O
fflfflffl ffl BIIIMIMW Slffl.
BEGEER W IK 0 GM ZAL.
sifitegEasSÉSa
No. 48.
A C H T-E N-V E E R T I G S T E JAARGANG.
1893.
X rJS? 12 I 2 J «-
17 J £J 1.
V
cur-
UIT DE PERS.
bedoelen
een
4
a-
nd
U
I.
N.
.59
)0,
)0,
Alle brieven
in te zenden.
de goddelijke inspraak, heeft
-soms
maar de
idealen, die hij zich
1C31UU4LCU
?ur
JO,
30.
ie
10.
>o
50.
50.
35
a
a
den weerstand, om, terwijl de idealen illusies
zijn gebleken, althans staande te blijven in de
I stormen des levens. Dan wordt het hart, dat
1 eenmaal den bodem vormde waarin de begeerten
welig tierden, het graf waaraan al die vrome
I
VERGADERING
vak den Gemeenteraad van Sneer
op Dinsdag den 20 Juni 1893,
des namiddags ten 7 uur.
Bij deze Courant behoort ale Bijblad Feuil
leton-nummer 145.
Reeds maakten wij gewag van de brochure
„De weesvader Van ’t Eindenhout ontmaskerd
of onthullingen van de Weesinrichting te Neer-
boschJ Het is eene lijvige brochure 128-
pagina s. Wij meenen thans iets meer, over
’tgeen de schrijvers bedoelen en willen, te
moeten mededeelen.
De brochure is geschreven door den heer G.
van Deth, kapitein, en A. J. van Houten, on
derwijzer, en voor rekening der schrijvers uit
gegeven. Portretten van den heer Van ’t Lin
denhout en van zijn echtgenoote zijn er in op
genomen bij wijze van protest tegen de welge
daanheid, waarin beide personen zich mogen
verheugen, volgens de schrijvers het gevolg
van het goede leventje, dat zij leiden op koe
ten van de weezen, aan hun zorg toevertrouwd.
Het eerste gedeelte van het boekje is ge
schreven door den heer Van Deth. Hij schetst
daarin achtereenvolgens: Wie van ’t Linden
hout was, werd en isop welke wijze het re
glement der inrichting ontstond en wat het be-
teekenthoe de weesinrichting er inwendig
uitziet (slaapzalen en ziekenzalen) waarbij hij
gelegenheid vindt het te vergelijken met de
diaconie-weeshuizen te Amsterdam. Voorts
spreekt hij over de voeding en de opvoeding,
terwijl hij, na een afzonderlijk hoofdstuk te heb
ben gewijd van een reeks van gruwelijke mis
handelingen, waaraan de kinderen bloot staan
hij noemt namen en dagen besluit met
breede algemeene beschouwingen over het ge
voerde wanbeheer, de schromelijke misbruiken,
de bevoordeeling van eigen persoon en van fa
miliebetrekkingen, alles van ’t geld ten behoeve
der weezen geschonken.
Wij doen een enkele greep uit de hoofdstuk
ken om de lezers in staat te stellen een oordeel
te vormen over den toon.
„Waarom vraagt de schrijver liegt Van
’t Lindenhout altijd in zijn verslagen Waar
om vraagt hij altijd geld en waarom geeft hij
nooit eenige statistieke opgaven Waarom
vernemen wij nooit iets van ’t sterven van een
der weezen, ’t geen toch meer dan dagelijks
gebeurt en ook niet anders kan met ’t oog op
de wijze hoe de kinderen slapen en gewasschen
worden En als ’t bij hooge uitzondering een»
gebeurt is het altijd een gebrekkelijk ziek kind
geweest, welks spoedige dood wel te voorzien
was.
„Na zulk beweren aldus vervolgt de schrij
ver rijst allereerst de vraag „Als dat zoo
ware, waarom neemt Van ’t Lindenhout dan
juist dezulken op, om hen nog dezelfde of de
volgende week te laten sterven in dat zieken-
antwoorden, maar stemmen
schillenden kant wijzen er
nadert.
Van onderscheiden kanten zint men op her
stel. Men vindt probate middelen in geloof,
gezag, tuchtde aldus sprekenden behooren
tot de oud gewordenen, die den levenslust
verloren hebben zonder nog den moed tot ster
ven te hebben gevat.
Aan de andere zijde roept men om recht en
vrijheid, en in de onstuimigheid der jeugd wor
den in de harten begeerten wakker en gaan
de hoofden van plannen zwanger naar een
wereldhervorming, die zinsverwant is met we-
reldommekeer. Uitrukken alle planten en nieu
we verdeeling van den hof, op nieuw zaaien
alles nieuw, jong, frisch.
