kleine stukjes
Eu
Gedrukt en uitgegeven bij
W. COOL van BOK MA, te Sneek.
v
I afs
I de|
haa|
bre’.
ac
oe
h|i
is bepaald verschillend van het onze. Afgeschei
den nog van het verschil in opvoeding, van ge
loof, dat men althans nog terzijde kon laten,
blijft in elk geval 1--L_li LA
stel
nel
aai
vin
g'j
Ik wil hen en mij het leven niet vergallen.
Goddank, ik kan vergeten, wat in dit vuilaar
dige klad staat. Het zou treurig met mij ge
steld zijn, als ik dat niet kon."
Hij scheurde de brieven aan
en wierp die in de snippermand. Als Kobalt
zich echter had voorgesteld, dat het gelezene
bij hem geen spoor zou achterlaton, dan ver
giste hij zich. Van het gift van den laster
heden, alsof hij modiste en 1
persoon was. Het was duidelijk, dat zij daarbij
geloofde, zich in niets te buiten te gaan.
was blijkbaar de gewoonte van haar land. L
grenzen door de zeden aan 't geoorloofde gesteld,
j zijn in de tropen vrij wat ruimer als in de ge-
matigde luchtstreken. Ondanks die vertrouwe-
I lijkheid behield Theresa voor den architect toch
[altijd iets vreemdsoortigs, evenals alle organische
[beelden in deze oorden. De exotische pracht,
de bonte verscheidenheid der vegitatie bracht
en f'
tot volle bewondering; maar het ging
ouiten zijn gemoed om. Hoe geheel anders had
hij gestaan tegenover de vaderlandsche boomen
n het bosch en
luitsche velden
w
I h
heet,
moe
zich
reis
wij
wij
well
trefï
nen,
vers
F
evel
„Nu heeft liet veel-
van vertrouwelijkheid. Kobalt merkte niet, dat
deze oppositie opzettelijk gebeurdehij beschouw
de haar spel als onbewuste eoquetterie, waarin
het verlangen werd uitgedrukt, om Martini ge
durig beter te bevallen. Het gevolg daarvan
was, dat zijn houding tegenover zijn vriendge-
durig koeler en vormelijker werd, en wel in die
mate, dat Martini hot eindelijk wel merken
moest.
Martini wilde den man, wien hij zooveel te
danken'had, niet met de vraag tegemoetkomen
„Wat hebt gij tegen mij?" Daar hij zich geen
schuld bewust was, zweeg hij met gekrenkten
trots en trok zich langzamerhand meer en meer
terug, zonder in zijne houding tegenover de be
woners der villa Theresa eenige verandering te
laten merken. Tegenover de dame des huizes,
die hem al heel spoedig naar de reden vroeg,
verontschuldigde hij zich met eene overlading
van werkzaamheden, en dat oogenschijnlijk op
goede gronden, daar de lust tot bouwen toenam
en hij bij de aristocratie in de mode was. The
resa geloofde hem aanvankelijk ook; toen hij
echter gedurig zeldzamer aan huis verscheen
en ook naliet, zooals anders, haar in de schouw-
burg-loge op te zoeken, kwam zij tot de over
tuiging, dat het zijnerzijds in de bedoeling lag,
om de tot nu toe onderhouden betrekkingen
langzamerhand af te breken.
En daarover maakte zij zich boosdie koude,
berekenende handelwijze van den duitscher
wekte hare verontwaardiging op.
„Senhor Luiz vermijdt ons," zeide zij tot haar
man. Hebt gij ’t een of ander met hem gehad
„Niet het minste," antwoordde Kobalt. „Als
hij van ons af wil wezen zullen wij niet
trachten hem vast te houden."
„Hij is ondankbaar." ging Theresa opgewon
den voort. „Hij wie zou dat gedacht hebben 1“
„Zou het u zoo zwaar vallen, zijn omgang
geheel te moeten ontberen?" vroeg Kobalt on
voorzichtig.
Dadelijk vatte de dochter van het zuiden vuur.
„Als ik het voor mogelijk hield dat in die
vraag een verborgen zin lag, dan zou ik zeer
genadig zijn, als ik haar eenvoudig ignoreerde,"
antwoordde zij terwijl hare donkere oogen flik
kerden.
„Waar denkt gij nu aan?" vroeg Kobalt zich
intoomende. „Ik begrijp de reden niet van uwe
opgewondenheid.
