flUTE El HET llllimiSSHW SUES.
1 1
r I
1892
No. CO.
«I
w o k rs is i a. «-
I
PAARDENSLAGERIJ enz.
>0,1
IIOOGER LOO>.
II.
t-
-
Be-
I
ap-1
Sa
ji
O-
3g
‘t,
b Je,
r
heul
jok a J
>t,v
A
:ki:k oi ran
si
sms- ia immwiHLO ink de
jn
or
jr-
c
I.
niet
waarheid
voor-
Warm is de halde den minister Pierson
i
1
3
op
tea
■id,
en
Deze CO UK ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
t
t
e
k
r.
I.
e
t
k
t
r
hun door de wet ontnomen, zelfs hun recht op
leven moeten ze stellen in de handen van de
particuliere liefdadigheid
Om kort te gaan: wat onze hervormers
we zullen ze maar practisch-idealisten noemen
willen, komt eenvoudig hierop neer, dat ze de
werklieden, die nog werk hebben, in betere
conditie willen brengen, natuurlijk op de bazis
van het bestaande maatschappelijk samenstel.
De keerzijde van de medaille is, dat ze daar
mee
wanneer daarbij het denkbeeld van
rente" gehandhaafd blijft?
Wat mr. Wertheim uitsprak mag ongetwijfeld
ADVEHTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 */2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
set
L I
!1 1
oegl
bül
-
nen
^aar
ijne
,3rk-
I
it
u
De sociale quaestie vindt in hoofdzaak haar
oorsprong in de werkloosheid van een steeds
grooter wordend deel onzer maatschappij. In
vei'
;ochl|
va» I
op
hem I
c tl
|<-hii-1
WaiW"
etse, K
jehle 1
S lle
steal
t'die jfl
mi
eteiijvl
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen, ter voldoening aan art.
8 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95)
ter openbare kennis, dat zij aan HIDDE RIEN-
STRA, van beroep koopman, wonende te Leeu-
warden en zijne rechtverkrijgenden, vergunning
hebben verleend tot het oprichten van eeno
paardenslagerij, rookery van vleesch en vetsmel-
terij, in een te stichten gebouw op het terrein
der Aschbelt alhier, kadastraal bekend gemeente
Sneek, Sectie C, No. 1484.
Sneek den 26 Juli 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
iet I
ir- I
en 1
>n- I
il-
ert I
nd I
er- I
iet. I
en, I
,ok l
voor Warm is de hulde den minister Pierson
1 door de liberale pers toegebracht voor de ver-
I dediging zijner belastingontwerpen.
Het Vad., ’t welk op krachtige wijze den
minister heeft gesteund, wijst er op dat de heer
Pierson er in geslaagd is binnen een jaar tijd»
te dóen wat geen zijner voorgangers heeft kun
nen tot stand brengen. Hij heeft de ernstigste
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
brengt ter openbare kennis, dat het Primitief
Kohier no. 2 voor de Personeele belasting,
dezer gemeente, dienstjaar 1892/93, door den
Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen
te Leeuwarden gearresteerd den 23 Juli 1892,
aan den Ontvanger der Rijksbelastingen te
Sneek ter invordering is ter hand gesteld en dat
een ieder verplicht is zijnen aanslag, op den
bij de wet bepaalden voet, te voldoen.
Sneek den 25 Juli 1892.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
waarvan Jezus
en verstandigen
Hooger loon moet er komen, daarvan wordt
sociale quaestie, de quaestie der werk- men meer en meer overtuigd. Zal dit niet lei- fouten van ons belastingstelsel, waarvan de taal
loosheid, totaal onaangeroerd laten.
Erbarmelijk geknutselIs het niet om me-
Maar en de jongste nuts- delijden te krijgen met al de wetenschap die
hiervoor wordt besteed
Ja waarlijk! bij het zien van zooveel inspan-
nenden arbeid van zeer geleerde en hoogedel
gestrenge menschen moet men wel tot de over
tuiging komen, dat we nog bitter weinig profi-
teeren van onze wetenschapwe willen zeg
gen, dat onze wetenschap nog bijster gering is,
wanneer haar raad ons op maatschappeljk ge
bied zoo heerlijk te pas zou kunnen komen en
we besluiten daaruit
óf, dat de gestadige toeneming der weten
schap nadert tot de grensniets weten
óf, dat de maatschappelijke quaestie een zaak
is als de goddelijke waarheid,
verklaarde, dat ze den wijzen
verborgen maar den kinderkens geopenbaard
was
óf ja, zou er nog een derde onderstelling
te maken zijn
Men heeft wel eens gezegd, dat in onze maat
schappij zelfs professors zijn, die in weerwil van
al de feiten, die hun theorie weerspreken, toch
die theorie blijven doeeeren; de theorie met
name van Adam Smith, die leert dat het in de
wereld nooit beter kan gaan, dan wanneer ieder
er maar zooveel mogelijk van ziet te krijgen
op eerlijke wijze natuurlijk;
Men zegt dat er professors zijn, die in weer
wil van al het leugenachtige dat schier iederen
dag door de maatschappij in die theorie aan
schouwelijk wordt voorgesteld, toch blijven zwe
ren bij die theorie.
