tlltlUi £J HET .IIIIIIAIIISSDIffl SUES.
SIKHS- IS ADÏiRTïNTJg BUD ÏIIIII1 lit
k
A
F
f -- --- ---
J
1
H
No. 72.
Z E V E N-E N-V EERTIQSTE J A A R GF AN <4.
1802,
GEMEENTERAADSVERKIEZING.
0’
I
jien I
^aar I
fijne
£rk- J
7
7 SEPTmiBER.
VV OE A D A
1.
I
rT
tar
)or
rk
twee
Zatcr-
ew-
>en
>en
Deze CO UBAN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post t 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
u
n
3
id
ït
r
aor,
roet
ieidi
em.
ü-
!n'
n-
F.
or
f,
r-
n
ik d
ADVERTENT1ÉN
voor eiken regel meer
belangrijk lager,
den uitgever.
3 I
sche afdeeling van deze tentoonstelling is onge-
bond.
Deze collectieve inzending geeft een voldoen
de beeld van de hoogte, waarop het uitgevers
vak in Nederland thans staat.
ver*n
toch
van
op
hem
t te
n hii
jok aT
:t, alsj^
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis,
Lelde j
de I
stem I
^l'ild1' J
mi O
etcül®
ied-
vi'ijF
da;
de volgende
KENNISGEVING.
De COMMISSARIS der KONINGIN in de
provincie Friesland,
»>8e- I
net I
on 1
U“ Ij
io r
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
7% Cents. Bij abonnement is de prijs
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op art. 8 der gemeentewet,
maken bekend:
dat op Maandag 17 October e. k. eene VER
KIEZING zal worden gehouden voor twee
Raadsleden, ter voorziening in de vacatures
ontstaan door het overlijden van den heer T. 8.
Feenstra en het ontslag nemen door den heer
L. Steensma.
Sneek, den 3 September 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
d
e
sterdamsche firma’sJ. H. de Bussy, H. Ger-
LINGS, VAN ÜOLKEMA EN WARENDORF, HÖVE-
ker en Zoon, L. J. Veen, W. Versluys en
J. A. Wormser. Verder de volgende uitge
versfirma’s Gebr. Belinfante en Joh. Ykema
te ’s GravenhageErven F. Bohn en H. D.
Tjeenk Willink te HaarlemE. J. Brill te
Leiden; G. B. van Goor Zonen te Gouda;
D. Mus te TielP. B. Nieuwenhuis te Breda;
Nijgh en van Ditmar te RotterdamP. Noord-
hoff te GroningenH. A. M. Roelants te
Schiedam; H. C. A. Thieme te Nijmegen;
W. J. Thieme en Co. te ZutfenH. D. Tjeenk
Willink te Haarlem en W. E. J. Tjeek Wil
link te Zwolle.
Het zou ons te ver voeren van iedere uitga
ve, die hier in een of meer exemplaren verte
genwoordigd is, afzonderlijk melding te maken.
Trouwens, de meeste inzendingen waarvan
vele op verschillend gebied spreken voor
zich zelve en houden den naam hoog hunner
firma, of bestendigen den roem, welken zij reeds
van oudsher bezat.
Een woord van warme hulde dus voor den
Nederlandsehen Uitgeversbond, waarbij wij
gaarne de hoop voegen, dat hij nog lang moge
bloeien in dienst der Nederlandsche letteren,
wetenschap en kunst.
Behalve deze collectieve inzending werden
nog andere bijdragen gezonden door de volgen
de firma’sC. M. van Gogh te Amsterdam,
eene fraaie collectie plaat- en standaardwerken;
Joh. K. Koning te Amsterdam, verschillende
werken en verzamelingen op Philatelisch ge
bied Jan Leendertz en Zoon te Amsterdam,
uitgaven op het gebied van fraaie letteren en
kunst, benevens kinderboeken Joh. G. Stem-
ler te Amsterdam, verschillende werken op het
gebied van bouw- en werktuigkunde, ingenieurs
wetenschappen enz.A. W. Sythoff te Leiden,
pracht- en belletristische werken, benevens
Oostersche letterkunde.
