«BKffl El HET UMMSH II SJiEEL
fflll» El UHMMHUU WH N
mhMm en Socialism
J
tromn-sM
8,
r-
No. 95.
Nationale Militie.
11 BUs
•M’-
IBII
11 BI
ver BS!
aar B'*.-?
ern H|||
°r' l'-'1
ide
er- r,1B
d'! i'i-Mll
ikt
13 I
V ij
26 J>i O v lï. M 15 k li.
A T 11J O O o-
IV.
1.
UIT DE PERS.
acres voor
k
iü.
KENNISGEVING.
inj
-- ■S
11 Hg!
o.is
lil
en HH
uil
i- K.*
ist-BS
i Illi
<<i> t
11 -J i-
WW
'M
BS
ef' 'ts BI
-N niBW
',1' Bs
a‘* i,k-H
Bl|
iet; inB
‘ij. en BI
ld, rna.^g
"i* B
idjeroe- M
jde ge- B
T’ B
jk weer
fe’er te H
iftorden B
lurendo B
jen over
-5g En 1
tl- klaar fl
Ji’n den
Nl.lgelllk
tCwenon. B
r-li'(-len,B
p-its aanB
etliarbij I
KWGEKER C©URA1
1
»-
ESC
Ill
2.
en
3.
4.
Ui
-
3.
J.
het percent der toeneming van de overproduc
tie verre zal blijven beneden het percent waar
mee de bevolking telkens zal moeten vermin-
j,derd worden, wanneer men zich geroepen voelt
om de beweerde wanverhouding te herstellen.
Voor hen zou het dan wellicht duidelijk wor
den, dat hun stelsel, mits algemeen toegepast,
ner
na
van
had,
voor de mi-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der wet
op de Nationale Militie van den 19den Augus
tus 1861 (Staatsblad no. 72), zooals die is ge-
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek,
Overwegende, dat wegens het niet aannemen
der benoeming door den heer M. Haga en het
bedanken van het lid, den heer II. Jz. King-
ma, eene verkiezing van twee leden der KAMER
van KOOPHANDEL en FABRIEKEN in de
ze gemeente nootzakelijk is;
Maken bekend
dat op Maandag, 5 December e. k. des voor-
middags van elf tot ’s namiddags één uur, ten
gemeentehuize eene Vergadering van kiesge
rechtigden voor leden dier Kamer zal worden
gehouden, ter verkiezing van één lid, aftreden
de 31 December 1836 (Wit stembriefje) en
één lid, aftredende 31 December 1894 (Geel
Stembriefje).
Sneek, 25 November 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
AD VEE TEN TIÉN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7*;s Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij
don uitgever.
het vraagstuk der overbevolking nooit zal doen i
verdwijnen.
Zoo steeg de verkoopwaarde der oogsten in
Ierland van 23.8 millioen pond sterling tot 36.5
van honger en staatslieden als Russel noemen
dat „overbevolking."
Zoo redeneerende kan men iederen man, wien
men zijn voedsel afneemt, dat hij zelf heeft
verbouwd, als overbevolking gaan beschouwen. als het ander. Hoe eenvoudig
T" 1C/I:7 bedroeg volgens Russel het weekloon
arbeider f 1.20 tot f 1.50 ot gemiddeld
De totale productie van graan, aardappelen,
en vlas bedroeg toen ongeveer 340
millioen. Hieronder zijn dus niet begrepen
Deze CO THAN T verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
‘ii.BSI
lat
"I'!»
Op !ihM
.ar M
.v‘ '’"'BS
ater^B
net.i-lij-
Me ver- I
1 zij de J
jen .vur I
te .l^sph I
W
led’^/ 1
jn.7AA.en
i '■—-X
rage to j
litendiehl
t geheiri
fl toon Ij I
a’lon vai"!
of da»
|en verl
vertoon-'
m rechts, I
V waar- 1
verte,
Schip
rts ging;
gen naar
Izon wii
verguld- 1
'waarden B
i Setter- I
.rouw!" I
- riesdorf:^
zuchtte B
d voorbij,
j’jke ge- I
emoe» 1
I landbouwwetenschap vorderingen maakt, heeft
men hen steeds minder noodig, van dag tot dag,
van jaar tot jaar. Op die manier is Ierland
gedurende de laatste halve eeuw altijd overbe
volkt geweest, ondanks het snelle afnemen zij-
bevolking. Het was overbevolkt toen het
25 jaren niet alleen het gewone overschot
de geboorten over de sterfgevallen verloren
maar nog 2.7 millioen menschen boven
dien, toen het door landverhuizing cn gruwelij-
keu hongersnood was teruggebracht tot het cij
fer van het jaar 1801.
De moderne overbevolking spruit niet voort
uit het opdrogen van het productief vermogen,
maar integendeel uit het overvloeien er van.
Zij is een gevolg daarvan, dat ons verbruik niet
toeneemt met het gestegen productievermogen
van den arbeiddat wij niet meer verteren,
naarmate wij meer maken.