Idealen, onbereikbaar, zeggen de ouderen, en
bij het standbeeld van den eens zoo stormlusti-
gen Coen wringen de oudjes zich de handen,
en in een oogenblik van geestvervoering roepen
ze den machthebbenden toe
Tucht! Voor alles tucht! tegenover die on
stuimige jeugd. Arme oudjes Ook gij hebt
j eeuw ge-
dat men u te onstuimig vond en in
hart het voorwaartsklonk, dat Salomo’s
hart eens opwekte tot het vormen van begeer-
Die dagen vergeet een mensch zoo licht
zoo gaarne, wanneer de jeugd wat al te
Alsvoren van Jan Harmens.
Alsvoren van de Wed. J. C. v. Druten.
Alsvoren van de firma Brunings en ten
Voorstel procedure, inzake Convent Ee.
Rekening der dd. Schutterij, dienst 1892.
Aanbieding plan verbouw school no. 1.
’’’aar waarin we de eene 1
a de ander zien verdorren en ineen zinken.
Niet meer dan den strijd aangebonden om
et goddelijk excelsior, het voorwaarts, maar
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
3. Benoeming van een stembureau voor de
verkiezing van leden van den Gemeenteraad,
op 18 Juli e. k.
4. Benoeming van een leerair in het Duitsch
aan het Gymnasium en de H. B. School.
5. Vaststelling Programma H. B. School,
sus 1893—1894.
6. Alsvoren Gymnasium, cursus 1893
7. Adres van de Harddraverii-Vereen
8.
9.
tinga
10.
1L
12.
Gate.
13.
14.
15.
Deze CO I RA NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
ADVERTENT1ËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents;
voor eiken regel meer 71/, Cents. Bij abonnement is de prijs
belangrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij
den uitgever.
De wijze man, die gezegd heeft dat er een weuschen als ijdelheden worden toevertrouwd.
tijd is van komen en een tijd van gaan, begon
zijn koninklijke loopbaan met een hart volide-
was na het offeren van de duizend
er in zijn hart een stem sprak,
Wanneer we rondom ons zien, valt ons oog
op veel dat oud is geworden en slechts begeert
ontbonden te worden veel, waarbij de levens
lust verdwenen is, hoogstens nalatende uit zijn
rijken voorraad van geestdrift, liefde en geloof,
het laatste, of zijn tweelingbroeder stervensmoed.
De oude maatschappij, die gedurende een
reeks van jaren geleefd heeft onder het laat-
maar-waaien-systeem, vertoont het treurig beeld
van den verwilderden bloemhof, waarin de pa
den ziju dicht gegroeid, zoodat slechts de ouden
van dagen er nog den weg in weten te vinden;
de planten en bloemen door elkaar en om el
kaar geslingerd, de een levende ten koste van
de levenskracht en den arbeid des anderen.
Wanneer, mag men vragen, zal die wildernis
worden opgeruimd Wanneer zal in dien
chaos weer orde worden gebracht en elke plant
de plaats en de vrijheid worden teruggegeven
om te groeien en te bloeien ongestoord en on
aangevochten door parasieten
Niemand zal met zekerheid die vragen be-
van geheel ver-
op, dat de crisis
Na het schrijven van bovenstaande regelen
vergaderde te Amsterdam de Liberale Unie.
Uit hetgeen daar werd ter sprake gebracht
en uit de genomen resolution, met algemeene
stemmen zelfs, meenen we te mogen afleiden,
dat er inderdaad verbetering komtde verze
kering van prof. Drucker, dat „deze vergade
ring" er voor zorgen zal, zooveel in haar ver
mogen is, dat Tak’s kieswetvoorstellen in hoofd
zaak ongewijzigd aangenomen worden, stemt
bemoedigend.
En wat de begeerten betreft, uitgesproken
ten opzichte van sociale hervorming, ook hierin
ligt de grond voor goede verwachting.
Het ideaal moge nog laag aan den grond
zweven, vergeten mag men daarbij niet, dat
men aan vangen moet met het kleine.
Het is een levensteeken, dat we hopen spoe
dig door meerdere gevolgd te zien.
Het verloren vertrouwen bij het volk te her
winnen, moet in de toekomst haar doel zijn
pakt de partij dan flink de zaak aan, het zal
haar aan den steun van het volk niet ontbre
ken wat, bij de aanstaande kiesrechtuitbrei-
ding, voor de partij zal zijn de conditio sine
qua non.
I alen het
I brandoffers, dat
I zeggende
I Begeer wat ik u geven zal.
En Salomo is aan die goddelijke stem niet
I ontrouw geworden, getrouw heeft hij begeerd
l totdat hij, aan den eindpaal genaderd, begon
I I in te zien, dat alles ijdelheid is in het leven.
Salomo heeft geleefd, naar waarde genoten,
en al moge zijn leven naar de tegenwoordige
I begrippen van moraliteit niet onberispelijk schij-
I I nen, één ding valt niet te miskennen, dat zijn
I van kracht getuigend leven zijn volk bracht
I naar het toppunt van den luister.
