0 HET IM DISSHEU SML MEIÏÏS B llll'EllIffllHUI) EMii l)E IL ifa i '7 I ij- n err M I Mandegoed is Schandegoed”. 1892. No. 37. Z E V E N-E N-V EERTIG8TE JAARGANG. I I>A_ O r 4 D J - i or ir- U I T DE PERS. de ka- BINNENLAND. id»' I te I f 4:/ Bij deze Courant behoort als Bijblad Feuil leton-nummer 121. Deze CO UB A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post 1 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. S’ w op- om ?n jn i iet ar- ien m- a tor, oet »idi •g ie, ion iER COURANT. dat op te om Volgens 'tLeidsche Dagblad heeft een vermo gend man te ’s Gravenhage, die bovendien nog het hoogste rijkspensioen krijgt, in ’t vooruitzicht van de vermogensbelasting twee groote ramen van een hoekhuis, uitzicht gevende op een breede straat en welke nog een mooi vergezicht ople den muur gereed hangt. Voor dat rabat verden, laten dichtmetseleu, zoodat daarvoor een >iMe- o uet u i. lijk is. Wanneer we het hierover eens zijn, dut al het verkregene wordt getrokken uit den grond; wanneer we dan bedenken dat we met al on zen arbeid aan dien grond geen duim breeds bruikbaar geworden. Bij eiken overgang is het verstandig geleide- S It .u Bij de verkiezing te Maastricht, voor een lid der Tweede Kamer (vacature dr. J. H. S. Schrei- nemacher) zijn uitgebracht 2130 stemmen, waar van 2081 geldig. Gekozen is de heer De Ras met 1167 stemmen. Op den heer Schreine- macher Jr. waren 914 stemmen uitgebracht. jelde 1 Steil) ■dile J I eteaj iedcaj vin-l<j laarfjl k it Ir jt jt Ir Sociale nooden. Allerwege wordt de nood kreet gehoord, voor en door den vierden stand aangeheven. Reeds meermalen wezen wij er op, dat in den tegenwoordigen tijd veel gedaan wordt voor en veel gedacht en gesproken over da sociale nooden, welker wegneming of ver zachting een verbetering van positie voor den werkman tengevolge heeft. Te veel vergeten daarentegen wordt „de kleine burgerij/ dat is die stand, wien men het zoo van buiten niet zoo dadelijk aanziet, dat hij evenzeer gebukt gaat onder den drang der tijden. En toch, daar op mag wel eens wat meer gewezen worden. Het doet ons daarom genoegen, dat van de groote bladen tenminste de Standaard die quaes- tie in waardeerenden zin ter sprake brengt. Zij teekent onder het motto „Onze kleine mid denstand^ den moeielijken, socialen toestand, waarin die stand verkeert, die leeft van kleine nering en fabrikaat in ’t kleinde stand, wier roeping het in hoofdzaak is, om tussehenpersoon te zijn tusschen kooper en voortbrenger. De Stand, brengt in herinnering het gemak, dat ons deze stand verschaft, door u alle grootere transactiën te sparen, uw geldelijke rekening op een klein boekske te laten loopen en u te bedienen aan huis/ Deze stand heeft natuurlijk zware lastenhij moet leven, een winkel hebben, bedienden hou den, patent betalen, waren inslaan, risico van wanbetalers aangaan. Van alle deze lasten be merkt de kooper niets, omdat de grossiers rabat geven; maar juist dat rabat is de scheede, waar- - - - jn het doodelijk zwaard van den middenstand begrippen van bezitten en gebruiken en dan is 1 aan C. en on- ken; maar velen zijn er die bij het overstap pen wat al te angstvallig zijn en niet goed be grijpen kunnen dat het nieuwe vaartuig zee waardig kan zijn omdat het oude, waarmeê ze zoo vertrouwd waren, het moet opgeven. Men is zoo licht geneigd te vergeten dat in de nieuwe toestanden vele der oude theorieën niet meer bruikbaar zijn. Wij hopen en verwachten dan ook, dat dr. Poelman c. s. alsnog tot ons over zullen ko men in het volle vertrouwen, dat waar de eer lijkheid betracht wordt, voor al het bezwarende, wat daarbij schijnt op te doemen, een opruiming mogelijk zal zijn. Waar een wil is, is ook een weg zou deze spreuk niet allereerst haar toepassing vin den wanneer die wil recht door zee gaat Het gevaar voor klippen schuilt meest aan de kusten, en mag dus als waarschuwing gel den voor hen die zich op de kustvaart willen toeleggen. We hebben van dr. Poelman te groote ver wachtingen dan dat hij het daarbij zou willen laten. hij zich de hand dat het privaat grondbezit eenvoudig oude in zwang zijnde wapen; men vergeet dan menschen uitsluit van zoo licht dat die wapens verroest zijn ver- .,i vei' 1" och I va» I I ”P hem I 1 t( 1 Schil-i hem I i luif i pk af/ I, ilH^j etsei ft een groote klasse van i het recht om iets langs eerlijken weg te krijgendan wijzen we daarmee de grondstof- Bij eiken overgang is het verstandig geleide- fen kort en goed en goed? aan enkelen l»jk te werk te gaan en geen sprongen te ma- Neen - zegt^dr. P. - privaat bezit alleen en dat is naar onze W1jze van zien oneer. lijk in de hoogste mate. En nu is het voor ons niet de vraag, wat er aan te doen is, om aan die oneerlijkheid per ken te stellen; neen, integendeel, die oneerlijk heid moet worden voorkomen, moet geheel en al verdwijnen. Iets langs eerlijken weg te verkrijgen is kortweg onmogelijk voor allen, wanneer een grooter of kleiner deel heer en meester is van den grond en de grondstoffen voor den arbeid. Het stelsel van dr. Poelman c. s. wil de kwaal verzachten en als zoodanig verdient het waardeering, onder één voorwaarde echter, na melijk dat: de voorstanders van deze leer niet zoover gaan met in hun stelsel iets meer dan een ver zachting der kwaal te willen zien, mits ze niet in een vergelijking treden tusschen hun stelsel en het onze, en daarbij het eenige afdoende en eerlijke middel tot genezing oneerlijk noemen, „dat leiden zou tot confiscatie/ Men kan groote moeilijkheden voorzien in het streven of bij de invoering van communaal bezit men kan, in afwachting van de invoering van deze eenig waarlijk gezonde regeling, over gangsmaatregelen voorstellen, om reeds dadelijk verbetering aan te brengen; dat alles kunnen we ons zeer goed voorstellen. Maar voor ieder, die het eerlijkheidsbe- ginsel huldigt, zooals Poelman, c. s. moet het streven daarop gericht zijn, op den vol maakt eerlijken weg te komen, d. i. er toe mee te werken dat de grondstoffen worden toegewezen aan allen, aan de gemeenschap. En dan gaat het niet aan dit eerlij kheidsbe- ginsel op utiliteitsgronden te bestrijden. Naar dit systeem moet de vraag slechts geldenhoe men eventueele nadeelen, aan de doorvoering van dit beginsel verbonden, kan bestrijden en overwinnen. Of er nadeelen aan verbonden zijn? Dr. Poelman beweert dat communaal bezit hinderlijk zal werken op de productiviteit van den bodem. Wij kunnen dit gevoelen geenszins deelen, en wanneer we letten op den actueelen toestand, zouden we onderstellen dat de groote grond eigenaren met hun pachtstelsel ons gelijk geven. Maar zal men zeggen: dr. P. wenscht aller minst den actueelen toestand tot uitgangspunt en bazis aan te nemen. Het is waar; maar de theorie door P. opge bouwd is toch geheel gebouwd op de huidige j cl I b ■)- i>'l l >"k ''I1' I nd. IJ - B neu gg 1:11 H ijne irk- B I 7QK71A U1UÜ1U --- ca- --- i Niemand minder dan dr. A. L. Poelman kU]inen toe- of afdoen, dan ligt hei: toch voor instellingen worden bestreden met de onder het herinnert aan deze spreuk, wanneer 1 voorstander betoont van privaat grondbezit en het communaal bezit bestrijdt, o. a. op grond hiervan dat de productiviteit van den bodem bij communaal bezit niet zal worden bevorderd. bevordert dit. Ieder moet belang hebben voor zich, voor zijn huisgezin, niet voor nu, maar voor altijd, bij den bodem dien hij bebouwt. De productie eischt privaat bezit. Ónmogelijk zou, wanneer alle grond aan den staat behoor de, de staat den ganschen bodem kunnen behee- ren, en evenmin zou een provincie of zelfs een gemeente dit kunnen doen. Integendeel, wat men juist keeren wilde, zou men dan krijgen een pachtstelsel over den ganschen bodem en dat zou ontegenzeglijk den natuurlijken rijk dom niet bevorderen. Wil men een dam werpen tegen ’t streven van kapitalisten groot grondbezit dan is ’t eenige invoering van maximaal grondbezit/ Het doel, door ons voorgestaan, is ook van dr. P.ook hij wenscht een dam werpen tegen het streven van kapitalisten groot grondbezit te verwerven. Maar hier doet zich een vraag bij ons voor en wel dezewat kan wel de beweeggrond ge weest zijn bij den heer P. die hem er toe bracht aldus op te treden tegen de groot-grondeigena- ren? Is deze quaestie niet vastgeknoopt aan die van de kapitaal-rente Wij twijfelen niet in ’t minst aan P.’s stel ling dat er meer vereffening moet komen in de maatschappij, maar begrijpen juist daarom niet hoe P. er toe