MIBWS- H llfflïlUlMLIll Illi H
«'III Ui: il lilt SM.
No. 9.
‘celta T1'’ r°"e T’"0"*
ACH T-E N-V EERTTCRTE
,T
je: jlo u i.
VERDUISTERING,
A R O A N Gh 1893,
1
Vrees is
hun spookhuis tijdelijk te
maar wees
oog, het hart, wordt duister, het is alles
Wacht
zal
A
ontwer-
J wa-
l
-
is niet bij
en ZATERDAGS.
3 maanden f 1.— franco per post f 1.25.
stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
zich, waaraan
dreigend samenpakken, in
deel dier bevolking in
heen grijpt met gierige klauw;
Een wereld, dio genotmiddelen produceert
- -t aan levensmiddelen,
omweg, niet recht-
Deze CO ER ANT verschijnt WOENSDAGS
Abonnementsprijs voor
Alle brieven en
in te zenden.
een ellendige nacht-
Q den fataalsten graad
Herrie.
De Atheensche admiraal was wijs toen hij
:icb liet aanvechten door den Spartaan. Sla
naar toe, zei hij, maar luister dan 1 Dat was
!®n groote ziel, die uit deze woorden sprak
verried wil en -
taat steltdaaruit bleek dat de
leilig doel streed, en
mannenmoed onwrikbaar wüde volharden
at doeleinde.
een ellendige spookverschijning, en
Lents. Bij abonnement is de prijs
angryk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
Ge moet
staan en ons meededen wat gij denkt van die
rotziekte.
Noem het waarheid of leugen
met half. Durf liegen desnoods wat beter is
durf waarheid spreken. In beide gevallen zult
ge u een wereld veroveren.
Maar wanneer ge half zjt en dat zijn nog
zoovelen helaas in onze duistere dagen dan
moeten we ons van u wenden in uw zwakheid,
die zal uitloopen op willoosheid, angst en lam
lendigheid.
Wij houden ons overtuigd, dat onze maat
schappij, in tegenstelling met die, waarin Sha
kespeare leefde, zoo door en door, totaal aan
’t rotten is, dat veranderen en oplappen niet
meer zal geven wat men er van verwachten
mochteen bewoonbaar logies.
Het is ónmogelijk den fakkel der waarheid
door het gedrang te dragen zonder iemand den
baard te verzengen.
Maar een wereld, die in zoo groote mate
werkloos is en honger lijdt
Een wereld, die het produceeren van levens-
behoéften verbiedt, terwijl de honger om zich
deze dagen de góden der onderwereld wel wil-
len afsmeeken om 1
willen sluiten.
De vrees welke den wil totaal verlamt, die
den mensch neigt en aanvecht en slingert van
’t hoekje naar den muur, met den donkeren
hemel bloot boven hem, die vrees vloekt met
alle wjsheid en belet den ongelukkige om het
gebouw, door eigen gerechtigheid opgetrokken,
te gaan betrekken.
De aandachtige lezer zal begrepen hebben,
dat het bovenstaande een zinspeling was op de
geschiedenis van het heden.
Welzeker wanneer wij zeggen, dat onze
maatschappij verrot is, door en door verrot zelfs,
dan kunt ge ons tegemoet voeren, dat de dich
ter reeds voor ruim vier eeuwen hetzelfde heeft
beweerd van den Engolschen staat. Maar we
verwachten dat ge ’t daarbij niet zult laten.
Ge moet ons eerlijk en rondweg te woord
In hooger sfeeren te bij ven zweven is wel
aangenaam misschien, maar er zjn deugnieten
die het koord van den ballon dreigen door te
kappen.
Rond te vliegen op het mallemolenpaard, is
wellicht geschikt om de spookgestalten te ver
jagen, maar men heeft de groote zaag reeds aan
do spil gelegd.
Waar is het licht in die duisternis?
Wachter! wat is er van den nacht?
K E N N I S C E V I N G.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
brengt ter openbare kennis dat ter Secretarie
dezer gemeente, vanaf heden gedurende dertig
dagen voor de belanghebbenden ter inzage zal
liggen: eene opgave van de uitkomsten, bedoeld
in de artikelen 6, 9, 10, 11 tot 13, 23 en 42
der wet van den 26 Mei 1870 {Staatsblad no.
betredende de grondbelasting van gebouw
de en ongebouwde eigendommen.
Sneek, 1 Februari 1893.
