I
vragen.
No. 43,
1893,
NATIONALE MILITIE.
u iVTe p e R~&
W O E N D <3J-
31 JE I.
er
;d
niet de juiste gebleken. De dieper peilende
Alle brieven
in te zenden.
on ver-
een
kerheid te zeggen.
Mevrouw Annie Besant heeft dezer dagen
schitterend pleidooi geleverd worden opgelegd
Amsterdam een t
ten gunste der optimisten.
De toenemende humaniteit rondom
er op, dat er in ’s inenschen hart
verborgen liefde is, die atoomsgewijze
Insprongen
deh opende.
!1JQ jeugdige frischheid heeft herkregen,
Wie hem zal winnen, valt nog met geen ze-
Deze CO UBANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
Cents. Bij abonnement is de prijs
-j te vernemen bij
ons wijst
nog veel
u - aan den
dag wordt gebracht. Daaruit mag de gevolg
trekking worden gemaakt, dat het optimisnie
veld wint, ook al moet worden erkend, dat de
donxere stippen meer zichtbaar worden, naar
mate het aantal lichtpunten toeneemt.
Welzeker, wij gaan vooruit, maar langzaam,
en er is voor den pessimist alle reden om zich
te beklagen over de menschelijke onvolkomen
heden.
Het gaat hem te langzaam, den goedhartigen
pessimist, en telkens pijnlijk getroffen in zijn
gevoelig hart, slaakt hij de verzuchting
„Och, waren alle menschen wijs,* enz.
De menschenwereld in haar geheel biedt in
de onderlinge verhoudingen de treffendste voor
beelden van verborgen liefde, door het toeval
of het verstand tot klaarheid gebracht.
Dat er zooveel wantrouwen heerscht, dat
nog zooveel af te keuren valt, het is een ge
volg van de verborgenheid der liefde het is
omdat menschen en menschen meestal tegenover
elkander staan als de twee, waarvan het heet
Sie liebten sich beide, doch keiner
Wollt’ es dem andern gestehn
Sie sahen sich an so feindlich,
Und wollten vor Liebe vergehn.
(Zij beminden elkander, maar wilden het el
kander niet bekennen vijandig zagen ze elkan
der aan, terwijl ze wegsmolten in liefde).
Is er dan geen grond voor de verwachting,
dat het beter zal worden dan het nu is
Natuurlijk, wanneer we er allen slechts op
uit zijn, elkaar onze gevoelens bloot te leg
gen
Wantrouwen houdt dan van zelf op, omdat
het voortvloeit uit dwaling en misverstand.
KENNIS GE VING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek,
Gelet op het besluit van den Commissaris der
Koningin dezer Provincie van den 8 Mei II.
Ie Afd. M en S, no. 586 (Prov. blad no. 58)
brengen ter openbare kennis, dat het onderzoek
van de verlofgangers der militie te land in deze
gemeente zal plaats hebben op Donderdag, den
22 Juni e. k., des voormiddags ten 9 '/2 ure
dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde
Miliciens-Verlofgangers voor zoover zij voorden
Isten April j.l. in het genot van onbepaald
verlof zijn gesteld, om het even tot welke lich
ting zij behooren
dat de Verlofgangers, behoorende tot de lich
ting 1887, ook verplicht zijn, zich aan het voor
geschreven onderzoek te onderwerpen
dat de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien
van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij
zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn
zakboekje en van zijn verlofpas
dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der
De verkiezing te Gouda is voor de R K
Maasbode een welkome gelegenheid om te velde
te trekken tegen de kiesrechtontwerpen, ontwer
pen door haar ten sterkste afgekeurd. Door
den heer Bastert te stemmen zijn de katholie
ken van Gouda naar zij verzekert in de
gelegenheid een bewijs van liefde en aanhan
kelijkheid te geven aan ons Koningshuis en de
jonge Koningin, wier vader de katholieken
emancipeerde. Mochten deze kiesrechtontwer
pen worden aangenomen dan gaat het Huis van
Oranje een allergevaarlijkste toekomst te »e-
moet.
