MEMIICTiRROMIISXFJIEVT SXEEL
h.
a
r
U
1
Fiiirscheim versus Leo XIII.
I k
1892.
x a. '1.' is i< r> a. (i
23
3
I
I S°-
■ing
Iziju
ïtul-
A W
DU KW tG-T.
,W?;
1
o C
nil
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der
or
mis- n owimuR ioor iie
=5®ta
pon-
kiezen te vorderen.
it, ali
ptsei
n
vin
Bij deze Courant behoort alg bijblad Feuil-
leton-nummer 115.
int
>c
k
'ii
jn
ver-
och
vai
op
hem
t td
child
heiu
h'j
Be-
uec
B
■y
iet M
ir-
r.L B
>11- H
rl-
ert S
iel I I
;*r- 1
iet I 1
en, I
)uk f
domsrecht een scherpe grens getrokken worden j B
tusschen het product van menschelijken arbeid per niet wil
ter,
net
(be
de
u-
ze
in
ie
De Kerk zelve is eeuwen lang feitelijk
tegen liet privaat grondbezit opgetredeu, door
het overal, waar zij maar kon, aan zich te
trekken; als zij haar zin gekregen had, dan
was de geheele aardoppervlakte thans in haar
bezit en zou hare kudde het van haar in pacht
hebben/
Wij gaven slechts een uittreksel hier en daar.
Het bestek laat niet toe om den ganschen brief
(ongeveer 4 vel druks) te bespreken. Wij mee
nen ons daarom te mogen verontschuldigen met
dit weinige pluksel uit een voorraad, die voor
den belangstellende en voor den weifelende
ruim genoeg is, dan dat ze onvoldaan het
werkje zouden ter zijde leggen. Slechts voegen
we er den wensch bij dat het in ruimen kring
ingang moge vindenwij gelooven toch dat de
schrijver van dezen belangwekkenden brief zijn
moeite het liefst beloond zou zien door een
ruime verspreiding.
ap- 'i
nd. r
oeg i
hij
- -M
lien
laar
jjne
irk-
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post 1 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
van de in-
relde
de M
psteni I
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen onder de aandacht van
degenen die gedurende het jaar 1891 iets voor
de gemeente hebben verricht of aan haar ge
leverd, dat hunne pretentiën, voor zoover ze
niet vóór of op 30 Juni e. k. zijn ingeleverd,
moeten worden gehouden voor verjaard en ver
nietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in
verband met de wet van 8 November 1815
{Staatsblad no. 51).
Sneek den 22 April 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
V r n ii ii i ii g e ii.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek brengen ter kennis van belanghebben
den, dat de afschriften van vergunningen voor
den verkoop van sterkendrank in het klein,
dienst 18921893, vanaf heden bij den Ge-
meente-Ontvanger, tegen betaling van het daar
voor verschuldigde recht verkrijgbaar zijn.
Voorts herinneren zij belanghebbenden dat
het recht overeenkomstig art. 7 der Wet, vóór
1 Mei e. k. moet zijn voldaan, zijnde de ver
gunning anders vervallen.
Sneek den 22 April 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 ‘,2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
teld. Dan zouden onder den ploeg gebracht I gemeente Sneek brengen ter kennis
gezetenen
1°. dat de uitreiking der biljetten en deeU-
ratoiren voor de beschrijving van de personeel»
belasting en bet patentrecht, over het dienst
jaar 1892/93, zal plaats hebben in de maand
Mei dezes jaars eu wel op den 13en dier maand,
en dat met de weder inzameling daarvan, acht
dagen daarna een aanvang zal worden gemaakt
2°. dat evenwel hiervan zijn uitgezonderd
de patentplichtigen, vermeld onder nos. 37 tot
40 van tabel 14 der Wet van 21 Mei 1819
{Staatsblad no. 34), zijnde slijters in wijnen,
dranken en likeuren in ’t klein, tappers, kroeg
houders en koffiehuishouders, aan welke door
de Ontvangers, dadelijk na den ingang van het
dienstjaar, dat is op den eersten Mei aanstaan
de, een declaratoir zal worden bezorgd, hetwelk
na verloop van drie dagen van hen weder zal
worden afgehaald
3°. dat degenen, welke, bij het aanbieden
of bezorgen der biljetten of verklaringen, of ook
bij het terughalen er van, mochten zijn voor
bijgegaan of overgeslagen, zich in geen geval
op zoodanig verzuim mogen beroepen, maar in
tegendeel gehouden zijn, de vereischte en be
hoorlijk ingevulde verklaringen, vóór of uiter
lijk op den 31 Mei e. k. in te dienen ten Kan
tore van den Ontvanger, alwaar de biljetten
ter invulling steeds verkrijgbaar zijn;
4°. dat de patentplichtigen van tabel 7 (zijn
de kramers en vreemde kooplieden), zoomede
de debitanten van Loterijbriefjes, voor zooveel
