TWEE FOSCHEN. BINNENLAND. regeering. De heer Tak van Poortvliet ontkende in de Tweede Kamer gevoerd. FEUILLETON. 8.) JL sluit, aan den Minister van waterstaat een adres k een den wensch bij, dat het i wer- teren. Het is slechts eene zwakke, afgunstige poging van die lichte drijvende wolkjes, de maan te willen verhinderen haar stralen vrij te laten dansen vensters van het oude slot Rheinfelden tot Uwe een ze- Het onweder dat Dinsdag en Woensdag in een groot deel van Zuid hólland, Noordbrabant, Gelderland en Limburg woedde, heeft hier en daar ernstige onheilen veroorzaakt. Te Aalst heeft een geweldige hagelbui ge woed, waardoor zoo ongeveer alle veldvruchten^ die boven den grond stonden, werden vernield. Te Teteringen is een Hjarige broodb ikkers- knecht door den bliksem gedood. Ook to Kerkrade werd een man gedood enz. wezen wordt is 24 Maart jl. de tweede lezing goedgekeurd. Het is de „Small Holdings Bill"; zij wil aan de graafschappen de bevoegdheid verleenen gelden op te nemen tot aankoop van land, dat in perceelen van hoogstens 50 acres zal worden verkocht aan landbouwers of ver huurd in perceelen van ten hoogste 10 acres aan personen die het zelf willen bebouwen. De ze wet wil dus kleine grondbezitters in ’t leven roepen en zij tracht dit te doen zonder onteige ning, maar door aankoop door het graafschap. De heer Pijttersen meent nu, dat hetgeen in Engeland geschiedt, ook voor ons land van toe passing zou kunnen zijn. De arbeider, de min vermogende moet het gebruik van den grond krijgen; meer dan door wettelijke bepalingen omtrent arbeidsduur en loon zullen z. i. daar door de sociale toestanden verbeteren. Zullen echter deze denkbeelden met vrucht worden toegepast, dan is het noodig, niet alleen dat de openbare meening er voor gewonnen wordt, maar allereerst a. afschaffing of althans belang rijke verlaging van de mutatie-rechten. Hierop nu bestaat kans. Doch b. uitbreiding en nadere regeling van het recht van onteigening ten al- gemeene nutte door de gemeentebesturen. Hier voor nu is het uitzicht minder gunstig. Laat ons, eindigt schr., in dezen iets overnemen van den practischen wetgevenden zin der Engelschen. Voor de eerste maal is in de bijzondere straf gevangenis te Leeuwarden de voorwaardelijke invrijheidsstelling toegepast en wel voor een in Te Amsterdam op den Haarlemmerdijk had Maandag een schromelijk ongeval plaats. Eoli vrouw, die in een woning aldaar een bezoek aflegde, schrikte zoodanig door het omvallen van een petroleumlamp dat zij van angst met haar kind van 4 weken op den arm, uit een venster der 3e verdieping sprong. Zij werd zwaar ge kwetst opgenomen, en naar het binnengasthuis vervoerd. Het kind was ondertusschen reeds overleden. Het brandje had weinig te beduiden en was spoedig gebluscht. Uit verschillende plaatsen komen berichten va personen die door de geduchte hitte plotseling op ’t veld dood zijn gebleven, terwijl ook weer onderscheidene gevallen worden vermeld van personen bij ’t baden of zwemmen verdronken. gouden, verguld zilveren en zilveren medailles.