Wantrouwend keek zij hem aan. „Uw vriend
een man van eer, dien ik hoogacht," zeide
Dergelijke menschen verliest
jlover: het onderscheid van het
overgeërfde volkskarakter van liet ras, als
gij zulks juister vindt. Wat de ouders scheidt
moge zich bij de kinders verbinden, en dat
schijnt wel zoo, misschien zelfs tot eene
igelukkige vermenging verbinden; maar wie
zou lust gevoelen, zelfbewust aan zijne onge-
j| boren nakomelingen het offer te brengen van
Jleene onbevredigende huwelijks-verbintenis?"
„Ik dank u voor de waarschuwing," ant
woordde Martini vroolijk. „Maar ik zal wel
niet in de gelegenheid komen er van te profi-
I teeren."
jj O, hij zou er zijn hoofd onder verwed hebben
Daarvoor had hij niet alreeds getrouwd moeten
-^geweest zijn: een
jJis bang voor ’tvuur!
u niet geregeld mijn haar willen toevertrouwen,
don Luiz; gij haalt de kracht spoediger uit mij,
als iemand anders." Sedert dien tijd had hij,
als hij in de onmiddellijke nabijheid van The
resa was, altijd eene gewaarwording alsof dat
wonderlijke proces op nieuw zou beginnen, zij
’t dan ook vrij wat minder sterk.
Geheel anders waren de indrukken, welke
hij van het geestesleven der exotische vrouw
ontving. Zij was, wat de wereldsche zaken
aanbelangde, heel goed op haar plaats en oor
deelde over alle zaken, het dagelijksch leven
betreffende, met een zeer gezond verstand. Maar
zij scheen bepaald blind te zijn voor alles, wat zij
met haar verstand alleen niet vatten kon. Van
het metaphysische in de kunst en in den gods
dienst, had zij hoegenaamd geen begrip. Hare
opvatting van alles en van ieder was absoluut
prozaïsch. „Zij bezit noch gemoed noch fan
tasie," zei Martini bij zich-zelf.
Nadat hij in de stad was gaan wonen, bracht
hij de Zondagen geregeld in de villa Theresa
door. Sedert zijn naam bekend geworden was,
I bemoeide de praatjes-pratende wereld, die inge-
volge haar natuur altijd boosaardig is, zich ook
met hem. Het werd als uitgemaakt beschouwd,
dat hij de minnaar was van donna Theresa.
Wel is waar had Theresa nooit aanleiding ge
geven, haar tot ontrouw in staat te achten;
maar daaraan stoorde de laster zich in !t minst
i niet. Zooals gewoonlijk vernamen de beide be-
1 trokken personen er niets van. De naaste ken-
nissen, die in de gelegenheid waren den omgang
tusschen Martini en donna Theresa gade te
slaan, haalden verdrietig de schouders op over
En zoo ging het onge-
ver-
is een man
zij langzaam.
men niet graag."
Kobalt twijfelde er niet aan dat hij het ge
weest was, die Martini verdreef. Een oogenblik
voelde hij berouw. Hoe menig heerlijk avond
uurtje had hij met hem doorgebrachtZou hij
nóg met hem kunnen doorbrengen, als hij slechts
wildeAls hij slechts dat sombere gevoel over
winnen kon, dat met zijn beter ik in strijd was
„Denkt gij, dat het mij onverschillig zou zijn,
of hij zich van ons verwijderd houdt of niet?"
riep hij uit.
„Welnu, spreek dan met hem," viel Theresa
met vuur in. „En bestaat er een misverstand,
ruim het dan uit den weg."
Haar warmte ergerde Kobalthet gebeurde
zelden dat zij zooveel temperament toonde.
„Gij verlangt te veel," antwoordde hij. „Na
al ’t geen ik gedaan heb, zou ik nog moeten
bidden en smeeken Dat kan ik niet."
Theresa haalde de schouders op. „Mannen
trots te buigen die taak is voor mij te zwaar
zeide zij. „Dan zal ik mij maar liever verder
niet boos maken."
Zij dacht er echter niet aan, de zaak nu
maar werkeloos af te wachten. De lijdelijke te
genstand van haar man had haar nog meer
geprikkeld; zij deed, wat zij nooit zou gedaan
hebben, als zij in staat ware geweest, kalm na
te denken. Uit trots werd zij ondernemend:
den volgenden morgen reed zij naar de stad en
wel regelrecht naar de woning van den architect.