Daarna vervolgt het blad „Bastert is liberaal,
’t Is zoo, maar zeer gematigd liberaal, een te
genstander o. a. van ons middelbaar onderwijs
een vinnig bestrijder van den vrijen handel die
liever heden dan morgen beschermende wetten
zou zien ingevoerd, en dien wij dan ook vroe
ger te Alphen gesteund hebben bij dat alles
een zeer achtenswaardig man. Maar ware hij
niet een gematigd liberaal, thans is alleen aan
de orde de wet van lak, zooals voor een paar
jaar de wet van Bergansius. En als de Stan
daard zegt’t komt er niet op aan, wie geko
zen wordt als het slechts een voorstander van
Tak’s wet is, dan zeggen wij ’t komt er niet
op aan wie gekozen wordt, als het slechts een
bestrijder is van de wetten van het algemeen
stemrecht/
In een artikel, nader door het Dagblad aan
de memorie van antwoord gewijd, komt het
IJ blad tot de conclusie, dat met den minister Tak
van Poortvliet gemeen overleg onmogelijk is
geworden. Tegenover hem moet de prealabele
quaestie worden gesteld. Door de Tweede Ka-
ADVEBTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 7'/2 CW
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent
den uitgever.
weer gelijkt op een zee vol liefde, zooals een
Hollandsch dichter het noemt.
j M at al afwisseling in antwoorden bij den-
jvuge mau met ue oorst vol wee- zelftlen man’ °P de vraaS wat het menschen-
het hoofd vol twijfel, en vraagt aan de le\e? Wel heteekenen mag
wonderen.
waarover reeds zooveel fleuren en tinten,
kwelden, hoofden in i schikkea kan- r
Maar wij hebben er ons niet over te ver-
Een ieder kent dien rijkdom aan
waarover het gemoed be-
Geen mensch, of hij doorleefde
i al de zielstoestanden tusschen „hemelhoog jui-
chend“ en „doodelijk bedroefd/
En de wereld der menschen weerspiegelt
onze gemoedsstemming. Zijn we blij gestemd,
dan lacht die wereld ons toe dan vinden we
i er louter beste menschen indan verdienen
weet er geen antwoord op te geven en de j a^e menschen ons vertrouwen. En die vroolijke
aandoening komt bij sommige menschen zoo
vanzelf, het ligt zoo in hun aard. Bij anderen,
de meesten, is het een gevolg van zegen op
volbrachten arbeid, op toevallig verkregen over
vloed of op ontslag van zorgen voor stoffelijke
behoeften.
Wie aldus zich verlustigen kan in de vrij
heid, jubelt het rond als dagelijksch nieuws
Wacht u voor wantrouwenvertrouw den
mensch.
Daartegen komen in verzet zij, die te kam
pen hebben met ’s levens zorgen. Het leed
hun aangedaan, de zorg hun veroorzaakt, wordt
teruggebracht naar den oorsprong. Natuurlijk
niet waar, de mensch is begaafd met lust tot
onderzoek
En dan is het wederwoord der laatsten
Vertrouw niemand dan uzelf.
Wie nu gelijk zou hebben
De een houdt het met den eerste, de ander
met den laatste het geschil houdt de gan-
sche wereld bezig. Een deel, het grootste deel,
is neutraal bij de discussie.
Het is de partij van het „ware midden* die
het monopolie van verstand beweert te bezitten.
Haar redeneering is dan ook niet vrij van filo
sofie. Ze laten de menschen maar twisten als
de om-het-been-worstelende honden. Zij echter
pakken den buit mee.
Wat baat alle getwist over het leven Men
komt er niet verder mee, en niemand zal ooit
uitmaken, of de optimist dan wel de pessimist
gelijk heeft.
De wereld is een sphinx, half monster, half
engel, een mengeling dat schrik wekt of lust
schept, al naar men het beziet. Zoo redeneert
wet op de Nationale Militie een arrest van twee
te tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan
-- =1 aaa den verlofganger
I 1 die, zonder geldige reden, niet bij het
onderzoek verschijntJ
I 2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder
j geldige redenen, niet voorzien is van de hiervo-
ren vermelde voorwerpen
3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
het onderzoen niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan
een ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
De verlofgangers worden herinnerd, dat de
strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde
wet ten strengste zullen worden toegepast op
degenen, die zonder geldige reden niet verschijnen.
Sneek den 12 Mei 1893. J
Burgemeester en^ Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester,
BENNEWITZ, Secretaris.
k ia "jp.
