KO n MIMMIHUI TOOR lit
L
HarMiiarlii on het Snaekeraieer.
i4
n a.
No. 45.
1892.
Z E V E N“E N-V EERTIQSTE
Hst feest des Geestes.
Z A T E K I) A 1
I
0
H
tc
-
'4,
mm
ete>t|w
iedeiri
vinl
laarl
SNEEKER (OIRAAT
1»
or
taramiismaii
"zoi
t^
r
U I T DE PERS.
J
nd J
oegi
hij'
non
/oar
ijne
,;rk-
iet
tr
ien -
>n-
id-
ort
nd
er-J
det]
end
>ok|
■g
-«e,
.01'
belemmering weg te nemen het streven met al
zijn krachten moet zijn. Veel is er in dat le
ven der wereld dat bitter smaakt of af keer wekt.
Voor het kind des geestes ligt daar juist het
braakland dat met zijn ploeg en zijn hand vrucht
dragend zal worden gemaakt. Voor het kind
des geestes zijn haat of af keer onbegrepen woor
den, omdat het voor alles vraagt naar de oor
zaak en de verklaring van dat walging- en weer
zinwekkende.
Verdraagzaam jegens andersdenkenden, ook
leven en wereld nimmer nadachtendie weinig
voor de groote
tor,
oet
iidl
ml
De heer H. Pijttersen Tz. bespreekt iu de I ra
gen des Tfjds dezer maand den gestadigen a. i-
teruitgang van den eigengeërfden boerensta d
voelen, te lijden-
aau f L!-1 - -’
wa^r hun denkbeelden lijnrecht tegen de zijne
imAjhischen, is hij veeleischend tegenover zich
zelf om met de wereld mee te genieten, te ge-
en daarbij aan die wereld
te bieden al wat er in zijn hart te vinden
is van waarheid, van ernst, van liefde;
Om daardoor de bedoelingen van zijn Schep
per te bevorderen, die leiden naar een christe
lijke wereld, waar onverschilligheid, zonde, on
recht, Onderdrukking en lijden niet meer bekend
zullen zijn;
Om daarmee een steen te helpen aandragen
voor het gebouw der maatschappelijke en zede
lijke wereldorde, waarin de gansche wereld vol
I vreugd het Pinksterfeest zal vieren als de in
trede van een nieuw tijdperk waarin het zijn
zal: Gods geest alles iu allen.
Daartoe brenge ook dit feest ons een schrede
nader; het wekke in ons dien ernst om aan
beteugeling der zonde te paren elke krachtsin
spanning, die ons wordt toegestaan, om uit deze
wereld weg te nemen al wat aan her leven des
geestes in den weg staat; wat de kiem van
dat geestesleven in eenig menschenhart nog be
lemmert in haar ontwikkelingom deze wereld
met haar rijkdom te maken tot een plekje van
geluk en vrede, tot een paradijs voor allen.
Wij slaan naar de bergen onze oogen,
De hulpe zal komen van God,
't Is Hij, die uw tranen zal drogen
U leidt op den weg van uw lot
Wij wachten met dankbaren hoofde
Uw heil en uw waarheid, o Heer!
En wat het verleden ons roofde,
Geeft schooner de toekomst ons weer.
Deze CO LEANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
relde 1
k de I
f stem I
rdde J
K E N N I S G E VIN G.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
Gelet op een schrijven van den heer Com
missaris der Koningin in Friesland, dd. 31 Mei 11.
Ie Afd. A. no. 657
In aanmerking nemende, dat bij gelegenheid
van de op 20 Juni a. s. op het Sneekermeet
te houden, door H. H. M. M. de Koningin en
de Koningin-Weduwe, Regentes, bij te wonen,
hardzeilpartij tal van stoombooten uit deze
provincie aanwezig zullen zijn
Overwegende, dat gelijk bekend isg. vele de
zer booten vrij rank op het water liggen, vooral
indien zij beneden de waterlinie niet of weinig
geladen zijn;
Komt het wenschelijk voor, dat de slechts
eenigszins ranke stoombooten, die zich bij die
gelegenheid op het Sneekermeer mochten bevin
den, in het benedengedeelte van behoorlijke
ballast worden voorzien, om ze zoodoende voor
kantelen en omslaan te behoeden en bij gevolg
groote ongelukken te voorkomen
Brengt het bovenstaande onder de aandacht
van de gezagvoerders of eigenaars der in deze
gemeente te huis behoorende stoombooten en
geeft hun ernstig in overweging bij meergemel
de gelegenheid, alle mogelijke voorzorgsmaat
regelen te nemen die strekken kunnen om on
gelukken bovenbedoeld te voorkomen en zorg
te dragen geen meerdere personen op hei. dek
toe te laten, dan de daarvoor beschikbare r .imta
aangeeft, en opeenhooping van passagiers naar
één der zijden streng te keeren.
