(■fflïJlWlMDISSSfflTSmi
No. 12.
ACH T-E N-V E E R T I H
E J A.
1893.
R G A N G.
[1
FIN-DE-SIÈCLE.
N
«jgggasEM
Z^TEK DA.O-
11 1' KIMJ LA lil.
Het sentiment is
ir.
on-
na-
z.
z.
0.
I:
:n
UIT DE PEES.
Alle brieven
in te zenden.
laatste greintje
ten ontberen
kolonels in ruste
f.
10
0,
h
IS
?-
i.
10
h
a
1.
m
n
r.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Bij deze Courant behoort als Bijblad Feuil-
leton-nummer 136.
We worden op het laatst van deze eeuw hoe
langer hoe gevoeliger, het sentiment begint
de eerste viool te spelen.
Naast het driemaal ’s weeks verschijnende
Recht voor Allen heeft de sociaal-democratische
partij thans ook een maandblad, de Sociale
Gids. Reeds vermeldden wij den inhoud en het
program, ’t welk de redactie zich voorstelt te
verwezenlijken.
Zij die meenen, dat in een soortgelijk maand
schrift in de eerste plaats meer in den breede
de beginselen, die de partij drijven, zullen wor
den ontwikkeld, zullen in dit opzicht de eerste
aflevering vermoedelijk teleurgesteld uit de han
den leggen. De artikelen zijn over ’t geheel
Partij der orde of partij van hervorming
Zoolang uw naam nog niet is ingeschreven, zou
den we u wilen voorslaan een benaming te kiezen
die meer uw optreden karakteriseert; een naam
als partij van den sentimenteelen moed of wel
van hartstochtelijken deemoedwanneer we u
een naam moesten geven als richtsnoer voor
verder handelen, dan zou ons advies en etiket
zijn
Partij tot hervorming der orde.
Het sentiment is op bet einde der verlichte
negentiende eeuw de wegwijzer geworden eer
lang zal het gidsendienst gaan verrichten.
De strijd om het bestaan heeft de telegrafie
van ons zenuwstelsel aanhoudend in beslag
dag- en nachtdienst op alle kantoren. Is het
wonder dat de geheele wereld eleotrisch wordt,
dat de boel hier en daar in de war loopt bij
zooveel seindrukte Wanneer men wil seinen
en er geen opnemer van het bericht is
Bij zulk een ingespannenheid ontbreekt het
natuurlijk aan den noodigen tijd om het ver
slappende, zakkende dradennet op tijd aan re
visie te onderwerpen.
Het sentiment grijpt alle berichten, ook van
die zijde waar men door de vermoeienis de kluts
kwijt is geraakt, en
Het wordt zenuwachtigheid alom.
Schoolopzieners en senatoren worden er door
aangegrepen, om in een staat van clairvoyance
op eens de groote macht van den onderwijzer
te ontdekken.
Wel is waar klinkt door ons hoog staatsli
chaam en remtoestel nog wel de toon van ouds
't is maar een schoolmeester Toch ruischt door
de muzikale melancholie van de heilige en vette
kapitoolganzen dit duidelijk waarneembare the
ma, wat in de Heilige Kerk van Rome het
slotaccoord van elk gezang vormt
Beheersch de geesten gij opzieners
En gelijk de Katholieke geestelijkheid de gees
ten beheerscht van de moeders-opvoedsters, zoo
gaan de schoolopzieners thans een sentimen-
teele poging wagen om de geesten der onder-
wijzers-opvoeders te kristalliseeren en te dooden.
Gelukkig heeft de minister reeds van te vo
ren zijn protest hiertegen doen hooren.
De regeering, zoo heet het, wenscht niet de
macht van het schooltoezicht uit te breiden en
zijn ambtenaren te stellen tot rechters over den
geest, die de onderwijzers bezielt 1
Zeer verstandig
Immers in den kringloop der levende natuur
is voor den dood geen plaatsallerminst voor
den dood der geesten, ook van de eenmaal ge-
dagblad-artikelen, iets langer omdat er wat meer
ruimte is, maar overigens weinig afwijkende van
die welke, men in Recht voor Allen aantreft.
Maar in éen opzicht is er veel verschil te be
speuren tusschen het maandschrift en het blad.
In ’t laatstgenoemde heeft de richting Domela
Nieuwenhuis alleen het woord, terwijl hier ook
andere meeningen worden verkondigd. In haar
voorwoord wijst de redactie er dan ook op, dat
de verschillende schakeeringen van de partij
zich in haar tijdschrift zullen kunnen ontmoe
ten en zoo noodig bestrijden.
