fflUffl ffl m ABRffiNSSHINT SHHI.
W f
11 s
■i -
Bekendmaking
BMiWB
I
No. 49.
Z E VË N-E N-V EERTIGSTE J
Ï892.
A R G A N G.
b
ZONNESCHIJN.
u
f
1
'W
i\
- O
hnlH
W
"F
jn
or
18 J L A I.
I
of
God
der
I
<ir>
I lift
Wijk 4,
U I T DE PERS.
k?;-
r
Bij dezo Courant behoort als bijblad Feuil
leton - nummer 119.
alle
Maar
i-
rt
lor,
oet
jidj
>u j
-ie,
en
volk idealen, die nauw verband houden met
de hoogte waarop die mannen staan op den
ladder der kennis eu ontwikkeling.
Dat ze in hun staatsmansleven door uwe war
me stralen bezield, den bodem der wetgeving
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
onzen dank, o
Deze CO LEANT verschijnt WOENSDAGS eu ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post 11.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
1
Reeds bleek uit hetgeen werd medegedeeld,
dat de wijzigingen, door den minister van
financiën in zijn belastingontwerpen gebracht,
in onze bladen goeddeels met instemming wer
den ontvangen. Wij zouden nog kunnen wij
zen op hetgeen in het Vad. en in het Hand.
voorkwam, welke beide bladen mede de ver
anderingen als belangrijke verbeteringen be
schouwen. Het Vad. had de progressie nog
wel iets anders geregeld willen zien, maar het
blad erkent dat er veel ten goede in ’t ontwerp
veranderd is. Kleine verbeteringen kunnen
trouwens nog altijd worden aangebracht in het
debat.
"ruchtbaar maken en doen prijken met heerlijk
geboomte en voedzame plantsoortenwant ach
waar de bodem het schraalst is, groeien toch
de meeste distels.
En dan hebben we het oog op u, gij jeugdi
gen van harte, die u liberaal noemt en ook li
beraal, waarachtig liberaal wenseht te zijn;
die wilt opkomen voor de rechten van het
volk, wanneer de lange periode der plichtsop-
drachten eindelijk zal zijn afgesloten;
die ook in het stoffelijke belang van het volk
der kleenen een anderen weg wilt bewandelen,
overtuigd dat geest en stof onafscheidelijk ver
bonden zijn, zoodat de geest niet leven en bloei
en kan zonder een voortdurende toevoer van stof;
die ook aan dat geestelijk leven verbinden
wilt de voorwaarde van zelfstandigheid, waarnaar
thans zoovelen smachten en die schier dage
lijks, ter wille van het stoffelijke, moet worden
prijsgegeven.
O, wij gelooven aan u, gij jong-liberalen! wij
houden er ons van overtuigd, dat ge niet tevre
den er mee zijt dat men zegt:
Zelfstandig is ieder burger die een huissleu
tel bezit
Waar de natuur haar spruiten toerust met
middelen van verweerwaar zelfs de roos haar
doornen, de distel haar stekels en de pijnboo-
men zijn naalden heeft gekregen om zelfstandig
te blijven
daar gelooven we van u, jong-Holland! dat
het uwe bedoeling is om te toonen dat ge den
mensch, het goddelijk evenbeeld, niet ongewa
pend zult laten staan, terwijl de natuur u voor
allen, die ademen en mensch heeten, een over
vloed van wapenen ter beschikking stelde.
O, vriendelijke zonneschijn! Help ons wen-
schen; maar vooral help ons uit deu staatkun
digen, uit den economischen mist, die nog als
een dikke laag ’t vergrijsd Europa alle uitzicht
belet.
En waar gij de macht bezit om de vogels in
het woud, de lammeren op de heide en de kal
veren in het malsche gras te stemmen tot vroo-
lijkheid, blijdschap en tevredenheid, daar zult
ge ons zeker niet ongevallig willen zijn, wan
neer we uwe toovermacht inroepen om voortaan
ons staatkundig te behoeden voor druilooren!
Laat dan ’t strooien hoedje zwieren
Op ’t kastanjebruin
Pluk een knopje in uw tuin:
Laat die toekomst-idealen
Van Gods zegen overstort,
Steeds uw weg, uw hart bestralen!
Waar het somtijds donker wordt,
Zoo geen vriendlijke aangezichten
Meer ’t gezellig pad verlichten
Eens met bloemen overspreid
Zoudt gij schroomen, zoudt gij vreezen!