^ Voor den personeelen wedstrijd zullen de oif^^ derscheidingen uit prachtige kunstvoorwerpen bestaan. Onder het groot aantal kostbare prijzen, uit geloofd voor de korps- en personeelo wedstrij den, bekleedt een eerste plaats een salon- ameublement, stijl Louis XVI, ter waarde van ongeveer f 500. geput breekt hij zijn hartstochtclijken gedach tenloop af. „En toch, als ik haar eens ver; keerd beoordeelde! Dat zou zijn om wanhopig te worden! Zou er geen toeval kunnen ont staan, dat mij de zuiverheid barer gedachten meer be- voor maar eens De Minister van binnenlaudsche zaken heeft bepaald, dat het eind-examen der gymnasia met zesjarigen cursus zal worden afgenomen te Leeu warden op 27, 28, 29 en 30 Juni en te Sneek op 1 en 2 Juli. Als gecommitteerden, te wier overstaan deze examens zullen worden afgenomen, zijn aangewe zen de heeren dr. J. M. J. Valeton, hoogleer- aar aan de gemeentelijke universiteit te Amster dam, en dr. P. J. Blok en dr. P. H. Schoute, De maan staat nog altijd helder aan den hemelzilveren wolkjes trekken langzaam haar schijf voorbij, zonder deze evenwel te verduis>«w door de beide hooge boog- J s minn oia! l< n ai ntz\Ll av> A. '•I Bij gelegenheid van het 65jarig bestaan der Sociëteit „Unie" te ’s Hertogenbosch zal een groote internationale kegelwedstrijd plaats heb ben. Twee groote zilveren medailles zijn ge schonken door de Koningin en de Koningin- Een gouden medaille door den Een gouden me- I daille door burgemeester, wethouders en secre- ’t Centr. komt met een soortgelijke opmerking. 1 taris der gemeente, alsmede verschillende andere maar hier zijn ze, ken de Zuiderzeevereeniging zoo zeer ten nutte 1 i een niet ver verwijderde toekomst de vruchten van die werken te zien. en het gemis van een stuk bouw- of tui ngron ten dienste der arbeiders. De oorzaak van het eerste verschijnsel is vooral de algemeene malaise in verband met de hoogere eischen, die het landbouwbedrijf tegen woordig stelt. Er is veel geld noodig tot ver betering van den grond, veredeling van den vee stapel enz. en bij gemis daaraan komen de gron den al gauw in handen van den kapitalist of groot grondbezitter, die rustig betere tijden kan afwachten. Een onvermijdelijk gevolg is het toenemend aantal losse arbeiders, waardoor vele veldarbeiders soms acht a negen maanden van ’t jaar zonder werk zijn. Het treurigst zijn deze toestanden waar de gronden in handen komen van elders wonende kapitalisten. De landbouw- commissie wijst er in hare adviezen op dat merk waardigerwijze juist in die gemeenten de meeste armen zijn, waar ook de meeste grond door uitwonende eigenaren wordt verpacht. De duurte van den grond, mede veroorzaakt door het opkoopen van land door kapitalisten, is de oorzaak dat het voor den arbeider bijna onmogelijk is een stukje bouw- of tuingrond te krijgen,’t tweede verschijnsel waarop de heer Pijttersen de aandacht ves.igt. Hieraan schrijft hij vooral don min gunstigen toestand van den arbeider in Friesland vergeleken bij elders toe. In Tilburg b.v. waar de fabrieksarbeider een stukje grond heeft, verkeert hij betrekkelijk ook in gunstigen toestand. Te Ooststellingwerf is bijna elke arbeider een kleine landbouwer; de kosten van het armwezen bedragen daar per hoofd f 1.10; te Oostdongeradeel, een zeer vrucht bare gemeente en te Opsterland, waar de arbei der niet zoo gelukkig is, bedragen die kosten f4.11 en f 3.00 per hoofd. Ook de betrekkelijk gunstige toestanden te Deventer schrijft de heer Pijttersen daaraan toe. De gemeente bezit c.a. 2200 bunders grond om de stad, die zij tegen de enorme pacht van t 150 a f 220 per hectare verpachttoch weten de menschen er met bo venmatige inspanning nog voordeel uit te trekken. Wat zou er nu kunnen geschieden tot verbe tering? De schrijver vestigt hiertoe de aandacht op Engelands voorbeeld, waar nagenoeg gelijke omstandigheden bestonden. Daar zijn twee wet ten gemaakt, waarvan