BURGEMEESTER ex WETHOUDERS der
gemeente Sneek brengen ter voldoening aan art. 8
der Wet van 2 Juni 1875 {Staatsblad no. 95)
k,ennis’ dat Z1J aan GIETER de
Tabakskerver te Sneek en zijne recht
verkrijgenden, vergunning hebben verleend tot
hec plaatsen jan een EEST voor het drogen
van tabak in het gebouw, staande aan de
Kruizebroederstraat alhier, Wijk 4 no. 32, ka
dastraal bekend gemeente Sneek Sectie B no
Sneek den 30 Mei 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
BEN NEWITZ, Secretaris.
Aan de wild bruischende zee staat te midder-
nacht een jonge man met de borst vol
moed,
golven op droeven toon
O, los mij het raadsel des levens, het pijnlijke
overoude raadsel op,
hoofden zich plaagden en 1
hieroglyphenmutsen, hoofden in tulband en
zwarte baret, hoofden in pruiken en duizend
andere arme, zweetende menschenhoofden
O, zeg mij, wat beteekent de mensch? Van
waar kwam hij Waarheen gaat hij Wie
woont daarboven op gouden sterren? De dich
ter T-
zee blijft ruischen haar eeuwig geruisch, de
wmd waait, de wolken vliegen voorbij,
schillig en koud blinken de sterren en
dwaas wacht op antwoord.
Zoo sprak de dichter Heine op zijn ouden
ag, troosteloos over de groote levensvraag.
Weemoedig als de arme Peter, die zich op de
nagels bijt als hij Hans met Griet ziet dansen
oe bruiloft en, wanhopig bedroefd, uitroept
„■vanneer ik niet te verstandig was, ik maakte
een eind aan mijn leven/
Stil en stom, bleek als krijt, waggelt de ar
me Peter voorbij, en de meiijes fluisteren el
kander in ’t oor
„Der stieg wohl aus dem Gr ib hervor
i® een moeilijke vraag die Heine opwerpt.
Moeilijk vooral, omdat de rede door de ge
moedsstemming wordt overstemd, wanneer deze
vraag ons wordt voorgelegd.
Dn die gemoedsstemming is veranderlijk en
ewegehjk als het bronwater wanneer er uit
geput wordt. De beroering treft ieder deeltje
zoodra de oppervlakte wordt aangeraakt.
Heden is de waterspiegel effen straks komt
er een windje op en we zien den spiegel ge
rimpeld een stormwind verheft zich en de
spiegel is als matglas. De mensch herkent
zicazelf niet meer er in.
„Een groote landstraat is onze aarde, wij
menschen zijn passagiers; men rent, men jaagt,
voet, te paard vliegt elkander voorbij, nikt,
gloei, wuift met den zakdoek elkander toe.
^arne zou men elkander aan het hart willen
rukken, maar de paarden jagen voort/
Jok hier is Heine’s antwoord niet vrij van
Mf-voldaanheid. De teleurstelling heeft er een
L10P,Pel.iu laten vaIleni maar ’tklinkt niet
dezen levensgroot. I
Al beter wordt het,
I e wereld is zoo schoon, en de hemel zoo
auw en de wind waait zoo zacht
bloemen op het bloeiende veld wenken en
Rkelen in den morgendauw en de menschen
|l eleu, waarheen ik zie.
verrukking spreekt de diphter over de c
aoone maand Mei, toen alle knoppen gisch (menschkundig) gebied de beschouwing
n en in zijn hart de knop der liefde van de wandelaars op den „gulden middenweg*
niet de juiste gebleken. De dieper peilende
°0P/-S ®®wfkeu ZÜU hart, nu het uitersten zullen den strijd dus moeten uitmaken.
heeft herkregen, en
-“-'-n vallen; maar ’t klinkt niet zoo j de middenman.
opig het hart is blijmoediger geworden 1 Zou het waar zijn? Het zou jammer zijn
al moeten we erkennen, dat het aspekt der
wanneer hij ons toeroept: i wereld alle aanleiding geeft om deze beschou-
wing voor waar te houden.
en zoel, en i Maar het is niet zoo, wat deze slymgasten
beweren want een blik op de menschenwereld
van het heden en verleden wijst er op, dat de
menschen veranderen, ook van aard en gemoed.
Zooals op elk gebied, is ook op anthropólo-
6
in
ie
ie
111-
ir-
dv
ze,
zv
dv
iv
ie,
Iv
je,
zv
m
na
et
a-
er
er
s-
i
t.
'l-
y*
Met i
"'onderschi
De i
-«V V>4O>