6BEEÏÏ1 El 1I£T IRBOMMEW SHE. ■IIS- B 1DW0T1H11D 11)811 BE i I HaitoiWIii oo lel SnMra®. SJ1 ied vin-H I I J.ka F or - t ?r- 8 .1 LAI. W O B A D A (i COACLHREIXSKA. IL van etsei - Deze CO UH ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. ror, oet sidj >ul ver- och val op hem t te* iehil- heiJ ■t. all g de gaven van verstand en hart, maar dat mijn- I schen, terwijl het tot nu toe nog ten zeerste heer een simpel ridder is, we meenen een naam- betwijfeld wordt of alle tot dusverre gedane j uitvindingen op mechanisch gebied, de dagtaak Kortom, dat het de voornaamste van eenig menschelijk wezen hebben verlicht. de wereld! kinderen reeds zoo vroegtijdig, en dan heel, Ju I voor den strijd velde Cj a de 'd'l' Wil men de theorie der Manchesterschool aanvaarden, zooals deze zich uitspreekt ten gun- ,^_ste der vrije concurrentie; wil men werkelijk I "Öen vooruitgang der maatschappij bevorderen door de concurrentie en wil men de concurren tie aanprijzen, hoofdzakelijk wijl de gemeen schap er door geprikkeld wordt om alle factoren die den vooruitgang bevorderlijk kunnen zijn te doen meewerken, dan is geen andere keuze denkbaar dan die der consequente toepassing. Dan beginnen we met te overwegen dat gezond verstand, dat groote voorrecht van de redelijke wezens waaruit onze menschenmaatschappij is saamgesteld, eerst dan een voorrecht mag hee- r k~" - --- I”'i schen, terwijl het tot nu wanneer ze zware concurrentie hebben te door staan met de oppositie. En och, die strooppot doet zooveel kwaad in Die vieze stroop kleeft reeds aan en nog steeds wordt nieuwe zoo ge- stroop gefabriceerd, zoodat we met eenigen grond in beslag nemen met school en studie van waarschijnlijkheid het oogenblik tegemoet En waarom wij de menechen er toe moeten en mogen zien dat men algemeen hoort weeklagen En dat alles om de con currentie ter wille van den vooruitgang Schooner illustratie voorwaar is moeielijk te leveren voor den stelregel, dóór zoovelen voorge staan, dat zelfzucht de grootste en krachtigste drijfveer der menschelijke handelingen is, dan de stroopkwast als zinnebeeld, gelijk in de dagen der Geuzen de bedelnap dienst deed, met het mottofidéle jusqu' au pot a sirop. van eenig menschelijk wezen hebben verlicht. Het vi-aagt onswaarom wij de jeugd onzer zooveel ving’ren ten voor die maatschappij wanneer het werk zaam is aan den vooruitgang. Al verder over wegen we dat die vooruitgang wel een enkele ■maal aan het toéval iets verschuldigd is, maar voor het overige slechts in rekening staat met het gezond verstand. En daar nu gezond ver stand niet een monopolie is van de fyezittenden; daar deze gave zonder onderscheid van rang >sf bezit echt socialistisch verdeeld is over al wat mensch heet; daarom moet de ware vriend van den vooruitgang zich bedroeven over de volgende feiten, die hij schier dagelijks kan waarnemen 1°. Dat heel wat gezond verstand niet ont- - wikkeld wordt, ja zelfs tot den wedstrijd niet wordt toegelaten; 2°. Dat aan het concours wordt deelgeno men door een betrekkelijk klein deel der bevol- - ^Jsing’, waaronder heel wat onbeduidendheid schuilt; 3°. Dat, met eenige weinige uitzonderingen, i de groote prijzen worden verworven door ster- ren van den tweeden, derdenrang. Tot die weinige excepties rekenen we den w onlangs overleden industriëel Scholten. Wat I diens geschiedenis aantrekkelijk maakt, het is het I sprookjesachtige dat er doorheen loopt van be- gin tot einde. Want ieder, die onbevooroor- deeld de wereld gadeslaat; die als objectief waar nemer een getrouw beeld van onze maatschappij zoekt te vormen, met licht- en schaduwplekken beide, hij zal met ons de bovengenoemde feiten erkennen, en dus de industrie-ridders a la Scholten eenvoudig thuis brengen bij de „witte raven.Hij zal beamen dat de grootste prij- bestaande in groote hoeveelheden van den levensvoorraad der menschen, of ook in een aan tal blinkende kruisjes en sterretjes op den jas- omslag, niet worden bemachtigd, zooals men verwachten zou, door het uitstekend genie; en met beschaming zal hij tot de uitspraak gebracht worden, dat