Een kort overzicht van de bijdragen in dit
eerste nommer voorkomende zal wellicht onzen
lezers niet onaangenaam zijn.
De heer Domela Nieuwenhuis bespreekt on
der den titel „Enkele maanden in de fabriek"
het boekje van den heer Paul Göhre, candi-
daat in de theologie, die drie maanden als fa
brieksarbeider heeft gewerkt, en een soortgelijk
werkje van Mevr. dr. Minna Wethsheim-Adelt,
die 3 maand als fabrieksarbeidster werkte.
Hij noemt beide pogingen „spelerij." Heeren
en dames die zoo eens een kijkje nemen in de
fabriekswereld door zich te vermommen, leeren
dat leven evenmin kennen als Haroen-al-Ra-
schid of andere vorsten het leven hunner on
derdanen leerden kennen door zich eens een
avond gekostumeerd in het gewoel der wereld
te werpen. Intusschen erkent hij dat vooral
Mevrouw Wethsheim met moed de zware taak,
die zij zichzelf had opgelegd, heeft vervuld.
Het woord, door een der redacteurs tot „de
studeerende jongelingsschap" gericht, is een be
roep op hun rechtvaardigheidsbesef. Zij komen
later als mannen van wetenschap, als rechtsge
leerde, als dokter, als godsdienstleeraar, naast
en tegenover het volk te staan en dienen zich
te doordringen van de waarheid gelegen in het
woord: „De rechtvaardige neemt kennis van
de rechtzaak der armen."
De volgende bijdrage is gewijd aan Shelley,
den Engelschen dichter. Het is meer zijn poë
zie dan wel zijn leven, ’t welk hier wordt ge
schetst en hetgeen hij heeft gedaan voor het
lijdende en verdrukte arbeidende volk.
De heer Van Kol (Rienzi) geeft een bijdrage
onder het opschrift: „Moet Haat of Liefde on
ze drijfveer zijn?" Wij vinden daarin dezelfde
Van Kol, wiens idealisme zoo zonderling af
steekt bij de verbitterde en verbitterende woor
den van vele zijner partijgenooten. „Het zou
beter geweest zijn zegt hij o. a. als wij
wat minder geluisterd hadden naar de inblazin
gen van wrok en haat en wat meer gehoor
hadden gegeven aan de roepstem der broeder
schap. De haat toch, die steeds het gevaar
lijkst, vaak het bedervendst element was van
elke revolutie, blijkt insgelijks reeds tijdens de
vorming van het socialistische leger veel te be
derven en de aaneensluiting ernstig te bemoei
lijken", en verder: „Als haat onze drijfveer
blijkt te zijn, dan is het minder deernis met den
arme dan afgunst op den rijke die ons gemoed
beweegt, en is de grievende vraag schijnbaar
gewettigd„gij veracht en haat den rijke, maar
veracht en haat gij ook hun rijkdommen?"
Van Kol blijft op dien toon voortgaan. Wij
laten hier de slotwoorden volgen
„In alle harten ligt een kiem, een begin van.
mededoogen, en dat zouden wij met ruwe hand
verstikken inplaats van het te ontwikkelen
Wij zouden de toevlucht nemen tot den haat,
die alleen vernielen kan, nooit opbouwenwij
zouden vergeten dat de liefde voor vrijheid en
gelijkheid onafscheidelijk is van sympathie voor
anderen
Neen! dat mag, dat zal niet geschiedenDat
ware onze reine beweging bezoedelen, onzen
edelen strijd verzwakken. Want machtiger en
ring geschatte en thans geduchte macht van
het korps der onderwijzers.
Fin-de-siècle-grillen, die zich-zelf zullen straf
fen door nieuwe gisting te verwekken en do
bestaande te vergrooten zelfs het schijnbaar
resultaat in het dooden van een enkelen geest
hier of daar, zal zich wreken
De schimmel, die door de blaas dringt en het
gelei aantast, waarmee de beschuit smakelijk
moest worden gemaakt
diezelfde schimmel zal ook hier het doode
en bedorvene omzetten tot nieuw leven.
De natuur wil geen dood, en wée hem die
zich verzet tegen de natuur
De verbodsbepalingen in tijden van beroering
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7% Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
blijven nooit ongestraft.
„Niemand tart mij ongestraft" zegt de
tuur.
Fin-do-siècle roept al wat dood scheen en ge
storven in haar laatste uren aan haar sponde-
Terwijl het einde nadert worden de harten
van oud en jong nog eens aangegrepen door
het sentiment der hope en vroeze.