Luisterend naar
I zijn hart steeds begeerd, meer wellicht
I dan zijn levenskracht kou bijbrengen
H onafgebroken reeks van i
schiep, en de daardoor verkregen resultaten
I mogen in dagen als de onze een les en
I spoorslag zijn voor onze afgeleefde maatschappij
I en voor de oude daarin werkende partijen.
j Het is daarom, dat we nog eens er op wij-
I zen, hoe noodig het is zich af te vragen, waarin
I do waarde des levens bestaat en daarbij Salomo
II ten raadsman en ten voorbeeld nemen.
De zaadkorrel, aan den schoot der aarde toe-
vertrouwd, ontkiemt, schiet op, brengt vruchten
voortde aarde deed de korrel zwellen, blies
levenskracht in den stengel, deed de plant bloei
en en toen na een korten tijd van stilstand,
kwam er achteruitgang, verval, en diende die
zelfde moederaarde weer tot rustplaats voor de
afgeleefde, tot graf voor de gestorvene.
Zoo ook het hart van den mensch. In de
jeugd heet het begeer wat ik u geven zal en
‘dealen worden geschapen. De eene schepping
’volgt op de andere, al grooter en grootscher
worden de gedachten die uit het hart oprijzen
de mensch is in de periode van storm en drang,
waarin hij, al begeerende en jagende, zelfs naar
het onbereikbare reikt, als de kinderhand, die
DiUr de sterren grijpt. En dan komen de da
gen waarin de levenszon de middaghoogte be
reikt heeft; nog heet hetBegeer wat ik
geven zal, o hart! Nog worden idealen g.
vormd, droombeelden nagejaagd, maar die ide-
“len ziju minder onbereikbaar geworden
droombeelden hebben een meer belijndeu om- j
trek gekregen de mensch is meer praktisch
geworden. Men vraagt minder naar de begeer
lijkheden i
hoofd berekend heeft te kunnen bereiken. Ein
delijk treedt de periode
groot gevaar uw roem te overleven.
De liberale partij wordt oud en wenscht ont
bonden te w’orden.
De begeerten zijn er niet meer naar iets dat
daarbuiten, voor, boven haar ligthet liberale
hart is een stoppelveld geworden, gereed om
den winterslaap in te gaan.
Niet meer weerklinkt binnen haar wanden
die goddelijke toon
Begeer wat ik u geven zal
Maar tucht en vrees en gezag wordt gevraagd
om den oude nog een rustig schemeruurtje te
bezorgen.
Zoo is het leven wat die oudjes thans ge
voelen, zullen de jongeren eens doorleven
daarom val die geesteszwakken, wier harts-
sterkte niet meer de noodige hoeveelheid bloed
kan aanvoeren, niet hard.
Opkomst, bloei, verval dat zijn de drie
perioden des levens van de eerste periode hangt
veel, ja alles af. Wie dan niet zaait, derft den
oogstwie dan geen idealen schept, leidt een
leven van dorheid en onvruchtbaarheid. Mogen
we daarom, terwille van ons allen, oud en jong,
de geheele gemeenschap, een wensch uitspreken,
dan zouden we oud willen toewenschen, om
zich gerust te stellen, door in plaats van tucht,
bij de machthebbers aan te dringen op recht
en jong zouden we den wensch op het hart
willen binden, aan welks vervulling Salomo
zijn eigen grootheid en die van land en volk
dankte
Begeer wat ik u geven zal.
u den tijd gekend ruim een halve
ge' leden
'luw
en die
OU1" I ten.
I
en
men vraagr mmaer naar ue Degeer- dartei wordt. Maar voor zoover gij, oudjes, bij
van mt art an naai hetgeen het de liberale theorie zijt opgegroeid, weet ge toch
- imnaers dat de door u bedoelde tuchtroede of
- van vervaL waarin piak ai8 een ondeugdelijk opvoedingsmiddel
’ma»r ^leuwe begeerten meer worden gewekt, reed8 lang verbrand of opgeborgen werd dat
begeerte der jeugd deedt gij-zelf, en nu zoudt ge die bedenkelijke j
gezagsmiddelen weer terugwenschen
Gaat liever heenhebt den moed om u te
i laten verzamelen bij uw vaderen, want gij loopt
A
a
jo
-s'
IHKIB COUROT
■ws- ei MfflfflHiu rm de
rteu
inue1
jrar*
iter/
tels,
and,
laas
Pier
>6
)5
10
de
au
aa
15
15
.5
10.
to.
d:
,a-
en
i
w
11’-
13
43
8
35
14
29
13
55 i
8
15
I
PUNTEN VAN BEUANDELING:
1. Resumtie der Notulen.
/uiiiMiuiu, vuioua loird’94.
- de Harddraverij-Vereeniging.
Als voren van Mej. J. A. E. Hulleman.
Alsvoren van F. Terwisscha van Schel-
e. a.
I