-I i,!' i ir 18 vel" I !r zij de Fip- -1 "s gmg; 1 jen naar ^on wan* ■f als zij gedichten voordroeg, reciteer- (Wordt vervolgd.) het stuk geëindigd was. zich d in f en odat jng. de nd- n. H >p' k- dat 'er- or- ide er- de ikt in ui m aan mar I den-* lere and einz leen ige- Das konnte was es wollte thun, Und was es that, ihm ganz gerieth So wie der Nachtigall das Lied. dat'w neel de it- )ol dit wF an >e- te- ,ar an ast >e- 10- oo cje VERSLAG van het verhandelde in de ver gadering der Kamer van Koophandel en Fabrie ken te Sneek, gehouden den 13 December 1892. Tegenwoordig do heeren: II. Jz. Kingma, Voorzitter, A. Terwisscha van Scheltinga,] J. Bouma, R. van Driessen en R. D. Visser. Afwezig do heerenB. Wielinga en A. L. de Wolff Secretaris J. W. Bennewitz. De notulen der vorige vergadering worden eit, 111 mi lks Nein sing’ nicht wei ter, Sangersmann, Es kommt die Dammerung heran. Wer Liebe singt, der singet Leid, 0 Sonntagskind, o Jugendzeit 1 En zoo zag hij dus niet, wat anders aan zijn scherpen blik niet zou ontsnapt zijn, hoe Heinz aan het slot van het stuk, verscholen achter hen die juist aan ’t woord waren, zijn geliefde voor een kort oogenblik in zijne armen sloot en een kus op haar bevende lippen drukte. Zij liet het zonder tegenstreven toe. Wat hij op dit oogenblik dan ook van haar mocht verlangd hebben, zij zou het zonder zich te bedenken hebben gedaan. Op dit oogenblik bestond de geheele wereld niet voor haar en wist zij alleen dat zij onuitsprekelijk gelukkig was. un lag ih- de de lit, eet ■lp! Ahlwardt verkregen. Maandag heeft de’heer Gladstone zijn Ho me-rule ontwerp persoonlijk bij koningin Vic toria ingediend. Nu zal spoedig moeten blij ken, of de desbetreffende openbaarmakingen van een paar Amerikaansche bladen inderdaad met juistheid eenige hoofdpunten dor regeling, die voor de toekomst van Groot-Brittannie en Ier land van zoo overwegend belang is, in ’t licht hebben gesteld. De Italiaansche Senator Guarnieri heeft zijn interpellatie over de koninklijke benoemin gen tot lid van den Senaat en over de kiesma- noeuvres, door den premier Giolitti hierbij aan gewend, gehouden. Giolitti trachtte aan te too- nen, dat die benoemingen juist vóór de ver kiezingen geschied zijn om jegens den Senaat niet tekort te schieten in den hem verschuldig- den eerbied. Dit toch zou men der regeering verweten hebben, als zij oud-Kamerleden, die bij de stembus de nederlaag geleden hadden, in het Hoogerhuis riep. Het wordt als een tee- ken van zwakheid des ministers beschouwd, dat hij ten slotte geen votum van vertrouwen ge vraagd heeft of vragen durfde, zooals zijn tegen standers zeggen. Men vermoedt intusschen, dat de Senaat zich niet langer tegen Zuccaro’s toe- Ob sie am blanken Herde stand, Ob sie im Garten Kranze wand, So machten’s and’re Kinder nicht, So wunderhold und doch so schlicht. Gar mancher blieb verwunderd stehn, Dem schmucken Magdlein zuzuschn Und sprach Wer einst die Maid gewinnt, O, der gewinnt ein Sonntagskind. iwaarden I Setter- I rouwI ‘i’riesdorf<1 zuchtte 1 1 voorbij, X lijke ge- ge leert hoogschatten. Ook de afgevaardige v. Stumm van de zgn. rijkspartij beval de aan neming der wet, als noodzakelijk, sterk aan. De heer v. Bennigsen, leider der nationaal- liberalen, achtte, hoewel niet afkeerig van ver sterking des legers, de uitvoering dezer diep ingrijpende wet onmogelijk. Niettemin meende hij dat men wel tot een compromis zou kun nen komen. Bebel kwam scherp tegen de wet op. Caprivi verdedigde haar nogmaals vooral uit militair-technisch oogpunt en hoopte dat het nader overleg met de Rijksdagcommissie alsnog toenadering brengen zou. Vijftien leden van den Rijksdag 3 antise mieten en 12 socialisten hebben