I «HU IIH1MMBÏÏ SIHIL EEN VERSTANDIG BETOOG 1891 No. 37. ACH T-E N-V EERTIGSTE J A A R G- A N G. IO 31 E I. W O E 2S D A DO, zenuwd wantrouwen in de deugdelijkheid I de grondslagen zelve onzer staatsinstelli A I. 1. B zich openbaart; I don zs-C x_ v i ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents voor eiken regel meer ll'n Cents. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den uitgever. vau ver- i heid en J meeaten zijner geestverwanten. sterke uitbreiding van het kiesrecht de schuwende stemmen zich verheffen van zoove- len, die om hun groote talenten en om hun den lande bewezen diensten alle recht hebben om gehoord te wordenwaar de herhaalde opeen stapeling van bezwaren tegen hot voorgestelde, zoowel door hen, die onbewimpeld verklaren l kiesrechtuitbreiding niet te willen, als door hen i die betuigen haar slechts niet te willen gelijk I zij wordt voorgesteld, den schijn te weeg brengt alsof werkelijk een ernstig verzet in den lande waar handige kritiek te goe der of te kwader trouw alle bedenkelijke ver schijnselen in binnen- en buitenland, waaraan onze f’ verband met verkeerd begrepen lessen uit het I verleden en door angst ingegeven voorspellin- durft. bezwaarde gemoede- wetsinterpretatie insluipen, die de grondwet - ,J;? I !- verleden gen voor de toekomst om 1 ren met ontzetting te vervullen voor het lot. dat de kleinoodiën wacht, waarop zj len; daar ge7aar onmiskenbaar, een oplossing komen zal, die geen oplossing L ucuireu%, I!ma.Ud bevredigt, die ket diep ingrijpende libertatis. „Waar" zoo zegt hij „kenteekenen worden voorgeschreven, zullen er altijd zijn, die aan die daarbuiten vallen. De eischen van geschikt heid en welstand te stellen, beduidt uitsluiting van hen, die een genoegzame geschiktheid en een voldoenden welstand missen. Maar een kenteeken is geen vaste grenslijn, die nimmer is te overschrijden de wetgever kan het zoo hoog stellen, dat het kiesrecht een exclusief karakter krijgt, maar ook het zoo laag houden, dat het kiesrecht door uitsluiting van weinigen nagenoeg algemeen wordt, ja kan zoeken naar kenteekenen van dergelijke elasticiteit dat ze, geleidelijke uitbreiding van het kiesrecht tot een zoo goed als algemeen van zelve met zich brengen. In geen geval heeft dan iemand het recht te zeggen, ook al keurt hij op andere gronden een dergelijk kiesrecht af, dat het met de grondwet in strijd is." En verder, waar hij de „quaestie trouwen* bespreekt, lezen we o. a. „Waar men staat tegenover een volksover tuiging, niet een wind van openbare meening, nu her- dan derwaarts blazende, maar een krachtige, steeds wassende, jaar op jaar zich algemeener en sterker openbarende overtuiging, dat het volk in zijn geheel moet medewerken aan de samenstelling der Staten-Generaal, daar hebben wij althans reeds een vermoeden ten gunste van de rechtvaardigheid van den eisch. Men kan niet op den duur regeeren tegen de volksovertuigingen. De halsstarrige, die het be proeven wil, moge roemen in het impavidum ferient ruinae, een povere voldoening is het voor hem en een twijfelachtige dienst is het aan ’t gemeene-best bewezen, als hij zijn onver zettelijkheid beloond ziet met het ineenstorten der orde van zaken, waarvan de puinhoopen hem bedelven. De ware conservatief, die be houden wil, buigt voor de machten, die sterker zijn dan hij, en verzamelt zijn krachten om de beweging te leiden. Deze voorstelling is niet te forsch, als men bedenkt waar het om gaat. Het geldt hier niet de eerste de beste wet over een of ander niet diep ingrijpend belang, die de volksovertuiging vraagt, het betreft de grond slagen van het staatswezen zelve. „Bergen van bezwaren doet men rijzen* zegt de S. verder, waar hij de vrees voor de toekomst bespreekt. „Reeds in de eer ste en voornaamste plaats dit dat men wel verre van verandering te bewerken gevaar loopt de sociaal-democratie binnen te halen, de revolutie ten troon te heffen. Merkwaardig, terwijl telkens en telkens wordt beweerd, dat de kern onzer natie rustig en stil is en het stemrecht niet eens begeert, dat de meerderheid aan het vorstenhuis en de bestaan de orde