MEÏWS- n INKfllIHUI Mt Dl
r
i
«mm H HEI IBMEiï SMEEK.
f
No. 59.
PROGRESSIE of PROTECTIE?
1 k
urn-
stigd,
as.
1
i>®e-
Brandgevaar door Hooibroeien.
1892»
or
Z AT E K I A 4
wanneer
,50.
i.
voor
te
Leur
den zout-accijns
ver
bet gedistilleerd
1.
2.
3.
4.
5.
nou
jwar
ijne
»rk-
SN.
3,50
0.
,.Zg
ior,
oet
sidi
40
4
a
10.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
ers,
•ag.
1R-
K-
d;
deze berekening
verrassend maar
i
u
d:
ia
ën
k
jebb- jffi
ri de E
‘!l A
mr-W
fteir^W
iedel«
vin!»*
laarft^
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
8
it
in
1;
r
ver-
och I
va» I
op I
hem I
Schil-1
hen» I
i hij
juk :iV
:t, uilig
Wulf
etsei
iet
iir-
en fl
m- I
r.l-
ert I
nd I I
er-
iet I
en, I
mk I
up- JI
nd.W
ecg
bijl
00,
a
en elk
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek,
op Zaterdag den 23 Juli 1892,
’s namiddags ten 7 uur.
Resumtie der Notulen.
Mededeeliug van ingekomen stukken enz.
Eervol ontslag Conrector Gymnasium.
Benoeming van een Conrector Gymnasium.
Idem van twee Commissarissen der Mu
ziek- en Zangschool.
Adres van D. J. de Boer e. a.
Alsvoren Harddraverij-vereeniging.
Als voren Zeilvereeniging.
Aanbieding gemeente-rekening, dienst ’91.
Afstand van terrein op de Aschbelt.
Vaststelling le Suppletoir Kohier Hoof-
delijken Omslag, dienst 1892.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER van Sneek herinnert
belanghebbenden aan art. 114 der Algemeene
Politie-Verordening dezer gemeente, waarbij ia
bepaald, dat wanneer hooi begint te broeien, de
eigenaar daarvan terstond kennis moet geven
aan de Politie en de door deze te bevelen
maatregelen van veiligheid overwijld moet op
volgen, en dat overtreding dezer bepaling wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes da-
gen of geldboete van ten hoogste vijf en twin
tig gulden.
Voorts wordt in herinnering gebracht art. 158
Zoodat het nationaal vermogen voor deel
in handen is van 714.000 en voor deel in
handen van 94.000 personenterwijl verder
een schare van 100.000 personen niets bezitten.
Voorwaar een toestand die bedenkelijk is,
wanneer zoo talloos velen, uit een stoffelijk
oogpunt beschouwd, geen belang kunnen heb
ben bij het blijven voortbestaan van den maat-
schappelijken toestand onzer dagen.
Bedenkelijk in de hoogste mate,
714.000 personen met elkaar slechts zooveel
bezitten als 2140 schatrijken en elk op zich
zelf bijna niets.
Met dit tafereel voor oogen moetende woor
den van Poelman aangenamer aandoen dan die
van baron van der Borch, die jammert over
den druk welke de nieuwe ontwerpen zullen
brengen op de schouders der grondeigenaren
of van baron van Dedem, die de luxe-paarden
aan de belasting wilde onttrekken.
Met zulke gegevens is het vraagstuk voor
ieder oplosbaar, de vraag namelijk: hoe het
komt dat het pessimisme zoo voortwoekert in
onze dagen.
Maar onverklaarbaar moeten dan de woorden
van Mr. van Houten klinken, wanneer deze
zegt, dat onder het algemeen kiesrecht de mo
gelijkheid zou bestaan dat de armen alleen de
belastingen betalen moeten; vijftien stemmen
durfden zich verklaren voor het amendement-
Poelman, waarin het maximum van f2 op
f3.75 per duizend werd gebracht, vijftien stem
men ja en dat onder het bestaande kies
recht. Te hopen is het dat de heeren nog
eens bij tijds de oogen open gaan.
De meeste der dwalingen zegt Otto Ef-
fertz op economisch gebied, spruiten niet
voort uit gebrek aan verstand, maar uit een
verkeerde richting van den geest. Er is mis
schien, zegt hij, geen tak van het menschelijk
wezen, die zóó weinig eischt van het mensche
lijk verstand als staathuishoudkunde. Maar er
is ook geen wetenschap, die zooveel objectivi
teit eischt, geen wetenschap waarbij men zoo
zeer zijn eigen belang moet kunnen verlooche
nen. Dat onze staathuishoudkundigen zooveel
flaters maken, ligt niet daarin dat zij geen
scherpe denkers zijn, maar doordat zij vaak
onbewust hun wetenschap gaan fatsoeneeren in
het belang eener bevoorrechte klasse, waartoe
zij behooren.
