Bum- H umiffll-BUD TOOR 1)E
np
jU
fflBinWIflMIIMHïSffll.
KOM- OF AfflDOEHirr
No. 28.
J A A R Q A. N O.
1893.
!11
ACS T-E JS-V EERTiasTE
|US
4.
9.
10.
11.
id-
-4:
•M
Alle brieven
in te zenden.
bov engenoemden
vooral merkwaardig
dan jaar op jaar dezelfde aderlatingen te zullen
zien herhalen.
I Het verschijnsel is dan ook zeer verklaar-
dat die mannen in Utrecht en in Den
Haag zich vereenigen, teneinde den volksin-
1 te gaan.
I Dezelfde gevoelens welke den landverhuizer
5.
6.
1.
2.
3.
erdt
cha-
n en
f 50
9 a
Sa a
0.
7.
8.
woeste gronden, de
en Lauwerzee, zoo
i voor een
vrij ruim tijds-
i’l,
‘Ir
1Lj
naar werk en brood als
LM.
aril.
■7*
l'k
stoomvaartmaatschappijen varen er
daarenboven degenen die zich er
bij te springen wanneer aan het j
---En zoolang de
-1 van die
Bij deze Courant behoort ale Bijblad Feuil
leton-nummer 140.
ABT ERTENT1ËN van
voor eiken regel meer
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cent#
Cents. Bij abonnement is de prijs
-te vernemen bij
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.— franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
voor wat hij als
waar beschouwt? Zou niet enkel met het oog
op dergelijke misstanden en hun verbetering
de uitbreiding van het kiesrecht gewettigd zijn
zoover maar mogelijk is? Wij zeggen hierop van
harte: ja! Omdat we ergernis er over gevoelen
wanneer we in de wereld der menschen
menschen en menschen zijn toch gelijk het
moeten aanzien, dat de een in zijn overvloed
waarvoor niet hijzelf heeft te zorgen gehad, den
ander in zijn armoede, waartegen dikwijls niets
te doen valt, zegt: Wij zijn de bestuurders, en
gijlieden zijt de bestuurden.
V E R G A D BRING
van den Gemeenteraad van Sneek,
op Zaterdag den 8sten April 1893,
des namiddags ten 7 uur.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Af- en overschrijving, begroeting dienst
189*?
Uitbetaling onvoorziene uitgaven, dienst
Alsvoren, dienst 1893.
Eervol ontslag onderwijzeres T. Swanen-
burg de Veije.
Vaststelling Taux-geneesmiddelen.
Voorstel tot tijdelijke voorziening in de
lessen in het Hoogduitsch aan de Hoo-
gere Burgerschool.
Vaststelling kohier Hoofdelijken Omslag,
dienst 1893.
Benoeming stembureau voor de verkiezing
op 20 April e. k.
Adres in zake het Klokhuis.
12. Reclame Hoofdelijken Omslag, dienst 1892.
K E N N I S G E VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken aan de ingezetenen be
kend, dat het door hen vastgesteld Primitief-
Kohier van Belasting op de binnen deze ge
meente gehouden wordende Honden, dienst
1893, aan den Gemeente-Ont vanger ter invor
dering is ingezonden en alzoo een ieder ver
plicht is zijn aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
Sneek, 5 April 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNÉWITZ, Secretaris.
UIT DE PERS.
Van het booze artikel, door de Standaard ge
schreven over Centraal comité en Club der an-
ti-revolutionaire partij werd voor eenige dagen ge
wag gemaakt. De Standaard laat niet ondui
delijk uitkomen dat de club, die feitelijk bestaat
bij de gratie van het comité, harerzijds niets
deed om voeling te houden met het comité.
Samenwerking bestaat er niet en ’t is dus maar
beter uiteen te gaan.
In de Prot. Noordbrabanter wordt het ver
moeden uitgesproken dat deze wensch ongetwij
feld, steunt op een besluit van het centraal co
mité, daar anders zulk een gewichtig punt niet
op deze wijze in de pers ter sprake zou zijn
gebracht. Op zichzelf heeft de redactie van
het blad er niet tegen dat aldus gehandeld
wordt en dat men zoekt naar een betere club,
die nauwer verband houdt met het comité
of liever daar het comité zoo goed als nooit
bijeenkomt met zijn voorzitter en assesso-
In de Friesche Crt. van 12 Maart komt
verslag voor van een
dreaé
in eene 1
bevordering van
stige belangen/
van den werkman
lechtmatig en verklaarde, dat „de stroom te
ien opzichte in de maatschappij overal op te
merken, niet te keeren was/
Vervolgens schetste hij in breede trekken,
hoe door ontginning van
droogmaking van Zuider-
niet aan alle werkloosheid, dan toch
groot gedeelte daaraan voor een 1
verloop een einde kan worden gemaakt.