zij hun beroep niet voor het eerst uitoefenen,
ter bekoming van patent, aangifte behooren te
doen bij den Rijksontvanger vóór de expiratie
van den termijn voor de ophaling der gewone
declaratoireu van patent bepaald
5°. dat de patentplichtigen van tabel 16
(zijnde eigenaars, vaste huurders en andere vas-
ste gebruikers van binnenvaartuigen) aangifte
voor patent behooren te doen ter Gemeente
secretarie en dat wegens de vaartuigen op don
laten Mei in bezit of gebruik, of vóór of op
den 15en dier maand in bezit of gebruik geno
men, de aangifte plaats heeft in de eerste helft
dier maand;
6°. dat voor de sub. 4 en 5 gemelde patent-
schuldigen, op vertoon van de quitantie van de
betaalde rechten, uitgezonderd degenen welke
hun aanslag bij termijnen kunnen betalen, aan
welke zonder vertoon van quitantie het patent
kan worden afgegeveu, de patenten dadebjk
verkrijgbaar zijn worden de patentplichtigen,
vermeld onder no. 3740 van tabel 14, bij deze
tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent,
overeenkomstig art. 2 der Wet van den 24
April 1843 {Staatsblad no. 16), niet aan hen
mag worden afgegeven, dan nadat zij de helft
van hunnen aanslag voor het dienstjaar hebben
betaald, en het verschuldigde van het vooraf
gaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd,
terwijl zij bovendien, wanneer zij in gebreke
blijven, de patenten af te halen, telken», als zij
de vereischte patenten of afschriften van die
aan de bevoegde ambtenaren niet kunnen ver-
toonen, volgens art. 21 1 der Wet van 21
Mei 1819 {Staatsblad no. 34) vervallen in eene
boete van £15;
7°. dat ingevolge art. 29 2 der Wet op
het personeel van 29 Maart 1833 {Staatsblad
no. 4) tot tegeuschatters dezer gemeente zijn
benoemd BERNARDUS de JONGH, NOLKE
PETRUS MOLENAAR, HARMEN BUUR-
SMA en MARTINUS RONDEMA, allen wo
nende te Sneek.
(s^heenmaal overwonnen,
De natuur kan niets willen, wat haar Schep
en uwe Heiligheid zelf heeft, ge
lijk hiervoor uit uw rondschrijven werd aan-
Beide categorieën gehaald, gezegd, dat God de Heer de aarde ten
onroerende goederen op gebruike heeft gegeven aan het geheele mensch-
hun inventaris. Een gebouw is onroerend goed j dom.
en toch geproduceerd, een Neger is roerend
goed en toch niet het product van menschelij-
ken arbeid/
In antwoord op ’s pausen bewering dat de
private eigendom van den grond niet in strijd
zou zijn met de erkentenis dat God de aarde
gaf aan alle menschen, zegt El.
„Het onbeperkte eigendomsbegrip sluit elke
inmenging in de rechten van den eigenaar bui
ten en het uitsluitend recht van enkelen op den
grond moet noodzakelijkerwijze anderen verhin
deren dien vrij te bebouwen, waardoor er inbreuk
gemaakt wordt op do natuurlijke rechten, hun
door den Schepper geschonken. De rechten,
welke de Schepper den enkelen mensch gaf,
betreffen alleen dat gedeelte van den grond, waar
aan elk mensch behoefte heeft De ge
meenschap is derhalve onbevoegd, eigendoms
rechten op gedeelten onzer aarde te verleenen,
wijl het eigendomsreCat uit zijn aard zelven on
begrensd is en het onbeperktste recht van ge
bruik en misbruik in zich bevat. De gemeen
schap kan alleen het recht van bezit toekennen
onder zekere voorwaarden, doch nimmer een
onbeperkt recht ten eeuwigen dage. De eerste
voorwaarde, welke hem, wien het bezit van een
stuk bodem wordt toegestaan, gesteld dient te
worden, behoort deze te zijn, dat geen zijner
evenmenschen te kort gedaan worde in zijn
recht daarop, zonder dat hij daarvoor schade
loosstelling ontvangt. Deze voorwaarde is een
gevolg van de door Uwe Heiligheid erkende
waarheid, dat God de aarde aan het mensch-
dom ten gebruike heeft afgestaan, namelijk in
dezen zin, dat daarbij aan niemand eenige voor
keur is gegeven/
Op de bewering van den Paus, dat het be
werken en vruchtbaar maken van den grond
bezit feitelijk onmogelijk is zonder inbreuk den mensch het eigendomsrecht er op verleent,
laat El. volgen:
„Behoort den schaapherder het schaap, wan
neer hij het geschoren heeft, en behoort den
knecht het vee, dat hij voedert? Sedert wan
neer behoort den arbeider de ruwe stof, door
hem uit den grond gehaald en den mijnwerker
de steenkool, den boerenarbeider de veldvrucht?14
en verder
„Indien door den grooten invloed Uwer Hei-
i in beslag nemen, zal niemand zonder hun goed-
vinden kunnen blijven leven.