’t Was veeleer schrik dan vreugde, welke
Martini beving, toen hij donna Theresa zijn
werkkamer zag binnentreden.
Op levendigen toon begon zij hem dadelijk
te verwijten, dat hij haar veronachtzaamde. Hij
voerde de vroegere verontschuldigingen aan,
maar op minder vasten toon; haar plotselinge
verschijning had hem zijn tegenwoordigheid van
geest doen verliezen.
„Neem mij niet kwalijk," antwoordde The
resa, „maar ik geloof geen woord van ’t geen
gij daar zegt. Ik weet hoe vlug gij werkt
ik weet zulks van vroeger, uit de heerlijke da
gen toen gij nog vreemd waart in ons land en
u door ons boven in den toren liet opsluiten
Neen, neen, senhor Luiz, zóo komt gij niet van
mij af. Oude vrienden, zooals wij, dienen op-
„Wat denkt gij te doen?" vroeg Kohier.
„Niets," luidde het besliste antwoord. „Een
kan men den mond snoeren,
maar een on
bekende bende moet men in ’t duister laten
Zou ik misschien tegen mijn vrouw en
kamenier in éen mijn vriend moeten zeggen: in de gezelschaps-
1 1 .«bj kringen, waarin gij vrijmoedig verkeert, bevin-
Het I den zich een massa menschen die u achter uw
De rug van een schandelijke handeling betichten?
«zijn in de tropen vrij wat ruimer als in de ge-
«A_._1_ 1Vx_x1l1-i:_X
I lijkheid
[beelden in deze oorden.
hem in verrukking
mee
l lijkheid aanvullende gezellin gevonden heeft.
Als hij verstandig is, stelt hij zich daarmee te-
vreden en bederft zijn leven niet door een kna
gend verlangen naar een' beteren toestand, wel
ke hem toch door geen God kan gegeven wor
den."
Zoo verstandig was Luiz Martini niet ge
weest, toen hij nog Adolf Kern heette en Ur-
sula met hern leefde en er aanspraak op maakte,
i in hare eigenaardigheid geduld te worden.
Kobalt ging voort: „Als gij ooit in verzoe
king mocht komen, eene der dochteren van dit
land tot uw echtgenoot te nemen, stel u dan
dit althans duidelijk voor: het gevoel, ook van
de beschaafdste, de meest begaafde onder haar,
sleepte, hem dikwijls
blijft altijd iets hangen. Ook Kobalt betrapte
1 er zich-zelf op, dat hij het gedrag der ver
dachten tegenover elkaar gadesloegwat hij
I vroeger nooit gedaan had. En dan schaamde
lividuön; hij gevoelde met hen, als hij zich hij zich telkenmale over zijne zwakheid, zonder
i-- „„„„„kTusschen j deze echter geheel te kunnen overwinnen. Als
en hem werkte een geheimzinnig medium, of bij boete wilde doen voor zijn zondige ge
dachten, werd hij teederder tegenover zijne
vrouw en hartelijker jegens zijn vriend.
Toch verviel hij zoo nu en dan weer in het
zelfde euvel. Juist gedurende die aanvallen
van berouw, waarin hij Theresa met vernieuwde
warmte naderde, werkte hare in volle rijpheid
prijkende schoonheid met te meer kracht
I op hem. Na een tienjarig huwelijk hadden de
gewoonte en de zekerheid van het bezit zijne
oogen voor de bekoorlijkheid zijner echtgenoote
verzwakt; thans keerde het volle gezichtsver
mogen bij hem terug. De zwellende golf der
liefde bracht hem op nieuw in de periode van
smachten en verlangen. En nu begon zijn
vriend hem lastig te worden; thans voelde hij
zich geprikkeld door den onschuldig lossen toon,
die tusschen Martini en Theresa een gewoonte
geworden was. De anders zoo kalme en bere
deneerde man werd een prooi van afwisselende ge
moedsstemmingen. Als iemand tegen hem gezegd
had, dat hij jaloersch was, dan zou hij die be
wering met verontwaardiging hebben afgewezen.
En toch was hij ’t! Hij leed aan dien vorm
der ziekte, waarin de aangetaste van een ander
ook nog geen lachje gunt aan degene, die hij
beschouwt als hem toe te behooren.