een voor stel ingediend om den veroordeelden Ahlwardt ingevolge de onschendbaarheid van de afgevaar digden van de hem opgelegde gevangenisstraf te ontheffen. Nadat verschillende leden van den Rijksdag te Berlijn Woensdag hun standpunt tegenover de militaire wet hadden toegelicht, is het werp naar een commissie van onderzoek 28 leden verwezen. Na het tijdelijk opbergen der militaire kwam een lang en levendig debat over voorstel van Liebermann, om de straf van Ahl wardt te schorsen, hetgeen ten slotte werd aan genomen. Onze lezers weten, dat Ahlwardt tot 21 Februari een gevangenisstraf moet onder gaan, waarvan de Rijksdag hem niet kan vrij stellen, omdat het hiertoe betrekkelijk vonnis kracht van gewijsde had, vóór hij tot afgevaar digde verkozen was. Maar het hangende pro ces, dat nog in hooger beroep komen moet, kon de Rijksdag wegens het privilege der on schendbaarheid zijner leden doen schorsen en, als vóór de sluiting der zitting nog zes maan den verloopen, is het misdrijf, zijnde slechts drukpers vergrijp, verjaard en alzoo niet meer vatbaar voor vervolging. Met 114 tegen 100 stemmen werd een voorstel van Hartmann en Richter om de zaak te verdagen verworpen en ging Liebermann’s voorstel dus door. Gun stig onderscheidden zich bij dezen tegenover Eugen Richter de meeste Joodsche leden van den Rijksdag, door ’t beginsel der onschend baarheid hooger te stellen dan hun begrijpe lijke wrok tegen den beruchten jodenvervolger; dat de republiek sterk genoeg was om het vol ledigst onderzoek te kunnen verduren. En vol ledig moest het onderzoek wezen, omdat hoon en laster anders den boventoon zouden blijven voeren. Met een der regeering gunstige orde van den dag van Challemel Lacour, waartegen slechts 14 leden hun stem uitbrachten, eindig de dit debat. Woensdag hield de Kamer geen zitting maar toch was ’t vrij vol in het Paleis Bourbon. Op heftigen toon werd de toestand besproken en allerlei geruchten liepen rond, waaronder zelfs het aftreden van president Carnot. Ook werd beweerd, dat de regeering voortaan meer in den Senaat dan in de Kamer haar steunpunt kiezen zou; men meende een bewijs hiervoor te vin den in Tirard’s benoeming tot minister van fi nanciën, want Tirard is senator. Woensdag avond is deze van Brussel, waar hij aan de muntconferentie deelnam, te Parijs aangekomen. Ten 3 uur vond een drukbezochte republi- keinsche vergadering plaats, volgens den oproe pingsbrief met het doel belegd om tot een ge meenschappelijk handelen tegen de aanvallen der reactie, die het op den ondergang der re publiek toelegt, te komen. Besloten werd de vroegere „Union Républicaine® te herstellen. Of dit een eensgezinde Unie wezen zal, mag worden betwijfeld. De stemming der bevolking is gedrukt, maar kan niettemin licht dreigend worden. De minachting voor het parlement is tot een bedenkelijke hoogte geklommen en men verlangt dat het tot een beslissing over het schan daal komen zal, door welke middelen het ook zij. Inmiddels gaat de enquête haar gang, hoe wel haar verlangen, den avontuurlijken Corne lius Herz te hooren, niet zal vervuld worden. Deze heeft ’t veiliger geacht zich te Londen te vestigen en heeft op de oproeping der commis sie met toezending van een doctoraal getuig schrift geantwoord, volgens ’t welk hij wegens ziekte het Kanaal niet kan oversteken. Herz verklaart zich echter bereid op hem te stellen vragen schriftelijk te antwoorden. Voorts zijn Woensdag de hh. Rouvier, Clémenceau en Con stans gehoord. De pas afgetreden minister zei- de, dat hij aan zijn in de Kamer gedane mede- deelingen niets had toe te voegen. Wij gaven hierboven reeds in hoofdzaak Rouvier’s verkla ringen. Of de beide andere heeren meerdere inlichtingen gegeven