de eerste reeds is aan genomen. Om het verkrijgen van kleine perceelen grond door de arbeiders te vergemakkelijken, is de „Allotments Act" van 1887 tot stand gekomen. Zij komt hierop neer: Op een verklaring van zes ingezetenen, dat er behoefte bestaat aan kleine stukken grond ten behoeve der arbei ders, en de eigenaars hieraan niet willen vol doen, onderzoekt het districtsbestuur de klacht en wordt zij gegrond bevonden, dan wordt de wet toegepast. Kan de grond nu niet langs minnelijken weg verkregen worden, dan wordt hij onteigend en in perceelen van een acre in huur gegeven als bouw- of tuingrond. Nie mand kan meer dan éen perceel huren en deze mogen niet onderverhuurd worden. Deze wet heeft volgens den schrijver gunstige resultaten opgeleverd. Van de tweede wet, waarop ge- Woensdag avond was een groot deel der stad Utrecht in rep en roer (nl. wijk O de bekende I Oranjebuurt,) en wel doordien men de onhaiF^ff-^*"' digheid beging om een vergadering van den sociaal-democratischen studentenbond daar te 1 willen houden. Als sprekers waren opgegeven j Triebels en Van der Goes, maar nauwelijks had I de eerste iets gezegd, of achter en vóór de woning vernam men zoo’n helsche muziek, dat spreken onmogelijk was, terwijl de houding van I ’t volk zoo werd, dat de politie de vergaderden I ernstig moest waarschuwen heen te gaan. Het bleek hiervoor tijd te zijn, want enkelen der 1 laatsten konden een mishandeling niet mewr*— - ontloopen. Heele troepen, onder aanvoering van vrouwen en mannen en voorzien van vlaggen, liepen zingende door de straten, zich zeer vij andig uitlatende tegen de socialen. De politie I had een zware taak te vervullen. Door tijdig I vertrek der vreemde bezoekers liep alles nog I goed af. Met de sprekers trokken 30 a 40 man naar Maarsen, waar men de vergadering zou trachten te houden. Het blad vermeldt mede dat het gevoelen der hoofden van R. K. bijzondere scholen is gevraagd over den leerplicht. Maar het blad acht het noodig er het volgende aan toe te voegen: „Groot als de eer is, die door deze raadple ging aan de bijzondere school wordt bewezen, wij meenen toch aan onze onderwijzers éen vin gerwijzing schuldig te zijn. Men kan artikel 73 der wet op het lager onderwijs en met name de woorden: „alle inlichtingen betreffende de school en het onderwijs" zoo ruim mogelijk ver klaren, en dit geschiedt. Maar men kan nooit onder die inlichtingen verstaan de uitspraak eener meening over het al of niet wenschelijke eener nog in de toekomst in te voeren wet. „Wij raden onze onderwijzers, die geneigd zijn antwoord te geven, aan, dat antwoord te begin nen met de verklaring, dat zij niet geacht wil len worden te voldoen aan eenige wettelijke verplichting." ’t Wordt voor den minister een moeilijke zaak hoe in dezen te handelen. Raadpleegt hij alleen de onderwijzers van de openbare school, dan handelt hij eenzijdig; vraagt hij ook voorlich ting aan de mannen van de bijzondere scholen, dan is ’t weer niet goed! minnen, daartoe loopen onze karakters te veel uiteen, en als zij ooit het tegendeel zou willen beweren, dan liegt zijJa, zij liegtuit lichtzinnigheid, uit medelijden en misschien uit gewoonte, omdat haar moeder haar zoo heeft opgevoed! Nooit zal een woord of blik haar verraden, wat ik voor haar gevoel! Zij moet Frits beminnen, zij zal het, ik wil het!" Uit- kere troost. Een meisje, dat men zich ook zelfs voor een oogenblik zonder afgunst de vrouw van een ander denken kan, zij ’t dan ook van