MEEilS- B IDÏERTEfflE BLAD WOK DE (EIIEEIÏE El I1EHIII101DISSEIIE1Ï S1EEIL I '■'-1 -ar- '11114 I ge- I 1 l'l I No. 92. Middelpuntvliedende kracht 1892. Z E V E N-E N-V EERTIQSTE J A R O A N Q. 1 I -■ ■w*™— ng ia I i '‘"'H ff '"’BI 1 CU BB I K gmg; en naar OEEKER (OIRAVT W O E TV D A. x>() V B3I B E R. 16 S3, II. II. l- en UIT DE PERS. yerguld- Deze CO URAÜT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f i.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. waarden Sotter- en| er-l in- sn, ik. ADVERTED TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 '(1 Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. zer bij ie- I ?r- van zijn bestaan, dat zijn leden met blijden lach in ’t hart, de wanden der vergaderzaal hebben doen jubelen van het geroep dat zij God gevon den en zijn bedoeling gevat hebben, toen hij den stichter van het christendom de woorden op de lippen lei, die van zalig genot tintelende woorden En gij zijt allen broeders! En mijn vriend daalde en daalde, tot hij weer naast me zich bevond en met zijn zolen de moederaarde drukte. In zijn hart was eenige gerustheid teruggekeerd op mijn verzekeringen en hij was me dankbaar, dat ik hem van uit den Imogen had terug geroepen, waar hij niets anders had waargenomen dan draaien, snel- draaien beneden zich, terwijl hij telkens een van zijn broeders meende weg te zien vliegen van den snel wentelenden bol af in het onme telijk luchtruim. Uit den blauwen nevel daalde hij neer en nog half beneveld vernam ik zooiets, dat klonk als een weinig eervolle onderschei ding voor de filosofen. Daar in de hoogte wa ren hem de filosofen niet uit de gedachte ge weest, naar ik bespeurde, en met een beteeke- nisvol gelaat citeerde hij me de woorden van den Engelschen dichtervorst, die hem daar bo ven in den zin waren gevallen „Er zijn tusschen hemel en aarde meer din gen, Horatio, dan uw filosofie nog droomen kan." Ik begreep, dit moet ik wel erkennen, niet geheel zijn bedoeling. Het ging me al weer te hoog. Maar dit meende ik toch er uit te mogen afleiden, dat zijn respect voor de hoog geleerden er daar boven niet op was vooruit, gegaan. Meer kon ik voorloopig niet uit hem krijgen. .gevonden doet hooren, innig dankbaar dat -J van wat hij eens in zijn statuten schreefDe vrije ontwikkeling van het godsdienstig leven. Dat die bond zich realisme van onzen tijd, zegt mijn vriend. Niet dermate heeft ontwikkeld in de weinige jaren de zondigheid van ’s menscheu natuur is het, dlA ‘zinll hinr nilar.rnnt-f- ala oor> zlr> het „half dier“ te vertoonen, nu het „half en gel* een beurt gehad heeftneen, het is de behoefte in ’s menschen natuur om den geest der broederschap ook in het stoffelijke te ont dekken, en na dien aan de gansche wereld der menschen met zegevierend gelaat de waar heid mee te deelen, dat ook op stoffelijk gebied gelden moet En gij zijt allen broeders! Mijn vriend kan soms zoo diepzinnig zijn, dat ik moeite heb hem te vatten. Uit de hoogte ziet hij op den mensch en zijn woonplaats neer, en wanneer dan zijn oog pijnlijk wordt aange daan door al het rumoer, gestoei, gevecht daar beneden hem, dan gaat hij al hooger en hooger het groote, blauwe luchtruim in, als ging hij de winden de vraag stellen of er wel ergens ter wereld een plekje te vinden is, waar de broederschap liefderijk haar gezag doet gelden als vroeg hij aan de machten daarboven hoe er dan een eind zal komen aan die disharmonie daar beneden, van de tonen die naast elkander opstijgenuit de kerken, het Ai ziet! hoe goed, hoe lieflijk is ’t, dat zonen Van ’t zelfde huis als broeders sameuwonen uit de volksmassa op de markt daarnaast Wij hebben lang genoeg bemind, Wtf willen eind’lijk haten; ala wenschte hij van die hoogere machten een verklaring van het geroep daar beneden, dat hem als een schrille dissonant in de ooren klinkt, omdat het lijnrecht tegen elkaar' in- druischthet geroep, dat zijn trommelvlies schijnt te willen verscheuren, on dat aan den eenen kant klinkt: „Leve de vrijheid! Weg dus met alle gelijkheid!