besluiten kon om het middel, door ons daartoe aangegeven, af te keuren. Wij meenen ten stelligste dat er in de maat schappij aan geen vereffening valt te denken zonder trapsgewijze vermindering van pitaal-rente tot het nulpunt. Wij beschouwen het kapitaal niet als een kip, die gouden eieren legtveeleer zien we er in een kip, die windeieren legt en daardoor hoe lang zoo vetter wordt zoodat het eieren leggen ten slotte geheel ophoudt. Nog eenswe zien in de rente van het steeds toenemend kapitaal de groote kanker waaraan onze maatschappij lijdende is; niet tegen het echt kapitaal gaat onzen strijd, maar tegen de onjuiste, de verkeerde toewijzing van het ar- t beidsproduct. En daarin is geen verandering te brengen, naar onze innige overtuiging, zoolang niet de grond aan allen is. Juist het privaat eigendomsrecht op den grond is de hef boom, waarmee het kapitaal zoo krach tig staat tegenover de gemeenschap, en aan deze de rente voor het kapitaalgebruik afvordert. Zeker; wat iemand eerlijk heeft verkregen moet zijn eigendom zijn. Dat recht mag nooit worden aangetast. De vraag is maar wat eer- I ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, ge'Wone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7*/, Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. - de vraag of in de door ons gewenschte nieuwe gaat, bij het sneller en gemakkelijker verkeer, toestanden geen regeling denkbaar is, waardoor de grossier zelf den klant aanbieding doen en al het nadeel van de hedendaagsche paehtcon- de ™n ,frknco ^ezenden en houdt nog een j l aardige winst over. tracten kon worden voorkomen. Een tweeden concurrent vindt de kleine mid- Het is wel meer voorgekomen dat nieuwe denstand in wat we kortweg als „Eigen Hulp“ zullen aanduiden, waarbij rabat, winkel-étalage enz. wordt uitgespaard en de kooper minstens 10 pCt. goedkooper bediend wordt. De derde vijand is, het kapitaal. Stoom- broodbakkerijen, stoommolens, stoomwaschfa- brieken, groote vleeschhouwerijen enz. doen den kleinen middenstand een concurrentie aan, waar geen op worstelen tegen is. Het schijnt of er niets dan arbeid omlaag en kapitaal omhoog zal overblijven en al wat daar tusschen ligt zal worden doodgedrukt. En juist in wat daar tus schen ligt schuilt de zedelijke veerkracht des volks; het ontbreken van dien middenstand maakt de zwakheid uit van landen als Rusland, Hongarije en Java. Volstrekt onafwendbaar zou het gevaar wor den, iudien de kleine middenstand het oor leen de aan het zoet gefluit van den socialist. Im mers, krijgt dezen zijn zin, dan verdwijnt de kleine middenstand onherroepelijk van het too- neel en wordt ingelijfd iu de achterhoede van den werkmansstand. Wat te doen? Kunstmiddelen en klachten baten niet. Onze middenstand beginne met do hand in eigen boezem te steken. Toen alles nog wel liep is er misbruik van positie gemaakt. Men is niet op de hoogte van het vak gebleven en heeft de koopers niet zóó bediend of een ander kon ze beter bedienen. Met name geldt dat van de klein-industrie: bakkers, schoenma kers, kleermakers, mattenmakers, borstelmakers, koperslagers, enz. Men sloot het oog voor ver beteringen en wilde te groote wiust behalen, terwijl daartegenover wat van den grossier kwam er smakelijker uitzag, van betere qualiteit en netter verpakt was. Schuldbelijdenis en daaruit geboren veerkracht, is alzoo het punt van uitgang voor verbetering. Doch hiermee is men er niet. Broodnoodig is, dat de kleine middenstand zich organiseere. „Een machtige vereeniging voor de opbeuring van den kleinhandel en de kleinindustrie, door heel het land uitgebreid en allerwegen haar vertakkingen hebbende, zou het zedelijk bosef verhoogen, moed inspreken en de energie prik kelen/ Zoo zou ook het crediet te herstellen zijn en geld beschikbaar komen. Op die wijs ook zou, bij onderlinge afspraak, het contant betalen als regel kunnen gesteld, en voorts an dere verbeteringen, opleiding in het vak enz., aangebracht kunnen worden. Zonder organisatie brengt de een den ander om hals. Men concurreert tot men elkaar dood rijdt. Er wordt geknoeid en geknutseld. En zooals het dan altoos gaat, moeten de goeden met de kwaden lijden/-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1