hebben, meldt de telegraaf niet. Tot degenen, die nu wederom aan be schuldigingen blootstaan, behoort ook de oud- minister en senator Devès. Het praatje, dat de heer Carnot zou wenschen af te treden, is naar men wil aan een heftige scène in den ministerraad te danken. Meerdere ministers, o. a. ook Fry- cinet, zouden wegens de heerschende ongunsti ge geruchten het verlangen om hun ambt ne der te leggen hebben doen kennen en dit slechts opgegeven hebben, toen de heer Carnot ver klaarde, dat hij zelf zich dan genoodzaakt zou achten, om eveneens als president der republiek te bedanken. De Duitse he Rijksdag zette Dinsdag de behandeling der militaire wet voort. Met het oog op de bewering, dat meerdere Bondsstaten tegen de voordracht gekant zijn, verklaarde de Saksische minister van oorlog, v. d. Planitz, dat zijn regeering aan de zoo mogelijk onver anderde aanneming van ’t ontwerp groote waar de hechtte. Hij erkende dat bij den eersten aanblik de wet weinig aanlokkelijk was, maar hij meende dat ’t met haar als met zoo meni ge nieuwe kennis gaan zou die men in ’t le ven maakt. Vaak heeft men bij een eerste ontmoeting iets tegen iemand, dien men later Wohl mancher Sanger hat gar oft Auf solcher Bliithe Frucht gehofft. Leid kam durch Lieb’ und fraget nun, Wo blieb das Kind aus Arelun Op zachten, weemoedigen toon stierf het eenvoudige gedicht weg. H ge-| fct. I f weer J ier te 1 lating, over wien de strijd in dit geval liep, verzetten zal. Volgens de Engelsche Standard heeft het Va- ticaan aan eenige bisschoppen, die huu vrees hadden uitgedrukt voor een herhaling der vij andige demonstraties van 1891 jegens de pel grims, welke het Pauselijk jubilé eerlang ho pen bij te wonen, doen weten, dat de Italiaan sche regeering zelve inziet dat haar belang eischt voor de goode orde te waken. Maar ook zonder dat behooren de pelgrims mogelijke ge varen te trotseeren, want als er rustverstorin gen plaats vonden zou daaruit slechts op nieuw blijken, dat de protesten van het hoofd der kerk wegens zijn onver tragelijken toestand alleszins gegrond zijn. In Rome trekt een open brief, in het Latijn geschreven, van denGriekschen opper-procurator Pobedonoszef aan mgr. Vanutelli en in de Voce della Verita opgenomen, zeer de aandacht. De Griekscbe priester schildert den dalenden in vloed der Roomsche kerk in geheel westelijk Europa hij betoogt dat de Roomsche en Griek- sche kerken haar verdeeldheden moeten verge ten en vereenigd de goddeloosheid en onwetend heid bestrijden. DeBu 1 ga ars c ho ministerStambouloffschijnt zich om de dreigementen van Rusland weinig te bekommeren. Hij heeft althans in een door tal rijke afgevaardigden bijgewoonde besloten ver gadering zijn gewijzigd grondwetsontwerp me degedeeld en daarin de van Russische zijde ge wraakte bepaling omtrent de godsdienstige be lijdenis van den verkozen vorst en van diens eersten erfgenaam gehandhaafd. Deze beiden nam. zouden in de kerk, waartoe zij behooren, runnen blijven, behoeven alzoo niet tot de Griekscbe kerk over te gaan. De aanwezige afgevaardigden zegden aan ’t ontwerp hun stenn toe. Volgens Daily Chronicle zou de Italiaan sche minister Brin op een vertrouwelijke vraag der Buigaarsche regeering ten aanzien der er kenning van vorst Ferdinand geantwoord heb ben, dat Italië zich bij dit vraagstuk niet van Oostenrijk en Duitschland kan afscheiden: hij zou gaarne zien dat ten behoeve dezer zaak een Europeesche conferentie werd bijeengeroepen. De Spaanse he premier Sagasta heeft in iipke wruik vegen uvi* uoi.uvii.lvu juuvuvvi.vuigviden senaat het koninklijk besluit tot verdaging door hun stemmen werd een meerderheid voor der Kamers voorgelezen. Bij het uiteengaan der vergadering werd