J HP
_e
U EK HET IRHOUSSEffiT SKEEL
00R DE
1 1
j.
I
HL
1
w
4
pillis fi «ÏSÏfflili
5
te,
ik
Éi
1892
No. 32
E R T I O T E
ao
11011 I
jaur I
Üni‘ I
;rk- I
w o r: m i> a. J-
I
- J
O':
Be-
j11 I
'Dl
or
VOE I3 Ft A. CD ELT.
ma-
is hij, die zijn brutale alledaagsehlieid zóo
ver
ons
on-
BINNENLAND.
van
I
een
ID
ben-
edeld door het heimwee naar het beste zijn
I wil werd er door versterkt, zijn moed werd
fs,
Ü8
>ii
10
u
Deze COIRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
zul-
iter,
net
be
en
or-
aan
en
flls"
rd#
Ue-
eii
ent
oo
1
5
8
9
■d
ilo
u-
ze
311
ie
ADVER TEN Tl ÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel méér 7% Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
At
muur tusschen hen opbouwen. En
zedelijk is het streven van allen, die eigen en
anderer leven niet kunnen laten voor hetgeen
het is, maar het beter en gelukkiger willen
ken, zonder daarbij zichzelf te zoekeu.
En daarenboven, laat ons het nimmer verge
ten: elke, ook slechts eenigszins verheven mea
ning, iedere 'opwaarts strevende richting, hoe
impopulair zij ook wezen moge en hoe recht
streeks indruischend tegen ouze eigen voorlief
de, is gedeeld geworden, en wordt dit nog altoos,
door sommigen van de besten en wijsten onzer
medemensehen.
Hij, die weet dat alles uit de noodzakelijk
heid der goddelijke natuur voortvloeit en vol
gens haar eeuwige wetten en regels geschiedt,
zal niets vinden, dat zijn haat, hoon of verach
ting waard is. En zoo veel dus de menschelij-
ke kracht het toelaat zal hij pogen wel te doen.
Onvermoeid en jeugdig van hart worde op
ieder Paascbfeest, ook na dat van heden, de
groote levenstaak weer met moed opgevat, met
het vast en heilig voornemen
Repos ailleurs!
uct
'1
In het afdeelingsverslag over de belastingvoor
stellen van den minister Pierson moet op tal
van wijzigingen, waaronder er zijn van ingrij
penden aard, vrij algemeen worden aangedron
gen. Er schijnt zekerheid te bestaan, dat de
minister van financiën bereid zal worden bevon
den de meeste der gevraagde veran leringen ua-
der in zijn ontwerp aan te brengen.
De in de residentie verschijnende Avondpost
meldt, dat daar eenige hooggeplaatste ingezete
nen, gepensioneerde rechterlijke ambtenaren,
officieren en particulieren, een adres zullen in
dienen, om de doodstraf, die nooit afgeschaft
had moeten worden, te herstellen.
„Moge zegt de Tijd naar aanleiding hier
van in geheel ons land dit goede voorbeeld
worden gevolgd! Tegenover het bedroevende
feit dat in weinig meer dan een maand een
achttal moordaanslagen in ons kleine Nederland
werden gepleegd, en de meeste slechts de laag
ste hebzucht tot drij veer hadden, moeten, dunkt
ons, zelfs vroegere tegenstanders van de dood
straf wel tot andere inzichten gekomen zijn.
Zoo bij plebiscit werd uitgemaakt, wie voor en
wie tegen de wederinvoering van de doodstraf
is, zou, gelooven wij, het getal ziekelijke phi-
lantropen gering blijken. Herstel van de dood
straf achten wij urgenter dan kiesrecht-
uitbreiding."
De Kamper Crt. zegt over dit onderwerp het
volgende
In verscheidene bladen ultramontaansche
zoowel als anti-revolutionaire kon men dezer
dagen wederom verzuchtingen lezen over de af
schaffing van de doodstraf. De moorden in den
laatsten tijd hier te lande gepleegd, die te
Haarlem, die te Gouda, die te Amsterdam
worden aangevoerd als zoovele bewijzen, dat de
liberalen een slecht werk verrichtten, toen zij
uit het strafwetboek de doodstraf deden verdwij
nen. Het vooruitzicht van gevangenisstraf
zoo wordt gezegd schrikt de moordenaars
niet af, want in de gevangenis hebben zij het
goed; zij vinden er huisvesting, volop voeding en
een onbezorgd leven. Men kent trouwens de
in
Populair was Jezus niet! Een populair man I steejs grooter door,
w l „De wil alleen maakt menschen groot of
drijft, dat de beschroomd alledaagseheu hem klein,
wel moeten bewonderen.
