s
L
1.1 ‘llilll lil 1111 ilNMMff SM.
Aims- IA llll'fllïKÏIE-mill MIIE
n
I
'1
I
s
I
1' I I
■.1'1 1
11-1
ver I
aar I
Jen I
eid I
vas I
lui I
en
le- I
till I
.St- I
3f- I
<>P
d-l>!
.ar ,9 I
fHvl
llrts
!r’ o
(1- lel
li.
No. 103.
1892
Z E V E N-JE N-V E E R T I G S T E JA A R O
VREDESKL ANKEN.
i-
ijk
L.
m.
-I
le in-l
ft '!1>|
>- A.|
l" iet.1
P I
r bo-|
x,
N C4.
ZATKK I> A
24 DECEMBER.
.00.
IS
aN
Lr
n
X
.ge tol
.tendienl
gehetn
loon b J
Mi vail
Ill
♦M cul
I, -na.l
A uteri
eljj-l
etr, op!
U"2roe-
ge-
OEEKER
•k
r
j
j waardeering onderling zal
•<?-
zuchtte I
X I
voorbij,XJ
ke ge- I
geiuufi^ J
,00,
- a
1
IA.
;rd
dia-
en
IN.
1.00
I.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
aarden
Sotter-
.uw
iesdorf
H
pr
r
td
ie
|^e
n-
V,
M.
!C.
■F1
le
lï
la
e
t’f
Li
f
7s
7«
7.
7i
7»
74
7a
8
7»
7.
AVT.
1 50
9 i
5 a
80.
hoogere wijding geven.
Waardeering der volken onderling; het besef
j dat in alle landen goede mensehen wonen, zal
een einde maken aan de oorlogen.
Of dan waardeering een illusie zou zijn
Wie zou dat durven beweren
Neemt niet het humaniteitsgevoel steeds groo-
ter afmetingen aan
iom-a
f dal
i ve:
ertoon-
i i r- K
Vl'l’tl’, K
hip M
I ging1
tn naar 1
n wi: -S
jrguld-
j ver-
A aesph
“.7/. xen
weer
sr te 1
orden I
.rende I
i over 1
En I
klaar 1
den I
tgeluk I
venen. I
leelen, .1
ts aanl
laarbij.'
„Vrede op aarde In mensehen een welbe
hagen
Met deze boodschap kwam de timmermans
zoon van Nazaret ter wereld.
En zij die deze stem begrepen, moeten zich
wel gelukkig gevoeld hebben toen ze deze woor
den van den zaligen vrede indronken.
Het was voor hun eenvoudige harten nog
een geheim, dat vrede, eeuwige vrede, niet ge
plant wordt gelijk de rozestruik in de stille
gaarde.
Het was hun natuurlijk niet geopenbaard, dat
de roos zoo even ontloken, dat het leven zoo
juist aanschouwd en neergelegd in de kribbe,
zou zijn een leven van strijd en bittere erva-
ring
Dat het de menschheid een boodschap van
blijdschap en heil zou brengen, waardoor harts.
I tochten werden gewekt naar geluk en waardoor
hartstochten geprikkeld werden van zelfzucht
en behoud hartstochten die elkander met vuur
bestoken en de wereld in lichterlaaie zetten
zouden.
En toch bracht zijn boodschap vrede op aarde.
Vervolgd; benauwd aan ’t kruishout gena
geld, vloeide daar van zijn lippen niets dan
vrede, vrede die zijn gemoed had met zijn God.
En bij die jongeren, welke hem volgden, bracht
het vrede. De gevangenis-wanden die hen om
sloten, de boeien die hen omknelden en pijnig
den, als ze getuigen konden, ze zouden ons mel-
den van dien vrede welke hun harten beheersch-
te en die zich uitte in lofliederen aan hun God.
Zij brachten den vrede op aarde, maar hun
leven was te kort om het einde te beleven van
den strijd welke hun Evangelie had opgewekt.
Het zwaard werd getrokken door de mannen
van het behoud, om dien toekomstdroom te be
kampen. En zij vochten en hebben gevochten
Worden niet hier en elders pogingen aange
wend vroeger ongekend om den strijd der vol
keren, den strijd der klassenbelangen tot een be
vredigend einde te leiden.
Voor ieder die een open oog heeft, kan er
geen twijfel blijven aangaande de hemelsche tij
ding, dat er komen zial
Vrede op aarde
Neen, een illusie is het niet die broeder
schap! Over den muur der vooroordeelen heen
leidt de weg naar dien vrede. Veel zal er wel
licht nog moeten gestreden worden tegen den
nevel die de menschheid zoo dikwijls nog leidt
van het spoor; maar een warm geloof en
kloeke hand zal ons heenleiden naar die hoog
te, waar het allen wel zal zijn. Wanneer
Vroeg of laat niemand zegt het ons. Maar
de menschheid schrijdt voorwaarts. Ze komt er.