Spreker betreurt het dat zoovele uitstekende
werkkrachten thans door emigratie naar Ame
rika aan ons land worden onttrokken, die zoo
uitstekend hier konden worden aangewend.
Met voorbeelden wordt aangetoond, hoe uit
particuliere ondernemingen nu reeds is geble
ken, dat door ontginning woeste gronden zeer
Productief kunnen worden. Zal ze echter goed
doel treffen, dan trede de Staat handelend op
en brenge door onteigening de gronden in kui
tuur. Ook de droogmaking der Zuiderzee ga
van den Staat uit. De zee is eenmaal Staats
eigendom en ze bhjve dat. Na de droogmaking,
wenscht Spreker den grond in niet te groote
kavelingen door den Staat verhuurd.
Een bewijs dat de denkbeelden veld winnen,
leveren de woorden van bovengenoemden no
taris. Wat ons daarin
voorkomt, en waarop we meenen nog eens de
aandacht te moeten vestigen, is de meening
van den heer Andreae omtrent landverhuizing.
i tegenwoordig lezen we van
1 voor de groote reis over den
verre en onbekende gewesten.
aandoénlijk schouwspel, dat vertrek, die
van menschen, die alles vaarwel zeggen
1 van
un ouders, bloe^-
Schier dagelijks
toebereidselen
oceaan, naar
Een
afvaart
uioeten wat hun herinnert aan de dagen
hun verloopen leven, daarbij hi
verwanten en vrienden voor ’t laatst de hand
“ogen drukken met de vrij stellige overtuiging
van elkaar nimmer terug te zullen zien. Daar
bij het voorgevoel, dat ze zullen komen in een
Q°g geheel ongeregelde maatschappij, waar let-
ioi'bjk alles ontbreekt aan gemakken en hulp
middelen, waarvan ze hier als omringd waren,
eu ten slotte nog de onzekerheid der stoffelijke
toekomst.
Maar dat schouwspel wordt pijnlijk, wanneer
men daarbij in ’toog houdt, dat ze hier eigen-
bjk onmisbaar zijn en dat hun vertrek een
8chadepost is voor het land.
Edoch de
bij, en
t°e leenen om I
reisgeld wat mocht ontbreken. j~
engels van den Staat in de handen
ren maar de wijze waarop de club op zii-
de wordt gezet staat haar tegen. De behande
ling is met geheel fair. Als men de club wil laten
„vallen omdat men een grief tegen haar heeft,
dan moet men die grief te berde brengen en
de club of hare leden in de gelegenheid stel
len zich daartegen te verdedigen. Dit is men
aan lederen beklaagde verschuldigddit is men
vooral verschuldigd aan een club, waarin man
nen zitten die zich jegens de anti-revolutionaire
party verdienstelijk gemaakt, en zich voor haar
veel moeite en arbeid getroost hebben.
Wijziging der bestaande regeling is bepaald
noodig. Want, zooals de zaak thans is gere
geld, is wezenlijk voortdurende samenwerkino’
eenvoudig ónmogelijk. De jongste geschiedenis
levert een nieuw bewijs voor deze stelling, te
weten de electorale quaestie. De schuld schuilt
hier echter, naar ’t blad tusschen de regels ten
duidelykste doet uitkomen, niet bij de club
maar bij den voorzitter van het centraal comi
té, den hoofdredacteur van de Standaard. Zoo
ooit dan had bij deze quaestie overleg moeten
worden gepleegd tusschen centraal comité en
club.
Reeds vóórdat het centraal comité de kieswet
kon gelezen hebben, gaf de Standaard op de
meest besliste wijze aan, wat de club met die
wet te doen had; geenerlei bedenkingen van
wien ook vond ook maar eenigen steun bij haar.
Zy achtte zich als hoofd der anti-revolutionaire
Pers tot net geven van dit partij-advies verplicht.
Wat werd nu de verhouding van de club
tot het centraal comité? aldus vervolgt de Pr.
Bb. Stel, dat de club in het centraal comité
de overtuiging ingang had kunnen doen vin
den, dat een andere weg gevolgd moest wor
den dan de Standaard had aangegeven, dan
zou het centraal comité tegenover haar voorzit
ter zijn komen te staan, en tegelijk tegenover
de standaard. Maar het centraal comité mist
een eigen orgaan; alzoo zou zijn advies, door
de stand, bestreden, niet den minsten ingang
hebben kunnen vinden bij het volk. Voor het
centraal comité zou derhalve geen andere we»-
zyn overgebleven, dan zich maar neer te leg
gen bij het advies van de Stand. De Stand.
zal wel willen toegeven, dat de waarschijnlijk
heid van dezen gang van zaken geen fantasie is.