O En alledaagschheid valt in Jezus’ leven niet
3c op te merken. Al geleek hij naar het uiterlijk
ia itp hen, die hij zijn broeders noemde, naar het
w i innerlijk heeft hij zich van hen te zeer onder-
S scheiden om hem met die menigte rondom
4S hem, zoo in ’t tegenwoordige als in ’t verlede-
ne, op één hoogte te stellen. Door den adel
zijner 7le^ wist hij z*ch van de schare te
ge
ring
zij»
ver-
och
van i
op
hem
i tJ
chili
heiJ
i hij
|ik aa
>t, aid
wJ
etsci
relde
de|
stem I
•dde J
mi 1
etelijiJ
iedeitf
vinl
laarl
i al wat niet dienstig zijn kon voor anderen, hij belang een
gevoelde het dat de mensch hier beneden aller-
eerst nuttig moet zijn en daarna gelukkig tevens.
„Wijs te zijn zonder dank in te oogsten voor
zijn wijsheid is de straf der wijsheid/
Niemand die het meer ondervonden, beter
gevoeld heeft, dan Jezus. Maar hij bleef ge
trouw aan zijn taak en zijn beginsel, hij wijd
de er zich geheel aan.
Wie altoos durfde liegen of altoos waar
heid durfde spreken, zou de wereld veroveren.
Alleen onze halfheid is onze zwakheid.
Eerlijkheid en nauwgezetheid in het denken,
een der eerste zedelijke behoeften van onzen tijd
ook, heeft hij steeds betracht.
Heftig trok hij te velde tegen alle schijnhei
ligheid en huichelarij.
Is het wonder, dat zulk een leven besloten
werd met het beteekenisvolle Het is volbracht!
Toch zal niemand durven beweren dat Jezus’
einddoel bereikt is, dat het groote plan is vol
bracht.
Tot eer van het menschdom moet erkend
worden, dat er nog edelmoedige daden verricht
worden, dat er nog ware menschenvrienden zijn,
grootmoedige zielen, wier geluk onafscheidbaar
is van het geluk hunner medemensehen.
Wanneer de lamp gebroken is, is het licht
gebluscht; wanneer de wolk gescheurd is, ver
dwijnt de gloriekrans van de regenboog; wan
neer de luit verbrijzeld is, gaan de zoete tonen
verlorenwanneer de lippen voor goed gesloten
zijn, wordt aan de liefdeklanken niet meer ge
dacht.
Toch blijven die tonen van Jezus’ lippen nog
na achttien eeuwen hun klank behouden.
Gelijk het graf heeft ook het hart zijn Pa-
schen. Wat wij daar brachten, rijst weer uit
de dooden, en wat gij eeuwig mint, blijft eeu
wig ’t uwe.
Het ware christendom, dat werkelijk beant
woordt aan den geest en de bedoelingen
Jezus, ligt niet achter maar vóór ons.
Het blijft een zonderlinge, maar treffende
waarheid, dat de mensch in de diepte der liefde
neerziet in den strijd met den dood.
Toch kan gelukkig niet van allen gezegd
worden dat zij het paradijs, dat elk beschrijven
tart, daar ginds, omhoog in ’t stergewemel zoe
ken.
„In uwe ziel, mijn zoon, vindt gij den hemel,
Een paradijs is ’t reine hart.”
Er wordt gestreden om die hoogere rechtvaar
digheid waar Jezus op doelde; na iedere perio
de van verduistering zegepraalt zij opnieuw.
Jammer, dat deze perioden dikwijls langer du
ren dan een menschenleven. Jammer, omdat
met iederen ademtocht een deel des levens ont
vliedt, voor welk verlies geen schadevergoeding
is te krijgen.
Een waardig levensdoel te zoeken moet daar
om ieders streven zijn.
„Es ist nicht deine Schuld, dasz du geboren,
Doch deine Schuld, wenn du gelebt verge-
bens.*
Een zedelijk streven moet allen naast elkan
der plaatsen, wanneer ook vooroordeel of partij- oude redeneeringen, die reeds honderdmaal zij,
iet I
H
i I
ui- i’l
id-
crt 11
iel
i I
iel I
en. 1
>ok I
1 I
.lp- 11 I
nd. r I
>eg I j
bij»
I
er
I
Ik
Voorzeker; maar:
„De wil schaft niet enkel de daad,
De moed stelt tot hand’len in staat".
Gerechtigheid voor anderen, moed voor
zelf, dat zijn de twee deugden, waarin alle
andere bestaan. En die heldenmoed bezat
i Jezus, omdat hij liefde gevoelde voor de we
reld. Vrees is de deugd van slavenmaar het
hart dat lief heeft bezit wil en moed. Vol-
I maakt was te allen tijde, is het ook heden nog,
j de liefde eu deze alleen.
Hem noem ik held, die in den strijd
Voor wat hem dunkt een heilig doel te zijn
Al blijkt het ook een waan met man
nenmoed
Ten einde toe onwrikbaar heeft volhard."