Welkom, lieve zonneschijn,
Gij zult onze redder zijn!
iet
ur
en
>n-
i
ert B
-o. i H
1
•c
oi'ii I
v.lll I H
op I y
hem I I
Mdï-il
belli I 1
"V I
jok M 1
i. aiLJI
jelde
,JB
V
110 w
iedeikB
>in W
laaijB
Het is zomer, dat wil zeggenvrouw natuur
is in feestgewaad.
Om haar krachtige, schoon gewelfde schond
^.^pen hangt de rijk gekleurde, luchtige mantel.
Met een blik van blijde vreugde schitterend,
ziet ze rondom zich, op ’t mollig grastapijt, aan
hare voeten, mensch en dier bijeen om zich te
verlustigen in het aanschouwen van het heer
lijk blinkend en geurend zomerkleed.
En met goedigen blik steekt ze de hand uit
om al wat daar leeft en zich beweegt met een
gave te verblijden.
Ze heeft het druk, vrouw natuur, om
*tvènsehen en verlangens te bevredigen.
karig zijn, ligt niet in haar aard en alles, schier
alles, wat gevraagd wordt, is ze gaarne bereid
te geven.
Hetzij een vergezicht van de berghoogte of
wel aan den vlakken waterplas; een blik op
de tallooze tinten en schakeeringen van tinten
uit de streek van het zuiden of wel de krach
tige, forsche kleuren van het minder varieerend,
^^maar meer gespierde Noorden; hetzij licht of
donker, zonneschijn of schaduw; dat alles
schenkt ze don mensch met milde hand.
En ze is blij, vrouw natuur, dat ze geven
kau. Het is alsof ze bij den mensch het besef
wil verlevendigen, dat het zaliger is te geven
dan te ontvangen.
In den vroolijken zonneschijn ontwaakt de
levenslust, die zich openbaart in der voog’len
lied en der menschen lach.
En de lammeren op de heide huppelen vroo-
lijk rond; ook de kalveren, ze blikken welvol
daan en dankbaar-goedig naar de hemelgodin,
alsof ze willen zeggen dat het laster was van
deu boozen geest:
Dat ’s Hemels blijde zonne nooit x
Weer de aarde zou beminnen.
Welk mensch voelt niet zijn matte ziel her
leven bij den aanblik van dat dankbare rede-
looze vee; en welk mensch is er die nog twij-
smt, nog haat?
Wie voelt niet bij den aanblik dier welge
voede, knipoogende kalveren, dat ook de mensch
thans mag juichen en jubelen van liefde en lof;
welk mensch is er die niet de nevel van som
berheid, zorg en smart voelt optrekken, wanneer
hij ziet hoe de blijde zonne der kalv’ren hart
verteedert en der kalv’ren staart in be
rging brengt
Wie is er, die niet zijn hart voelt opengaan,
wanneer hij ziet hoe de bloemen zich uit ha
re windselen loswringen om de blijde Koningin
te zoeken, die reeds op den uitkijk staat of de
lieve bloempjes het nog niet haast wagen zul
len zich aan Hare Majesteit te vertoonen?
Wie wordt niet betooverd wanneer de nach-
tQo-aal zijn oor weet te treffen en zijn hart doet
wegsmelten door de rollende zoete orgeltonen
Wie, wie is er, die zich niet voelt aange-
L grepen bij die verscheidenheid van kleur en
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente SNEEK brengen ter openbare ken
nis, dat ter gelegenheid van het heugelijk be
zoek van HARE MAJESTEIT DE KONINGIN
en HARE MAJESTEIT DE KONINGIN-
WEDUWE-REGENTES op Maandag 20 Ju
ni e. k., ran wege de gemeente 's avonds van 79
uren op de Marktstraat eene MUZIEKUIT
VOERING zal worden gegeven door het Mu
ziekkorps van het le Regiment Infanterie, Ka
pelmeester de heer J. F. STOETZ
dat ten 9 ure het Stedelijk Muziekkorps,
Kapelmeester de heer PAUL GAILLARD, zich
zal doen hooren op de Kolk, en
dat ten 10 ure aan de Kolkeen VUURWERK,
vervaardigd door den heer H. van der Paauw
te Hilversum, zal worden afgestoken, afgewis
seld door uitvoeringen van beide Muziekkorpsen,
Sneek den 1G Juni 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
BEKEN DM A KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDER Ser
gemeente Sneek,
Gelet op de artikelen 6 en 7 der Wet van
4 Juni 1875, (Staatsblad no. 95), tot regeling
van het toezicht bij het oprichten van inrich
tingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken
Brengen ter openbare kennis, dat ter Secre
tarie der gemeente ter visie is gelegd, een ver
zoek met bijlagen van PIETER SEYENSMA,
wonende te Sneek, om vergunning tot het op
richten van eene BAKKERIJ in het gebouw,
staande aan de Kruizebroedersstraat alhier,
no. 16, kadastraal bekend gemeente
Sneek, Sectie B., no. 2517.
