I.I'im II ffl BET fflffllSJffiï SNREL
Mil ll S B .IIITEFJBTIHI.IB TOOR BE
i
I
ie I
-
I
1892.
Z E VE N-E N-V EERTIGSTE JAARGANG.
NIET GROEN MEER.
KALVERMARKT
1
No. 86.
Br
■-
- Bs
2G OCTOBER.
nten
wet heeft deze de vrijheid om zich te wapenen
min of meer beklemd wer-
dat het
voet-manifestanten
huismanskiesrecht gelijke.
UIT DE PERS,
-4:
'ven,
erze.
A'hl
len 1
er-
u
>rf
>on-^
hts,
lar- I
rte,
ng;
aar
svm-*
ld-
htte
Ibij,
1 g«-
om de vrijheidsmaagd zoo lastig te
vallen, wanneer ze althans geen wanordelijkhe
den in den zin heeft.
zou geopenbaard hebben,
de voet-manifestanten niet in het ge-
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 */3 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
van
der zonen van Neerlandsch volk,
bij geluk of ongeluk zijn woon-
gekozen binnen de muren eener
moet zich dezen last getroosten,
ver-
ij de,
.t(ïl
idier.l
-\ meun
n b J
ivaï
V id
geen oogenblik mogen ophouden; en
hielden een
j dan in het uiterlijk
wanneer -
sluierd zonlicht waren uitgetrokken.
Nog meer verschil zou men kunnen opmer
ken in de al of niet kunstmatige opwinding
door geestrijke dranken teweeggebracht, ook in
de stemming als gevolg van de zaak waarvoor
de manifestatie dienen moestniet waar
Do rijtuigmanifestanten waren bezield met vreug-
degevoel, omdat ze nu niet groen meer waren
de jongelui verheugden zich met groote vreug
de over het feit dat ze nu zoover gerezen wa
ren op den ladder der gemeenschap, dat ze door
Minerva als haar recruten waren aangenomen,
niet „groen” dus meer, maar geel of paarsch
of bleek waren ze, hier moeten we een vraag-
teeken plaatsen, overmits we de jongelui niet
zelven gezien hebben in ieder geval ze wa
ren en ze gevoelden zich nu zooveel als men
schee, vrije zonen van Minerva, die zich nu niet
meer zouden laten d-nderen, we bedoelen
ontgroenen.
Dat is nu eenmaal de quintessens van ’t ont
groenen wat de geleerden er ook tegen aan
voeren een mensch moet maar „gedonderd”
worden, dan wordt hij eerst mensch en dan
eerst krijgt hij besef van de waarde der vrijheid.
Wij willen daarom gaarne erkennen dat de jon
gelui een pretje hebben mochten en hier tee-
kenen we dan ook protest aan tegen de oude
ren, welke zelf de vrijheid minnende en gemind
hebbende niet dulden dat een ander ook eens
een vivat! aan de vrijheid brengt. Dat wil
zeggenwe wijzen er die oudjes op, dat ze niet
vergeetachtig, maar ook dat ze niet jaloersch
moeten zijn, nadat ze zelf naar waarde van die
goede vrijheid hebben genoten. Wat meer
zegt: met die jaloerschheid wordt de uitgelaten
heid er niet minder op en zoo komen we weer
op de voet-manifestanten terug. Zij waren ook
bezield door het gevoel der vrijheid, ze waren
uitgelaten, misschien onnatuurlijk zelfs, maar
niet tengevolge van spiritus; bij hen werd de
uitgelatenheid grooter door de jaloersche blik
ken der politieagenten.
Het is waarlijk geen aanlokkelijk baantje po
litieagent te zijn en dat nog wel in onzen tijd
in een groote stad. Ze zijn toch verplicht om
hun gelaat in de plooi te kunnen trekken en
afgunstig te kunnen uitkijken, wanneer hun
meesters, zij die hen betalen, afgunstig neerzien
op zoo’n vrijheids-manifestatie en bij het boo
ten aanheffen der vrijheidsliederen. Ze maken
de zaak licht erger, tenzij het aantal hunner
afgunstige blikken, gevoegd bij dat der gestok
te handen, den vrijheidsgeest voor een wijl op
de vlucht weet te slaan.
De politie trok af lezen we.
Wie zal beweren dat ze ongelijk hadden, hun
klein getal in aanmerking genomen.
De vrijheidsbanier waait tegen den wind in
en in weerwil van onze hooggeroemde wapen-
BEKENDMA KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de tweede
dit jaar invalt op Maandag den 31 October e. k.
Sneek, don 18 October 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
.leiJ
local
aan. 1
Deze CO ERA NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken aan de ingezetenen be
kend, dat het door hen vastgesteld Supplctoir-
Kohier van Belasting op de binnen deze ge
meente gehouden wordende Honden, dienst 1892,
aan den Gemeente-Ontvanger ter invordering is
ingezonden en alzoo een ieder verplicht is zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Sneek, 24 October 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester
BENNEWITZ, Secretaris.
huismanskiesrecht zoo nabij mogelijk komt.