het „leve de Koning® dooreen „leve de Republiek® van den kant der re publikeinen beantwoord. Het optreden van Sa gasta schijnt intusschen over ’t geheel zeer gun stig te woiden opgenomen. Aan ’s lands fi nanciën en aan de administratie der hooldstad verklaart de regeering haar eerste zorgen te wil len wijden. Het weder optreden van den mar kies de Cubas, die wegens geschil met den oud-premier Canovas aftrad als hoofd van ’t Ma- dridsch gemeentebestuur, wordt waarschijnlijk genoemd. Het bekende hoofd der republikei nen, de heer Castelar, heeft aan Sagasta zijn steun toegezegd. Deze wil ook op nieuw po gingen doen tot het sluiten van een handelsver- drag met Frankrijk. n- le- in- J. 37, m- 37 men bij den oud-minister Constans. haar rol te brengen, speelde zij heel onzeker en slecht. Onder het publiek had zij enkel vrienden, die er zich wel over verwonderden, maar ver ontschuldigend zeiden „Zij is niet geschikt om zoo openlijk op te treden, en ook zóo ziet zij er toch allerliefst uit.® Eén echter was er, die scherper opmerkte. Diekhof, die alleen dicht bij de deur stond, zag meer als bedeesdheid in dat voor hem spreken de gelaat. Instinctmatig ried hij alles, en een bitter gevoel kneep hem het hart toe. Het nam steeds toe, hoe langer hij Use’s lieve verwarring opmerkte, haar aarzelend, deemoedig opkijken naar den knappen man, die zijn rol zeer ern stig opvatte, en het werd hem plotseling dui delijk, dat hij dat meisje daar beminde, onuit sprekelijk beminde, en tegelijkertijd werd het hem duidelijk, dat zijne liefde een hope- looze, dat Ilse onbereikbaar voor hem was. Hij kon het niet langer verdragen, haar zoo als het eigendom van een ander te zien het bloed vloog hem naar ’t hoofd, het begon hem voor de oogen te schemeren en met het half toornig, half angstig gelaat van iemand die ver- 1 Hg l BH i I''" Hl ''uebik H|| Wg -jll.77. “'U J 1 uj <.■*1 verguld- A Heinz Forster zat naast zijn zuster, ofschoon het geen Zondag was. Hij zat er naar te kij ken, hoe zij aan een vluchtig behandeld maar sprekend gelijkende beeltenis van Ilse Hilmer bezig was. „’t Is bijna photografisch,® zeide hij, onafgebro ken die bekoorlijke gelaatstrekken beschouwen de. Alleen hebt gij een eigenaardig melancho- <,uvxuiS, ullxl „,,6Uv.6 liek trckje om haar mond gelegd, dat er niet smaad is, verliet hij de voorstelling alvorens bij behoort. Zij is het meest opgewekte meisje het stuk geëindigd was. dat ik ken.® „Of zij dat altijd blijven zal? Trouwens mijn schets is geen portret. Zij moet alleen als illustratie dienen bij een gedicht van Siebel, dat mij de vorige week toevallig in handen kwam. Het is op haar van toepassing, en toen ik haar dat gedurende de les vertelde, was zij dadelijk met liefde bereid een paar malen voor mij te zitten. Ik had het niet eerder aan u willen laten zien alvorens het stukje klaar was gij zoudt dan kunnen beslissen, of ik toch ook niet eenig talent bezit voor het schilderen van figuren. Nu hebt ge mij echter onder mijn werk verrast maar dat doet mij ten slotte pleizier. Dus, het bevalt u werkelijk „Bijzonder buitengewoonantwoordde Heinz min of meer verstrooid. „Maar welk gedicht wilt gij er dan meê illustreeren „Het „Zondagskind® van Siebel. Kent gij het niet „Ik herinner ’t mij niet. Mag ik ’t eens van u hooren Dora ging voort met schilderen, en op den min of meer zangerigen toon dien zij altijd aannam ij de zij „Es war ein Kind in Arelun, ora cht op ont- van wet een ng? nier en i op ovi- :tgij den lem nen ige--^ te en- ris- de en 3en 28 ssie der ias- igs- FO1- erd den lig- un- des e ost isu s 1 '•rar- ling 1 age- I laad I van,] uld- I over I haar I een I heidI was I het I eu I le- I heid I fast- j I oor- I «P J aJ?P ::ur.s in ion 21'd enB ?r-l in-l ik.l iet! op S b,,-| ,as,| yJ ini let, eu| hh na.