Sneek, 2 Juni 1892.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
ver- p
:och I
van I
op I
hem I
4
hil-1
hem I
1 '41
f>k aJ
r, alsj
w.iiK
etsei 1
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aau een
ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd, lat de
strafbepalingen van art. 144 der aangehanlde
wet ten strengste zullen worden toegepast op
degenen, diezonder geldige reden niet verschijnen.
Sneek, den 17 Mei 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
Bag—BBKlTWI 'B ME
Bij deza Courant behoort ais bijblad Feuil-
leton-nummer 118.
of geen belangstelling toonen
vragen van godsdienstigen zoowel als zedelijken
aard, die zoowel onzen tijd als het grijs verle
den in beroering brengendie voornaam zich
afkeeren van de nieuwe denkbeelden welke de
tijdstroom met zich voert en zelfgenoegzaam
genoeg zijn om te meenen dat die vragen reeds
lang zijn opgelost en dus eigenlijk geen vragen
naar de waarheid meer heeten mogen. Voor die
zonen en dochters van ons geslacht is het leven
des geestes een onbekende en dus onbegrepen
tooverformule, want geestelijk leven is onaf
scheidelijk verbonden met lust tot onderzoek en
streven naar waarheid. Een onbegrepen toover
formule ook voor hen, die niet medeleven en
medegevoelen het leven en lijden hunner mede
broeders die zich nimmer ergerden bij het aan
schouwen van al het lage, het onrechtvaardige,
het tirannieke dat de wereld dagelijks aanbiedt
in zoo tal van voorbeelden; die niet heilig be
geerden er toe mee te werken dat alles wat
door menschenhand bedorven werd, weer ge
schikt werd gemaakt om de menschheid geluk
aan te brengen; die nimmer den gloed van
toorn en verontwaardiging gevoelden over onder
drukking van menschen door menschen, of daar
bij den vurigen wensch uitspraken naar betere
tijdenkortom, die niet in heilige geestdrift
konden vervoerd worden om al wat de wereld
aan goeds en edels aanbiedt, te vermeerderen
en te versterken.
En een tooverformule voor hem, die zijn me
debroeder kan zien lijden zonder behoefte te
gevoelen om diens tranen te drogen en diens
zorgen te verlichten; die niet uit den bodem
van zijn hart den wensch voelt oprijzen naar een
beter toekomst voor onze kranke maatschappij
en haar aangetaste deelenmaar die leeft voor
zich-zelf en bet kringetje van bloedverwanten
rondom hem, zonder zich verder de zorgen en
het lot van anderen aan te trekken, of zonder
ook maar een oogenblik te beseffen dat hij deel
uitmaakt van een gemeenschap, die zijn toewij
ding vraagt.
Voor die allen bestaat er geen feest des gees
tes omdat hun leven niet werd beroerd door
den adem van dien geest, evenmin als zij er
een feest in kunnen zien, die alles in deze we
reld, den mensch incluis, met een donker oog
beschouwen, verachten en haten.
Het rijke menschenleven vindt in de wereld
daar voor hem een onuitputtelijke bron van
genot; voor het kind des geestes is het een on
afzienbaar veld met rijke, gouden aren, wier
B E K E N D M AKI N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, herinneren belanghebbenden,
dat de toelating van kinderen op School
eenmaal ’sjaars plaats heeft en wel
1 September;
dat alsdan worden toegelaten zij, die den
ouderdom van zes jareti bereikt hebben of voor
den 1 Januari 1893 bereiken
dat de aanvraag tot plaatsing, mondeling of
schriftelijk bij het Hoofd der School moet ge
schieden vóór 15 JULI e. k., terwijl voor hen
die reeds onderwijs genoten hebben die aan
vraag zooveel mogeljk vóór 1 JULI moet
plaats hebben.