„Uit de neevlen zal de dag
Zeker eenmaal rijzen
VERGADERING
van den Gemeenteraad van Sneek.-
op Dinsdag den 27 December 1892,
des avonds ten 8 uur.
punten van behandeling:
Resumtie der Notulen.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Benoeming van een Armvoogd.
Alsvoren van een Weesvoogd.
Adres van den Protestantenbond.
Vaststelling van het 2e Suppletoir-Kohier
van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1892.
BEKENDMAKING.
Inschrijving voor do Nationale Militie.
BCRUEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Siieek,
Gelet op art 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Au
gustus 1861 (bcaatsblad uo. 72) zo mis die is gevvyzigd by do
wet van 4 April 1892 (Staatsblad no. 56);
Brengen ter kennis der ingezetenen, dat by hoofdstuk III
dier wet, handelende over de inschryving voor de militie,
onder anderen voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die op den laten Januari van het Jaar
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of
zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2 hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
tijdstip voorafgaande, achttien maanden iu Nederland verbluf
hield
8. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
is z.tfn voogd geen ingezeten, mits hy binnen het ryk verbluf
houdt. t
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo»
rende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid te aange
nomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of, z|jn beiden overleden, de
voogd woont;
2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder ot voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s lands geves
tigd is, in de gemeente waar hij woont;
4. van den buiten’s lands wonenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van ’s lands dienst iu een vreemd land
woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst iu
Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven;
1. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een In
gezeten, die geen Nederlander is
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die, ter zake van ’s Lauds
dienst in ’s Rijks Ovcrzeesche bezittingen of Koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge
schreven is verplicht, zich daartoe by Burgemeester en Wet
houders aau te geven tusschen den Isten en 31sten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zyn vader,
of is deze overleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden,
I zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar,
I doch vóór het volbrengen van z(jn 20ste ingezeten wordt, is
i verplicht, zich, zoodra dit plaats heelt, ter inschryving aan tö
geven bijBurgemeester en Wethouders der Gemeente, waar d«
inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden.
Daarby gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede van
art. 18. x
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het Jaar, waar-
toe bij volgens aiju leeftijd behoort.
Ie
eur
09, ,'^lle eeuwen door, die reactionairen ze hebben
gevangen genomen, gegeeseld, gebrandmerkt
En toch bij al die dierlijke uitbarstingen van
het conservatisme, was eivrede op aarde
Was er vrede, die als hemelsche muziek ruisch-
te in de snaren van het gemoed te midden van
al die hartstochtelijke aanvallen was er vrede
in het hart van die vervolgden en gejaagden
om des vredes wil. Zij stonden pal voor hun
jeloof aan het ware. Zij duldden en stierven
n vrede voor dat geloof. En daarmee hebben
zij bewezen hoe krachtig het geloof is in het
bestrijden van zinnelijke opwellingen en neigin
gen een geloof, dat bergen verzet en dat ook
iterk genoeg werd bevonden om den vijand te
^verwinnen en te ontwapenen, hoezeer deze
ook oppermachtig scheen.
Want toen de geloofshelden geveld waren,
stonden de moordenaars beschaamd, niet zoozeer
over hun gewelddaad, als wel, over het verlies
dat de wereld had geleden. Bij de doodsro-
cheling van de gefolterden, was het hun helder
geworden, welke kracht deze martelaren beza-
*.ién over zich zelf.
Zoo is de partij van het behoud altijd geweest.
Kinder gevoelig voor het edele, als wel bere-
L
itr- I
in' 1
at ,p
kenend.
Hiér weet ze den geloofsheld in den hoek te
dringen en elders weer wordt hij ontzien, ge
vleid zelfs-. Zoo was en is nog de levenshisto
rie van het conservatismeeen halsstarrige,
weerbarstige, alleen te genezen, wanneer hem
de taak wordt opgelegd om zijn leven geheel
te wijden aan den dienst der menschheid. Dan
eerst komt de ziel voor den dag en krijgt hij
besef er van dat het leven schoon is en dat er
vrede te vinden is op aarde.
Zoo is alle geest, gelijk het roosje dat niet
wil ontluikenschuchter, conservatief. Maar
eenmaal iu ’t zonlicht geplaatst spreidt de roos
haar bloemkroon uit en sprenkelt ze haar geu
ren op de vleugelen van den wind, als om aan
de wereld rondom haar een proeve te geven
van dien vredigen geur, van den adem des
vredes.
Vrede op aarde!
Wanneer straks de schare der geloovigen dit
lied aanheft, dan zullen velen van hen denken
aan dien uiterlijken vrede, waarbij mensehen
en mensehen elkander ongemoeid zullen laten.