| ■ld» ter I kq f.'lhroe- ,e- je- A’. J Y vraagd. Tegen zijn krachtig protest in heeft de Kamer het evenwicht der staatsbegrooting verstoord door de zgn. hygiënische dranken van belasting vrij te stellen en tegen zijn advies het hierdoor geslagen gat in ’s lands geldmiddelen willen stoppen door een beursbelasting, die hij als onpractisch bestempelde, omdat in ’94 een F deel der Fransche staatsschuld, de 4'/, pets., kan geconverteerd worden en deze lastige ope ratie door deze belasting zou worden bemoei lijkt. Na een vergeefsche poging van den heer Carnot om Casemir Périer de portefeuille van financiën te doen aannemen is de oud-minister Tirard tot Rouvier’s opvolger benoemd. Aan Rouvier’s heengaan heeft trouwens de treurige Panamazaak de hoofdschuld. Men her innert zich, dat zekere Cornelius Herz, een in Amerika genaturaliseerd Duitscher, twee milli- oen op twee cheques van Reinach ontvangen heeft. Figaro heeft Maandag medegedeeld, dat op 19 Nov. jh, d. i. daags vóór Reinach’s dood, deze met de hh. Cornelius Herz, Clémenceau en Rouvier een conferentie gehouden heeft. In de Justice wordt een en ander nader toegelicht. Herz zou door zijn invloed de aanvallen op Reinach en diens handlangers kunnen doen ein digen, maar Herz bleek onwillig. Hierop had j - Op wiens invloed men mede hoopte, soortgelijke stappen gedaan, maar te vergeefs. Met de woorden „ik ben verloren® was Reinach hierop weggegaan, den volgenden morgen was hij dood. Hieruit blijkt intusschen niets anders van Rouvier dan alleen, dat hij aan een pogiug om Reinach te redden deelgenomen heeft. Wel is ’t zonderling, dat noch hij noch Clémenceau een woord van deze besprekingen, die licht konden werpen op Reinach’s plotselingen dood, gerept hebben, voor dat zij door onthullingen der dagbladen tot spre ken gedwongen werden. Natuurlijk zijn hier uit allerlei ongunstige geruchten geboren. Dins dag heeft de heer Rouvier in de Kamer in an - woord op een vraag van Trouillot verklaard, dat hij als minister van financiën natuurlijk be trekkingen met de groote geldmannen onderhou den moest, daartoe behoorde ook Reinach. Niet wetende dat deze aan een gereohtelijke vervol ging blootstond, had hij er in toegestemd om een poging bij Herz e. a., om de aanvallen der pers tegen Reinach te doen ophouden, te onder steunen. Niets anders had hij gedaan en hij was zich van niet de minste schuld bewust. Men wilde de republiek treffen door al haar dienaren te bekladden, maar hij zou met opge heven hoofde haar als afgevaardigde blijven die nen. Paul Déroulède riep hierop, dat men Lou- bet en Ribot toch niet beschnldigde en een oogenblik later, dat, als de Kamer inderdaad de waarheid wilde weten, men den minister voor ’t hoogste gerechtshof dagen moest, want hij lag nu eenmaal onder verdenking. Hierop ant woordde Rouvier, dat ’t zijn vurigste wensch was, dat men hem aldus de gelegenheid gaf zich openlijk te verantwoorden. Hierop ver liet hij de zaal en ging de vergadering onder groote beroering uiteen. Ook in den Senaat speelde Maandag de Pa- nama-zaak. Daar interpelleerde de heer La combe over de aan de enquêtecommissie ver leende inzage van het Panama-dossier, alvo rens de minister van justitie de stukken per soonlijk had onderzocht, daardoor waren z. i. de rechten der justitie gekrenkt. Evenwel ver langde ook Lacombo dat het volle licht over de feiten schijnen zou, doch uitsluitend langs wettigen weg. De stekelige aanval werd door den premier Ribot beantwoord; hij verklaarde te .leacll S j e '-Mil i' ut d.i 'er-^B n rechts, waar- M verte, M

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1892 | | pagina 3