Theresa was veel te scherpzinnig, dan dat
ook haar deze verandering in het karakter van
haar man niet zou zijn opgevallen. En hoe
aangenaam zijne toenemende toegenegenheid
haar dan ook zijn mocht, zoo wilde zij zich toch
niet laten belemmeren in haar vrijheid. Zij
had met Martini op; zij kon niet inzien, waar
om zii de toegeeflijkheid aan eene verliefde arril
wijl Theresa hem het vuur aan de schenen leg
de, was hij plotseling tot het besef gekomen,
dat zij-zelve het was, die, zonder het te weten,
de verhouding tusschen Kobalt en hom ver
stoord had. Voor dezen was hij de lastige „dritte
im Buude" geworden. En dat nog wel ondanks
de weinige vastheid van dat verbond, waarover
Kobalt zich met philosofische gelatenheid tegen
over hem had uitgelaten; ondanks zijne dis-
creet-voorzichtige terughouding tegenover de
vrouw des huizes, die zich zoo ongedwongen
blootgaf
„Houd het mij ten goede, donna Theresa,
als ik u op die vraag het antwoord schuldig
blijf," antwoordde hij. „Stel u tevreden met
de verzekering, dat mijne gezindheid jegens uw
echtgenoot en jegens u onveranderd dezelfde
gebleven is namelijk die van hartelijke dank
baarheid en trouwe aanhankelijkheid, verbonden
aan den wensch, u wederkeerig van dienst te
kunnen zijn."
De toon waarop hij sprak, gaf aan zijne
woorden den stempel der waarheid. Hij voelde
wat hij zei, en Theresa voelde het eveneens.
Met neergeslagen oogen en met haar parasol
figuren op den grond trekkende, stond zij na
te denken. Op ééns schrikte zij op„Dat kan
het niet wezen! Neen, dat zou al te dwaas
zijn Kobalt Gij vergist u, senhor Luiz
daartoe is Kobalt niet in staat
Zij brak plotseling af. Wat zij bedoelde
zou dan toch tusschen haar en Martini wel het
allerminst besproken en opgehelderd kunnen
worden. Een vluchtig blosje kleurde hare wan
gen. En als het nu toch eons zoo was? En
zij, niets vermoedende, hot beste bedoelende,
had een stap gedaan, die verkeerd genoeg kon
worden uitgelegd zij bevond zich in Martini’s
woning, alleen met hem, en zonder voorkennis
van haar man
Zij kleurde nog sterker.
Martini zweeg. Hij ried hare gedachten.
Zijn zwijgen gaf haar do zekerheid dat haar
laatste vermoeden juist was. Martini had cor
rect gehandeld. Maar zij?
Nog nooit in haar leven was zij zoo bedrem
meld geweest. Haastig ging zij opstaan, maar
zij kon het juiste woord niet vinden om afscheid
te nemen. Als een bevende vrouw, met den
blos der schaamte op de wangen, zoo stond zij
voor Martini.
Zoo bekoorlijk, zoo begeerenswaard was zij
hem nog nooit voorgekomen achter het pantser
van haar zelfbewustzijn, als op dit oogenblik,
nu zij in hare verlegenheid en benauwdheid
niet in staat was zich te maskeeren.
Half uit medelijden met haar treffende hul
peloosheid, half ook meegesleept door een war
mer gevoel, vatte hij hare hand en bracht die
aan zijne lippen, terwijl hij zeide: „Ik vrees,
donna Theresa, dat wij elkaar van dit oogen
blik af nog zeldzamer zullen ontmoeten."
En nu wrong zij zich met een zucht van de
lippen: „De Hemel mag weten, hoe dit alles ge
komen is! Niet waar, gij blijft mijn vriend? Gij
moet, don Luiz! Bespeurt gij niet, hoe het
lot ons tot elkaar voert?"
Nog altijd hield Martini haar hand vast.
„Dat schijnt bijna zoo," zeide hij met een
diepen blik in haar vochtige oogen, die radeloos
op hem gevestigd waren.
„Ik moet weg," zei Theresa zacht. Maar zij
verroerde zich niet.
De geur dier exotische plant bedwelmde Mar
tini. Hij boog zich over haar heen en kuste
haar op het voorhoofd: „Vaarwel!"
Nu sloeg zij hartstochtelijk de armen om zijn
hals en drukte heftig hare lippen op de zijne.
En even plotseling liet zij hem los.
„God zal het mij vergeven; ik kon niet an
ders!" riep zij uit.
En toen vlood zij haastig weg.
Martini bleef op dezelfde plek staan, totdat
hij het rijtuig van Theresa hoorde wegrollen.