De Burgemeester voornoemd
ALMA.
zeggen de Chineezen
eenen wil; de overigen hebben slechts
maar
omdat ze behoefte heeft
welke slechts langs een
streeks, te verkrjgen zjn
Een wereld dus, opgepropt met genotmidde-
i len, die de genotzucht prikkelen van hoof- en
1 t
aantal gebrek Ijden aan het allernoodigste;
Een wereld, waarin genotzucht en nooddruft
hand aan
elkaarwaar de
en de nooddruft genotzucht aan wakkert
Zulk een wereld is onzedehjk en bedorven
in de hoogste mate.
Die waarheidsfakkel moge hier of daar een
i baard verzengen het
dat hj ten einde toe met dien I botr_euren8waardig was, té zien hoe men^daaï
--1 voor
UIT DE PERS.
De houding door de Eerste Kamer aangeno
men bij de jongste besprekingen over de kies
wet geeft ae Standaard aanleiding tot de vol
gende opmerking.
bescbrevcn vaderen op hot Binnenhof
zijn blijkbaar door de electorale bui, die in de
lucht zat ganscheljk van de wijs geraakt.
Ze dacnten dat ze nu al vast hun hart tegen
de kieswet-ontwerpen konden luchten, en beeld
den zich in, dat minister Tak leep genoeg zou
zijn, om nu alvast een buurpraatje over zijn
ontwerpen te komen houden.
Dat ze op zulk een manier de orde om keer
den, en Iweede Kamertje gingen spelen, had
den ze met eens gemerkt.
Zeer correct heeft daarom het Kabinet deze
heetgebakerde Senatoren op hun ouden dag
een koelbad toegediend.
Het Kabinet zou zich aan de constitutioneele
orde houden.
Het debat kon eerst komen, als de oiK
pen van de Tweede Kamer naar de Eerste
ren gezonden.
En daarmee konden de heeren, die zich ver
praat hadden, naar huis gaan.“
wPe sPec{at°>: geeft er een aardige plaat over.
Wij zijn in de keuken van Staat. De ketel
waarin de kieswet is besloten, hangt over ’t
vuur en terwjl de jonge keukenprinses, de
Iweede Kamer, zich gereed maakt haar van
t vuur te tillen, grijpt ook de oudere, de Eerste
Kamer, er naar.
De opperkok, minister Tak van Poortvliet
roept laatstgenoemde waarschuwend toe: Wacht
je tijd afzoo brandt gj de vingers.
Achter de sociaal-democratie staat het anar
chisme. Tot hiertoe had het den schijn, alsof
er tusschen deze twee partjen eene onvérzoen-
hjke vijandschap bestond. Het is gebeurd dat
m eene vergadering van sociaal-democraten te
Amsterdam een anarchist, die er zijne geschrif
ten trachtte te verspreiden, met geweld uit de
zaal werd verwijderd. Tegenwoordig echter
schijnt er meer toenadering te zjn althans de
zer dagen trad te St. Anna Parochie vanwege
de afdeehng van den Sociaal-democratischen
Bond de redacteur van De Anarchist, Methöfer
als spreker op om zijne leer te verkondigen
Een uitvoerig verslag zijner rede vinden wij
maatschappeljke woning
Met den blooten hemel boven
donkere wolken zich
die duisternis, loeft een
vrees en angstwilloos wordt daarheen geleefd
werktuigehjk grjpend naar allerlei, wat maaé
een oogenblik vast wil staan. Hou maar vast
vrienden, maar bedenkt dat ge gevaarlijk spel
speeltwant die houvasten moeten nog dienen
om uw bouw voor vallen te bewarenwanneer
ge hard er aan rukt, wordt ge door het hou
vast, en wat er op steunt, verpletterd.
De een vraagt geld om van een deel der be
volking ontslagen te worden men wenscht die
Bovertolligen“ over zee te sturen naar een nieu
we wereld, die als sommige kinderen reeds de
oude-mannetjestrekken in diepe plooien op het
gelaat draagtuit de bouwvallige woning naar
de ruïne. Waar het geld al goed voor zjn kan!
De ander roept de hulp in van Malthusia
een derde weer verwacht slechts heil van het
„sluit Schiedam.*
Maar bj al die middelen wordt vergeten
het gebouw zelf eens aan een herziening to
onderwerpen. Er aan lappen nog wille/zj,
me het grondbeginsel de vrijheid om elkaar
te trappen en te vertrappen, aantasten met
minimums en maximums.
Het droevigst figuur echter maken wel de
ridders van het halfslachtig liberalisme.
Uit vrees voor klappen zoeken deze lieden
vriendschap te sluiten met werklieden die be
zeten* zjn.