Wat betreft uitgaven op Orientalisch letter
kundig gebied, de firma E. J. Brill te Leiden,
die zich daarmede eene groote vermaardheid
heeft verworven, zond eenige van hare uitga
ven bij de collectieve inzending van den uitge
versbond, die ten volle de aandacht verdiende.
De Boekbinderij en boekhandel van C. L. van
Langenhuyzen *te Amsterdam, is niet minder
goed vertegenwoordigd, vooral door hare fraaie
collectie banden voor missaais en prachtalbums
en andere werken en hare merkwaardige repro-
ductiën van antiek bindwerk.
De uitgeversmaatschappij „Elsevier® verdient
een afzonderlijk woord van hulde voor de uit
gave van haar maandschrift, dat nu reeds het
einde van zijn tweeden jaargang nadert.
Zooals men weet, heeft deze firma de gouden
medaille geweigerd, welke haar door de jury
werd toegekend.
Waarom? Dat is ons niet recht duidelijk.
Op één na de hoogste onderscheiding te ont-
L vangen voor een periodiek werk, dat nog geen
I twee jaren bestaat, ook al doet het zeer veel
van zich verwachten, heeft toch al zeer weinig
van een vernedering, waarvoor genoemde maat-
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
[Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van de belanghebbenden
dat, ingevolge besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie, van den 1 September 1892,
no. 74, le afdeeling B, de jacht zal worden
geopend als volgt
le. op Zaterdag den 1 October e. k., met
zonsopgang, voor de jachtbedrijven, bedoeld bij
art. 15, sub c en d, der voormelde wet, als
het schieten van waterwild en het jagen met
geweer met of zonder staande honden en brak-
hadden zij spoedig de gelegenheid krachtdadig ken, onder bepaling evenwel, dat de uitoefe-
op te treden. Van tien verschillende kanten 1 ning daarvan slechts op drie dagen der week
ontvingen zij klachten, dat Noman te Zalt- zal zijn geoorloofd, namelijk Maanddgs, Dins-
Bommel verscheidene werken, waaronder niet dags en Zaterdags, uitgezonderd van Woensdag
minder dan 36 gezochte schoolboeken, had na- -1
DE TENTOONSTELLING VAN DEN BOEK- schappij het nochtans schijnt te houden.
HANDEL.
IV.
•'I1' F I
'i l
o eg ij
1'iiB
Vrijdag den 11 November, met zonsondergang,
gedurende welken tijd genoemde jachtbedrijven
dagelijks zullen mogen worden uitgeoefend
2e. op Zaterdag den 1 October e. k., met
zonsopgang, voor de jacht met windhonden
(lange jacht), bedoeld bij art. 15, sub b, der
voormelde wet, mits zonder schietgeweer en
met niet meer dan vijf honden, onder bepaling
evenwel, dat dit jachtbedrijf slechts op
dagen der week, namelijk Dinsdags en
dags, zal mogen worden uitgeoefend
3e. op Zaterdag den 1 October e. k., met
zonsopgang, voor het vangen van houtsnippen
met laat-, war- of valflouwen, bedoeld bij art. 15,
sub g, der voormelde wet
4e. op Donderdag den 20 October e. k., met
zonsopgang, voor het vangen van waterwild
met slagnetten, bedoeld bij art. 15, sub f, der
voormelde wet.
En zal deze op de gebruikelijke wijze wor
den afgekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, den 2 September 1892.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
Sneek, den 7 September 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester
BENNEWITZ, Secretaris.
Nldi 1
joo-
ing
L ftde,
I 'ken
gedrukt.
Vau deze boeken ontvingen zij na veel ge
ning van rjiswzer s ccn harrewar en geschrijf de resteerende exemplaren
ment is geweest in de Nederlandsche letterkun- j terug, terwijl den nadrukker eene geldboete van
1 - -- - 600 gulden, benevens 850 gulden kosten, wer
den opgelegd, waarmede deze zaak als geter-
udneerl werd beschouwd.