Daarop keerde hij langzaam naar zijn schrijftafel
terug. „Wat was dat?" vroeg hij zich ontsteld
af. „Ben ik schuldig; is zij ’t
Hij schudde het hoofd en vond geen antwoord.
Wordt vervolgd.)
Kiende en
lleen ander geworden is,
llen zal?
Eigenaardig was
jllover donna Theresa.
welke hem so
de nederige bloemen op de
Zij spraken tot hem als in-
wdiepte in hunne aanschouwing.
hen
fieersclite een zekere familie-relatie. De eiken,
le berken, de pijnboomen, de weilanden zij
vertoonden hem een vriendelijk gezicht en ke
ken hem met vertrouwelijke oogen aan; de adem
tocht van poëtische schoonheid zweefde over
tien. En daartegenover die palmen, die reusach-
■ige cactussen en heel die weelderige planten-
J;roei wat waren zij voor hem? Phantasti-
Bchfi_ggillen der natuur, door de brandende zon
Iiitgebroed! Hoe zij werkten en zich outwik-
jcelden dat kwam hem altijd op nieuw even
■•aadselachtig voor.
En evenzoo de echtgenoote van zijn vriend
Vwowel wat haar uiterlijk als haar innerlijk aan-
/•'lielangde. In deze omgeving paste zij, en in
’jf- geen andere. Dat de type harer schoonheid
iets bedwelmends had, evenals de geur der bloe-
Mnen in den tuin der villa, dat ondervond
^Martini, als kunstenaar, vaak genoeg. Welk
Mp^ten model zou zij voor hem hebben kunnen
Burijn als hij schilder geweest was! En toch:
uj zou zich nooit haar dankbaarheid verworven
fim®iebben; er zou altijd iets zijn overgebleven wat
1 «4iiet tot zijn volle uitdrukking kwam en wat
w "Joch bij de levende Theresa behoorde: de glans
1wan het bloemrijk leven waarin zij verkeerde.
Y Eens liet zij zich in Martini’s tegenwoordig-
P** |ieid friseeren. Toen de kam door haar dik,
I a®jswart haar getrokken werd, kon men het hoo-
L,rsi'en knetteren. „Gij zijt erg electrisch, senhora,"
^rPTieide hij verwonderd. Zij keek hem vroolijk
p lachende aan. „Neem den kam maar eens, als
gij de vonken voelen wilt," zeide zij uitnoodi-
frend, Eu werkelijkde vonken snronuen on
kind, dat zich gebrand heeft,
En toch Wie is in
staat vooruit te zeggen, hoe hij na verloop van i het loopende praatje,
haar en dag, als hij intusschen zich ontwikke- hinderd verder en gaf zelfs aanleiding tot
onder nieuwe sterren voortlevende, scheidene anonieme brieven van welmeenende
geworden is, hoe hij dan hande- I „vrienden" aan Kobalt. Hij liet ze aan zijn
I compagnon Kohier zien:
Martini’s verhouding tegen- kleurig monster mijn huis op de tong lees
luvm uuuiia. xiiurvsa. Zij had zich aangewend, maar eens!"
hem met eene vertrouwelijkheid te behandelen, i
mtijds pijnlijk werd. Zij vertelde
I hem met de meeste vrijmoedigheid dingen, die, enkele lasteraar
volgens europeesche begrippen, in een gesprek als men hem te pakken krijgt:
tusschen een heer en eene dame niet geoorloofd LA-
zijn; zij sprak met hem over hare toiletbenoodigd- sissen.
i kringen, waarin gij vrijmoedig verkeert, bevin-
van haar man zóóver drijven zou, dat zij den
vriend des huizes van zijne bezoeken moest doen
afzien. Zij deed veeleer het tegendeel: zij gaf
aan haar omgang met Martini een zweem meer
recht tegenover elkaar te zijn. Laten we el
kaar eens goed in de oogen kijkenwat zit er
tusschen ons?"
Martini raakte in pijnlijke verlegenheid. Ter-
IMartini’s hand over. Een verrassend gevoel
I beving hem, toen hij dien stroom van haar le-
ven in ‘t zijne voelde overstroomenverschrikt
#- Liet hij den kam vallen. Theresa zei„Ik zou
3
nvarmwvftia vnllralroralrfar-vnn lipt. O.ls
dcre*
Ei
-\1 «1 Fly Txril liixn nio run Iattam Y11A*- TT AHA.111 An