Die voorstelling behoeven we het hier te
herhalen is met de werkelijkheid in droe
ve tegenstelling.
Er is strijd tusschen de kerkgenootschappen
en jammer, erg jammer voorzeker, omdat het
hier de onzichtbare, hoogero dingen geldt,
die strijd is zoo hartstochtelijk bitter en zoo
persoonlijk. Iu elke religie is het einddoel, den vol
maakten God in Zijn volmaaktheid te evenaren.
Maar veelal wordt daarbij uit het oog verloren
deze hoedanigheid van den Volmaakte: dat Hij
alle godsdiensten duldtdat Hij er vrede meê
heeft.
Waar meu dan ook het woord godsdienst
hoort noemen, is het de onverdraagzaamheid, die
men er bijna altijd aan verbonden denkt.
De vraag naar het ware geloof moge voor
den mensch, die tot zich zelf inkeert, een be
langrijke vraag zijn wanneer ze uit de bin
nenkamer wordt overgebracht in het publieke
leven, sticht ze onnoemelijk veel kwaad en
leidt niet tot eenige redelijke bevredigende uit
komst. En dat komt, omdat men meestal het
uiterlijke, de leer, tot punt van geschil maakt,
terwijl het innerlijke, de vrede, er bij zoek is
Nog steeds blijft hier de meening heerschen-
de, dat de wapenen moeten uitmaken, welke leer
de ware is. En intusschen is het voornaamste,
de boodschap van den vrede, waarover eigen
lijk de twist loopt, ver te zoeken.
Vrede op aarde!
Maar in de maatschappij is het een strijden om j
het stoffelijke, een strijden op leven en dood! maken aan anes wat den godsdienst ontsiert
TTamtaal on nrhpid lovon mnlrlron/l on wrnlr- i tv t t
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Kapitaal en arbeid leven mokkend en wrok- j waardeering onderling zal aan den maatschap-
kend naast elkander. ^eiijken strijd, bij alle verschil van inzicht, een
De menschheid, in vakken of klassen afge-
deeld, is in den strijd der belangen meer dan
ooit verdeeld in zich zelf.
En al strijdende worden wapenen aangewend
die de hartstochten aanblazen; wapenen, die den
mensch, welke ze gebruikt, ontsieren en die
niet brengen kunnen wat men er van verwacht
Vrede op aarde!
En waar zoo de maatschappelijke strijd wordt
beheerscht door hartstochten en onuitroeibare
vooroordeelen en standsbegrippen, daar is het
nog slechts een vraag van tijd, wanneer die mok
kende en wrokkende partijen met elkaar slaags
zullen roken.
De klassenstrijd is zeker niet het middel om
vrede op aarde te brengen. Maar de brandstof
wordt aangedragen en heeft reeds een aanzien
lijken omvang gekregen.
En inmiddels gaat men voort met alle be
middeling af te wijzen, en wordt de partij, die
zich tusschen de twee vijandelijke groepen als
de verzoenende heeft aangeboden, bestookt of
met minachtende hooghartigheid voorbijgezien.
Waarlijk, er is reden voor de twijfelende vraag
van waar de vrede, de door allen verlangde,
komen moet, zoolang de menschheid kortzich
tig genoeg blijft om niet te begrijpen, dat de
bloedige botsing, welko wordt uitgelokt aan de
eene, en bewerkt aan de andere zij, den bode
van het Kerstfeest tot een bespotting zal maken.
Vrede op aarde!
Maar de natiën der beschaafde wereld staan
tot de tanden gewapend, slechts wachtende op
het oogenblik dat de vonk in het kruitvat wordt
geworpen om heel ons werelddeel te maken tot
een schouwplaats van menschenslachting.
En inmiddels gaat de militaristische geest
voort met den haat der nationaliteiten onder
ling aan te wakkeren, door bij de opvoeding en
bij de voorlichting der schare het nationaliteits
gevoel aan te zetten.
Met minachting wordt gewezen op de pogin
gen vau hen, die arbitreerend tusschenbeide wil
len treden en de verzoening en ontwapening
willen voorstellen.
Waarom niet die verzoenende hand aangeno
men
Waarom niet met den moed der overtuiging
alle bereikbare middelen aangegrepen, die er toe I
meewerken kunnen om den broedermoord in
het groot te voorkomen?
Is er ooit iets groots bewerkt, wanneer men
reeds bij den eersten stap het ideaal een illu
sie noemde
Vrede op aarde!
Zou dat ideaal ook soms een illussie zijn
Voor allen, die met Jezus van Nazaret geloo-
ven aan de groote waarde van den mensch,
moet hei antwoord op die vraag beslist ontken
nend zijn.
Waardeering van de rechten des mensehen
alleen; ware humaniteit slechts zal vermogen de
slagboomen weg te nemen.
Waardeering op kerkelijk gebied zal een ein-