* en aan den anderen kant: „Leve de vrijheid! Die brenge ons de gelijkheid!" Het is me onmogelijk mijn vriend te achter volgen, en ik roep hem terug, geruststellend dat Je kerk die eenheid zal tot stand brengen. Dat er een smaldeel is in die kerk, hetwelk zich heeft afgezonderd om het verbroken even wicht tusschen geest en stofte herstellen. Dat zich heeft opgemaakt om den strijd tusschen de broederen te beslechten, door bij wijze van ar biter op te treden en aan beide partijen genoeg doening te verschaffen. Dat de vrije ontwikke ling van het geestelijk leven zoo hoog heeft lee- ren schatten, dat het niet er aan twijfelt of ook de vrije ontwikkeling van het stoffelijk leven kan en zal tot zijn recht komen. Dat die bond als een ware vrijheidsbond een doeltreffend mid del heeft gevonden om te voorkomen dat de een den ander als een bloedzuiger zijn beste levenssappen onttrekt. Dat die bond dat mid del heeft gevonden in het voor alle menscheu openstellen van den door God gegeven schat, waar alle stoffelijk leven uit ontspruit. Dat die bond, een echt godsdienstige bond, met in- nig dankbaar gevoel hetEureka! ik heb het schilligheid en bij sommigen wekken ze af keer, die ontdekking het resultaat is wrok. Dat verklaart den geest van materialisme en I ild- I ver - I aar I een I Ll'itl I I tt as r I het I <1 k'-n| .eid 11 ast- I .or- J I d I id? J as I >1> I ^-..sl 3lir ar er" tsl lki lel in. op ik- Aan bedenkingen tegen de nieuwe bedrijfs- en beroepsbelasting ontbreekt het niet. De Haagsche correspondent van de Zutf. Ct. is van meening, dat de bezitters van kleine vaste inkomsten, waarvoor geen aftrek wordt toegestaan, die tot aan den laatsten cent aan den fiscus bekend zijn en door geen meevaller tjes, bijinkomsten, prijsverhooging of wat dies meer zij voor eenige vermeerdering vatbaar zijn, er het slechtst aan toe zullen wezen. Niet ge ring is het aantal ambtenaren, die van een sa laris van f 1200 tot f 1400 een talrijk gezin moe ten onderhouden en ook nog een stand op te houden hebben. Behalve hun aandeel in de accijnzen nu betalen zij reeds betrekkelijk veel in het personeel en in de gemeentelijke belas tingen. Toch zullen zij in de nieuwe belasting nog f 16 a f20 extra moeten betalen, zelfs al gaan de voorgestelde 28 opcenten door het Vaderland eenvoudig spolitatie genoemd er af. En dat is voor een dergelijk gezin veel, veel te veel. Misschien dat de Staat voor zijn eigen ambtenaren er over enkele jaren in tege moet komt door een traktementverhooging toe te staan, maar daardoor zullen de honderden, neen duizenden ambtenaren, die in dienst zijn van provinciën, gemeenten, maatschappijen, par ticulieren enz. niet zijn gebaat. Inderdaad zoo besluit hij voor velen in den lande zal de thans voorgestelde belasting te zwaar zijn. En het is zeer wel mogelijk, dat straks de uitkomst zal leeren, dat het ook geheel onnoodig was deze belasting zoo hoog 'fcn w f !-^|L.die verscheidenen en afgescheidenen, naar den geest niet te beschouwen als onze broederen en daartegen komt het menschelijk hart in opstand. Heel de menschheid geraakt in vuur, wanneer het leest of verneemt dat de geestes- kranken onmenschelijk worden behandeld, en overal worden de rustplaatsen, waar dierbare afgestorvenen zijn heeugedragen, met bloemen en’ zerken overdekt, terwijl toch de geesten werre zijn en alleen het stof er te vinden is. Geest en stof zijn één, heeft eens een land genoot gezegdde een groeit terwijl de ander toeneemt, en wie de een ziet, denkt aan de an der zij leven in elkander, en gedurende dat leven zijn ze aan elkaar gebonden als het ko raaldiertje aan zijn woningwordt het omhul sel gebroken, dan vliedt de inhoud, gelijk de kostbare olie wegstroomt wanneer de flesch een stoot krijgt. De geest leeft, groeit, ontwikkelt, neemt af, en tegelijkertijd zien we het lichaam leven, groeien, ontwikkelen en afnemen. Zoo één- zijn deze twee, dat onze voorstel ling tekortschiet bij de vraag hoe deze twee scheiden zullen. Broederschap is het dan naar den bloede en naar den geest, dat wij elkander broeders «roemen ,4 Mijn idealistische vriend zegt ja, en ik neem die uitspraak gaarne van hem over. Bij wijze van osmose doortrekt de geest het lichaam een gezonde geest zeggen de geleerden in een gezond lichaam. Waar dus de geest zoo innig verwant wil zijn met het lichaam, het stof, daar gaat het toch niet wel aan, de broederband, waarvan de bijbel spreekt, en Waar de christenwereld hoe lang zoo meer ver legen mee wordt, te omschrijven of te verkla ren uit louter geestverwantschap, met uitslui ting der bloedverwantschap. ouw!