Zoo iets mag wel eens geult worden in da
gen als de onze, waarin Kamerleden durven
zeggen dat de meer gegoeden moeten ontzien
t ze anders
Het aantal gezinnen bedraagt in Nederland geen werk kunnen geven. Maar met allen
'911.000, zoodat het gemiddeld bezit per gezin nadruk zij dit gezegd, wanneer een ander Ka-
In de Amsterdammer, Dagbl. van Nederl.,
komt een beschouwing voor over het vermogen
■onzer natie, dat om meer dan één reden de
aandacht verdient.
Vooreerst dan zegt het blad werd in 1885
aan belasting voor Rijk, Provincie en Gemeen
te in ’t geheel betaald de som van 116 milli
oen gulden. De toenmalige minister schatte
het nationaal vermogen op 9 milliard, wat dus
naar den koers van 5 °/0 berekend een jaar-
lijksch inkomen gaf van 450 millioen, zoodat
naar die schatting 26 °/0 van het totaal inko
men der natie aan belasting betaald werd.
De minister Pierson schat het vermogen na
aftrek der schulden, voor zoover het in handen
is van bijzondere personen op 8.800 milliard;
het gezamenlijk belastingbedrag is vastgesteld
op 135 millioen. Wanneer dus Pierson’s schat
ting van het vermogen juist is, dan zal de natie
ongeveer 30 pet. van haar inkomen aan belas
ting moeten betalen.
De schrijver concludeert hieruit, en zeker
niet ten onrechte, dat de schatting van den
minister stellig te laag is. Niemand, en aller
minst de minister, zal zich over de uitkomst
van dit gecijfer teleurgesteld gevoelen, ja, wan
neer werkelijk de schaal der vermogensbelas
ting wordt aangenomen zooals de Minister deze
voorstelt, zoo zal het belastingbedrag het cijfer
van 135 millioen niet onwaarschijnlijk over
schrijden en wel met een vrij aanzienlijk be
drag. Voor den minister zou hierin aanleiding
gevonden kunnen worden om
totaal af te schaffen en de voorgestelde
hooging van den accijns op
weer in te trekken.
Een andere uitkomst van
is voor velen wellicht even
br niet minder verpletterend tegelijk.
Op grond van de cijfers door den minister
vastgesteld komt schr. tot de volgende open
baring
In ’t geheel bedraagt het aantal bezitters
808.830; hiervan bezitten 714.000 te zamen
«4. )i*f 1.575.600.000, dat is gemiddeld voor elk hun
ner f 2.200; verder bezitten 78266 hunner sa
men f 2.860.772.000, gemiddeld dus voor elk
een bedrag van f36.500; verder nog bezitten
13995 te zamen f2.835.000.000, of wel voor
ieder gemiddeld f200.000; dan volgen 2140
bezitters met een totaal vermogen van
f 1.528.327.000 of gemiddeld voor elk f700.000. worden in de belastingen, omdat
Het aantal gezinnen bedraagt in Nederland geen
der bezittenden beschikt over 32 l/a
I merlid durft beweren dat de groote landheeren
i van God verordineerd zijn om op het land
gaan wonen, teneinde aan het landvolk werk
te verschaffen, en dat dus de minister onver
standig handelt met die landheeren te veel be
lasting op te leggen.
Het is moeilijk in Gods ordinantiën diep door
mogelijk de confiscatie der groote vermogens
tegengaan (bravo, bravo.)
Is dat nu zoo’n stoute gedachteHet is toch
niet voor de eerste maal dat Zaayer blijk geeft
conservatief te zijn? En zoo iemand zou zich
niet laten intimideeren Och kom, wanneer de
minister liet maar doet, zóo, dat het kapitaal
van de Heeren- en Keizersgracht gespaard wordt,
dan wordt Zaayer’s hart getroffen en niet zijn
hart alleen in de Kamer. Er wordt „bravo*
geroepen, ook wanneer de minister waarschuwt
voor te hooge progressiemen krijgt
onware opgaven en schrikt rijke menschen af
om zich hier te vestigen. Dat is intimidatie
„zonder nevenbedoelingen* zou men te Leeu
warden zeggen, en Zaayer c. s. verklaren zich
gewonnen. Wanneer we nu Zaayer’s naam te
vergeefs zoeken onder degenen die voor een
der drie amendementen stemden, waarbij de
progressieschaal wat hooger werd aangeslagen;
wanneer we dus het pover resultaat van zoo
veel kranigheid aanschouwen, dan begrijpen we
eerst recht goed hoe moeilijk het is om ieder
een, tot zelfs zijn moeder, tevreden te stellen;
maar dan vatten we niet waarom Zaayer de
Kamer, nu haar einde zoo langzamerhand na
dert, nog zoo in zenuwachtige stemming durft
brengen met zijn manhaftig conservatisme. Ja,
heer Zaayer, het is moeilijk om manhaftig (o
blijven wanneer de liefde voor land en volk
en die voor de groote kapitalen met elkaar aan
’t stoeien zijn. Zoo iets leidt er zoo licht toe
dat onze houding weifelend wordt. Aan Zaayer
komt daarom de eer toe ons bewezen te heb
ben, dat ook op dezen regel eeu uitzondering is
toegelaten.
bedraagt f9.600.