van zaken is gehecht, dat de revoluti onaire rumoer makers slechts een kleine minder heid uitmaken, schijnt het, dat het blaadje gansch is omgekeerd, zoodra men het volk het stem biljet heeft in de hand gedrukt. Dan hebben plotseling die rumoer makers het heft in handen, dan is die gezonde volkskern verdwenen, dan is het land aan de revolutie ten prooi. Dit is toch nauwelijks ernstig te achten. Wanneer I men werkelijk meent, dat een volk, waaraan die kenteekenen beantwoorden, en anderen, men het stemrecht geeft, tot zulke uitersten I Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. overslaat, dan kan ik mij kwalijk verklaren, hoe men zulk een volk het stemrecht durft onthouden. Als het zoo gemakkelijk zich tot zulk revolutionair geweld laat opwinden, hoe geweldig moet het dan niet zijn, als het komt tot bewustzijn van zijn kracht Als het van het stemrecht wordt uitgesloten, is er dan niet veel meer gevaar, dat het met geweld zal ue- men, wat het langs den weg van recht wordt onthouden Wat de S. in de toekomst verwacht van de ruime uitbreiding der kiesbevoegdheid Niet de invoering van een heilstaat, niet de panacee tegen alle maatschappelijke kwalen, al gaat men van sommige zijden steeds voort om zich zelven de bestrijding gemakkelijk te maken den voorstanders van ’t democra tisch kiesrecht deze dwaasheden toe te dichten. Maar wèl eene „onmiskenbare voorwaarde voor blijvende verbetering." Hij verwacht dat van de toekenning van het kiesrecht zal uitgaaneen opvoedende kracht voor het volk. De meerderheid zal prijs stellen op het recht, dat gegeven wordt, en ontwaken tot het besef, dat het recht tevens een plicht in zich sluit. Er zal toenemende belangstelling ontstaan in de publieke zaken maar tevens een verantwoordelijkheidsbesef, verlevendiging van het gevoel, dat men deel uitmaakt van het groot geheel en dat men zelf voor een deel het lot van dat geheel in handen he eft. Aan ’t slot zijner brochure drukt de S. de hoop uit, dat de minister in den te wachten harden parlementairen strijd pal moge staan voor zijne overtuiging, hem de woorden herin nerende, waarmeê de grijze staatsman Gladsto ne jaren geleden zijn rede voor kiesrechther- vörming besloot „Wellicht kunt gij slagen op een of ander punt in dezen strijd. Gij kunt ons van onze plaats verdrijven. Gij kunt den maatregel, dien wij voorstellen, dooden en begraven. Maar wij zullen als grafschrift ‘op de tombe dan neer schrijven dezen regel, met het stellige geloof in zijn vervulling Exoriere aliquis nostris ex ossibus ultor. Gij kunt niet strijden tegen de toekomst. De tijd is onze bondgenoot. De groote sociale krachten, die voortschrijden in haar macht en haar majesteit, en die zich geen oogenblik door ’t rumoer van deze debatten laten weerhouden of verstoren, die groote sociale krachten zij n tegen u zij werken aan onze zijde, zij zijn in slagorde geschaard om ons te steunen. En de banier, die wij nu dragen in den strijd, zij mo- ge wellicht op eenig oogenblik van deze wor- steling neerdalen boven onze zinkende hoofden, zal toch eens weer wapperen voor ’t oog des hemels en zal voortgedragen worden door de gespierde handen van een vereenigd volk, wel licht tot een niet gemakkelijke, maar toch een zekere en een niet ver verwijderde overwin ning." bekendmaking. SCHUTTER IJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van het flink en krachtig pleidooi voor de finale i Kiesrechtuitbreiding in den vorm van Tak’s wetsontwerp, neêrgelegd in de dezer dagen ■erschenen brochure van „Een Vaderlander," ■nder den titel„In hoofdbeginseleu ongewij- ■gd,“ waarvan we in ons vorig nummer onder ■et persoverzicht reeds met een enkel woord ■leiding maakten. I Wij noemen het een opmerkelijk teeken des Bjds, dat iemand, die zich conservatief-liberaal Joemt, zich op zoo’n krachtige wijze als ver- kdediger opwerpt voor de aanhangige kiesrecht- kmtwerpen, daardoor toonende een geopend oog [te hebben voor de democratische strooming, die zich meer en meer op politiek en sociaal ge bied openbaart, en terecht begrijpende, dat deze niet gekeerd kan, maar geleid móet worden, wil