Het eerste rapport der vereeniging, waarin
nog van meer dergelijke zaken sprake is, da
teert van 1818, zoodat men het jaar 1817 veilig
als het oprichtingsjaar der vereeniging kan aan
nemen.
Doch ook al dadelijk begon de vereeniging
met werkzaamheden van meer vredelievenden
aard. Zij benoemde o. a. eene commissie om
het verkrijgen eener volledige wet op den boek
handel voor te bereiden zij gaf eene lijst uit
der ter vertaling aangeteekende boeken en ver
bonden zich slechts eenmaal per jaar hunne
uitgaven tegen verminderden prijs den handel
aan te bieden. Ook begon men in het volgen
de jaar met de samenstelling van een vervolg
op de bekende lijst van Arenberg, waaraan zij
den naam gaven van Handboek voor boek-
handelaars“, en dat bevatten zou een naamlijst
van alle boeken, die van 18101818 waren
uitgekomen.
Dit handboek kan men beschouwen als de
voorlooper van het Nieuwsblad voor den Boek
handel”, ’t tegenwoordig orgaan der vereeniging.
Dit is in ’t kort de geschiedenis der oprich
ting van de „Vereeniging tot bevordering van
de belangen des Boekhandels, die gedurende
haar 75-jarig bestaan aan den Nederlandsehen
boekhandel zulke gewichtige diensten heeft be
wezen.
UIT DE PERS.
Het verbod van den burgemeester van Den
Haag om bij gelegenheid van de groote meeting
voor algemeen stemrecht op 18 September een
optocht te houden, wordt ook in het Soc. Weekbl.
besproken. Door velen, zegt het blad, zal dit
besluit met leedwezen zijn vernomen.
De regeling van het kiesrecht is immers hot
voornaamste staatkundige vraagstuk, omdat het
dieper dan eenig ander ingrijpt in de maat
schappelijke toestanden en verhoudingen. Hoe
grooter de belangstelling in dit onderwerp in
de verschillende kringen blijkt te zijn, des te
beter zijn de kansen om tot een goede oplos
sing te geraken.
Van die belangstelling, ook bij de werklie
den, hebben de optochten getuigd, met name die
welke den 18en en 20steu September 1885 to
Amsterdam en in Den Haag zijn gehouden, en
zich zoowel door ernst als door orde hebben
gekenmerkt.
Evenals het toenmalige bestuur van Den
Haag hebben de overheid te Londen, de burge
meester van Brussel optochten ten gunste van
het algemeen stemrecht toegelaten, waaraan door
eenige duizendtallen meer werd deelgenomen,
dan den 18en in onze residentie zouden kunnen
worden verwacht.
In beide hoofdsteden had de overheid ver
trouwen gesteld in den ernst des volks, on te
recht had zij ondersteld, dat mogelijke verkeer
de uitingen door de leiders van den optocht zel-
ven zouden worden onderdrukt.
Waarom is nu, moet men wel vragen, in Den
Haag de optocht verboden? Zijn er gegronde
redenen om te vermoeden dat de orde thans
zal worden verstoord? Zoo ja, dan is de vraag
gewettigd, waarin deze redenen bestaan?
Zoolang op deze vragen van overheidswege
geen duidelijk antwoord wordt gegeven, zullen
duizenden medeburgers niet slechts zijn teleur
gesteld, zij zullen tevens in het verbod een be
wijs zien, dat de arbeidersbeweging door de
overheid met een ongunstig oog wordt beschouwd.
De klassenstrijd onzer dagen ontvangt op deze
wijze nieuw voedsel. Wie daartoe medewerkt,
belast zich, dunkt ons, met een zware verant
woordelijkheid.
We willen gaarne bekennen, dat de verschij
ning van Elsevier's Maandschrift een evene-
evenzeer waar is het dat, wanneer
men aan een zoodanig werk in zijn prille jeugd
reeds de hoogste onderscheiding toekent, men
j volgende gelegenheid verlegen staat
met welke belooning zijn verdiensten te huldigen.