„Wat Tak nu biedt geeft daarvan iets, maar
niet genoeg, zoodat het althans onze roeping is,
den strijd aan te binden, om zijn ontwerp zoo
veel doenlijk in den door ons gewenschten zm
gewijzigd te krijgen.”
Om daartoe te komen staan, naar ’t blad voorts
betoogt, twee wegen open. Men kan zich met
de ontevredenen uit alle partijen verbinden om
te trachten een meerderheid tegen Tak’s ont
werp te krijgen, om zoodoende een nieuwen
grondslag tot huismanskiesrecht op te bouwen.
En men kan als zelfstandige oppositie steun bie
den, op beding dat het ontwerp, zooveel billijk
is, in gewenschten geest gewijzigd wordt.
De eerste weg zou de Stand, het meest toe
lachen, maar een combinatie acht het thans on
denkbaar. De tweede weg blijft dus alleen over
en het advies van het blad luidt dan ook„Zoek
uw kracht in zelfstandige oppositie, die zich
geheel vreemd houdt van de oppositie der con
servatieve elementen, tracht Tak’s ontwerp te
verbeteren en wel in dien zin, dat het ten slotte
(niet principieel, want dit kan niet door de
grondwet) maar de facto zooveel mogelijk het
huismanskiesrecht gelijke.
De Stand, grijpt ten slotte de anti-revolutio-
naire Kamerclub zelf aan. Wil de heele club
mededoen, het zal hem ’t liefst zijn, maar kan
dit niet roept zij uit dan zie men wel
toe, om toch aan het clubverband, hoe wensche-
lijk ook, niet een zoo gewichtig belang, niet de
toekomstige ontwikkeling van onze vaderland-
sche politiek en niet de kracht onzer positie op
te offeren.
„Ons is de gezindheid van de club ten aan
zien van huismanskiesrecht niet bekend; want
wel heeft de heer Lohman er meer dan eens
voor gepleit en is het óók waar, dat de heer
Lohman de aangewezen tolk van de club was,
maar dit sluit nog volstrekt niet in zich, dat
de club er zich eenparig voor heeft verklaard,
allerminst dat de club eenparig bereid is er
con amore den strijd voor aan te binden.
Wij hopen van harte dat het zoo zijn moge,
edoch, we weten het niet.
En het is die onzekerheid, die ons dwingt te
wijzen op het gevaar dat er in steekt, indien
de voorstanders van huismanskiesrecht in de club
zich laten belemmeren in hun bewegingen door
mogelijke bestrijders er van.
Gesteld zelfs, het stond om en om, zoodat de
helft er voor en de helft er tegen was, dan zou
het nog plicht en roeping van die eerste tien
zijn, om zich voor dit bepaalde ontwerp in af
zonderlijken kring te combineeren, in dien kring
zich een vaste gedragslijn af te bakenen en bij
het schriftelijk zoowel als bij het mondeling de
bat, afgescheiden van de andere helft der club,
als afzonderlijke groep op te treden.
Een club van twintig personen, maar die ver
deeld is, staat bij het debat met volkomen mach
teloosheid geslagen.
Een groep van tien leden, mits goed georga
niseerd en wetende wat ze wil, kan bij het de
bat den doorslag geven.”
De opvatting, door ds. Gispen in de Bazuin
ontwikkeld, stemt vrij wel met die van de
Standaard overeen wat de wenschelijkheid der
uitbreiding betreft.
De voorgestelde uitbreiding van het kiesrecht
wordt zegt hij ook onder de anti-revolu-
tionairen verschillend beoordeeld. Vooral wordt
'uei-maiiüesiauiöU min of meer beklemd wer- wet heeft deze de vrijheid om zich te wapenen geen oogenblik mogen ophouden; en dat het
den in de borst door het verbod van de politie tot nu toe niet met succes kunnen tekeer gaan. I eenige, waarnaar we een worp kunnen doen, is,
ter eene en den animosen aandrang ter andere De vrijheid laat zich niet keeren en daarom het vaststellen van de teekenen van welstand
zii een verschil dat zich minder in den zang vinden we het zoo onverstandig van sommige j sc 1 ‘e!'J een wözej ^1C "jet pnnci-
zij - een vcrscnii uit zien muiuei in uuu .L .L pieel, maar feitelijk, en voor de practnk, aan het
l - «r> autoriteiten, om de vnjheu.smaagd zoo lastig te huismanskiesrecht zoo nabii mo.<reliik komt.
1 rói’.^
i H
-
i I
,t- I I
'r- i
13 H
■r. E
.1- |ig||
Ie
r* -n2
i B
A 'ml
euH
b 11.
ter
M-lj-B
•<>pl
E >e-
ir I
weer 1
r te l
irden I
■ende I
over I
En I
daar J
den I
el uk 1
men. I
el en, 11
l aan
larbij.
In de kantteekeningen op het kiesrecht komt
de Stand, nog eens op het huismanskiesrecht
terug en op de vraag, of de nu ingediende ont
werpen kunnen worden gesteund, ook al geven
zij dat kiesrecht niet.
