5
No. 25.
ACII T-E N-V EERTIHSTE J
A R O A N a.
1893.
n
JACHT en VISS3HERII
L
1 ■idor is het die zaait, een ander die maait
Zoo zien
sfel
a-
•j
Alle brieven
in te zenden.
n-
C.
en I
li- i
I<CC r
Bm
en de
maar de waarde der victorie werd
l en geprezen; een
„gistende* er
van het leven is bij den
Bet
Ichikt
■en
■ei mogen inspannen om zidi een leven van
seiuk te verzekeren.
I Nadat de fantasie zich een toekomstbeeld
getooverd, wordt de mensch aangevuurd
er naar te grijpen, en het denkvermogen
pent daarbij als gids.
In iedere menschenborst rui-
-~.i eenmaal de tonen van het
Deze CO UBANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.— franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Niet waar 7 j
then of ruischten t1
ed des braven Hieronymus
Ik ben een kind
Van God bemind,
En tot geluk geschapen.
vraag echter, wat men onder dat geluk
te verstaan, wordt op heel wat verschil-
wijzen beantwoord en veroorzaakte ten
tijde waarom dan ook niet in onzen
- JO menschen ontboezemingen van feilen harts-
dat men zich
en alles zich
-J er i°e bepaalde, wie gelijk had, wie
Dat ismen vocht het uit in haat
de overwinnaar
■era
poor hem njef;
I Moe
■cii
■Üzigd,
individueel leven toch een atoom uitmaakt
het zijn die momenten, waarin oud en jong j ging hier
verschil krijgt. De ervaring van papa staat
zeker boven die van den zoon, maar de elec-
trische stroom van het leven is bij den zoon
het krachtigst.
Wanneer de
papa een flinke
dagen ook zoo -
oud, hoe rijk ook aan kennis en
dikwijls vergeet dat
goed niet altijd goed en
kwaad niet immer kwaad blijft.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
ter Secretarie dier gemeente kosteloos verkrijg
baar zijn, aanvragen tot het bekomen van Jacht
en. Vischakten, voor het seizoen 1893/91.
Tevens wordt in herinnering gebracht, dat
aan één en denzelfden persoon niet meer dan
ééne kleine Vischakte voor één vischtuig wordt
verleend, zoodat zij, die met meer visclituigen
wenschen te visschen, gehouden zijn eene
groote Vischakte aan te vragen.
Belanghebbenden worden verzocht hunne aan
vragen vóór den len Juni e. k. ter Secretarie
dezer gemeente in te leveren.
Sneek den 28 Maart 1893.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
u J «ier
moest rekenen en doet op-
merken, dat hier wel beschuldigingen worden
uitgesproken, maar niet bewezen.
Het Vaderland wijdde dezer dagen mede de
aandacht aan de quaestie. Het recht van cri-
tiek op vonnissen door de justitie gewezen, wil
het blad onverkort gehandhaafd zien. Rechters
zijn menschen, en laten zich dus ook in meer
dere of mindere mate door subjectieve opvat
tingen, door persoonlijke indrukken, door vóor-
oordeelen beheerschen. Door voor deze waar
heid het oog tc sluiten, wordt de gerechtigheid
met gediend. Ook het volk heeft zijn rechts
gevoel en als dat rechtsgevoel zich door een
reeis van rechterlijke uitspraken geschokt ge
voelt, dan gaat het niet aan, eenvoudig omdat
men met kan bewijzen, dat hot volk juist ziet
en de reenterlijke macht niet juist, te verklaren,
dat het volk ongelijk heeft en de rechterlijke
macht gelijk.
Maar het Vad. erkent daarom niet dat dit
thans is geschied en onderschrijft geenszins het
gevoelen van de Standaard. De heeren Wi-
baut en Treub zijn naar ’t oordeel van ’t Vad.
in de artikelen van hun hand, voorkomende
bet Soc Wol te hard van stal geloopen en
t blad blijkt zich hierin aan te sluiten bij het
betoog van den heer mr. A. Ferf, waarin het
optreden van genoemde heeren werd afgekeurd.
Vooral verwondert zich het Vad. dat het von
nis, gewezen tegen Poutsina, zoo scherp is af
gekeurd. De bewering dat deze man zou ver
oordeeld zijn op grond van door zenuwachtige
politiebeambten slecht verstane woorden, acht
het 1 ad. volmaakt ongemotiveerd, een gratuite
verdachtmaking van bet vonnis, die een onmid-
i l o PrQtest van de zijde der redactie van
het boe. W eekbl. had vereischt. Hoe kan men
dit geval gelijk stellen met dat van hongerende
ongelukkigen, die tot het uiterste gedreven zijn
Als daar een man, die geen honger heeft, maar
.e, &ave des woords machtig is, door ver
leidelijke voorspiegelingen en listige aanhitsin
gen de ongelukkige schare tot het uiterste drijft
zoodat zij, zichzclve niet meer meester, zich
aan anderer eigendom en leven vergrijpt of al-
thans slechts met groote moeite daarvan wordt
teruggehouden; als zulk een man, die de on-
ge ukkigen, met wie hij heet medelijden te
hebben, aan vervolging en straf blootstelt, zelf
betrekkelijk zwaar wordt gestraft, dan vindt het
ad, het al een zeer zonderling rechtsgevoel,
dat zich daardoor beleedigd acht.