het vullen der maag niet aan het verstand, maar wel aan den geldzak wordt toe vertrouwd. Ergo, dat de vetgemesten onder - <ms geslacht geeu aanspraak mogen maken op I bekwaamheid, op grond dat het hun ging naar wijt over den vleeze. Zoo ook zal voor hem het rijtje van ridderlintjes veelal een bewijs zijn, niet dat Het houdt ons de ernstige vraag s^zen, iet I '1'1 II U'iB nou I raar H ijm- I ;rk- I willen dwingen datgene, wat in den wedstrijd over de stroopplaag. van het leven een genot is, als een plicht te beschouwen De aan ieder ingeboren leerlust moeten en willen omzetten in leerplicht, terwijl het ons niet onbekend is dat ons stelsel van onderwijs nog o zoo gebrekkig is, waar het betreft den mensch behooilijk te wapenen om het leven Is het er ons om te doen die schare van on wetenden binnen de renbaan te brengen en toe te rusten met de noodige kennis en ontwikke ling, teneinde mee den strijd te kunnen voeren, dan moeten we er ook voor zorgen dat ze een renpaard machtig worden, of anders maken we het getal der teleurgestelden en ontevredenen nog grooter en moeten we ons gewonnen ge ven aan den eersten edelman, die de wederin voering der lijfeigenschap voorstelt. Dan zijn we verplicht aan die halftoegeruste strijders nog kapitaal te verschaffen, willen we niet het wa pen, dat we hun gaven, met moordbedreiging op ons zien aangelegd. En dan moeten we nog opruiming houden van al die kruiwagens, waar mee zoo tal van nullen worden voortgekruid. Er is toch in de renbaan des levens nog een opmerkelijk feit te oonstateeren, dat ook al ver re van bevorderlijk is voor den vooruitgang en de vrije concurrentie; het is de zoogenaamde protectie, voortvloeiend uit bloedverwantschap, uit opvattingen omtrent maatschappelijke stan den, omtrent afkomst en uit flikflooierij, naar de methode van Reintje de Vos. Hoezeer ook den dwang der omstandigheden er kennend, komt ons dit verschijnsel in onze maat schappij zeer bedenkelijk voor. Nooit zijn ermeer standbeelden opgericht, nooit meer wierookkor- rels ontbrand, nooit meer adressen van hul debetoon aangeboden, dan in onzen tijd; zon derling genoeg, al moot ook worden toegegeven dat de wereld vooruitgaaten al willen we aan nemen dat velen der geprezenen en bewierook ten de ontvangen hulde verdienen, toch schuilt er iets in voor den minder oppervlakkigeu toe schouwer wat aan den ganschen opzet een ver dacht tintje geeft. Meermalen komt het voor dat de commissie voor het feest, door zich voor op te stellen, den dank en den invloed van den jubilaris voor zich verzekerde en hiervan aller aardigst op de renbaan wist partij te trekken wanneer de gelegenheid gunstig mocht zijn. Oneerlijk! Wel foei, mensch! Ieder moet toch voor eigen wapenrusting zorgen in den strijd, en wanneer nu de strooppot beter resul taat heeft dan de azijnflesch bij het vangen van eenig gevleugeld insect, dan ligt het zoo voor de hand, dat men veel met de strooppot ziet werken in onzen tijd. Daartoe nemen zelfs - ?de' drager zich ridderlijk heeft onderscheiden door wij zoo vol overtuiging den vooruitgang wen- staatkundige partijen soms wel hun toevlucht, ridder, zoo een die edel, hoog, of hoog en wel geboren werd. vraag is in dit concours, gelijk bij een paarden- I wedren: wat het paard doen kanop den jockey wordt eerst in de tweede plaats gelet. En wan neer nu die jockey er zich op beroemen kon, zijn renpaard zelf gebracht te hebben tot dien trap van volmaking dan ja dan school er bijzondere verdienste in den man. Wie zulks echter mocht meenen en wie meent dat nog? hij leere beter zijn zintuigen gebruiken; hij leere hooren en zien enspreke er niet te veel over in ’t publiekalleen wanneer Orme gevaarlijk ongesteld mocht zijn, verzuime hij niet van zijn belangstelling blijk te geven door zijne doorluchtige hoogheid een kaartje te zenden, met de beste wenschen voor het kranke paard. Neen, dat beest met al zijn deugden heeft de bezitter te danken aan iemand anders; zonder linge loop der dingen! Niet wij zelf, zooals de spreuk zegt, maar onze ouders of andere bloedverwanten zijn de scheppers