men zich niet blootstellen aan ’t gevaar dat zij verwoestend buiten haar oevers zal treden. Het volk mee stem in ’t kapittel! r zietdaar de quintessens van het betoog van den „Vader lander," die een geopend oog toont te hebben voor den ernst der tijden en daarom zijn wel- meenend-waarschuwende stem meent te moeten laten hooren. In de inleiding zijner brochure zegt de schrij ver „Door den loop der omstandigheden is een politiek vraagstuk op den voorgrond getreden dat de geesten bezighoudt en de hartstochten opwekt in alle kringen der natie, dat aller aandacht in beslag neemt, dat, eenmaal gesteld dringend oplossing eischt, wil een regelmatige ontwikkeling van ons politiek leven voor de toekomst verzekerd zijn. Schrijver dezer rege len behoort tot de velen, die niet zijn zonder zorg en kommer, maar de grond zijner bezorgd- bekommering ligt elders dan bij de Waar tegen waar- vrijheid en A kweekt en voedt. Ziedaar wat mij met zorg en kommer vervult en mij tot spreken dringt. „Ik doe dat niet als radicaal heethoofd, die van de hoogte van kwalijk doordachte theorien smadelijk neerziet op de partijen, die in den strijd over de practische politiek geleerd hebben te rekenen met en te bukken voor de eischen der praktiek. Ik doe dat niet als aanbidder der volkssouvereiniteit, voor wlen de volheid van het georganiseerde staatsleven zich in enkele afgetrokkene formules laat samenvatten. Maar ik doe het als conservatief-liberaal, die in be scheiden stelling den ontwikkelingsgang der laatste jaren heeft medegemaakt, die de be perktheid kent der menschelijke krachten en het politieke wijsheid acht naar het bereikbare te jagen, wiens ideaal het is te conserveeren het goede, dat is verkregen en den bodem te bereiden voor de liberale hervormingen der toe komst. Intusschen, noem ik mij conservatief- liberaal, geen misverstand verduistere de betee- kenis van dien naam. Evenzeer wensch ik mij verwijderd te houden van die conservatieve partij, wier restes, haar historisch verleden ten spot, hand- en spandiensten doen voor allerlei soort van clericalisme, als van die orthodoxe liberale leer, die vastgekluisterd in het dogma van het economisch individualisme, blind is ge bleven voor de lessen der ervaring, die de ge vaarvolle eenzijdigheid der eenmaal zoo heil zaam werkende leer blootlegden. Conserva tief, in zooverre ik geloof in onze grondwette lijke instellingen en in de toekomst van een krachtig monarchaal gezag, in zooverre ik ge juicht heb in de verzoenende staatkunde, die aan den schoolstrijd een einde maakte, en ge treurd heb over de kortzichtige staatkunde, die de hervorming van ons leger, als een waarborg voor eerbiediging naar buiten en voor orde en rust naar binnen, heeft belet is mijn libe ralisme ruim genoeg, om de beginselen van en gelijkheid voor allen te erkennen, om critiek over het critiekste toelatende, rechtshervorming op elk gebied, in overeenstem ming met den maatschappelijken ontwikkelings gang, te eischen. De schrijver bespreekt vervolgens het provi- sioneele kiesrecht, de strijd voor een nieuw kiesrecht, en daarna Tak’s ontwerp aan de grondwet toetsende, zegt hij „Laat niet de casuïstiek der wetgeleerden het beslissend woord spreken bij diep ingrijpen de vragen, die ’s volks höogste belangen betref fen. Laten niet grondwettelijke gemoedsbe- zwaren gebruikt worden als voorwendsel en tijd helaas overrijk is, te baat neemt in dekmantel, om te kunnen weren wat men we- j ren wil, doch rechtstreeksch bestrijden niet -1Dat toch geen onhoudbare regelen van zou den maken tot een levendoodend element, in zij prijs stel- plaats van tot een levenwekkende kracht, en dat dat, waar ook maar eenige twijfel rijst aan haar r is bedoeling, de schaal moge overslaan in favorem vraagstuk aan de orde houdt en die het ont- l van staatsinstellingen Jims- n mn-iui vmr de Esg-ara -VIUC UUU.UL uu uw neu ft L- I 2 2 2 4 ou- rau Eb itje de ijp- ers, I tie-, net*" Id- reij iga i ma inia iltje S1 B 1 K BR Bi 1A S T. 6 8 8 8 4 8 2 1 alsof i V uivnijn. 10, lü MiXiXV 11UC5111L 111 j

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 1