„Wij voor ons, zegt het blad ten slotte, ver
gen geen blinden eerbied voor de uitspraken der
justitie, maar zij, die meenen rechtmatige cri-
tiek te kunnen oefenen, Iaden een groote ver-
antwoordelijkheid op zich, als zij door onvolle
dige, scheeve, partijdige voorstellingen de volks
overtuiging, waarop zij een beroep doen, op een
dwaalspoor leiden.*
Over de hierachter vermelde Oproeping spreekt
de N. B. C. op haar beurt een ongunstig oor
deel uit. Het blad beroept zich mede op het
artikel van mr. A. Ferf. Om openlijk een
blaam te werpen op onze rechterlijke macht
en zelfs voor een demonstratie tegen haar han
delingen niet terug te deinzen, behoort men h i
te staan op een vasten bodem van feitenwant
het in verdenking brengen van de onpartijdig
heid des rechters is een zaak van de meest ern
stige beteekenis. In plaats van op feiten be
roept men zich echter slechts op den indruk
dien men van de straffen gekregen heeft, ter
wijl zulk een indruk alleen waarde kan hebben
na nauwkeurige kennisneming van de bijzon
derheden der strafzaken en na een ernstige
onpartijdige overweging van de feiten.
UIT DE PERS.
De beschouwingen over de vonnissen in onze
provincie gewezen naar aanleiding van de daar
voorgekomen gevallen van verzet en opruiing
blijven aan de orde en zullen door de Oproe
ping van de hh. Z. v. d. Bergh c. s. nog wel
eenigen tijd een onderwerp van bespreking uit
maken.
De Standaard is van gevoelen, dat de rech
terlijke macht gehouden en verplicht is, alle
daden van geweld en alle woorden van oprui
ing, die de wet strafbaar stelt, te straffen het
zou plichtsverzuim zijn, zoo het Openbaar Mi
nisterie uit zwakheid de vervolging naliet. Maar
het blad doet daarbij uitkomen, dat de strafwet
elastisch is en aan de rechterlijke macht, te
recht, de bevoegdheid laat harder of zachter te
straffen. Daarbij behoort h. i. in aanmerking
te worden genomen, dat1 de toongevende
klasse door haar valsche theorieën zelf den
geest van verzet bij de lage bevolking gekweekt
heeft; 2°. dat niet gewone roof-of moordzucht
dreef, maar dat èn die daden èn die woorden
een doctrinair karakter droegen, en 3°. dat ge
brek en honger onder de prikkels waren die
aandreven. En nu is uit hetgeen het blad er
verder bij voegt, op te maken, dat het zich hier
vrij wel op het standpunt heeft geplaatst van hen,
die een min gunstig oordeel uitspreken over de
vonnissen.
De Standaard haalt er voorts de vonnissen
bij, ten tijde der doleantie gewezen, wijst op de
slapheid bij de toepassing der Zondagswet en
op het niet vervolgen van een beschuldiging
vóór eenige jaren in een Zwolsch blad geuit,
waarbij prof. Waltjer in concreten zin werd
beschuldigd van diefstal van armengeld. Een
en ander geeft het blad aanleiding tot de op
merking, dat de blinddoek van Justitia dikwijls
even wordt opgelicht, eer de weegschaal van
het recht gehanteerd wordt.
De Tijd is alles behalve gesticht over den
hier aangeslagen door een blad, ’t welk
zoon een flinke jongen is en
en verstandige papa, dan loopt
het af met een redetwist.
Maar ongelukkig zijn alle papa’s zoo bij lange
na niet, en dan treedt de dwang op.
De ideeën van den jongeling worden verwe
zen totla mort sans phrase.
Nog erger Men verbiedt den
verder over te spreken.
Aldus de reactie van oud tegen jong.
Jammer, niet waar, dat die oude met al zijn
ervaring niets anders en beters weet dan den
goddelijk geïnspireerden stroom te verbreken.
Dient daartoe, vragen we, al die ervaring
Jammer, erg jammer van die ervaring, welke
zich daarmee zoo compromitteert, dat men de
menschheid in ’t algemeen en den gistende in
’t bijzonder het dwaalbegrip op den hals zoekt
te schuiven, dat ervaring de menschelijke levens
kracht doodt en dus een ramp is.
