ClSn'fHHEnMJMmiSfflL
r
o
O
InscaniviaB foor fls Nationals Mililiè.
fflfflS- IIIIÏRÏBTIHUD ÏOOR Oï
I
I
-
No. 3.
ACH. T-E N-V EERTIQ8TE J
A A R GF A N C.
1893.
I
TER OVERWEGING. i achtige stemming tegen elkaar ingaan, geweld I
11 TAX LAR I.
eigen prestige, dan op de wijze die hand gesteld
gd
maatschappij i
31
ver-
50,
thans bij uitsluiting
L
o.
Alle brieven
in te zenden.
a
a
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
’/J Cents. Bij abonnement is de prijs
-te vernemen bij
mogelijk worden lijke jammer tengevolge
-i er
de aanvechting tot
m,
‘n-
te
IS,
kennisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, gevolg gevende aan art. 150
der wet op de Nationale Militie van den 19den
Augustus 1861 {Staatsblad no. 72), zooals die
is gewijzigd bij de wet van 4 April 1892 {Staats
blad no. 56), noodigen bij deze de lotelingen
der Nationale Militie van deze gemeente uit,
die verlangen bij de Zeemilitie te dienen, zich
daartoe vóór den laten Februari a. s. ter ge-
meente-secretarie aan te melden.
Sneek den 3 Januari 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BENNEWITZ, Secretaris.
ADVERTENT1ËN
voor eiken regel meer
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
;st
BURGEMEESTER ex WETHOUDERS der
gemeente Sneek herinneren alle Ingezetenen,
die in 1874 zijn geboren en zich tot dusver
niet voor de Nationale Militie, lichting 1894
hebben doen inschrijven, aan hunne verplich
ting, om zich daartoe alsnog aan te geven vóór
of uiterlijk op 31 Januari e. k. ter Secretarie
dezer gemeente.
Sneek, 6 Januari 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd-,
ALMA, Burgemeester
BENNEWITZ, Secretaris.
KENNISGE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis:
of, zoo dit niet mogelijk ware, flink voedsel aan ru* bet 2e, Suppletoir Kohier van den Hoofde-
2 i lyken omslag, dienst 1893, goedgekeurd door
1 bÜdeïe“_ïle!d!nS’.^ ^andstof bovendien, bieren Gedeputeerde Statei van Friesland, aan
Deze CO GRANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f L— franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
tot vervelens toe in
vernomen
Where there’s a will, there’s a way 1
(Waar een wil is, daar is uitkomst.)
Welnu, thans staat het aan de regeering mei,
daden te toonen dat de wil goed is.
Of is een buitengewone subsidie niet te
krijgen zonder medewerking van ons praat-col-
lege
nana gesteld, en een ieder verplicht is, zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen
dat een afschrift van dit Kohier vanaf heden
gedurende vijf maanden ter Secretarie dezer ge
meente ter inzage is nedergelegd, alle werkda
gen van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur
Sneek den 11 Januarie 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
De Gids bevat deze maand een artikel dat
meer bijzonder de aandacht trekt, ’t Is van mr.
1. W. A. Cort van der Linden, hoogleeraar te
Amsterdam, en draagt ten titel: Conservatief of
progressief.
In deze tegenstelling ligt, naar hij in den
aanhef doet opmerken, een kenmerkend onder
scheid tusschen de oude economie (d. i. de li
berale) en de nieuwe leer der samenleving, een
onderscheid tevens tusschen de oude liberale
staatkunde en het streven van hen, die ingrij
pende hervormingen verlangen.
De liberale partij stond in den aanvang ge
heel op den bodem der revolutie. Zij werd de
partij der toekomst en voldeed aan de nobele
aspiraties der naar vrijheid hakende volken.
Het grootscne denkbeeld der liberale economie
gelijk van de liberale politiek was, gelijk het
tot heden gebleven is, de vrijheid van het in
dividu. Het liberalisme is individualisme en
men was als individualist in volkomen overeen
stemming met den tijdgeest.
Nauw verwant aan het materialisme in zijne
grondslagen, werd de oude economie materialis
tisch ook in haar streven. Hare leer van pro
ductie en verdeeling was gegrond op het denk
beeld van een onveranderlijke werking van
natuurdriften. En deze negatie van ieder zede
lijk beginsel op het gebied der stoffelijke wel
vaart, maakte het bezit van goederen einddoel
in stede van middel. Het streven van ieder
individu, onvermijdelijk en natuurlijk, was veel
genot tegen weinig moeite en de vrijheid werd
het midael om dit streven te ondersteunen.