Sneek, den 3 Juni 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
no. 1
op den
KENNISGE VING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op het besluit van den Commissaris des
Konings dezer Provincie van den 13 Mei 1.1.
Ie Afd. MS no. 809 (Prov. blad no. 50) bren
gen ter openbare kennis, dat het onderzoek van
de verlofgangers der militie te land in deze
gemeente zal plaats hebben op Woensdag den
8en Juni e. k., des voormiddags te 9*/2 ure;
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde
Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij vóór
den Isten April jl. in het genot van onbepaald
verlof zijn gesteld, om het even tot welke lich
ting zij behooren
dat de Verlofgangers, behoorende totdelich-
i tingen van 1886 en 1887 zich ook aan voor-
schreven onderzoek moeten onderwerpen
I dat de verlofganger bij het onderzoek moet
groei te bevorderen doel van zijn leven; wier verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas;
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der
wet op de Nationale Militie een arrest van
twee tot zes dagen door den Militie-Commis-
saris kan worden opgelegd aan den verlofganger
1°. die, zonder geldige reden, niet bij het
onderzoek verschijnt;
2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige redenen, niet voorzien is van de hiervoreu
vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
ADV Eli TEN TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 *;2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Het is nuttig en noodzakelijk voor ons, men-
E^Schelijke schepselen, van tijd tot tijd ons te be
palen tot de groote vraagwat wel de waarde
en de beteekenis van ons leven zijn mag.
Is het vooral in onze dagen de materialisti
sche levensbeschouwing die veld wint,daarte
genover staat, dat geen enkel mensch op den
duur zich bij deze bloot stoffelijke levensopvat
ting bevredigd gevoelt; dat er oogenblikken zijn
in ieder menschenleven, waarin bij door een
^ymin of meer bestem 1 gevoel wordt aangegrepen,
dat de mensch alleen bij brood niet leven kan;
waarin hij gaat afdalen in de diepten van zijn
hart om de sluimerende krachten op te wekken,
waarover hij te beschikken heeft; waarin hij
gedreven wordt tot ernstig onderzoek naar den
aanleg en den aard van zijn eigen innerlijk le
ven; waarin hij met een blik in eigen binnen
ste, zich-zelf de vraag stelt: wat het beteekent
mensch te zijn?
Of ze velen zijn, die aldus zich-zelf bewust
zijn geworden? Die er in geslaagd zijn te we
ten te komen, wie ze zijn en wat ze vermogen?
Voor die allen, die zich-zelf leerden kennen,
is het besef van het leven naar den geest wak
ker geworden; voor hen begint het duidelijk
te worden dat het leven des geestes iets anders
is dan het najagen van de genietingen der we
reld, van geld, van eer, van macht; voor hen
is het geen geheim meer dat al de stoffelijke
te. /weldaden, hoe aangenaam ook, slechts waarde
hebben wanneer ze matig genoten, niet mis
bruikt worden; voor hen is de overtuiging ge
rijpt dat de zedelijke waarde, waartoe elk mensch
als voorbeschikt is, zich verliest in het over
dadig genieten, in zelf verlaging en zelfverne
dering; voor hen is het feest des geestes een
vriendelijke herinnering aan hetgeen de mensch
is en kan, aan hetgeen de waarde beteekent,
die hij vertegenwoordigt, en die hem is toever-
u- trouwd.
Het houdt in hem het besef wakker dat zijn
op hooger ontwikkeling aangelegd leven niet
doelloos mag worden weggeleefdhet leert hem
de gave van zijn verstand gebruiken om daar
mee de vraag te beantwoordenwaartoe hem
zulk een kostbaar, waardevol leven werd ge
schonken; om met die gave des verstands ge-
L ’’wapend er steeds voor te waken niet een pro
duct van toevallige omstandigheden te worden,
of zich te vernederen tot een willoos werktuig
van luim of lot. Het leert hem dat de mensch
in den geest het richtsnoer heeft ontvangen
om zich daarmee naar een bepaald doel te rich
ten het waarschuwt hem er voor, die kostbare
geestesgave nimmer ongebruikt te laten, daar
diet de onmisbare teugel is voor zelfbestuur.
Op den weg, die leidt naar de waarheid, drei
gen veel gevaren, welke met lichamelijk oog
niet te ontdekken zijn; velen zijn er die er zich
afmaken met te zeggen: dat het leven vol raad
selen is; die echter over deze raadselen van