onvolkomen, want het leven is slechts mogelijk liggen, zooals de Schepper
I op voorwaarden, door de grondeigenaars ge
steld het arbeidsproduct valt dan niet ten deel -e dooi een eigenaar of speculant in beslag
- aan
Bij den uitgever Kuiken te St. A.-Parochie
verscheen onlangs de vertaling van een Open
Brief door den bekenden voorstander van land
nationalisatie gericht aan Paus Leo, naar aan
leiding van diens Encycliek. Terwijl wij de
belangstellenden naar genoemde uitgave verwij
zen, geven we hier een resumé van het meest
belangrijke uit den brief.
Allereerst verwijst El. den Paus naar het
bijbelwoord: „De aarde zal niet voor altijd ver
kocht worden, wijl zij mij toebehoort en wijl
gij de vreemden zijt, aan wie ik haar verhuur,"
met de opmerking, dat, waar El. zich plaatst
op het standpunt der Heilige Schrift en de Paus
de verdediging op zich nam van de liberale be
ginselen der Manchesterschool, deze zonderlinge
tegenstrijdigheid haar grond moet vinden in de
raadgevers van den Paus, die schreven in het
belang van bepaalde kringen, omdat zij van
deze kringen hulp en steun voor de Kerk blij
ven wachten.
EL laat hierop een aanhaling volgen uit een
uitspraak van paus Gregorius den Eerste, die
iedereen voor moordenaar der armen verklaarde
welke zich had meester gemaakt van een stuk
grond.
En waar de Katholieke Kerk het opnam voor
het eigendomsrecht op menschen van andere
huidkleur, om later, tot inzicht gekomen, dit
recht als een onhoudbare stelling op te geven-
waar die zelfde Kerk zich thans op de bres
stelt voor privaat grondbezit, wil El. een lans
met den verdediger van dit recht breken, in
de hoop natuurlijk, te zullen overwinnen en
daarbij verwachtende dat de Paus en de Kerk,
eveneens hun krachten
zullen inspannen om het privaat grondbezit te
bestrijden.
El. stelt op den voorgrond dat hij voorstan
der is van privaat-bezit maar slechts in zooverre
het zaken betreft die door den mensch zelf ver
vaardigd zijn. Wie dus een laars vervaardigd
heeft moet volgen El. bezitter van die laars zijn,
^na betaling van materiaal en gereedschap, voor
zoover dit het product van anderen is.
Het bezit van een Neger, ofschoon de men-
schelijke kracht hier als verwekker en opvoe
der optreedt, is daarbij uitgezonderd, omdat zulk
een 1
te maken op het recht van een ander, namelijk
dat van den Neger zelf op zijn persoon, zijn
- V.i^heid en zijn arbeidsproduct.
Maar aangezien de meuschelijke kracht nooit
bij machte geweest is ook maar het nietigste
stukj 3 grond te produceeren en dus grond geen
arbeidsproduct is, kan het bezit daarvan nim
mer rechtmatig arbeidsloon zijn en zal het ook
steeds aan de rechten van anderen afbreuk doen.
"'Maar er is meer. ligheid Uw denkbeeld verwezenlijkt werd
de arbeiders, want zij zullen daarvan zoo- worden gehouden tot er meer voordeel door
veel moeten afgeven als de grondeigenaars ver- verkoop of verpachting uit getrokken kan wor-
J- den bij vermeerdeiing van bevolking of verbe-
Er moet dus ten aanzien van het eigen- 1 tering van vervoermiddelen.
scherpe grens getrokken worden j
en dat van den Schepper, tusschen het gepro
duceerde en het geschapene,
hebben roerende en
braak I
i
om
wijl
De vrijheid wordt worden de millioenen bunders, die nu
u^t\jn.o uv. k/v Z6 SClllep, UlOt
dat ze niet deugen ter bebouwing, maar
zoo- worden gehouden tot
1 1
ld»
Ue-
011
;e-
oo
Wordende den ingezetenen voorts indachtig
gemaakt op de wijzigingen, welke een der vrij
stellingen van vrouwelijke dienstboden bij art.
stuk grond vermeestert, verhindert anderen, dat ke maatschappij komen, als over den reus, wien
te bebouwen en als een aantal lieden allen grond een zwaar rotsblok van de borst wordt gewen-