Men zegt maar men zegt zooveel en we
willen dus niet instaan voor de
dat er onder die Smithiaansche theoretici ge
leerden worden aangetroffen, die groote
standers zijn van coöperatie en ijverig propa
ganda maken voor hun coöperatieve vereeniging,
alsof ze wilden zeggen
Dit is theorie, dat praktijk; die twee maken
één geheel, doordat ze elkaar aanvullen gelijk
in ae christelijke weaeld wel eens gezegd wordt
dat iemands leven beter is dan zijn leer of
gelijk de keukenmeid haar theorie, dat men
een eendvogel niet in zijn geheel op tafel bren
gen moest, zeer eerlijk met de praktijk wist
aan te vullen door eerst de dijtjes van den vo
gel af te nemen.
Zooals we zeiden, we stellen ons niet aan
sprakelijk voor dergelijke babbelkouserij, omdat
we nog te hoogen dunk van onze professors
hebben om ze voor zoo inconsequent te kunnen
verslijten.
Maar dit staat vast dat ze, voor zoover ze
meedoen aan het tegenwoordige rumoer van
lotsverbetering van den werkman, al bijzonder
onhandig te werk gaan en ons het beeld
den geest roepen van den krullejongen, die, ter
wijl hij hamerde op den eenen spijker, de an
deren, die reeds in het hout zaten, weer omhoog
zag springen, eenvoudig wijl de plank waar de
den achteruitgang van den middenstand spijker in moest gedreven worden niet vast lag.
wat verhaasten en last not least de ge-
heele i
den tot achteruitgang van den middenstand door
hoogere prijzen van de arbeidsproducten of door
winstvermindering van den werkgever, dan zal
er niets anders aan te doen zijn dan den kapi
talist aan te spreken; men zal dan beter doen
maar dadelijk den middenstand te passeeren en
de meerdere kosten van het arbeidsproduct ta
bestrijden door verlaging der rente. Anderen
uitweg is er niet, tenzij men zooals thans
het plan schijnt te zijn den stand, die een
bedrijf uitoefent, behalve de reeds beloofde be
drijfsbelasting nog de verrassing wil bezorgen,
om den loonstandaard te verhoogen, waardoor
deze de dupe wordt van de historie. Of wel
de werkman, die zijn ontslag krijgt omdat da
loonen voor den baas te hoog wordenwat dus
weer zou zijn: verergering van de kwaal der
werkloosheid, waarvan men de maatschappij
zou willen genezen.
Hoe men het dus ook keere of wende, wan
neer men hooger loon aan den werkman wenscht
te verzekeren, dan zal daarmee gepaard moeten,
gaanverlaging der rente.
Alzoo uit de beurs van den kapitalist moet
overstorting geschieden in die van den werkman*;
de middenstand behoort bij deze handeling zich
tevreden te stellen met de rol van de behulp
zame hand.
UIT DE PERS.
q V VV 1111. VTCIVUÜllU UlVöpian. mag
onlangs m de verschillende bladen de ronde ah het heer3chend denk.
j beeld van deze „inconsequente socialisten" die
het lot van den werkman willen verbeteren,
door hooger loon, minder werktijd, verbod van
kinderarbeid en tutti quanti; maar wij vragen:
op wiens rekening geschiedt al dat verbeteren
wanneer ten minste de rente-theorie daarbij
haar volle kracht blijft behouden, of zooals
de nutsredenaar het uitdrukte althans met
mate van kracht moet blijven.
O, die brave hervormers! Zij waarschuwen
op allerlei wijze voor de leer van de sociaal-
democratie, omdat ze en terecht de mensch-
heid nog niet ontwikkeld genoeg achten voor
het communisme
en in weerwil van hun waarschuwing helpen
zij door hun stelsel van „laat-maar-waaien"
krachtig voor de propaganda van die, in hun
oogen, zoo verfoeilijke leer.
