MttWS El MMTIML.il) HM lit
JIEEJTE H HET ttMKWff SILLS.
1
n -
a
No. 100.
1892.
Z E V E N-E N-V EERTÏG8TE J A A R a A N Gh
I
W O A Q
DECEMBER.
14
W A A 11 o 31
I-
~-r
Nog altijd blijft in de Prot. Noordbrabanter
1
Deze CO UR A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
m,
'ik.
net
aan
maar
1.
'waarden I
i Sotter- j
rouw!®
Friesdorf1
krantenpapier de dakpannen liggen los, de Nieuw Leven ook wel iets te ontdekken wat
oordeel tegen het socialisme hoe lang zoo mee r
opmetselt.
nog te doen toenemen
Dat het blaadje reactionaire denkbeelden ver
kondigt is zeker niet aan twijfel onderhevig.
Dat het daarom ten onrechte „Nieuw Leven*
heet, zullen zeker niet velen ons tegenspreken.
Dat het daarom wel wat te ver gaat om te
zeggen dat het Nieuw leven brengt, durven we
op eigen gezag wel onderstellen.
Maar dat is niet voor onze verantwoording.
Dit echter moet ons noodzakelijk van ’t hart:
Verdachtmaking is ieder on waardig ook
Recht voor Allen ook aan Nieuw Leven
voor de laatste te minder verkieslijk,
Omdat ze het altijd op hoogen toon af
keurt in andere bladen.
zuchtte
‘3 voorbij
lijke ge- I
{eds^
Jjn.W.^en
ADVERTENT1ËN
voor eiken regel meer
belangrijk lager. 1
den uitgever.
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
7% Cents. Bij abonnement is de prijs
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
a Lh.
rage tol
gehenil
y toen bJ
flen vaM
11.1
troom-a®
of <la;3B
[en verl
vertoon-C
m rechts,
i, waar-
verte,
Khip -
gen naar
"zon 1-
verguld- i
isn’3l
orar-1
Hing I
nge- 1
daad I
v. in, 11
mid- I
over
haar
een I
.heid I
was I
het J
le-‘|
heid I
.oor- I
op 1
|ad?l9|
raar '1’ I
gZH
leurar|
fer-ts|
foit, 111
vol- I
ilks lo
n.
dat F
Ter-W
ror- k-
nde
rer-
1 de
'Hkt
an-
>m-
rop
het,
V)(’ e,lB
>111- 1
I ge-
weer I
’er te
gorden I
ufirendo I
'Sn over
1g- E11 1
t klaar J
den
Xgeluk
"wenen. I
Roeien,;]
,r its aan 1
P'laarbij
et
aae ver-
zij de
len .vur
•te .losch
r s»
muur ziet afgekalkt en vochtig buitenmate
’t heele huisjeverwaarloosd en onooglijk,
Met geen vraag wordt de mensch meer- las
tig gevallen. Lastig gevallen zeggen we
want meestal wordt die vraag niet gedaan om
er een antwoord op te verlangen.
Waarom zegt er een zijn die socialis
ten dan toch zoo roerig
En geeft er nu, wat we u smeeken willen,
maar geen verklaring van het antwoord geeft
de vrager zelfreeds ligt het in den onaange-
namen toon waarmede de vraag gedaan werd.
De oproerige klanken hier en daar uit de
krant opgevangen, hebben zijn gemoedsrust ge
schoktvoor vandaag is al zijn genot daarheen;
zijn gemakzucht is aangerand die zoete min
nares als de socialen haar maar niet schaken
nogEn hij kruipt al dichter bij den haard,
al dieper in zijn jas, al lager in zijn leunstoel 1
„Och hemelWaarom nu toch dat ru
moer Kan dat nu wat goeds uitwerken
Neen, zoolang er van die rumoerige socialen
zijn, zal het in de wereld niet verbeteren.
En wat is nu wel de taktiek van die lui?
Schelden en uitschelden, ons, vreedzame bur
gers, en angst aanjagen, ons, die de rust en de
orde zoo liefhebben, en die zoo bezorgd zijn
voor onze kinderen en voor ons „duur verkre
gen® geldje.®
Arme man! we moeten je beklagen!
’t Is of we Shylock hooren in eigen persoon
„Mijn kind mijn goud mijn dochter o mijn
christelijke ducaten
En dan mijn gemoedsrustmijn gemakzucht!
Toch is die angst niet geheel onverklaarbaar.
Tot op zekere hoogte is ze te verdedigen zelfs.
Ieder weet hoe weinig oog onze gemeenschap
nog heeft voor ouderen van dagen, die niet
meer in eigen onderhoud voorzien kunnen.
Hebben die oudjes geen kapitaal dan is het
naar de familie of wel naar het huis hun
ner mede-oudjes.