„Het is duidelijk dat, als de Stand, beslist
gesproken heeft, het centraal comité wel thuis
kan blijven, tenzij men het op een scheuring
in de partij wil laten aankomen/
„En kan men nu van de club vergen, dat
zij zal overleggen met een college, welks hou
ding reeds van te voren bepaald is?“
J en slotte doet de Prov. Noordbrabanter uit
komen, dat ieder kamerlid volkomen vrij blijft
voor zoover het niet geldt afwijking van de
anti-revolutionaire beginselen. Maar van dit
laatste is hier geen sprake, thans geldt alleen
een zaak van goede politiek.
In de jongste aflevering van de Vragen des
Tijds bespreekt dr. J. Th. Mouton de opneming
van voorschriften omtrent minimum loon en
maximum arbeidsduur in bestekken. Hij doet
dit aan de hand van de antwoorden, die inge
komen zijn op de adressen door het Algemeen
Nederlandsch Werkliedenverbond, alsmede door
enkele van zijne afdeelingen uit eigen hoofde
gericht tot de hoofden der ministerieele depar
tementen, gedeputeerde staten der provinciën
besturen van gemeenten, polders en waterschap
pen en tot particulieren.
Natuurlijk, aldus merkt de heer Mouton op
hangt het antwoord op de vraag of voorschrift
ten omtrent minimun-loon en maximum-arbeids-
duur in bestekken kunnen worden opgenomen
De oppositie tegen de kieswetvoorstellen moet
in Den Haag nog al groot zijn. Zelfs doet ze,
naar wordt verzekerd, haar invloed gevoelen
op de betrekkingen tusschen het Kabinet en
het Hof. Ons dunkt, dat men het koningschap
dusdoende niet zal doen toenemen in populari
teit.
’t Zal weer een vleugje zijn van het conser
vatisme dat niets conserveert. Maar ook is
onkunde meê oorzaak aan dergelijk dwaas ver
zet. De heeren en dames uit Den Haag weten
niet wat een leege provisiekast beteekent. Een
eigenaardig verschijnsel is dan ook dat zij, die
wel bekend zijn met de nooden des volks, en
die overtuigd zijn van het goed recht van het
volk om mee op te komen voor hun belangen;
belangen, welke, meer dan die der Haagsche
kliekheeren, om voorziening vragen, dat zij,
zeggen we, bij hun pleidooi voor de uitbreiding
van het kiesrecht niet aldus redeneeren Hét
volk heeft recht er op om voor zijn eigen be
langen te waken het volk waarvan jaarlijks
een brok wegzinkt of wegdrijft omdat zijn be
langen verwaarloosd zijn, heeft meer dan andere
klassen der maatschappij er voor te waken, dat
het staande blijft en moet dus noodzakelijk in
vloed uitoefenen op den algemeenen gang van
zaken.
Neen, zij, die voorstanders, moeten voorzich
tig zijn. Zij moeten aldus redeneeren„Het
volk van Nederland is vertrouwbaar; het volk
uit de lagere klassen is Oranjegezind; wij voor ons,
durven dan ook zonder schroom, aan dat volk
mee-aandeel geven in de volksvertegenwoordi
ging. Toon ook dat gij vertrouwen hebt in
dat „mindere“ volk, en het zal zich dat vertrou
wen niet on waardig toonen/
Zij, die pleiters voor de volksbelangen, mag
men van dergelijke advocaterijen geen verwijt
makendat ze niet rondeman durven opkomen
voor een heilig en dringend recht mag men
hun niet euvel duidenzij kunnen niet anders.
Maar wie voelt niet het jammerlijke van zul
ke toestanden, die een man van overtuiging
en die waar is bijzonder schaars beletten
heeren zijn, valt er niets anders te verwachten 1 om met vuur uit te komen
baar,
een .^r_„o TOIJ
re<^e’ d°or ^‘r- A. J- An- I vloed zooveel doenlijk tegen
op 1 Maart j.l. te Kollum gehouden j 2?L
vergadeiing van de „Vereeniging ter bezielen wanneer hij aan boord stapt om naar
maatschappelijke en godsdien- een nieuwe wereld te trekken, leven op dit
esc ouwde de vraag oogenblik ook in de harten van de opperste
tienduizend scheiden van wat lief was en een
onzekere toekomst tegemoet zien.
En natuurlijk, niet waar, zoo is ieder mensoh:
wanneer het in zijn macht staat, bedingt hij
voor zich de beste conditie. En dit gevoel van
weemoed en vrees vindt niemand aangenaam
of verkwikkend. Welnu, dan is de vraag slechts:
wie is het sterkst van de twee partijen Wie
trekt aan het kortste eind
S VI'
ER COURAN
■7/a
■1
>5/s
PUNTEN VAN BEHANDELING:
Resumtie der Notulen.