Neen, zij doen wel iets, veel misschien, maar
het is een kalefateren, waarvoor men eigenlijk
slechts meelijden kan gevoelen; ze kalefateren
en wel dat gedeelte dat nog te gebruiken is,
dat wil zeggen: waar nog lading voor te vin
den is; maar de scheepjes die zonder lading
aan den wal liggen en die met den dag toe
nemen in aantal die scheepjes laten ze ver-
weeren, evenals de schipper geen onkosten meer
wenscht te besteden aan schuiten die overbodig
zijn.
Maar die overtollige arbeidsmiddelen zijn
menscben Menschen van gelijke beweging als
gij en ik, lezer
Menschen met gevoel, hart, verstand
En wanneer die menschen van honger drei
gen om te komen wanneer ze niet meer slapen
kunnen van kou, omdat het dek ontbreekt om
hun natuurlijke warmte te bewaren, die toch
reeds beneden het minimum-vereischte gedaald
1 is bij gebrek aan brandstof aan den haard of
in de maag, dan klagen ze hun nood en dan
worden die menschen bedeeld met soep of rog
gebrood en daarmee is dan de zaak afgeloopen.
En zoo gaan die bedeelden, als echte paria’s
huiswaarts hun recht om mee te spreken wordt
Men kan voorzorgsmaatregelen treffen om
den arbeid van vrouwen en kinderen tegen te
gaanzeer goed.
rede van den heer Wertheim, heeft het reeds
d uidelijk gemaakt hoe kan dan de industri
eel de concurrentie blijven trotseeren, vooral
- - vvanneer daarbij het denkbeeld van „matige
hoever deze kwaal verergert, kunnen we eemgs-
a zins afleiden uit een bericht uit Friesland dat
1 r* a r* .Ia TTAMa aVw i 1 I drx Vil O rl O Tl /I O Y'/'lTlilo
heeft gedaan, het bericht namelijk, dat thans,
midden in den zomertijd, honderden handen
zonder werk zijn.
Van uit de verte vernemen we het gedruiseh
van deze aangroeiende drommen proletariërs,
die met geenszins vriendschappelijke bedoelin
gen komen aanmarcheeren en die onze maat
schappij, wellicht voor dat velen er op bedacht
zijn, den oorlog zullen aandoen. Tegenover dit
dreigend gevaar staan velen werkeloos en zij
die het gevaar zoeken af te weren met preven
tieve maatregelen, zij gevoelen het maar al te
goed, dat ze niet bij machte zullen zijn, zonder
krachtige maatregelen den storm met eenigen
kans op succès te keeren. Wij spreken nu
van hen, die met uitschudding van alle
menschelijk gevoel, eenvoudig geweld met ge
weld willen keeren en met huichelachtig mis
baar aandringen op algemeenen of persoonlij
ken dienstplicht omdat ze het rechtsgevoel der
natie bevredigd willen zien.
Voor dergelijke redeneeringen en plannen
kunnen we niet anders dan de diepste min-
achting koesteren, omdat de voorstellers een
voudig spotten met alle menschenrechtenhet
zijn zij, die niets dan een hooghartigen glim
lach over hebben voor den „boeventroep", die
de Koningin durven naderen met een pot ge
kookt maïsmeel, om Hare Majesteit op aan
schouwelijke wijze voor te stellen dat zulk
menschenvoedsel staat beneden datgeen wat de
boer zijn varkens voorzet; het zijn zij die ook
thans nog niet gevoelen de waarheid die Mul-
tatuli eens zoo welsprekend vertolkte in zijn:
„Het volk is diep gezonken;"
en die, niet ongelijk aan de madame van het
Fransche hof uit de vorige eeuw, denken
après nous le déluge.
Neen, wij denken aan die mannen uit de
gezeten klasse, die begrijpen dat er iets moet
gedaan worden om zoo mogelijk het monster
met zijn platte pooten tegen te houden.
En aan hen denken we, die mannen van
goeden wille, die hart hebben voor de „klee-
nen"; die beseffen dat alle menschen broeders
zijn en die bij elk genot de bittere bijsmaak
ervaren, omdat ze daarbij denken aan die „klee-
nen" die een dierlijk bestaan leiden, veel so
berder dan veel huisdieren.
Hun plannen zijn dan niet af te keuren als
tijdelijke maatregelen, maar aan de eigenlijke
sociale quaestie raken deze plannen niet. Of
is het niet volkomen waar wat meester Con
stanten eens in den Spectator geschreven heeft
„Wat baat een arbeidswet? Zij kan den
armen lieden het werken wel, maar het
hongeren niet verbieden."