Een lastpost voor de familie, zoo denkt men
dan dat is zooveel als een spijker die uit
den stoel kruipt. Wie er mee in aanraking
komt maakt er zich boos opdat is niet aan
lokkelijk. En naar het huis der verzameling
Och, dat lacht geen mensch toe.
Maar zeker zal ieder het denkbeeld veraf-
schuwen, wiens vooruitzicht is, wat we deze
week in de Controleur zagen voorgespiegeld
I aan de Utrechtsche oudjes':
„Deze week bracht ons ’t toeval in de Hol-
I lebilt en waren wij getuige van de wijze, waar-
i op ons stadsbestuur de hem door den Raad op-
gedragen taak begrijpt
De Hollebilt is een spleet achter de huizen
van de Lijnmarkt in, waar, bij donker weer,
geen lichtstraal wordt waargenomen, waar het
altijd vunzig ruikt en de bewoners als ’t ware
leven leiden, geheel op eigen hand, als
bannelingen te midden der
zeker voor afbraak bestemd. Doch neen, ’t is 1
stadseigendom (wij cursiveeren) en de bewoon
ster zelfs een stedelijk ambtenaar. In die scha
mele ellendige woning, huist een oude vrouw,
aangesteld door de stad, om tegen f 1.25 ’s weeks
eenige stadsbestedelingen den kost te geven, te
kleeden en te huisvesten. Wij hebben ons
hoofd even door de deur gestoken en zagen
daar een veertiental arme vrouwtjes en een
oudgediende van zeventig en ouder aan een
kale houten tafel zitten, ieder met een houten
lepel in de hand, visschende in een grooten
aarden schotel, naar iets wat op menschel ijk
eten geleek Ze zagen er in de blee
ding tamelijk toonbaar uit, ofschoon de kleede-
ren gelapt en afgedragen waren, maar ons hart
werd week bij de aanschouwing van zooveel
miskenning der armen op officieel gezag.
Verbeeld u toch veertien menschen in
een krot, waar voor geen drie menschen fat
soenlijk plaats is Die daar huizen en slapen
moeten, hoe Ja, wie weet ’t
Veertigduizend gulden te vermorsen voor een
koninginnenfeest, en zijn eigen armen, de onge
lukkige verstootelingen onzer maatschappij, die
men met den naam van bestedelingen aanduidt,
in ellende laten voortploeteren, geëxploiteerd a
vijfentwintig stuivers per hoofd en per week,
ziedaar ’t ideaal van Utrechtsche officieele wel
dadigheid.®
Waar zoo met de oude afgewerkte menschen
wordt geleefd, is het begrijpelijk, dat iemand
zijn kapitaaltje, hoe klein ook, lief heeft als zijn
tweede „ik.®
Maar welk een last van zorgen wordt daar
mee gestapeld op zijn hoofd Hoe zal hij het
bewaren? Dat is al een zeer moeilijke vraag.
Immers, wien kan men nog vertrouwen En
de stakkert wantrouwt iedereen dat is de twee
de last, die zijn kapitaaltje hem bereidt. Geen
rust, geen duur, geen genot kent hij meer; het
is hem of hij in den trein zit in ’t bezit van
een retourkaartje zonder meer. Als de trein
niet overkomt van avond, heeft het kaartje geen
waarde meer, en als hij het verliestkramp
achtig houdt hij het kleinood in zijn magere
vingers.
Maar waarom maken die „socialen® dan ook
zoo’n rumoer? vraagt men. Waarom verkon
digen zij „Godsdienstleeraars, patroons, rijken
en aanzienlijken doen allen samen niets
Eu Nieuw Leven zegthet is een fout, een
kolossale leugen. Want het tegendeel is waar.
Als er hulp komt is het juist van deze zijde.®
En tegen die fout wil Nieuw Leven waar
schuwen.
Aangenomen dat Recht voor Allen met die
beschuldiging aan ’t adres der godsdienstleeraars
overdreven, zeer overdreven, gelogen heeft zelfs;
aangenomen dat Nieuw Leven niet begrijpt
dat R. v. A., aldus generaliseerend, opwekt tot
UIT DE PERS.
Men kan er zeer goed buiten, in een gods
dienstig blaadje, om dergclijke nesterijen op te
halen tenzij men met Nieuw Leven een
campagne wil maken op politiek-maatschappe-
I lijk terrein.
Een Van socialistisch standpunt ziet men de we
reld niet als van het standpunt van Nieuw Le
ven eu zonder nu alles wat Recht voor Al
len schrijft voor zoete koek te willen aanprij
zen, meenen we toch Nieuw Leven te moeten
waarschuwen daarvoor, dat ze blijve op eigen
terrein dat ze de door R. v. A. aangevoerdo
bouwstoffen niet gebruike om daarop een stelling
op te trekken op politiek terrein. Er zijn reeds
wachttorens genoeg om de goe-gemeente bang
te maken voor, instede van in te lichten in de
leer der socialisten, dan dat een godsdienstig
blaadje zich daarmee onledig heeft te houden.
