben, dan heeft niemand recht om de vruch
ten van een anders arbeid voor zich te nemen,
en daarom heeft de landheer, die niet arbeidt
en niet voortbrengt, naar de uitspraak van den
Paus volgens het beginsel der strenge recht
vaardigheid geen aanspraak op eenig inkomen
uit zijn land en is pacht niets dan roof.
Toch wordt het privaat grondeigendom en
het innen van pacht door den Paus verdedigd.
Ik kon nog veel meer onjuistheden uit het
werk van den Paus aanhalen, maar mijn brief
zou daardoor veel te lang worden. Er wordt,
dit is zeker, in de Encycliek ook tot goede da
den aangespoord, maar het is een aansporing,
zooals de Christelijke Kerk in de middeleeuwen
richtte tot de baronnen van de roofburchten om
barmhartig te wezen tegenover hun slachtoffers.
Feitelijk is er geen vooruitgang.
Men vindt er geen kloeke uiteenzetting van
grondbeginselen, waardoor de Christen zich moet
laten leiden; geen strenge afkeuring van de
tegenwoordige onchristelijke maatschappelijke
inrichting, die maakt dat het leven voor de
meesten niets anders is dan een bittere worste
ling om het bestaan, waarin alles wat goed en
edel is in den mensch met voeten wordt getreden.
De democratische.Paus zit nog niet op den stoel
van St. Pieter. Als de wereld alleen van de
Kerk de aansporing en de bezieling moest ver.
wachten tot het bevrijden van de menschen uit
de boeien door onkunde en hebzucht gesmeed,
dan konden wij gerust alle hoop laten varen
dan deden wij maar het best op onze knieën
te vallen en in wanhoop den wraakgierigen
geest, dien wij door sommigen geleerd worden
als de Godheid te aanbidden, te smeeken een
einde te maken aan dien duivelendans, dien wij
beschaafde maatschappij noemen.
Maar, Goddank, van dit gevoel der wanhoop
zijn wij bevrijd. De zieners, op de bergtoppen
van het denken staande, roepen ons toe welke
toekomst der menschheid wachteen maatschap
pij, waarin zelfzucht j en hebzucht zijn verdwe.
Van de weinig vriendelijke houding door de
Maasbode tegenover de anti-revolutionaire partij
aangenomen, bij gelegenheid der aanstaande
Statenverkiezing, maakten wij reeds gewag.
Daar wij het eerste artikel der Maasbode, ten
titel voerende Wraak, in hoofdzaak over
namen, moeten wij nog met een kort woord het
slot vermelden.
Het blad heeft trachten te betoogen, dat een
onredelijk verbond met de anti-revolutionairen
den roomseh-katholieken nadeelig moet zijn, dat
het moet voeren tot overheersching van het Cal
vinisme, ’t welk in de oogen der Maasbode niet
minder noodlottig is voor het christendom dan
de invloed der liberalen.
Naar aanleiding der opmerking van de N.
Delflsche Ct., een orgaan van de fractie-Schaep-
man, dat wraak in een christelijke maatschappij
niet geoorloofd is en allerminst in de katholieke
partij; dat men, naar het evangelisch voorschrift,
gt diende kolen op hei hoofd van zijn vijand
moet laden en hem brengen tot de overtuiging
dat de katholieke partij het meest uitblinkt in
zelfverloochening, offervaardigheid en plichtsbe
trachting, vat de Maasbode vuur.
„Dit alles klinkt zeer christelijk roept het
uit maar zou het inderdaad christelijk wezen?
Of hebben wij er hier aan te denken, dat het
kwaad wel eens de gedaante aanneemt van den
engel des lichts? Laat men toch oprecht zijn:
men wil door dik en dun met de anti-revolutio
nairen meê; men wil met hen het gezag weer
vermeesteren, dat verloren ismen wenscht nog
eens terug naar de vleeschpotten van Egypte
uit de jaren 18881891om tot dit doel te ko
men kruipt men in de houding der slaven voor
de Calvinisten, kust hun het stof van de voeten,
biedt hun de tweede wang, als zij op de eerste
het schaamrood der vernedering hebben doen
komen, en verdedigt dan zijn houding, die in
het oog van eiken rechtgeaarde afkeuring vindt,
met een beroep op de christelijke zelfverlooche
ning.
„Neen, dat is geen zelfverloochening; dat
heeft een heel anderen naam. Wanneer men
omgang heeft gehad met een slechten vriend,
en men gedwongen is geworden hem te verla
ten, dan oefent men geen christelijke zelfver
loochening, als men hem weer opzoektde
christelijke moraal leert daar heel iets anders
over.
UIT DE PERS.
De heer Joseph Davison, een Katholiek, schrijft
naar aanleiding van de Encycliek van den Paus
in de Belfast Star het volgende:
Het is treurige lectuur die Encycliek. De
berusting in onrecht en het totaal gebrek aan
inzicht in de groote waarheid, op den bodem j
liggend van het arbeidersvraagstuk, die in dit
stuk te voorschijn treden, maken dat wij er
rond voor uitkomen, dat het beter ware geweest
voor de wereld en ook voor de eer van het
Vatieaan, wanneer het nooit was geschreven.
Het zou moeilijk wezen iets te schrijven, dat
de hartelooze onverschilligheid evenaart, waar
mede de Paus spreekt over de hoop, die de
menschheid tegenwoordig bezielt, over het stre
ven naar stoffelijke en zedelijke verbetering van
de maatschappij. „Vóór alles*, zegt de Paus,
„moet men uitgaan van de eens gestelde on
veranderlijke orde der dingen, naar welke in
de burgerlijke samenleving een gelijkmaking
van hoogere en lagere standen, van armen en
rijken eenvoudig niet mogelijk is?
Dus de arme moet, volgens de Paus, voort
gaan om te bedelen bij de rijken en de werkers
moeten doorgaan met zich te overwerken en
in krotten honger te lijden, terwijl een kleine
minderheid der menschen rijk en rijker mag
worden en in weelde leven van het werk van
anderen.
In het bijzonder zwak en onbeduidend zijn
de argumenten, die door den Paus worden aan
gevoerd ter verdediging van het privaat eigen
dom. Hij verwart voortdurend den landeigenaar
met den landverbeteraar en redeneert alsof de
eerste alleen daarom een inkomst van het land
krijgt, omdat hij het land heeft verbeterd. De
krasse onkunde, die een zooveel gezag hebbend
man als de Paus omtrent het stelsel van grond-
eigendom in Europa aan den dag legt, is inder
daad verbazend. In de meeste landen van
Europa toch is de grondeigenaar in de meeste
gevallen niets anders dan een ontvanger van
pacht, een hommel, die leeft van den arbeid
der werkbijen.
Het zou natuurlijk een dwaasheid zijn om
het privaat grondeigendom met het voorbeeld
van zulk een soort grondeigenaar te verdedigen
en de Paus doet dit ook niet; hij verdedigt
het grondeigendom met een geval, waarin de
landeigenaar tevens is een verbeteraar van het
land, en schrijft:
„Wendt nu de mensch tot het bewerken en
vruchtbaar maken van den grond zijn lichaams-
en geesteskrachten aan, dan verkrijgt hij daar-
L3*’*' door juist den eigendom over het gedeelte dat
door hem werd bewerktTen volle
rechtmatig moet het derhalve heeten, dat dit
en
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
01
1
nitfl
he