L J ver"
daartoe is het zeer zeker op den
Mannen als H. J. Schimmel,
De belangrijkste bijdragen tot de Nederland-
„'(onge- 1
twijfeld die van den Nederlandsehen Uitgevers- i eene
Het maandschrift moet zijn sporen nog
dienen, en cA 1.
Pr°f- Jax ten Brink. en Joan Berg’ be-
nevens de verdienstelijke illustrators J. Hoynk
van Papendrecht en F. H. Kaemmerer, die
de redactie van genoemd maandschrift vormen,
doen met alle recht nog veel verwachten voor
de toekomst.
We hopen van harte, dat Elsevier's Maand
schrift later op een even schitterend bestaan
zal kunnen terugzien als de oude Gids en een
even scherp merkteeken drukken op de letteren
en kunst van onze dagen als de Gids dat deed
in de eerste helft dezer eeuw.
De „Vereeniging ter bevordering van de be
langen des boekhandels®, die thans 75 jaren
bestaat, meende op geen waardiger wijze dit
jubilé te kunnen vieren dan door het organi-
seeren dezer tentoonstelling voor den boekhan
del, waarop zij terecht met trots mag terug zien.
Het kan hier de plaats zijn eens in herinne
ring te brengen, op welke wijze deze vereeni
ging is tot stand gekomen. Tevens kunnen wij
de gelegenheid aangrijpen hulde te brengen aan
deze vereeniging voor hare onvermoeide pogin
gen om den Nederlandsehen boekhandel op te
voeren tot die hoogte, waarop zij zich thans
bevindt
De geschiedenis van haar ontstaan is in kor
te trekken als volgt
In 1801 zonden de heeren Holtrop en Cor
nel, beiden boekhandelaren te Amsterdam, eene
circulaire aan hunne collega’s, naar aanleiding
van eene verkooping van ongebonden boeken,
die zou gehouden worden, in welke circulaire
genoemde heeren hunne collega’s uitnoodigden
ter comparitie, teneinde „zoodanige middelen te
beramen als genoegzaam zullen geacht worden
ter bereiking van al zulke oogmerken, als men
zich voorloopig durve verbeelden, onderling nut
tig en voordeelig te zijn.®
En de aanhef dezer missive luidde als volgt
De boeknegotie in ons vaderland toch is
met te veel recht gehouden geworden voor eenen
gewichtigen tak van handel, dan dat men des-
zelfs verval en ondergang, die, naar ons inzien,
onvermijdelijk te wachten staan, niet op alle
mogelijke wijze zouden trachten te voorkomen."
Dit kan men beschouwen als de eerste po
ging tot oprichting eener vereeniging voor boek
handelaars, die echter geen resultaat had.
In 1815 werd eene nieuwe poging beproefd,
hoofdzakelijk om door gezamenlijk optreden den
hoe langer hoe meer voorkomenden nadruk van
Hollandsche boeken te weren. Dit tweede po
gen had tengevolge, dat den Hen Augustus 1815
vier-en-twintig boekhandelaren, met de heeren
D. du Mortier, A. Loosjes en J. van der
Heij aan het hoofd, eene „Acte van Verbinte
nis® onderteekenden, die men kan beschouwen
als het uitgangspunt der vereeniging.
Nadat zij van dit verbond hadden kennis ge
geven aan den Nederlandsehen boekhandel,
rtl
3F-
I s
■B
t
oot^
ft
i
in
f I
H'
.iFZ‘ï
Bi'hil-
heni
etsei
UVj 1
I
i
J l
den 19 October, met zonsopgang tot en met
i
iet
ar-
lon
in- I
.ld- I
ert
>nd I
er-
lietJ-
'•ii.
H>k h
1
ia
ën
j SHEERER COURANT.
in xiwiv.io.j.u o.».»!. goeden weg. Mannen als tl. J. Schimmel,