Nog altijd betreurt de Stand, het dat men
niet reeds in 1880 in de grondwet het huis
manskiesrecht heeft geschreven, waarna men
het in 1887 volledig finaal had kunnen door
zetten. Maar dit is nu eenmaal niet geschied,
En hoe langer men een hervorming tegenhoudt,
dés te sneller zal het kwaad voortwoekeren.
„Blijft gij het tegenhouden, dan zult gij het
zien zoo roept het blad uit dat over tien
jaren, zelfs wat nu nog te verkrijgen is, u voor
goed ontgaat.
„U ontgaat, volstrekt niet alleen omdat ge
dan in de kieswet het algemeen stemrecht in
zijn ruwsten vorm zult krijgen, maar veel erger
nog, omdat de geest van onze bevolking dan
nog veel verder in revolutionairen zin zal om
gezet zijn en de booze denkbeelden almeer aan
stekelijk zullen blijken, ook voor uw eigen geest
verwanten.
„Wat ge noodig hebt, om uw beginsel zoo
veel mogelijk te doen zegevieren, is, dat ge ver
trouwen inboezemten dat doet ge dan alleen
als het volk merkt, dat ge niet schoorvoetend
en tegenstribbelend meegaat, maar u moedig
aan het hoofd der beweging stelt en duidelijk
weet te zeggen wat gij wilt.
„Wie het anders zegt, moge theoretisch dui
zendwerf gelijk hebben, maar hij kent het volk
niet en rekent buiten den machtigen invloed
van het menschelijk hart.
„Daarom schenken we nu vooral klaren wijn
in en spreken het duidelijk uit, ten aanhoore
van heel onze partij, dat er op dit oogenblik
aan een revisie van de grondwet in den zin van
huismanskiesrecht in de verste verte niet te
denken valt; dat we oils bij die gedachte dus
De recruten werden ingehjfd en
rijjool. De student-recruten te Amsterdam zijn
deze week ontgroend en holden in rijtuigen, op
verschillende wijzen bespannen, vierspannen, in
tandem, jockeijs vooruit, door de straten der
A Amstelstad.
De koetsiers waren voor ’t meerendeel in
vreemde pakjes gestokenmen zag hellebaar-
j diers, muzikanten van Sequah, Romeinsche
krijgsknechten, Bedouinen en zelfs een leeuw
op den bok.
De winkeljuffers trippelden naar buiten; de
dienstmeisjes staakten hun gesprek over het
■„wijf” en over het slechte eten en posteerden
zich aan de deur; de kruiers lieten de kar
staan en draaiden hun oogen mitsgaders de res
pectieve tabakspruimen van links naar rechts,
vice versa; allen gaapten den vreemden, langen
en veelkleurigen stoet aan, die vroolijk zingend
passeerde.
De studenten hadden geen permissie gevraagd
voor den fakkeloptocht, uit besef wellicht dat
r -gelijk recht aan hen niet kon toestaan wat aan
de socialisten werd geweigerd.
De socialisten, een paar dagen later, in Con
stantia vergaderd, om te protestceren tegen de
„bloedwet,” hielden na afloop der vergadering
een anderen recruten-optocht. Bij den aan vang
gewaarschuwd door de politie, dat het zingen
verboden was, bleek al spoedig dat met dit ver
bod geen rekening zou worden gehouden en
'hoezeer ook bemoeilijkt door de politieagenten,
- 'trok de vrij lange stoet, luid zingende, verschil
lende straten der hoofdstad door, om ten slotte
naar het punt van uitgang terug te keerenbij
het gebouw Constantia werd de stoet ontbonden.
De politie was onderweg afgedropen, toen haar
pogingen vruchteloos bleken. Recht voor allen
bezielde zeker eveneens deze manifestanten, en
- zoo er al iets op dergelijke manifestaties valt
af te dingen, men vergete daarbij niet dat onze
reclameerende tijdgeest verzachtende omstandig
heid aanvoert. Voor wie niet van zang houdt,
is het zeker niet aangenaam tot tweemaal in
één week de straten te hooren weergalmen
het jubelen
Wie echter
plaats heeft
groote stad,
met de gedachte aan de vele lusten die hem
aan de plaats zijner inwoning hechten.
Maar daarnevens rijst de verheffende gedachte
dat het „gelijk recht” of het „recht voor allen”
_de borst deed zwellen van de manifestanten,
zoowel bij de zonen der plutocratie als bij die
der democratie; sympathie en verbroedering
moet het uitvloeisel zijn van deze eenheid van
zin en gedachtengang.
Het is waar, ook verschil valt hierbij in het
oog. Deze trekken te voet uit en gene in rij
tuigen, ook de zangtekst zal niet bij beiden
dezelfde geweest zijn. Zelfs willen we aanne
men dat het „gelijk recht” bij de rijtuig-mani-
festanten,” ruimte in de borst gaf, terwijl de
i
3
1 V
—V-id
aen
I
K1EEKER COURANT.
j I
bn I
.1'1
r-
11-
p i'tM