Voor iedere klacht over armoede, ellende, hard
vochtigheid, voor iederen kreet over onrecht,
heeft de oude economie één universeel recept:
meer kapitaal. Kunst, intellectueele en zedelij
ke ontwikkeling werden ondergeschikt aan de
vermeerdering van den rijkdom. Vooruitgang
was meer handel, meer nijverheid, nieuwe op
eenstapeling van producten. En indien men
andere motieven in het menschelijk leven er
kende dan de zelfzucht, andere doeleinden toe
liet dan stoffelijk genot, toch bleef men ze uit
zonderen van het alles overheerschend gebied
waarop de mensch zijne betrekkingen regelt tot
de natuur.
De grondgedachte van de oude economie bleef
de zelfstandigheid van den mensch. De ar-
beids-verdeeling, de vrije concurrentie, het vrije
contract, de absolute eigendom, de Staat stoot
kussen tusschen de burgers, het zijn de logisch
met het eerste axioma samenhangende midde
len om te komen tot een in waarheid vrije en
welvarende maatschappij.
’t Scheen dat de ervaring aan de theorie de
hand reikt. Maar naarmate deze economie
haar vrijheidsbeginselen zag zegevieren, over
schreed zij ook hoe langer hoe meer de grens
waar de bestaande beperkingen betere waarbor
gen gaven voor vreedzame ontwikkeling dan
verdere destructieve maatregelen. Behoud werd
nu van meer belang dan hervorming, en hoe
ook medegesleept door den drang naar ontwik-
daan, is zeker in meer dan één opzicht oorzaak
van de troebelen, die de heil- en zegenwen-
schen overstemmen waarmee Louwmaand ons
wilde overstelpen. Vooreerst natuurlijk heeft
ze hier en daar werkloosheid gebracht en den
aankleve er van den honger.
Het lichaam, dat in het koude jaargetij de j
I meeste en grootste behoefte heeft aan brandstof, i
om natuurlijke warmte te kunnen stellen tegen
den venijnig killen adem der natuur, wordt juist
in dat seizoen op half of kwart rantsoen ge-
steld de natuurlijke warmtevoorraad blijft daar-
door bij de werklooze massa reeds beneden het I
♦1 middelmatigeer is bij die klasse van men-
i schen een tekort aan warmte.
Langs kunstmatigen weg dat deficit aan te
vullen, valt bij de schamele menigte meestal
I j buiten de grenzen van het bereikbare de mid
delen om brandstoffen aan te schaffen ontbreken.
Zelfs is de lichaamsbedekking veelal ontoe
reikend om de reeds onvoldoende hoeveelheid
natuurlijke warmte tegen de aanvallen der na
tuur te vrijwaren en zoo verliest de hulpbehoe
vende, worstelende tegen de koude met ondoel-
j matige wapenen, de heerschappij over zich zelf.
Waar hij een penning weet machtig te wor
den, is zijn toevlucht tot spiritualia en in dien
toestand ontwaakt zijn zelfbewustzijn.
Hij wordt ontevredener met zijn lot zelf
bewust anarchist en nadat de opwinding nog
waf voortgezet is, neemt hij het wapen waar
mee het gezag zal worden omvergeworpen.
Ja, de koude heeft heel wat op haar gewe
ten
Wij zijn niet genoeg op de hoogte van de
geheimen van het menschelijk organisme, om
hier een beslist oordeel te kunnen of mogen
uitspreken.
I Dit echter weten we, gelijk al onze lezers
Biet in meerdere of mindere mate bij ervaring
zullen weten, dat een mensch er zenuwen op
nahoudt, die vooral bij koud weer erg lastig
kunnen zijn.
Daar heb je onze politiemannen Ze hebben
iren aaneen langzaam rondgeflaneerd in de
roude; schijnbaar in de grootste kalmte hebben
:e de kou getrotseerd en toch ze zijn niet
nilm; ze zijn zenuwachtig van de kou en van
ie onzekerheid of ze bij een eventueelen aan-
’al het gezag zullen weten te handhaven. Wel
lebben ze wapens meegekregen, maar ze zijn
ir te zeer van overtuigd dat die moordtuigen
aeer dienen om te imponeeren, dan wel om er
e half-waanzinnige bende mee aan
Zulk een botsing moet zoo i
ermeden het menschelijk gevoel komt
egen in opstand, wanneer
Slieten op de arme drommels zich doet gel
en en wat aldus weifelend wordt onderno
men maakt uiet alleen weinig effekt, maar werkt
We vijandige stemming in de hand ook.