De werkgevers nemen niet meer arbeiders in
dienst dan ze te werk kunnen stellen om de
goederen te produceeren, die ze kunnen ver-
koopen.
Wanneer dus de afzet niet grooter wordt en
een arbeider met verbeterde werktuigen meer
kan voortbrengen dan vroeger, dan wordt een
deel der arbeiders overtollig en komen ze tot
de ervaring dat ze overbevolking zijn geworden.
De oppervlakte van Ierland bedraagt 20.800.000
acres. Hiervan werd volgens J. R. Mac Cul-
loch’s beschrij ving en statistiek van het Britsche
rijk in 1847 ruim 13.000.000 acres bebouwd.
Deze bebouwde grond verdeeld over de 1.600.000
van 5 personen gemiddeld, geeft 8
ieder gezin, d. i. zegt Fl. twee-
verrassend gestegen. Vergeleken met 1842 ducten. Maar zelfs wanneer we deze buiten j
kwam er in 1876 van iedere acre 40 °/0 meer beschouwing laten, dan kon die productie aan
opbrengst. Waarom dan was de bevolking van ieder gezin een loon hebben verschaft, driemaal
1876 niet veel gelukkiger dan in 1842?
Juist het versterkte productievermogen van
den menschelijken arbeid blijkt een vloek te
zijn geweest voor de arbeiders en de pachters!
Hoe meer zij voortbrachten, hoe minder men
hun werkkracht noodig had en naarmate de
- -
wijzigd bij die van 4 April 1892 (Staatsblad
no. 56), brengen ter openbare kennis, dat de
van een gezin te voorzien.
De uitvoer, die uit het arme Ierland plaats
had, voornamelijk om de pacht te betalen aan
landheeren buiten Ierland, bedroeg volgens Mc.
Hot zou de moeite loonen, al ware het slechts i Culloch in 1845 aan graan en meel 3.251.000
om de Malthusianen duidelijk te maken, dat Quarters, een hoeveelheid, die reeds voldoende
i zou geweest zijn om de halve bevolking voed
sel te geven. Landheeren, die niets uitvoeren,
In 1847 bedroeg volgens Russel het weekloon i
van een t
f65 per jaar. Voor de 1.600.000 gezinnen be- j
millioen, d. i. met meer dan de helft van 1842 J droeg dus het loon ruim 100 millioen.
tot 1876. Zoo toonde Dudley Baxter in 1867 L
reeds aan, dat het belastbaar inkomen sedert groenten
1855 met 16 was toegenomen.
Het productievermogen van den arbeid is vleesch, spek, boter, eieren en industrie-pro-
Reeds deden wij uitkomen, dat het praead-
vies der Liberale Unie ter zake van de kies-
rechtontwerpen over ’t algemeen in de kiesver-
eenigingen bijval vindt. In de liberale pers is
de opinie over ’t geheel ook zeer gunstig.
De N. 11. C. maakt hierop echter een uit
zondering, hetgeen op zichzelf zeker geen be
vreemding wekt, als men zich herinnert hoe
weinig ingenoraen zij was met het kiesrechtont-
werp zelf. Het blad doet opmerken, dat het
advies zich meer door warmte van overtuiging
dan door kracht van betoog onderschrijdt, en
zegt: „Waar het zich beroept op de „degelijk
heid van het Nederlandsche volk“, die „de ver
wachting wettigt, dat het roepen van een groo
ter aantal staatburgers tot medewerking aan de
samenstelling onzer volksvertegenwoordiging be
vorderlijk zal zijn aan het welzijn der geheele
natie“ waar het herinnert, dat „de betrekking
van den burger tot den staat hier te lande voor
zeer velen niet voldoende tot haar recht is ge
komen," en dat „te lang reeds zeer velen zijn
uitgesloten van eene bevoegdheid, welke de
rechtvaardigheid en het landsbelang eischen,
niet dan in de hoogste noodzakelijkheid aan
den staatsburger te onthouden," verkondigt het
meente zal worden gehouden in het Gemeente
huis te BOLSWARD, op Woensdag den 21en
December e. k.des namiddags ten 12*/a ure,
in welke zitting uitspraak zal worden gedaan
omtrent
De verschenen vrijwilligers
litie
de lotelingen, die redenen van vrijstelling
hebben ingediend
de lotelingen, in de artt. 55 en 56 be
doeld
alle overige lotelingen.
Zullende voor dien Raad alleen behoeven te
verschijnen
1. Zij, die zich als vrijwilliger voor de Mi
litie hebben aangeboden
2. de lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid, of gebreken, of
gemis van de gevorderde lengte.
Sneek den 25 November 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester
BENNEWITZ, Secretaris.
eerste zitting van den Militieraad voor deze ge-
zoo groot als het loon dat de heer Russel noemt. I
Volgens Rüssel bedraagt het jaarlijksch in
komen van een gezin in Ierland gemiddeld
f 600 dat is dus voor het gansehe volk ruim
900 millioen. Maar het grootste deel is voor
den hommel, den landheer, terwijl de werk
bijen er slechts een negende deel van ontvangen.