‘ I iesdorf AI zuchtte I voorbij, |ke ge- 1 gemoe, j Men raakt met de broederschap verlegen, i zegt mijn vriend men raakt er hoe lang zoo die zich hier uitspreekt, als om aan de wereld, meer af, en waarom? ,'"u '",p Omdat men de band van het stoffelijke uit het oog verliestomdat men het meer opvat als een gevoel, dat zich moet openbaren op bepaalde tijden, op Zondagen in de kerk, op verzoendagen, en in ’t algemeen op die dagen en die uren wanneer de geest voedsel en vör- kwikking ontvangt. Dat geestelijk voedsel wordt altijd zoo mateloos uitgereiktvoor één, maar ook voor honderd, duizend, is er overvloedige verzadiging te vinden, en de geesten worden niet jaloersch of afgunstig op elkaar in zulke oogenblikken. Integendeel, ze voelen zich tot elkaar aangetrokken als vrienden die saam feest vieren uit ruime beurs. Er ontstaat een innige gemeenschap, die zich afteekent op het gelaat bij het aanhooren van een opbeurend woord, bij het gezamenlijk aanheffen van een stichte lijk lied. Men gevoelt zich broeders naar den geest. Maar kom nu in het stoffelijk leven om u te overtuigen dat de een den ander wegdringt van den grooten etensbakom u te overtuigen dat er alleen voldaanheid en tevredenheid is bij die eters, welke een flinke, ruime plaats aan den disch hebben bemachtigd en daarbij voor de groote, overgroote massa een aanhou- dend sterker dringen en vechten achter de aanzittenden, om zoo dicht mogelijk vooraan te staan, teneinde afvaliende kruimkens te be machtigen, of ook om bij de hand te zijn wan neer een der bezette plaatsen verlaten wordt bij toeval. Zie die afgunstige blikken van ach ter de tafel zich kruisen met die blij-glanzende tevreden gezichten der dischgenooten, en het moet u duidelijk worden, dat hier van gemeen schap slechts sprake kan zijn tusschen hen die de soep deelen en tusschen de dringende massa zoo hier en daar, voor zoover ze elkaar niet op de teenen trappen of terugduwen willen, en voor zoover ze hun krachten vereenen om een aanval te doen op den voorraad van het opge- dischte. Het moet u dan klaar worden, dat hier, waar het lichaam voedsel vraagt, en de voorraad be perkt en concreet moet worden genoten, waar men niet van uit het achterste gelid de voor het lichaam benoodigde krachtsherstelling kan trekken uit abstraheeren den van de schotels opstijgenden damp, dat hier afgunst, tweespalt worden gekweekt en dat hier van niets minder sprake zijn kan dan van broeder schap. Het woord broederschap zou hier klinken als bittere spotternij, en voor zoover die broeder lijke tonen hier nog natrillen van de gewijde stonde, waarin de zielen van zalig genot ineen smolten bij het herdenken van Jezus’ uitspraak, dat wij allen broeders zijn, daar vinden deze tonen bij weinigen weerklank, bij velen onver- Waarom dan mijn vrijheidsliefde zoo werd aangetrokken door mijn vriends idealisme, en omgekeerd? Doordat we beiden zoo gaarne zouden zien dat alle menschen gelukkig leef den als broederen, zooals er geschreven staat „En gij zijt allen broeders". En dan kunnen we soms uren aaneen die broederschap, de zoolang voorspelde, de zoo vuiig verlangde, toetsen aan de werkelijkheid. Broederschap is dat bloed- of geestverwant schap En het eerste, èn het laatste, zegt mijn vriendmet het eerste alleen zouden we ook de dierenwereld misschien aan ’t broeder- hart moeten drukken we zeggen misschien, omdat de geleerden nog niet eenstemmig zijn in deze kwestie. Met het laatste alleen, zouden we er toe be sluiten moeten om hen, die den geest opgaven, die niet meer met ons leven op deze wereld den strijd der geesten, alsook diegenen die nog alleen een plantenleven leiden en van de wre- rekl en wat haar beroert zijn afgescheiden, om lat er- or- ide er- de ikt m- m- .°P lietH ■ar |g|g aterM i'dij- Hg ni'. 11 ge- weer K to H gorden hirendc bn over B En H ,r klaar I J'h den •t geluk CCyenell. r‘’eelen,.'fl P'ts aan ^tarbii 1 is I ab ver- I zij de,-l fen ..war I i ■’’l jn.7,;/.en ■age to fl jtendienfl gelitMirfl t’t.xei Ij ’O.eii vaiB Ilfl of da;M m verfl vertoon-’ rechts,! waar- j e*’erte,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 1