Hieruit bhjkt dus dat:
88% °/0 der bezittenden beschikt over 18
van het nationaal vermogen.
n s o
van het nationaal vermogen.
1 °/0 der bezittenden beschikt over 32 °/u
van het nationaal vermogen. dringen; het beste zal daarom zijn wanneer in ’t belang van land en volk, zooals hij dat
°/0 der bezittenden beschikt over 17 °/0 we het Groote Boek openslaan, waaruit ook opvat; hij komt op tegen het te voorschijn roe-
van het nationaal vermogen. i Baron van der Borch zijn wetenschap omtrent pen van schrikbeelden (bravo’s) en zal zoolang
Gods raadsbesluiten wel zal putten.
In dat Boek vinden we Jesaja 65 vs. 21,22:
„En zij zullen huizen bouwen en bewonen, en
zij zullen wijngaarden planten en derzelver
vrucht eten. Zij zullen niet bouwen, dat het
een ander bewonezij zullen niet planten dat
het een ander ete, want de dagen mijns volks
zullen zijn als de dagen eens booms en mijn
volk zal het werk zijner handen genieten.
Of wel Psalmen 25 vs. 16:
De Hemel is des Heeren, maar de aarde
heeft Hij gegeven aan den kinderen der men
schen.
Dergelijke uitspraken laten dunkt ons niet
aan duidelijkheid over en lijnrecht hiermee in
strijd is de huidige toestand, die nog wel met
de hand op Gods Woord wordt verdedigdeen
toestand waarin één man op honderden hect
aren grond zit en als een godsgezant zich durft
aanstellen, omdat hij niet alles wat die groote
uitgestrektheid grond oplevert, alleen opeet,
maar het landvolk gelegenheid geeft ook wat
te verdienen. Wij hebben voor dezen goeden
baron en zijn medebaronnen slechts één wensch
Dat God de Heere hun hart moge blijven be
sturen, opdat ze niet op de paden der zelfzucht
verdoold mogen raken en tevens dat die Voor
zienigheid hun hoofden zoo moge ophelderen,
dat ze nog bijtijds een uitweg vinden in den
economischen mist, die hen omsluierd houdt;
en ten slotte moge datzelfde Boek, waarvoor
ze zulk een grooten eerbied zeggen te koeste
ren, ook in de agrarische quaestie door hen als
vraagbaak worden gebruikt! Dan zou de tijd
nog wel eens kunnen komen dat we hun onze
stem aanboden bij de verkiezingen. Welgeluk
zalig zegt Salomo is de mensch, die
wijsheid vindt en de mensch die verstandigheid
voortbrengt
Verstandig zouden we het vinden, en zeer
verstandig zelfs, wanneer deze Kamer, uit het
beperkte kiesrecht voortgekomen, op initiatief
van den heer van Houten, die zoo bevreesd is
voor de groote macht der plutocratie onder het
algemeen kiesrecht, de belastingontwerpen in
dier voege verhoogde, dat er nog wat overschoot
tot afdoening onzer schulden.
De kroniekschrijver van de Pr. Gr. Crt. wees
er onlangs op, hoe licht de leden van onze
Kamer in vervoering kunnen geraken. Her
haalde malen was zijn aandacht er op gevallen
dat er algemeene hilariteit werd gewekt door
op zich zelf weinig beteekenende zaken.
Wij willen wel erkennen dat ook op ons de
nalezing veeltijds ontnuchterend werkt, wanneer
de woordengelach, hilariteit, onze nieuwsgierig
heid soms gaande maakten.
Zoo ook zagen we deze week in een Kamer
verslag van de N. R. Ct. de woordenbravo’s
aan beide zijden.
Spreker de heer Zaayer
Spreker vreest de toekomstige kiezers niet
voor wier oordeel Poelman gewaarschuwd
had en zal stemmen naar eed en geweten,
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
AR-
sSE^SS
i
G
6
o
f
16
L
>4
U
6
o/
o
‘11
jn
3
7
ii net
t-
o-
Ig
PUNTEN VAN BEHANDELING:
8
03/ o
iul. i i uw