zijn eigen broeder, bemint men zelf niet zóódanig, dat het gemis van haar ons wer kelijk ongelukkig zou kunnen maken. Gij zult dus in elk geval niet als een kwijnende, naar uw garnizoen terug- keeren en dat’s een groote geruststelling voor mij." Die laatste woorden zouden zelfs schalkach tig geklonken hebben, als hij, die ze sprak, er maar niet zoo spookachtig bleek had uitgezien. Frits begint te lachen. „Nu, ’t zij zoo, de toekomst moge beslissen. Inmiddels goeden nacht, beste Bodo." De achtergeblevene staart nog geruimen tijd in gedachten verzonken naar de deur, waar door zooeven de slanke gestalte van zijn broe der verdwenen is. Vervolgens werpt hij zich uitgeput op een stoel neer en bedekt zijn ge laat met de handen, alsof hij de gedachten, welke bij hem oprijzen, met geweld verdrij ven wil. „Mijn God, wat ben ik geworden! Ik lieg en spreek toch de waarheid. Ja, ik bemin u, Cato, ik bemin u, zooals geen man u ooit weer beminnen zal, en toch kan ik u niet vertrou wen! Wie heeft dien duivel van wantrouwen in mijn hart gehaald? Zij kan mij niet be- „Ja, drieduizend mark. „Dat is wel wat veel, ...v. —j.* benevens uwe toelage voor het volgend kwar taal. Probeer nu toch eens, of gij met uw groote toelage niet wat beter kunt rondkomen. Gij zijt tot nu toe steeds boven uw inkomen maar aan dat ongelukkige minnaar Gij zijt tot nu toe steeds boven gegaan; of neen, Frits, neem ik dat niet gezegd lieb. Gebruik zooveel als gij wilt en zooveel als gij noodig hebt om ten volle van uw jeugd te genieten. Ik wil het, hoort ge, beste broer? Gij en uwe nakome lingen zijt toch de erfgenamen van Rheinfel den, daar ik nooit trouwen en u misschien het bestuur reeds eerder overdragen zal. Han del dus geheel als bezitter van ons stamgoed Frits heeft eerst gelachen om de tegenstrijdi ge redeneering van zijn broeder, maar thans wordt hij getroffen door de diepe berusting welke uit Bodo’s woorden spreekt. „Dat zult gij niet doen," roept hij uit en grijpt opspringende de hand van zijn broeder. „Wees niet zoo droefgeestig, Bodo. Dat doet mij pijn. Laat mij mijn onbekommerd leven, en wat u-zelf betreft, geef de gedachte aan een schoone toekomst niet op, ik bid er u om. Gij moet met Cato trouwen, begrepen? Ik zou haar aan niemand anders gunnen, als aan u, gij, die haar, met haar vroolijk en goed hart, verdient en noodig hebt. Doe dat, broeder, en wees nu geen zwartgallige hypochonder." „’t Is al zonderling, dat gij, haar afgewezen minnaar, voor haar werft bij uw eigen broe der," zegt Bode met een zweem van spotternij, en toch trilt zijn stem van ontroering, nu hij voortgaat: „laat dat, Frits, uwe grootmoedig heid voert u te ver, ik ben buitendien niet geschikt voor ’t huwelijk; nii niet meer. Uwe woorden bevatten overigens voor mij Verschillende bladen hebben dezer dagciï. ge sproken over het werkplan der regeering, hóofd- zakelijk naar aanleiding van eenige opmerkin gen in de Amst. en de Stand, dat de indiening van de kieswet tot vertraging der behandeling- van de belastingplannen zou moeten leiden, hoogleeraren te Groningen. Wij meenen echter dit debat slechts pro me- morie te moeten vermelden, daar er niets is Het bestuur van den Katholieken Bond in voorgevallen, ’t welk reden geeft om te meenen Friesland heeft, naar aanleiding van een in de dat er wijziging is gekomen in de plannen der jongste vergadering van den Bond genomen be- regeering. De heer Tak van Poortvliet ontkende vL.. het onlangs pertinent toen hem in overweging