Dat op Zaterdag den 2 Juli 1892, des mid
dags te 12 uren, ten gemeentehuize gelegenheid
zal zijn, om tegen die oprichting bezwaren iu
te brengen en deze mondeling en schriftelijk
toe te lichten en dat zoowel de verzoeker, als
zij, die bezwaren hebben in te brengen, gedu
rende drie dagen vóór evengenoemd tijdstip ter
Secretarie der gemeente, in de gewone bureau-
uren, van de ter zake ingekomen schrifturen
kennis kunnen nemen.
Sneek den 18 Juni 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEW1TZ, Secretaris.
I tint; bij dien rijkdom van klanken van hoog
tot laag, van de krachtige, aangrijpende op het
groene grasveld tot de zachte zoetvloeiende in
het kreupelhout?
Waar vloden al mijn zorgen?
Een leven vol liefde en zaligheid heeft in
ons hart zijn intrek genomen.
En dat deedt gij, blijde zonne! hemelsche
koningin!
Hoor en neem aan
bloeiende aarde
„Die licht en geur en vroolijkheid
Mild in mijn ziele hebt verspreid
Als in Uw lentegaarde.
Daar, wie mij griefde, daar, mijn hand!
En neem mijn liefste bloem ten pand
Dat ik u heb vergeven.
Want
’k Was huivrig, kil
En somber stil
Wel zeven lange dagen.
Er hing een mist, een vochtige, grauwe kille
nevel had mijn ziel omsloten.
Wie zal uw lof zingen blijde, lachende zon
neschijf? Die met uw licht- en warmtegloed
heel de aarde tot nieuw leven wekt, en vrede,
zonnige vrede brengt in ’t menschenhart, dat
lang te vergeefs heeft uitgezien naar een wondere
straal uit uwe bron. Die straal ontstak het
lampje zijner hope, en wekte hem op om nieu
we wenschen en verlangens te koesteren in de
warmte van dien straal. Zoo zijt gij, blijde
zonne! de kweekster, de voedster en de onder
houder van ‘het ideaal in ’s menschen borst.
Wie, die aan de onmisbaarheid van het ide
aal gelooft in ’s menschen leven, zal u naar
waarde schatten
Zoo zijt gij het, die steeds nieuwe loten uit
den stam drijft en de oude doet afvallen.
En gij weerhoudt den mensch van melan
choliek weenen, wijl ge in zijn hart maar
steeds door, als een bloemengaarde, het eene
plantje kweekt na het anderevan het nede
rigste madeliefje of vergeet-mij-nietje tot den
wildsten populier zooals het land van Kokanje
dien slechts kent.
Daarom begroeten we in u de eenige levens
bron, o zonneschijn, voor het leven des geestes.
De ongevoeligste mensch, hij die niet uit zijn
sombere droefgeestigheid te lokken is, voor de
zachte en onmerkbare aanraking van u kan hij
niet ongevoelig blijven, hij herleeft en wordt
weer mensch.
Blijf daarom, o zonne, het is onze innige be
de, onze harten verlichten, verwarmen; werp
er uw levenwekkende stralen in, opdat het voor
het geestesoog een gaarde worde, zoo blij, zoo
kleurrijk, zoo vol harmonieuze klanken, als de
aanblik die gij in vrouw natuur weet te too-
veren voor ons lichamelijk oog.
Maar vooral is onze dringende bede, dat er
leven, nieuw leven worde gestort in de harten
van hen, aan wie de belangen van het vader
land zijn toevertrouwd
dat zij, op den hoogen trap hunner ontwik
keling, zich hooge, verheven idealen mogen
scheppen van den Staat, de maatschappij, het
'•^1
Be- i
Msm- n motm u m
i
1
F'
w
I
11011 s
j:i .o H
>i"" H
?rk-
L‘!'
el-oi
■II