Eu dat heeft Jezus gedaan. Aan hem komt
ontegenzeglijk dien heldennaam toe.
Een mensch is alleen iets in betrekking tot
ziju medemensehen. Wij zijn allen te zelf
zuchtig, niet allen bereid genoeg tot geven.
En toch: geven is ontvangen. Zoo gaf ook
Jezus tot zelfs zijn leven en dat kostte hem
moeite, strijd, opoffering en smart. Het leven
was hem te dierbaar om te zeggen dat het sterven
hem licht viel, dat het sterven hem gewin was.
Geen schaduw van levensmoeheid was bij hem
zichtbaar. Hij wenschte niet in een verloren
hoekje tusschen een paar wilgen stammen zich voor
altijd neer te leggen! Het kleine plekje waar
de mensch, ver van de ijdele twisten der we
reld, rustig den eeuwigen vrede vindt, dat klei
ne plekje heeft hij niet met voorliefde gezocht.
In plaats van zich neer te vlijen in het gras,
de armen uit te strekken en aan de natuur
te smeeken hem te nemen en te behouden,
leefde er in Jezus’ borst een blijde hoop, waar
aan hij zich vastklemde, en die nooit van zijn
geloof vervreemdde. Die engel van het men-
schenhart, de hemelsche gave, den mensch ge
schonken het gansche leven door tot aan den
dood, was Jezus’ deel.
Bij alle pijnlijke teleurstellingen bleef hij ho
pen en gelooven; gevoelde hij het ééne, ware
geluk, aan ieder mensch geschonken hier op
aarde een geluk, dat hij ieder oogenblik sma
ken kan, dat hem het naast bij den hemel brengt
en het standvastigst aan deze aarde hecht, en
waarvoor het oogenblik nooit te kort is: het
zalige bewustzijn anderen gelukkig te ma
ken.
De basis van ieder menschenleven is de hoop.
Het is zijn eenige bezitting; ’s menschen wereld
is beslist de zetel en de vesting der hoop.
Moge het lot geen overvloed geven, toch kan
de aarde met weinige stralen van boven geluk
aanbrengen.
Leven zonder fortuin was Jezus’ lot, maar
hij gevoelde zich gelukkig in de liefde voor
anderen.
Een wijs mensch. Verdreef hij uit zijn ziel
derscheiden.
De Griek Zeno leerde in zijn tijd dat het
het voor den mensch het verstandigst is zich
boven het aardsche te verheffen, door die aarde
met haar kwellingen onder den voet te trap
pen het is een soort van verheffing die nog
haar aanhangers telt in de cynische school.
De wereld te beminnen terwijl zij u kwelt,
en zelfs omdat zij u pijnigt, is een ander soort
41 ’'.van verheffing; en een beter soort durven we
zeggen. Een grooter man dan Zeno was het,
die deze verheffing beschouwde als het doel
zijner zending.
Jezus heeft geloofd in den God van liefde
en gerechtigheid; en wat bij geloofde was bij
hem een heilige overtuiging omdat hij het
gevoelde. Van die vaderlijke liefde verwachtte
hij geluk en vrede ook op dit ondermaansche
^hij bad er voor dat het hemelsch koninkrijk
ook op aarde komen mocht.
Jezus was idealist, hij geloofde aan de ein
delijke zegepraal van het goede in de wereld,
hij stelde zich de zedelijke wereldorde reeds
voor. Hij wanhoopte niet aan geluk, hoe dik
wijls hij in zijn kort leven ook met teleur
stellingen kennis maakte.
Einnial kommt sein Wonnetag
„Hij, die nooit mismoedig is, is of een engel,
of een zeer alledaagsch, prozaïsch mensch
prozaïsche menschen zijn gewoonlijk zeer
delijk en zeer nuttig (soms); zij geven
niemand aanstoot, maar voor baanbrekers
gidsen werden ze niet in de wieg gelegd."
Jezus heeft ook zijn uren van mismoedig-
heid gehad: die bange uren waarin hij bad
dat de drinkbeker zou voorbijgaan; maar in
zijn bange smart gaf hij het over aan ’s Va
ders wil. Bij hem was het niet de stille vraag
bij ’t gebed
„Mijn God geef mij een bloem
en zend me een zonnestraal."
Jezus wist dat liefde in den volsten zin
'zware taak is; dat zij juist haar keus vestigt
op hetgeen moeilijk is. Wie zich wijdt aan den
dienst van het schoone en edele bereide zich
voor den lijdenskelk te drinken.
De groote levenstaak van missen en afstand
doen heeft Jezus in de school der ontbering
geleerd, zooals iedere kennis wordt verkregen:
met veel moeite en droefheid.
Maar een groote ziel als Jezus heeft een wil;
de overigen hebben slechts neigingen en aan
vechtingen. Onophoudelijk werd zijn ziel ver-
h
t