Maar bovendien is het niet hoogelijk af te
keuren, om den kleinen burgerman, die Rech f.
voor Allen niet leest, te komen verontrusten
met een:
„Dat zeggen de socialisten in R. v. A
Is dat geen vuige laster? Zijn die socialisten
geen gemeene lasteraars
Ons dunkt: ja.
In de hitte van den strijd valt er wel eens
een woord, dat beter niet geschreven ware.
Maar de klassenstrijd wordt er door verscherpt
wanneer men die bittere woorden er uitlicht en
er mee ronddraagt als een waarschuwend teeken
Als dat „Nieuw Leven's® bedrijf is, dan moeten
we ernstig waarschuwen voor dal nieuwe leven.
De strijd moet zuiver blijven. Wij kunnen
evenwel een godsdienstig blaadje dat „het maat
schappelijk vraagstuk® bespreekt, niet hoogge-
noeg waardeerendaaraan wordt helaas in gods
dienstige kringen te weinig gedacht.
Maar alleen het vraagstukalleen de ver
schillende theorieënen dan gaarne ook Be
spreken en niet afkeuren op hoogen toonla
mort sans phrase; daarvoor zijn onze tijden te
ernstig.
Maar wat we u dringend verzoeken
Houdt die personaliteiten achterwege.
Wie Nieuw Leven lezen, zullen er zich niet
Of ze niet gelooft daardoor de verbittering I aan er^rcn’ wanneer Eerm® er niet zelf
mee voor den dag komten waarvoor zou dan
die onnoodige ergernis dienen gewekt bij tal
van menschen, die van het sociaal vraagstuk
nog niet meer weten, dan dat er menschen zijn
„socialen® of wel „rooien® geheeten, die het er
op toeleggen om allen, die geld bezitten te ver
moorden en daarna al het geld gelijk te ver-
deelen. Bij zulke naïviteit past geen verdacht
making.
Dat is geen nieuw leven wekken, maar onrust,
die gevaarlijk kan zijn. Daar zijn de voorbeel
den van voorhanden.
een
verstootelingen en
stad.
In de Hollebilt werd ons een kleine, zooge-
I zegd dubbele woning aangewezen. De ruiten
of liever de gaten, waar ruiten eens geweest den klassenstrijd
3. Omdat zo daardoor den muur van voor
onwaar is.
Zie eens, roept het blad, wat die verdacht-
staat daar als ’t ware op invallen. Wij dachten makers zelf voor hulp bieden. Neen wij, de
aanzienlijken, geven alleen.
Dat is ook een verdachtmaking even sterk
als die van de socialisten. En een kolossale
longen bovendien.
Natuurlijk geven de rijken het meest,
kind begrijpt datze hebben het meeste te
geven en ze kunnen met geven de ontevreden
heid sussen en hun eigen positie daarmeê ver
sterken ook.
Maar dat de socialisten niets geven is een
bewering, die we niet in Nieuw Leven verwacht
hadden. Er zijn goeden en slechten onder,
even als onder de rijken. Daarom is generali-
sceren alleen mogelijk als men de achterhoede
heeft afgesneden.
En dan leert ons de ervaring, dat allen die
zich uit menschenliefde of altruïsme bij de „so
cialen® hebben aangesloten om de wereld te
hervormen, dank zij de verdachtmaking van de
pers der voldane burgers, hun bestaan min of
meer zagen bedreigd.
En óok diè sommigen onder hen om
dat ze de maatschappij niet alleen verrot noe
men dat doet nagenoeg iedereen tegenwoor
dig maar ook een middel aangeven boven
dien tot herstel, worden uitgestooten omdat ze
niet de lapmiddeltjes goed kunnen vinden, door
de rijken aan de hand gedaan
en diè, overtuigd dat de godsdienstleeraars
in 't algemeen den vooruitgang niet genegen zijn
en voor het meerendeel de maatschappelijke
genezing te keer willen gaan door de socialis
ten verdacht te maken en lapmiddeltjes aan te
prijzen met de wel wat snorkende bravade
„Als er hulp komt, is het juist van deze zijde
En die zeggen we, in deze overtuiging, dat
de godsdienstleeraars hun grootste hinderpalen
zijn, dezen bij het volk gaan aanklagen van
leugen, omdat zij het Vrede op aarde prediken
maar intusschen hun best doen om anderen
verdacht te maken.
Wij vragen dan ook aan Nieuw Leven: of
zij meent dat verdachtmaking een vooruitstre
vende partij zal terughouden van haar vaart
Of ze werkelijk meent de maatschappij op j
die wijze een dienst te zullen bewijzen
2. Omdat ze daarmee olie in ’tvuur werpt.
van
zoo meenen
van
OEEKER COURANT
Jj*.KÉïlS&i
W12-43
i H
mi I
er-|
in-
ge moe». I
.litendiehl
i rts ging;
iir m