Terwijl de een hoopt dat eindelijk eens recht
hem zal wedervaren en hij mee zal deelen in
de erfenis van het weldra verscheiden jaar-
honderd
terwijl de hoop wordt verlevendigd, dat er
verzoening zal komen tusschen mondigen en on
mondig verongelijkten aan de stervenssponde der
oude;
maakt het sentiment der vreeze zich nog eens
meester van hen, die natuur en historie bestu
deerden en al hare rechten voor zich hebben
gemonopoliseerd
in arren moede beproeven ze het uiterste om
de onmondigen buiten te sluiten van den laat-
sten en uitersten wil.
En opgewonden, die men reeds eenige tien
tallen van jaren niet meer had hooren noemen
zelfs, en dood en bedorven waande, loopen de
achtergebleven exemplaren van het reeds lang
uitgestorven ras der middeleeuwsche conserva
tieven nog eens te hoop in de Haagsehe boek
winkels, om met hun naamteekening den plech-
tigen en duren eed te bezweren, dat fin-de-
siècle, hoe ontaard ook, wanneer ze haar on
mondige kinderen gelijkelijk mee wil laten er
ven, den laatsten handdruk zal derven en het
van deelnemend lijden zal moe-
van jonkheeren in bonis, van
en meesters in den gerechte.
Fin-de-siècleKom, ja kom spoedig en maak
een einde aan het lijdend sentiment
Dut is de uitwerking van het fin-de-siècle
sentiment.
Een partij van orde treedt op naast bet wet
tig gezag. In „vaderlandslievende" taal breekt
de tong los over de heiligheid der orde en vloekt
met alle regeeringloosheid.
I tot alle dingen in staat
Wanneer het een revolver ziet afgebeeld of
een dynamiet-recept aangekondigd, dan komt er
zakking in het klodderig omhoog rijzend senti-
En dat is werkelijk een genot voor hem die ment z0° zakt ook het rijzend deeg, wanneer
fijne voelhorens heeftvoor een fijnbesnaard de Pot wordt gestooten of geschud,
instrument, verdiept in een met sentiment ge-
schreven boek, borrelen de groote gedachten
in zijn hart opeen eeuwige lente, waarin de
warme zonnestraal dringt door de ijskorst, den
in banden geklonken stroom opwekkende, om
de boeien te slaken van den wintervorst.
Er is leven in die waterdroppels de een na
den ander dringt door de koude bedekking heen
naar boven, dik en troebel eerst en langzaam,
met taai geduld en zoeten wellust opkomend te
gen het kille gezag.
Zio het naar boven wellen, kalm dringend,
maar onophoudelijk, als voelde het zich niet
meer op zijn gemak daaronder.
Zie het leger der oplevende droppels na een
tijdperk van onderdrukking zich voorzichtig,
één voor éên naar boven werken, het gezag
steeds meer afslijtend en opbrekend in al groo-
ter wordende openingen, tot het eindelijk tal
rijk genoeg is om in stroomen langs hot opper
vlak te huppelen en zoo aan beide zijden af
breuk doende, tot het overheerschend juk in
stukken gebroken, jubelend en dankend wordt
meegevoerd naar den grooten oceaan.
Zoo bracht ook het warme sentiment in de
harten, die ons fin-de-siècle mee doorleven, lente,
eeuwige lente
Maar „Wie kan zijn eigen hart vertrouwen,
Dat hart zoo vol arglistigheid."
Waarlijk, in onzen tijd van weer opgewekt
nieuw leven mogen des psalmdichters woorden
wel eens herinnerd worden
Het opwellen volgde op het borrelen naar
boven, en straks wordt het opbruischen, met een
poging om op te vliegen en
Da hing ich, und war’s mir mit Grausen
bewuszt.
Zoolang het nog liep langs bet evolutionaire
paadje, deden velen, schier allen mee.
Maar revolutionair, daarvoor zijn onze senti-
mentdroppels te klodderig en bang.
Naar boven willen ze, langzaam maar zeker
toch gaat die lust geheel over wanneer ze wor
den gedrongen, omhoog geduwd door andere
droppels daar beneden, die ook eens de zon in
’t gezicht willen staren en ongeduldig beginnen
te worden; het positief verandert op eens in
negatief; als bij sommige wiskunstige divisies
gaat ook bij deze plotseling ontstane divisie de
©ene toestand op eens in de andere over.
Wat dat beteekent, lezer
Dan slaat opborreling over in neerzinking;
Vooruitgang in rugwaartsche beweging sympa
thie verzuurt tot antipathie en de actie verstijft
tot reactie.
ESa
ES2S5
ir.
o
mms- h irammui) m dj
a.3-
ir
IAAT.