van ons geluk; van hen hangt het af of wij een prijs zullen verwerven in het concours. In hun spaarpot ligt de tooverspreuk, die ons de kracht geeft om op het paard te komen en met den buit te gaan strijken. Ja waarlijk, het gaat in onze christelijke maatschappij als in de dagen der Bij belschrij vers: Wie heeft, hem zal gegeven worden. En als onze ouders niets hebben om ons voor den wedstrijd uit te rusten met eenige hoop op succes; als vader hard moet werken om, zooals veelal het geval is, een karig dag loon te verdienen, dan zijn de kinderen niet in de gelegenheid om hun gaven te ontplooien, dan wordt menige bloem geboren, om ongezien te bloeien, terwijl in den bloemtuin de gouden regens elkaar verdringen en de madeliefjes wreed overbeerschen en verdrukken. Behalve nog de overtuiging, dat de wereld niet oprecht is, wanneer ze de theorie van den wedijver met den mond belijdt, maar metterdaad bestrijdt, blijft nog voor ieder rechtgeaard ouder het leedgevoel, wanneer hij aan de kinderen denkt van hen, die, in plaats van mee te mo gen concurreeren, zelfs niet worden toegelaten om Orme te helpen optuigen, een gevoel, dat mevr. Browning aldus vertolkte: Ligt in die dichterlijke gedachte niet een pijn lijke beschuldiging voor ons, voorstanders der concurrentie Is het niet een stil en bitter ver- onze halfheid? En het heeft nog meer tot ons te zeggen. voorwaarom K E N N I 8 G E V l N G. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gelet op een schrijven van den heer Com missaris der Koningin in Friesland, dd. 31 Mei 11. Ie Afd. A. no. 657 In aanmerking nemende, dat bij gelegenheid van de op 20 Juni a. s. op het Sneekerineer te houden, door H. II. M. M. de Koningin en de Koningin-Weduwe, Regentes, bij te wonen, hardzeilpartij tal van stoombooten uit deze provincie aanwezig zullen zijn Overwegende, dat gelijk bekend is, vele de zer booten vrij rank op het water liggen, vooral indien zij beneden de waterlinie niet of weinig geladen zijn Komt het wenschelijk voor, dat de slechts eenigszins ranke stoombooten, die zich bij die gelegenheid op het Sneekerineer mochten bevin den, in het benedengedeelte van behoorlijke ballast worden voorzien, om ze zoodoende voor kantelen en omslaan te behoeden en bij gevolg groote ongelukken te voorkomen Brengt het bovenstaande onder de aandacht van de gezagvoerders of eigenaars der in deze gemeente te huis behoorende stoombooten en geeft hun ernstig in overweging bij meergemel de gelegenheid, alle mogelijke voorzorgsmaat regelen te nemen die strekken kunnen om on gelukken bovenbedoeld te voorkomen en zorg te dragen geen meerdere personen op het dek toe te laten, dan de daarvoor beschikbare ruimte aangeeft, en opeenhooping van passagiers naar één der zijden streng te keeren. Sneek, 2 Juni 1892. De Burgemeester voornoemd, ALMA. ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. KENNISGEVING. Loting - Schutterii, BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de alphabetische naamlijst van de personen, die in dit jaar aan de loting voor de Schutterij moeten deelnemen, ter visie zal liggen ter Secretarie dezer gemeente van Vrijdag den lOen tot en met Zaterdag den 18en Juni a. s., des voormiddags van 9 tot 12 uur; dat de LOTING zal plaats hebben ten Raad- huize op Maandag den 27 Juni daaraanvolgen de, des voormiddags elf uur, voor hen, die ge boren zijn in het jaar 1867, terwijl daarna da delijk zal worden overgegaan tot de naloting der overeenkomstig art. 4 van het Koninklijk ien 3„p I ir- jen j bu- ld- H 'U LI 1 ■l - I ■II. Hoort ge de kinderen weenen, o mijn broeders, Eer nog der jaren last hen nederdrukt? Hun hoofdje, nog zoo jong, geleund aan ’t hart der moeders, Het wordt niet opgericht door moeders hulp of troost, De jonge lammeren blaten in de weiden, De jonge vogels tjilpen in het nest, De jonge herten spelen roet de schaduw, De jonge bloemen bloeien in de zon, Maar de jonge, jonge kinderen, o mijn broeders, Zij weenen bitter. Zij weenen in den speeltijd van de anderen In het land der vryen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1