ingediend, inhoudende de mededeeling, dat een werd gegeven om ook do herziening der ge- spoedig en uitvoerig onderzoek van het natio- meentewet ter hand te nemen. nale vraagstuk de droogmaking van de Zuider- De tegelijkertijd hernieuwde gedachteniswis- zee, liefst door de instelling van eene Staats- seling over de vraag wat zal voorgaan: belasting- I commissie, mag worden geacht te zijn eene daad of kiesrechthervorming, geeft in dezen ook geen voor geheel ons Vaderland van overwegend be- enkel nieuw gezichtspunt na hetgeen daarover lang, is gezegd, bij het algemeen debat in ’t najaar Novelle van Klaus Zeuren. IV. Vervolg.) Bodo keert zich weer om. Een afschuwe lijk vermoeden rijst eensklaps bij hem op. Zou Cato, vooraf door haar moeder gewaarschuwd, het aanzoek van Frits misschien ook alleen daarom hebben afgeslageu, om haar hand vrij te houden voor zijn ouderen broeder? „liet is hier verschrikkelijk heet, niet waar?" Haastig opent hij het venster en staart een poosje met sombere blikken naar buiten in den kalmen herfstnacht. Van verre dringt majes- tieus het geluid van een tot den bronststrijd uituoodigend hert tot hem door. „Ik zal zien, Frits, wat er voor u gedaan kan worden," gaat hij voort, zonder zich om te keeren. „Onze tante is een verstandige vrouw en heeft, geloof ik, nog al eenigen in vloed op Catozij zal haar misschien bepraten. Het zou mij veel genoegen doen, als Cato of liever, als gij, uwe liefde toch nog beant woord mocht zien." Langzaam, aarzelend ko men die laatste woorden over zijne lippen. „Maar om nu op wat anders te komen en de vrouwen te vergeten, die in haar liefde even zeer als in haar haat veranderlijk zijn als eb en vloed, hoe staat het nu eigenlijk Gij hebt heden geducht verloren, niet waar?" Frits bijt verlegen op zijn nagels. De ver houding van de broeders tegenover elkaar is bijna als die van vader en zoon. Dat zou zijn om wanhopig zou kunnen verraden, zoodat ik niet hoefde te twijfelen? Ik-zelf wil niet toeval spelen. Ik wenschte wel, dat zij met haar moeder wegging, opdat er toch een einde kwam aan dat comediespel." „Tiktak, tiktak," vervolgt de groote pendule tusschen de vensters haar bedaarden, geregel- den loop. Bodo heeft pijn in ’t hoofd, en onwillekeurig be gint hij bij dat eeuwige, onvermoeide tikken van de pendule met haar groote wijzerplaat, waarin het grafelijk wapen der Welcken’s gegraveerd is, te tellen. Hij telt maar door, ten slotte tot honderd, vervolgens vierhonderd en één driehonderd en drie tweehonderd en twee tien vijf zeven negen twee één. Half in slaap begint hij te lachen over de zon derlinge volgorde van zijn tellen, maar vervol gens telt hij niet meer, maar valt afgemat van de lichamelijke en geestelijke inspanning, in zijn grooten, met leder overtrokken leun stoel vast in slaap. Het bestuur voegt er L, den Minister, wiens hoogst verdienstelijke De heer Bredius, de directeur van ’s Rijks 1 zijn geweest, moge gegeven zijn, in museum, heeft in een particuliere verzameling te Parijs weder een Rembrandt ontdekt en aan gekocht. Het is een portret van Rembrandts vader, omstreeks 1630 geschilderd. De Standaard scheen zich ongerust te maken over hetgeen de onderwijzers der chistelijke j scholen zouden antwoorden op de vraag nopens den leerplicht en raadde daarom aan met het Regentes, antwoord te wachten tot de algemeene vergade- j Commissaris der Koningin, ring zou zijn gehouden. I -di a

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 2