Dat men de spreuk van Paulus in haar volle
kracht wil doen beseffen aan de harten der
jonglevenden de spreuk namelijk dat de mensch
dagelijks sterft en dat dus het meest dood zijn
wie het oudst in jaren zijn en het rijkst in
ervaring.
En ze mogen, die jonglevenden, dan nog aan
nemen, beleefdheidshalve, dat ervaring een
wijze leermeester is, voorzeker zullen ze er aan
toevoegendat het een bitter harde opvoeder
is, omdat hij ’s menschen gevoel van geluk
zoekt op te wekken gelijk de zweep met haar
striemen den monnik zal gelukkig maken.
Zoo staan helaas, oud en jong dikwijls vij
andig tegenover elkanderzelfs de wetenschap,
in haar vollen rijkdom bezeten, is niet in staat
om oud te bezielen en met het oog op de toe
komst aan jong te vragen om diens rijkdom
van kracht, teneinde wat sneller voort te wen
telen.
Dat is, helaas, dikwijls de uitwerking der
ervaring, dat ze ontzenuwt en verslapt.
Een ernstige waarschuwing ligt er in aan
jong, om vooral niet te veel kracht te vertoo-
nen. Hoe krachtiger de stroom zijns levens,
I hoe geweldiger de opborreling van zijn levens-
I kracht, des te naargeestiger en lammer oud
zich begint te gevoelen en oud moet toch
j eerst worden bewogen om toe te geven en op
zij te gaan
En dat is gansch niet gemakkelijk, en toch
zoo noodzakelijk gewenscht zelfs is het om
oud zoo spoedig mogelijk over te halen tot
inschikkelijkheid want Oud gaat uit le
zen op den Protestantenbond en op het Nut,
waar al die zaken, als zijnde van groote nut
tigheid, nog eens versch worden opgedischt,
niet zelden met de bedoeling om nut te stich-
- ten door tot verzet aan te sporen een daad
fPeüode der gisting, en het zijn die momen- van praktisch idealisme.
r «1 het groote menschenleven, waarvan het 1 Zoo zien we zelfs in onze dagen, mannen toon,
29 31 Pk i£ T.
- van hooge positie waarschuwen voor de bewe- zich krachtens zijn beginsel de bestrijding
en daar in het vrouwelijk kamp revolutie ten taak r -
waargenomen, om de positie der vrouw in het /l"4'
maatschappelijke leven te verbeteren alsof
die positie niet jammerlijk en die beweging
niet hoogst noodzakelijk ware.
Het is in den strijd der meeningen van onze
duidelijk waar te nemen dat
ervaring, zoo
Wanneer we dan ook zien, hoe uiterst lang-
■am de menschheid in haar geheel voortschrijdt
de baan der ontwikkeling die leidt naar
geluk, dan hebben we zeker aanleiding om
B61 verlies te betreuren van zooveel levens
echt als noodig was om den weerstand te
iv innen op de baan van den vooruitgang.
En dat betreurende, mogen we aan het eind
onze hooggeroemde verlichte eeuw wel eens
de oorzaken vragen en daarbij de vraag j
'den, wat er aan te doen zou zijn om die I
PDemnieringen en hinderpalen uit den weg te 1
■‘men.
Die oorzaken zijn zeker verschillend van aard
t min of meer talrijk in de verschillende za-
■n, die te beoordeelen zijn in hun evolutie.
I ,Iaar even zeker zien we bij allen bovenaan
‘ijstreactie uit behoudzucht.
"Niemand gelooft precies wat zijn vader ge-
Dfde.
Ieder mensch heeft zijn heldere oogenblikken,
ïarin hij de juistheid van een of meer der
Uofsartikelen zijns vaders in twijfel trekt,
pe oogenblikken noemen de moderne filosofen
ADS EBTENT1EN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel meer 7>i2 Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever. J
Het denkvermogen is een kostelijke gave
t niet te bezitten maakt den mensch onge-
om mee te leven het leven in dit onder-
naansche en ongeschikt ook om te blijven in
kring zijner natuurgenooten.
Het verschil in geloof over godsdienst en toe
komst belet niet dat alle menschen hun denk-
V
A
De
S. leeft
lende
Bleu
V oij alle verschil van meeningen onder
■cht, waardoor het geluksbeeld
■schapen had totaal verduisterde
slotte er
Bet.
en nijd
och arme, de buit was
ontvloden, het beeld van geluk bestond
meer.
geworsteld en gestreden, had hij voor
zijnen de levensomstandigheden ge-
®rst door de nazaten gevoeld
■fflffi ffl in momssHw sifts.
rassB
I JI -i
.6
r<
w.
ia u -vhuüi1
ïf1€®UBAW
ffllïs- Hl 1BIWHH-» Wil |i|.
■V
Sr