I En zoo leveren de wegen en straten hier en
F°ers in deze dagen van kou een treurig ta-
hoel van troepen van menschen, die in zenuw-
a Pleaen> en ten slotte aan een van beide zijden
°U\e w‘?a,imee 1893 z9n mtreê heeft ge- afdeinzen, nadat een of meer menschenlevens
•J Tl 1O r» A Irnw M w-w, r t
in gevaar zijn gebracht. En het resultaat der i
botsing is verbittering verbittering aan beide I
j zijden en verlies aan beide zijden.
Dat is het treurige van den hedendaagsehen
j toestand, dat het vuurwapen in handen van
zenuwachtige menschen wordt gebruikt en mis
bruikt, alsof het niet het leven van menschen
maar van een troep mussehen gold. Natuurlijk
moet er gewaakt worden voor orde en rust
maar mot geweld
Het maakt den toestand van terrorisme hoe
lang zoo erger. Het gaat ook hier weer naar
het spreekwoord, dat het geneesmiddel erger is
dan de kwaal.
Het is zeker moeilijk om elke kwaal in zijn
wortel te bestrijden vooral geldt dit van de
maatschappelijke kwaal, waarvan de wortels
diep liggen en, dank zij het benepen conserva
tisme, zoo ongenaakbaar worden, dat er aan
geen herstel met gewone medicamenten te ho
pen valt.
De voorstanders van het vreedzaam herstel
worden door de reactionairen zoodanig bemoei
lijkt, dat ze het werk der verzoening eindelijk
zullen moeten opgeveu.
Het anarchisme, de strijd met het gezag, te
gen elk gezag, heeft onder het volk reeds zoo
diep wortel geschoten, dat men met grond mag
verwachten dat de kwaal acuut gaat worden,
temeer wanneer men de rechten van den mensch
nog langer blijft verwaarloozen of onthouden,
waardoor het anarchisme al weliger gaat tieren.
Maar is het al niet mogelijk om de grond
oorzaak der kwaal te genezen; ziet men ook
geen kans wellicht om een geweldige operatie
te voorkomen
Een klaarblijkelijke waarheid wordt in onze
dagen over het hoofd gezien door het gezag.
De factoren die op dit oogenblik mee werk
zaam zijn, als kou, honger, zenuwachtigheid,
‘radeloosheid en daarbij Schiedam, daartegen
diende het gezag te velde te trekken niet
tegen de menschen die er de dupe van zijn.
Het is niet moeilijk bij een troop waanzinni
ge menschen slachtoffers te maken maar be
halve dat daarmee het heiligdom van een men-
schenleven wordt aangetast, wat op zieh-zelf
reeds een groote misdaad mag heeten blijft
nog de vraagwat men daarmee eigenlijk
meent te winnen.
De groote zaak, waaraan thans bij uitsluiting
moest worden gedacht en die helaas zooveel
te vallen, uit het oog wordt verloren, het is de mensche-
van de pijnlijke strie
men waarmee de wintervorst geeselt.
Wanneer de regeering, in plaats van milli-
oenen nutteloos weg te werpen voor oudijzer-
fabrikage of watersport, er toe overging een
deel, een klein deel slechts er van te besteden
om de hongerende massa werk te verschaffen,
i of, zoo dit niet mogelijk ware, flink voedsel aan
- 1 uovreu Mouepmeerue otaten van mesland, aan
i dan zou ze vry wat weldadiger werkzaam zijn, I den gemeente-ontvanger ter invordering is ter
ook voor
thans wordt gevolgd.
Maar buitendien mocht wel eens worden i
overwogen het onnatuurlijke, onmenschelijke
van de genomen maatregelen.
Wanneer men erkent dat de maatschappij
een ziek lichaam is en men de gevolgen dier
ziekte waarneemt aan enkele deelen van dat
lichaam, dan ligt het toch in de natuurlijke or
de der dingen om die zieke deelen met bijzon
dere zorg te verplegen, teneinde ze niet te ver
liezen.
Wie gevaar loopt te verdrinken, grijpt wat
onder zijn bereik ligt, desnoods het been van
den zwemmer. Het kost niet veel inspanning
den wanhopige naar de diepte te trappen; maar
zou dat nu de methode zijn een mensch, een
regeering waardig
Eu och, die verpleging kost zoo weinigon
gerekend de groote besparing die men er mee
behaalt.
We hebben in het jaar dat achter ons ligt
-la ons parlement de spreuk
IAI
A
i I
4
16
4
8
16
I
2
i.
Jan,
ieer,
tega,
end,
raa-
eter
rika
n te
ryko
!V.S;<V
N I
AANGIFTE VOOR DE ZEEMILITIE.
MEEKER <’<l