Wanneer het waar is wat de heer Russel
beweert, dat de som, die tegenwoordig ieder
jaar voor sterken drank wordt uitgegeven, meer
bedraagt dan de geheele pacht, die voor hot
land wordt betaald, dan moet dit zeker ook het
geval zijn geweest in 1840, omdat, naar dezelf
de schrijver zegt, het drankmisbruik sterk is
afgenomen. Hij zegt, dat de menschen dronken
om hun ellende te vergeten. Omdat het stelsel
van het privaat grondeigendom de oorzaak was
van die ellende omdat dus het kanaal, waar
door een groot deel van het voedsel wegvloeide,
zou zijn gesloten geweest, wanneer er geen
landheeren waren daarom is geen rechtvaar
diging te vinden voor de groote lichtzinnigheid
die de groote oorzaak van lerland’s ellende ziet
in „overbevolking."
Overbevolking kan samengaan met hongers
nood ook is overproductie te rijmen met een
kleine bevolking. Maar dat onze maatschappij
zou lijden aan overbevolking en zich baden te
gelijk in de weelde der overproductie wie
zulken onzin durft uitkramen, mag men toch
met volle recht vragen of het hem in zijn bo
venkamertje niet „rappelt."
Of overbevolking dan in de toekomst ondenk
baar zijn zou Och, er zijn vragen, die we
liever ter beantwoording overlaten aan de filo
sofen. Maar we behoeven er vooreerst even
min beducht voor te zijn als voor een andere
voorspelling der filosofen, dat namelijk de aarde
door afkoeling mettertijd onbewoonbaar worden
cal.
Laten we dan liever het middel zoeken dat
den vooruitgang der maatschappij in produktie-
vermogen verhindert om noodlottig te worden
voor een deel dier maatschappij, zooals de Ne
derlandsche „radicalen" willen maar ook, laten
we het middel aangeven waardoor de maat
schappelijke vooruitgang aan allen ten goede
komt. Het eerste kan men bereiken door pre
ventief op te treden, met wetten; het tweede,
verreweg het voornaamste, bereikt men alleen
hebben het weggehaaldde bevolking stierf door toepassing van deze eenvoudige wet, dat
'i de natuur haar gaven regelt naar de behoeften
barer kinderen. Die wet is er ze behoeft
niet meer gemaakt te worden. Passen we haar
1 slechts toe, dan bereiken we zoowel het een
Geen land ter wereld waar de valsche stel
ling van overbevolking meer geleid heeft tot
ontvolking, dan het arme Ierland.
1842 bedroeg ze 8.2 millioenin 1851
nog 6.6 millioen in 1866 nog 5.5 millioen
thans wonen er nog 5.175.000 menschen.
En nog heet het land overbevolktin de
laatste jaren erger dan ooit zelfs.
Terwijl van 1871 tot 1880 de bevolkingsre
gisters ieder jaar een vermindering der totale
bevolking aangeven met 19.000 zielen, zijn in
het jaar 1880 niet minder dan 42.605 personen
en in het daaropvolgende jaar zelfs 59.000 per
sonen uit de rijen der Ieren weggevaagd.
En nog ondanks die geweldige verminde
ring, ten spijt van die vreeselijke aderlatingen,
is de toestand allerellendigst.
Duizenden zijn op het oogenblik niet in staat
om in hun onderhoud te voorzien, en nieuwe
vindingen op landbouwkundig gebied maken
met elk jaar weer opnieuw duizenden overbodig.
Wanneer de wetenschap der techniek zegt
Fl. het ooit zoover zal brengen, dat, om
^denzelfden rijkdom voort te brengen, maar één
man noodig zal zijn, die midden in het land
zittend, door aan een kruk te draaien, de groote
productie-machine van Ierland in beweging zet
ten kan, dan zullen alle Ieren maar aanstalten
moeten maken om tot den laatsten man uit het
land te verdwijnen misschien zelfs van de
aarde, wanneer ons stelsel blijft bestaan en men
over de gansehe wereld voortdurend minder
menschen noodig zal hebben om het noodzake
lijk werk te doen. Daarenboven zal de zooge-
naamde overproductie met elke aderlating in
de bevolking steeds toenemen, en dus weder-
keerig aandrijven tot herhaalde ontvolking; een
wisselwerking dus, waarvan het eind zal zijn
dat er, behalve de kapitalisten, slechts een klein gezinnen
aantal producenten zullen overblijven naast een
groot aantal opgevulde magazijnen. Het zou maal zooveel als noodig is om in het onderhoud
I zeker even nuttig zijn voor do gemeenschap als 1
de uitvinding van Malthus, wanneer een van
diens naneven de formule wist te vinden, naar
welke dit proces voortgaat te werken.