In den Senaat, die er eigenlijk alleen is om
en voor zich zelf, wordt de Minister opgehitst
en wordt het schooltoezicht opgejaagd tegen
onderwijzers, die de maatschappelijke instelling
verrot noemen en die tot een socialistische in
richting het initiatief durven nemen. Die school
meesters! Ten allen tijde geminacht, heeft het
Hooge Staatslichaam, onze Eerste Ka mer, haar
verachting over u uitgesproken. Wat vvj u
raden is: Gedraagt u moedig als de admiraal
van Attica: Zegt aan de heeren dat ze toe mo
gen slaan, op voorwaarde van daarna te luis
teren naar wat ge te zeggen hebt.
En anderen, die zich ook liberalen noemen,
zonder zich rekenschap te geven van de wijzi
ging, welke dit woord in de periode van het
heden heeft ondergaan in beteekenis
Ze zjn schichtig als het rendier en brutaal
als de tuinmusch.
Ellenlange artikelen schrjven ze, ten bewjze
dat ze niet zjn waarvoor ze zich uiteevèn
liberaal
dat het alles verduistering en duisternis
worden, binnen korten tjd;
dat hun eigen brein reeds bewolkt is, zoodat
ze den gezeten werkman niet meer kunnen on
derscheiden.
Eu ook aan de rechterzjde bespeurt men
droeve spektakels van willoosheid. Het zou
zj zoo Beter nog, dan j belachelijk mogen heeten, wanneer het niet zoo
fakkel der waarheid laten voorbij dragen en bljft voorthobbelen op het paardje van Gods
hu° ?ogen er voor sluiten. I openbaring, alsof er geen duisternis en geen bloo-
Hoe staat het nu met de bewoners van die ten hemel te zien ware.
moed, die tot handelen in
man voor een
j gaat het u als ons, lezer, dan zouden we in
Een leven zonder gedachten is als een groote
zandwoestijnzelfs de tropische zon is niet bj i
machte er een enkel bloempje in te verwekken. I
loch schjnen de gedachteloozen er het ge- 1
makkeljkst door te komen, terwjl diep voe-
lende en diep denkende menschen juist daar-
door veel lijden in het leven.
Zj onderwerpen alles in het leven aan cri
tics en uit vrees daarmee het bestaande geheel
en al af te breken, zal hun critiek opbouwend
zjn.
En inderdaad, ze bouwen op. Immers het
materieel voor hun critiek wordt ontnomen
aan het bestaande, en wanneer dat critieke ge
bouw klaar is, valt er van het oude weinig
meer te bekennenhet is afgebroken, verdwe
nen.
Maar terwjl ze zoo aan
’t opbouwen zjn, komt
loosheid, wanneer men
Men zou nu wel willen verhuizen, wanneer
men maar niet willoos was, want ook de wil
- verduistering men
van zjn willoosheid, want
men is bang en vrees of bangheid is de deu^d
der slaven!
De wil alleen maakt menschen groot of klein,
maar de armzaligen die geen wil hebben, ze
zijn niet groot en niet klein ze zjn nihil en
gevoelen zich nihil.
Groote zielen
m geen wil te hebben, dat is kleinzieligheid i i hjden aan het allc™oodigste;
hand zich ontwikkelen, naast en door
genotzucht nooddruft schept
’t overdragen en aan
- er een periode van dak
loosheid, wanneer men de bedekking transpor-
teert.
Dan doorleeft de mensch benauwde oogen-
blikken en wordt pessimist. Van uit zjn le
dikant ziet hj twee hemelgewelven, den „bloo
ten* hemel boven zjn ledikanthemel, maar in
zjn hart heeft de hel haar intree gehouden.
Dat is de straf der wysheid, dat ze geen
dank inoogst voor het wjszjn.
Men wilde iets anders, iets beters dan het
bestaande de ziel werd onophoudelijk veredeld
door heimwee naar het betere, het beste.
Daar breekt de tjd aan van overgang, en uit
vrees voor de elementen wjkt alle veredeling
en adel dor ziele, en krampachtig worden de
handen gewrongen met de verzuchting Wat
zijn we begonnen
Dan wordt do hemel duister het geestes-
i ver
duistering in ’t rond.
nu wel willen verhuizen,
ligt onder den vloek der v<
gevoelt zich de slaaf
en vrees
W
Ls
hwilmm
1
i
J
3
t
L
■v
8 SI E E K E R C E R AVT.
-1 "tl* m tUtJUUmt/IlCl
„wxueu sprax